TITEL: TRALIEVADER
UITGEVER: WOLTERS NOORDHOFF
PLAATS: GRONINGEN
JAAR: 1999 1. BESCHRIJVINGSOPDRACHT I. Ik heb dit boek gekozen omdat het mij wel leuk leek om te lezen, nadat ik een fragment had gelezen in mijn werkboek voor Nederlands literatuur. II. De hoofdpersoon is de dochter van een man, die in de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp heeft gezeten. Haar vader is zeer getraumatiseerd door de verschrikkingen die hij in dat concentratiekamp heeft gezien / meegemaakt. De belangrijkste gebeurtenissen zijn de verhalen die de vader van de vertelster vertelt over zijn tijd in het concentratiekamp. De verwerking van die verhalen door zijn dochtertje speelt ook een belangrijke rol. 2. VERDIEPINGSOPDRACHT I. Ik zet de gebeurtenissen in twee volgorden, namelijk de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog, de constante rij flashbacks in het verhaal, en de gebeurtenissen in de tijd waarin het verhaal wordt verteld door het dochtertje. Die noem ik apart. Fabel: De belevenissen van de vader in de Tweede Wereldoorlog: a. Ondergedoken zitten
K. Bioscoopbezoek. L. Speelgoed begraven zodat de SS het niet kan vinden. Sujet: Ik zal de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog en vlak daarna met kleine letters vetgedrukt aangeven en de gebeurtenissen uit de jeugd van de vertelster met HOOFDLETTERS aangeven. Dit, omdat de verhalen door elkaar werden verteld. A b B C D b E F b G a G a
H I J b K b L b c d e
II. De functie van het verschil tussen fabel en sujet is, om het gezinsleven te beschrijven met behulp van de verhalen van de vader. III. Het verhaal wordt niet continu verteld. Er worden regelmatig grote stukken tijd overgeslagen, en bijvoorbeeld niet alle gebeurtenissen die Jochel in het kamp heeft meegemaakt worden verteld. Bovendien worden in de gedeelten die in de tegenwoordige tijd worden verteld, vaak ook gedeelten overgeslagen. IV. Volgens mij is de volgende flashback erg belangrijk: ‘En toen wij dachten dat het ergste voorbij was’, zegt mijn vader, ‘kwam de dodenmars. Met het Rode Leger op een afstand van tientallen kilometers, werden wij gedwongen het kamp te verlaten.’ Dit is naar mijn idee de belangrijkste flashback, omdat dit het begin van het einde van de gevangenschap inluidt. V. Ik heb geen vooruitwijzing in het boek kunnen vinden. VI. Het verhaal speelt volgens mij rond 1961, want er wordt in het boek gesproken van het proces van Eichmann. Dat vond plaats rond 1961. VII. Belangrijke personages waren volgens mij Jochel, zijn vrouw en zijn dochtertje. Als eerste beschrijf ik zijn dochtertje. Dit is een meisje, dat de jongste is van zijn drie kinderen. Zij leeft erg met haar vader mee, en er is ook sprake van, dat zij de verhalen van haar vader verwart met het heden. Het meisje is een karakter, je krijgt veel te weten over haar gevoelens bij de verhalen van haar vader. Jochel, de vader, is misschien wel het belangrijkste personage, want eigenlijk
is het boek helemaal gericht op het ontwrichtte gezinsleven door zijn traumatische ervaringen in het concentratiekamp. Ook zijn voortdurende drang om te vertellen over die tijd zorgt voor isolementen van vooral zijn dochtertje. Ook Jochel is een karakter, je leert hem in zekere zin kennen, hij legt veel van zijn gevoelens bloot tegenover zijn kinderen. Als laatste is de moeder meer een type, je leert haar niet echt kennen. Het enige dat je duidelijk aan haar merkt, is dat zij vaak een soort spreekwoordelijke “rots in de branding” is. Ook bemiddelt zij regelmatig tussen haar man n hun kinderen. 3. EVALUATIE I. Ik vond Tralievader een leuk boek om te lezen, het is erg interessant om te lezen hoe een gezin verscheurd wordt door traumatische ervaringen van een vader. II. Ik ben tevreden over het uitvoeren van de verdiepingsopdracht, ik had er dit keer een stuk minder moeite mee als dat ik de vorige keer had. III. Ik vond het een prettig boek om te lezen, het was niet moeilijk, en er stonden niet teveel moeilijke woorden in. IV. Ik vond het boek op geen enkel punt moeilijk, verwarrend of onduidelijk.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden