1. Motivatie
Mijn motivatie was dat we een opdracht kregen voor Nederlands en dat we een boek moester lezen. 2. Samenvatting van de inhoud
Het verhaal gaat over een man die gevangen was genomen in een kamp van de Duitsers. Hier moest hij de meest verschrikkelijk dingen weerstaan. Hij zag hoe zijn vriend werd geliquideerd. Hoe ze werden mishandeld. Hij moest dingen zien gebeuren waarbij mensen hun benen en armen braken. Ook moest hij toekijken hoe de zwakste werden vermoord toen ze niet meer voldeden. Verder in het verhaal worden telkens meer dingen vergeleken met het kamp. Hoe alles gedaan werd in het kamp en wat voor een vergelijkingen er waren met andere gebeurtenissen in het kamp. Max mag niet bij de padvinders, omdat zijn vader daar streng op tegen is. Er zijn nog veel meer beperkingen in de familie die het leven veel minder leuk vinden. De moeder in het verhaal is een beetje een buitenbeentje en komt daarom dus ook niet vaak voor in het verhaal. 3. Een uitgewerkt persoonlijke reactie
Onderwerp: Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst? Omschrijf het onderwerp in enkele woorden of in één zin. Een man die in een concentratiekamp heeft gezeten. Vind je het onderwerp boeiend, interessant? Waarom wel/niet? Ik vind het een interessant onderwerp en ook boeiend. Boeken over dit onderwerp zijn vaak interessant en spannend. Als het spannend is wordt het ook boeiend. Heb je wel eens een boek gelezen of een film gezien met hetzelfde onderwerp? Ik heb al vaker films gezien over de oorlog en mensen die in concentratiekampen gevangen zijn genomen. Ik vind de films beter omdat ik me meer boei voor films dan voor boeken. Gebeurtenissen: Welke gebeurtenissen vind jij het belangrijkst in het boek en waarom? Vind je dat die belangrijkste gebeurtenissen goed beschreven worden? Waarom wel/niet? De belangrijkste gebeurtenissen vind ik de gebeurtenissen in het kamp. De gebeurtenissen worden goed beschreven. Het hele verhaal draait namelijk om deze gebeurtenissen. Vind je dat de gebeurtenissen goed beschreven worden? Waarom wel/niet? De gebeurtenissen worden zeer goed beschreven. Ze worden duidelijk uitgelegd met veel details. Vind je de gebeurtenissen spannend, boeiend, ontroerend, humoristisch, geloofwaardig, etc.? Kies het begrip of de begrippen die jij van toepassing acht en leg uit wat je spannend, boeiend et cetera aan de gebeurtenissen vindt. De gebeurtenissen zijn spannend en boeiend omdat er van allerlei dingen gebeuren met de gevangen. Het is ook geloofwaardig omdat dat wat met hun werd gedaan ook daadwerkelijk gebeurde in de oorlog. Sommige gebeurtenissen zijn ook schokkend. Er gebeuren vreselijke dingen. Personages: Is de hoofdpersoon volgens jou een held(in) of niet? Leg uit waarom je dat vindt. Nee, zeker niet. De hoofdpersoon is juist zwaar getroffen door alle gebeurtenissen in het kamp. Hij is zeker niet de hoofdpersoon. Vind je de personages in dit boek herkenbaar en ‘levensecht’? Waarom? De personages zijn zeker levensecht. Ze zijn niet gefantaseerd en onnatuurlijk. Hebben bepaalde ideeën, gedachten, gevoelens of daden van de personages jou beïnvloed? Leg uit in hoeverre je beïnvloed bent. Ik ben niet beïnvloed. Opbouw: Vind je het verhaal ingewikkeld van opbouw? Zo ja, wat vind je ingewikkeld aan de opbouw. Het verhaal is niet gemakkelijk van opbouw. Het verhaal springt soms van de hak op de tak. Er zit geen vaste lijn in. Vind je het verhaal spannend? Wat vind je spannend? Hoe komt het dat je het verhaal wel of niet spannend vindt? Ik vind het een spannend verhaal. Het spannende is dat alles zo raar wordt uitgelegd en een spannende sfeer creëert. Ik vind het spannend omdat alles langzaam wordt opgebouwd naar een einde. Vind je dat de opbouw van de tekst goed past bij het onderwerp? Waarom? Zoals ik al zei is de opbouw moeilijk. De opbouw past echter wel goed bij het onderwerp. Er wordt eerst informatie gegeven en daarna wordt het verhaal door verteld. Taalgebruik: Vind je het taalgebruik in dit boek moeilijk of niet? Wat vind je moeilijk aan het taalgebruik? Het taalgebruik is niet moeilijk. Dit komt omdat er geen moeilijke woorden in tevoorschijn komen. Vind je het taalgebruik passen bij de personages en het onderwerp? Ja. De wat kleinere kinderen in het verhaal hebben ook een wat kinderlijke uitdrukking. De volwassenen praten ook meer als volwassenen. Welke bijzonderheden of eigenaardigheden zijn je opgevallen in het taalgebruik? Er zitten geen bijzonderheden in. Het is een goed opgezet verhaal met een normaal taalgebruik. Verdiepingsopdracht
4a. Welke verwachtingen had je voor je het boek ging lezen? Waarom? Ik verwachtte een spannend verhaal over iemand die gevangen werd genomen in een kamp. Diegene werd in dat kamp zwaar mishandeld en zijn leven werd tot een hel gemaakt. 4b. Welke verwachtingen zijn uitgekomen, welke niet? Het was inderdaad een spannend verhaal over iemand die in een kamp had gezeten. Het enige verschil was dat dit verhaal over iemand ging die een terugblik gaf op het leven in het kamp. Hij vertelde aan zijn kinderen wat hij allemaal had meegemaakt toen hij gevangen was genomen in een concentratiekamp. B. Open Plekken
5. Noem 6 belangrijke open plekken in je boek. · In welk kamp heeft zijn vader gezeten? · Wie heeft er in het kamp gezeten? · Wie is de ikpersoon nu precies? · Wanneer wordt de vader bevrijd? · Waarom wordt de vader gevangen genomen? · Wat wordt bedoeld met “kamp” hebben? 6. Beschrijf waar en hoe die open plekken worden ingevuld? · Wordt niet verteld. · De vader van Max heeft in het kamp gezeten. · Dit verandert voortdurend tijdens het verhaal. · Dit gebeurt helemaal op het eind. · Dit wordt niet verteld. · Dat begrijp je als je het verhaal verder leest. Dit bedoelt hij met alles wat in het kamp met hem is gebeurd. 7. Zijn er open plekken die niet worden ingevuld? Ja. Er wordt niet verteld waarom zijn vader gevangen genomen wordt. C. Spanning
8. Beschrijf de belangrijkste spanningsboog in het verhaal. De belangrijkste spanningsboog is die van het begin tot het einde. Je leeft helemaal naar het einde. Op het eind wordt de vader namelijk bevrijd. 9. Welke manipulatietechnieken worden er gebruikt om de spanning te verhogen? Er worden telkens kleine stukjes verteld. Dit bereid je voor op het einde. Je hebt deze informatie nodig om precies te begrijpen wat er op het einde gebeurt. D. Open/gesloten einde
10. Heeft het boek een open of gesloten einde? Waarom? Ben je tevreden over het einde of had je liever een ander slot gehad? Waarom? Er is een gesloten eind. Er wordt verteld hoe het afloopt. Er blijven geen belangrijke open plekken. Het slot is goed en ik had geen ander slot willen hebben. Evaluatie
11. Beantwoord 5 vragen van de evaluatieopdracht op blz. 43 van je Verwerkingsboek. Wat is je beargumenteerde eindoordeel over het boek? Het is een leuk boek om te lezen. Het is ook spannend en boeiend. Ben je tevreden/ontevreden over het uitvoeren van de beschrijving? Waarom? Ik ben wel tevreden. Het was niet zo’n ingewikkelde opdracht waar je niet uitkwam, maar goed te maken. Hoe verliep het lezen van het boek? Vond je het een lastige klus of viel het wel mee? Het lezen ging zeer makkelijk. Het was absoluut geen moeilijk boek en lekker te lezen. Beschrijf wat je moeilijk, verwarrend of onduidelijk vond aan de verdieping. Het zoeken van de open plekken vond ik wel moeilijk. Wat ga je de volgende keer anders doen? Ik ga het hetzelfde doen als deze keer.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden