1. zakelijke gegevens

 Arnon Grunberg, Tirza, NBD Biblion, Amsterdam 2006 (eerste druk)

1. Eerste Reactie

Ik heb het boek gekozen, omdat ik er heel veel over had gehoord. Toen ik de achterkant van het boek had doorgenomen, besloot ik het te gaan lezen.

1. Analyse

1. Titel, ondertitel en motto

Titel: Tirza is de dochter van de hoofdpersoon Jörgen Hofmeester. Tirza betekent ook ‘schoonheid’ in het Hebreeuws en Jörgen heeft het vaak over de schoonheid van Tirza.
Motto: ‘A couple is a conspiracy in search of a crime. Sex is often the nearest they can get.’ Dit komt uit het boek Monogamie van Engelse psychotherapeut Adam Philips. Het slaat terug op de beschrijving van het huwelijk van Hofmeester en zijn vrouw. Hofmeester denkt vaak terug aan hun (vreemde) seksleven.
 

1. Genre
   Psychologische roman
    
2. Opbouw (proloog/epiloog?)
   Het bestaat uit 3 delen: Deel 1: De huur, Deel 2: Het offer, Deel 3:  De woestijn.
    
3. Stijl en vertelwijze (beschrijf de schrijfstijl, iets opvallends aan lay-out of spelling?
   Veel eenvoudige, korte zinnen. Jörgen Hofmeester zegt vaak onverwachte, opvallende dingen, wat ook erg grappig is soms. Hofmeester herhaalt ook veel woorden/zinnen in zijn hoofd, alsof hij het moet herhalen om het echt door te laten dringen. Veel taalspelingen.
    
4. Personages (karakteriseer belangrijkste personen, typen, vlak of rond)
   Hofmeester: een antiheld. Hij is onhandig en ontzettend perfectionistisch. Hij wil alles goed doen, maar het gaat steeds mis. Hij is bang om Tirza kwijt te raken, hij bedelft haar daarom onder zijn zorgzaamheid. Dit slaat later om in angst voor terroristen, wat weer doorgaat in het haten van Tirza’s vriendje die op een terrorist lijkt. Hij kan niet echt (normaal) contact maken met mensen. Rond karakter.
   Tirza: Hofmeester is gek op haar, zij is het kind dat ‘gelukt’ is. Zij is dan ook Hofmeesters zonnekoningin, volgens hem is ze hoog-hoogbegaafd. Zij is zijn hoop en toekomst. Tirza houdt veel van haar vader, maar ze vind het moeilijk om om te gaan met hoe Hofmeester over haar denkt. Ze wil haar best doen voor haar vader, maar ze wil ook een eigen leven leiden. Rond karakter.
   De echtgenote: beeldend kunstenares. Hofmeester en zij walgen op hun eigen, vreemde manier van elkaar. Ze hebben elkaar nooit aantrekkelijk gevonden en hebben nooit bij elkaar gepast. Ze komt, na 3 jaar verdwenen te zijn, weer terug naar huis. Vlak karakter.
   Ibi Hofmeester: de oudste dochter. Geen goede relatie met haar ouders, ze is rebels. Ze vertrok om een B&B te openen in Frankrijk met haar vriend. Haar vader vindt haar ‘mislukt’. Vlak karakter.
   Choukri: de Marokkaanse vriend van Tirza. Hofmeester vindt hem lijken op Mohammed Atta, hij beschuldigd daarom Chourki ook voor het verlies van zijn kapitaal (Hedgefund). Vlak karakter.
    
5. Plaats en ruimte(bepaalde functie?)
   Deel 1 en 2: Van Eeghenstraat, Amsterdam. Het 3e deel speelt zich in het eerste hoofdstuk af in het vakantiehuisje in de Betuwe. En later in Afrika, voor een groot deel in de woestijn in Namibië. Op het eind keert Hofmeester terug naar Amsterdam, omdat het hem niet lukt om te ‘verdwijnen’ in de woestijn. Schiphol komt ook terug.
    
6. Tijd (historische tijd, tijdsduur (versnellingen/vertragingen?), tijdsvolgorde chronologie))
   Het speelt zich af na 9/11, want Hofmeester vindt het vriendje van Tirza op Mohammed Atta lijken, 2001. Hij heeft het ook over zijn verdwenen Hedgefund, 2002. En 3 jaar later organiseert hij een eindexamenfeest voor Tirza (juni 2005). Hij gaat op 10 augustus 2005 naar Namibië, dat schrijft hij in het notitieboekje van Tirza.
   Er wordt veel gebruik gemaakt van flashbacks. De 3 delen zijn op chronologische volgorde, maar daar in zijn lange stukken flashbacks, die zelf ook chronologisch worden verteld.
    
7. Perspectief
   Het verhaal wordt uit de ogen van Hofmeester verteld, dus personaal perspectief.
    
8. Onderwerp, thema (korte samenvat. van de hoofdgedachte), motieven, verband tussen titel en thema?
   Thema: Het ware kwaad in onszelf, ‘het beest’ in elke burger slaapt, het is niet dood.
   Motieven: Vaderliefde (Tirza is Hofmeester’s oogappel, zij is ‘goed gelukt’. Hij wil een modelvader zijn voor Tirza en heeft alles voor haar over. Hij wil niet de realiteit onder ogen zien dat zijn ‘zonnekoningin’ haar eigen leven gaat leiden), onmacht (Hofmeester kan zijn dochter niet loslaten, maar zal toch moeten. Hij is zijn kapitaal, wat hij had opgebouwd om Tirza alle mogelijkheden in de wereld te kunnen geven, kwijtgeraakt, waar hij niks meer aan kan doen. Hij is op non-actief gezet. Zijn vrouw is weggelopen. Er zijn heel veel dingen in zijn leven waar hij onmacht door voelt),  Angst voor verlies/eenzaamheid (Zijn echtgenote verliet hem, Ibi ging naar Frankrijk en na haar eindexamenfeest zal Tirza ook uit huis gaan om naar Afrika te gaan met Choukri), seksualiteit (Gewelddadige seksuele spelletjes tussen Hofmeester en zijn vrouw. Hij had seks met zijn illegale werkster uit Ghana. Hofmeester betrapt Ibi op haar 15e met de huurder. En hij ziet hoe Tirza seks heeft met haar vriend Choukri), tegenvallers/falen (Bijna alles zit Hofmeester tegen. Het lukt hem niet de modelvader te zijn die hij wil zijn. Hij moest stoppen met werken. Hij legde te veel druk op Tirza waardoor zij een eetstoornis ontwikkelde. Hofmeester verliest zijn Hedgefund. Hij verliest Tirza aan haar vriend en Afrika. Hofmeester wil in Namibië ‘verdwijnen’, maar dit lukt niet omdat Kaisa (klein meisje dat hem volgt sinds hij in Afrika is) hem tegenhoudt. En Tirza’s lichaam wordt gevonden).

1. Plaats in de literatuurgeschiedenis

1. Welke biografische gegevens v/d auteur zijn belangrijk v/h werk?
   Hij woonde vroeger zelf in Amsterdam.
2. In hoeverre is dit werk typerend? (stijl, thematiek, motieven, etc.)
   In zijn boeken komt veel mislukking voor.
3. Wat weet je v/d tijd en de stroming waarin het werk is geschreven?
   Realisme/romantiek à hij beschrijft de wereld realistisch en alledaags. Er zit dood en geweld in het boek (romantiek). Grunberg probeert de personen zo realistisch mogelijk weer te geven.