Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Tirza door Arnon Grunberg

Beoordeling 3.1
Foto van een scholier
Boekcover Tirza
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas aso | 1451 woorden
  • 30 april 2012
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 3.1
7 keer beoordeeld

Boekcover Tirza
Shadow

De vrijheid mag lonken, maar liefst niet de hele dag; wanneer de vrijheid uitsluitend tijdens de zomervakantie lonkt, is het leven al zwaar genoeg. Jörgen Hofmeester is vader van twee dochters en werkzaam voor een gerenommeerd bedrijf. Dankzij een uitgekiend financieel beleid woont hij op stand. De vrijheid is hem te bandeloos: bandeloosheid leidt tot rampen. Sti…

De vrijheid mag lonken, maar liefst niet de hele dag; wanneer de vrijheid uitsluitend tijdens de zomervakantie lonkt, is het leven al zwaar genoeg. Jörgen Hofmeester is vader …

De vrijheid mag lonken, maar liefst niet de hele dag; wanneer de vrijheid uitsluitend tijdens de zomervakantie lonkt, is het leven al zwaar genoeg. Jörgen Hofmeester is vader van twee dochters en werkzaam voor een gerenommeerd bedrijf. Dankzij een uitgekiend financieel beleid woont hij op stand. De vrijheid is hem te bandeloos: bandeloosheid leidt tot rampen. Stilstand is voor Hofmeester de voorwaarde voor liefde en geluk. Loom houdt hij van zijn dochters. Dat zijn echtgenote hem heeft ingeruild voor een jeugdliefde op een woonboot en dat een gedeelte van zijn vermogen is verdwenen door malversaties van merkwaardige groeperingen die de wereldeconomie beheersen, het deert hem niet. Zolang hij maar van zijn kinderen mag houden. Maar op een avond staat zijn echtgenote weer voor de deur. En dan doet een man zijn intrede in het leven van Jörgen Hofmeester, een man die als twee druppels water op Mohammed Atta lijkt.

Tirza door Arnon Grunberg
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

STRUCTUURANALYSE

Structuur
a) Uiterlijke geleding:
De roman is verdeeld in drie grote delen:
*Deel 1: de huur
*Deel 2: het offer
*Deel 3: de woestijn
Ieder deel is verdeeld in verschillende hoofdstukken. Deel 1 is verdeeld in 3 hoofdstukken. Deel 2 en deel 3 zijn beide opgedeeld in 5 hoofdstukken. Alle hoofdstukken zijn genummerd, maar bevatten geen titel.

b) Innerlijke geleding:
De roman begint in medias res. De lezer wordt meteen midden in de handeling gebracht zonder veel inleiding en/of sfeerschepping. Het verhaal begint met de voorbereiding van een feest. De lezer weet niet wat er vooraf is gebeurd of waarom er een feest wordt gegeven. De voorafgaande gebeurtenissen worden pas later meegedeeld d.m.v. flashbacks en retrospectieven.
Er is ook een open einde. Het verhaal heeft geen duidelijk slot. De lezer blijft zitten met de vraag hoe het verdergaat, veel zaken blijven onbeantwoord. Jörgen Hofmeester komt terug aan in de Van Eeghenstraat na zijn avontuur in Afrika en er staan veel mensen voor zijn huis. Zijn vrouw komt naar hem toe en hier eindigt het verhaal. We weten dus niet wat er verder gebeurt, wat de echtgenote hem wil zeggen, wat er aan de hand is. We blijven zitten met vragen: ‘Waarom staat de politie voor zijn deur?’, ‘Hebben ze de lichamen van Tirza en Choukri gevonden?’, ‘Moet Hofmeester de gevangenis in?’...

Tijd
a) Het tijdsverloop van Tirza is niet-chronologisch. Dit komt omdat het verhaal begint met een in medias res ( zie structuur) waardoor de auteur flashbacks en retrospectieven (bv. van pagina 244 tot 259 wordt er teruggekeken naar Tirza’s eetstoornis) moet gebruiken om te vertellen wat er voordien is gebeurd. De gebeurtenissen volgen elkaar dus niet op zoals in de werkelijkheid.
b) Ook bevat het tijdsverloop van de roman ellipsen; delen in het verhaal worden overgeslagen, de verteller maakt dus sprongen in de tijd. Een voorbeeld hiervan vinden we op pagina 367: “Zeven dagen na het vertrek van Tirza vraagt de echtgenote aan Hofmeester:…”
c) In het boek hebben we een duidelijk voorbeeld van vertraging of uitbreiding. Zo begint het boek met de voorbereidingen voor het feest, terwijl dat feest pas op pagina 181 begint. Er gaat dus heel wat tijd aan vooraf in de werkelijke wereld voor je aan het begin van het feest komt. De auteur maakt gebruik van een relatief lang stuk tekst dat een relatief kort stuk tekst in de fictionele wereld beschrijft.
d) Een voorbeeld van een pauze, waarbij het tijdsverloop in de fictionele wereld stilligt vinden we bijvoorbeeld op pagina 33. Vanaf “Toen stak ze een sigaret op. Haar handtas was nieuw. Een tikkeltje te hip…” tot “Maar nu had ze een vaste vriend en of die stonk had Hofmeester nog niet kunnen vaststellen. Hij vreesde voor het ergste.” Maakt de verteller gebruik van een beschrijving en stopt de dialoog tussen Hofmeester en de echtgenote even voor de lezer.
e) Wat we in bijna elke roman vaak terugvinden is isochronie. De leestijd loopt gelijk met het tijdsverloop in de fictionele wereld, vaak vinden we dit terug in dialogen. Voorbeelden hiervan vinden we op pagina 81, 90, 281-286, 361, 371-376, 343…
f) De vertelde tijd binnen het verhaal is ongeveer een maand. Het begint op de dag van het feest, vervolgens het vertrek van Tirza, na haar vertrek gaan er een tiental dagen over voor Hofmeester naar Windhoek vertrekt, waar hij een tweetal weken verblijft.
g) De vertelde tijd is langer dan de verteltijd, aangezien je er minder dan een maand over doet om het boek uit te lezen. Tegen een normaal tempo krijg je het boek op een weekje uit.

Ruimte
a) ruimte als geografisch decor: het huis van Jörgen Hofmeester in de Van Eeghenstraat in Amsterdam. Het verhaal begint en eindigt hier.
b) ruimte als voorwaarde voor het handelingsverloop: bank in het buitenland
(pagina 200-208)
→ Vijf jaar geleden reisde Hofmeester naar het buitenland met in zijn aktetas zeven maanden aan huur. Jörgen had over 'hedge funds' gehoord en was hierin geïnteresseerd. Hofmeester wilde zijn geld beleggen om zijn dochters toegang te geven tot werelden die hij zelf nooit had betreden en hen financiële onafhankelijkheid bieden. Door de aanslagen van 11 september 2001 op de WTC-torens kreeg de economie rake klappen en was het hedge fund van Jörgen Hofmeester verdwenen. Al het geld dat hij jaren had gespaard was plots weg. Hierdoor ontwikkelt Hofmeester een zekere wantrouwigheid voor vreemdelingen: hij vergelijkt ze allemaal met Mohammed Atta. Wanneer Tirza haar nieuwe Turkse vriendje, Choukri, voorstelt, is hij bijgevolg niet zo geliefd. Hofmeester zal er alles aan doen om het hem niet gemakkelijk te maken en hem te bestoken met lastige vragen. Uiteindelijk vermoordt hij Choukri tijdens een woede-aanval die hem overkomt omdat hij het koppel al vrijend aantrof.
c) ruimte als sfeerscheppend element: blote hemel in Afrika
(pagina 467-475)
→ Hofmeester gaat samen met Kaisa overnachten in de Kulala Desert Lodge. Dat is een huttenpark in de woestijn van Namibië. Het tweetal wordt daar welkom geheten door een Fransman. Deze man stelt hen voor om op het dak, onder de sterrenhemel, te slapen. Hofmeester gaat akkoord aangezien dit door velen als een attractie wordt beschouwd. Wanneer ze op het dak liggen, houdt Hofmeester Kaisa stevig vast omwille van de kou. Hij wordt even stil van het mooie uitzicht en lijkt zich daarna alles terug te herinneren. Dat is het moment waarop hij Kaisa vertelt wat er gebeurd is toen hij Tirza en Choukri al vrijend aantrof in het vakantiehuis in Betuwe.
d) ruimte met symbolische betekenis: woestijn in Namibië
(pagina 477-482)
→ Hofmeester trekt naar Afrika, op zoek naar Tirza. Wanneer hij in de woestijn is, lijkt het alsof hij zijn grip op de realiteit verliest. Zo komt de gedachte in hem op om daar te verdwijnen. De schrijver heeft dit vrij doordacht aangepakt omdat Hofmeester 'in het niets' wil verdwijnen terwijl de woestijn ook werkelijk 'niets' is. Omwille van Kaisa, komt hij terug op zijn keuze en keert hij terug naar de jeep. Dit komt omdat Kaisa gelijkenissen vertoont met Tirza. Ze kan hem niet loslaten in de woestijn, ze wil hem niet verliezen. Net zoals Tirza haar vader niet wou verliezen na het voorval met Ester in de schuur. Toen speelde ze, ondanks alles, toch cello voor haar vader.
e) ruimte als karakteriserend element: huurhuis
(pagina 98-99)
Om de verkoop van het huis in de Van Eeghenstraat te financieren, besluit Hofmeester de bovenverdieping te verhuren. Hij ziet er echter tegenop om het daar grondig op te knappen. De verdieping is ingericht met goedkoop meubilair en er zaten plekken op de muur die een verfbeurt konden gebruiken. Als de huurders op de eerste dag van de maand betaalden, kregen ze vijf procent korting. Maar wanneer het zover was, vond Hofmeester altijd een excuus om de borg niet helemaal te hoeven terugbetalen, of zelfs helemaal niet. Hij verweet de huurder van vernielingen die er voordien niet waren, of die de huurder niet had opgemerkt zodat hij er later voor zou kunnen opdraaien. Dit vertelt veel over het karakter van Jörgen Hofmeester: hij was erg op zijn geld gesteld, maar deed dit altijd voor zijn dochters. Hij wilde hen een zekere toekomst van financiële onafhankelijkheid geven.

Vertelperspectief
a) In dit boek hebben we te maken met een personele hij-verteller, het verhaal wordt verteld door de ogen van Jörgen Hofmeester. Dankzij dit vertelperspectief leren we Hofmeester volledig kennen, we komen al zijn gevoelens en gedachten te weten. Door het gebruik van dit vertelperspectief, zet de schrijver ons op een dwaalspoor. De schrijver wilt ons het verhaal doen geloven zoals Hofmeester het ervaart. Achteraf komen we dan te weten hoe het verhaal echt is gelopen. Dit brengt heel wat verwarring met zich mee, het is dus een onbetrouwbaar vertelperspectief. Dit duidt dan ook op de mentale staat van Hofmeester.
b) Focalisatie: We zien het verhaal enkel door de ogen van Hofmeester, we weten enkel wat Hofmeester voelt of denkt bij bepaalde gebeurtenissen. Aangezien het ook de bedoeling is om de visie van Hofmeester volledig te geloven, kunnen we besluiten dat we zowel met primaire focalisatie als met focalisatie zonder te vertellen te maken hebben. Een voorbeeld van primaire focalisatie vinden we terug op pagina 93: “Je ziet er goed uit”, zei hij. Het personage heeft zijn eigen visie over Tirza. Een voorbeeld van focalisatie zonder te vertellen, vinden we terug op pagina 244: ‘Hofmeester haalt diep adem.. de feesten gingen voor, haar feesten gingen voor.’ De bedoeling van deze focalisatie is de lezer te manipuleren, de schrijver wilt je een beeld van het personage geven dat hij zich in de geest nam, je ziet dat Hofmeester alles voor Tirza overheeft.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Tirza door Arnon Grunberg"