Gegevens van het boek
Auteur: Jan Wolkers (1925 – 2007)
Titel: Terug naar Oegstgeest
Voor het eerst gepubliceerd in: 1965
Omslagontwerp: Jan Vermeulen
Uitgever: Meulenhoff, Amsterdam, 1984, 25e druk, Meulenhoff Editie E 65
Aantal pagina’s: 248
Genre: autobiografische roman
Samenvatting van het boek
Wolkers bekijkt een oude familiefoto. Hij ziet daarop zijn vader staan als kleine jongen met zijn broers en zussen. Dat roept bij Wolkers allerlei herinneringen op aan die soms vreemde ooms en tantes van hem. Ook zijn opa van moeders kant was enigszins vreemd; alles moest altijd precies gaan zoals hij dat wilde. De vader en moeder van Wolkers kwamen allebei uit Amsterdam. Ze verhuisden na een tijd naar Leiden en kwamen uiteindelijk in Oegstgeest terecht. Daar dreef de vader van Wolkers een winkel in kruidenierswaren. De Bijbel en de protestantse godsdienst speelden een belangrijke rol in het leven van Wolkers’ ouders. Ze waren zeer godvruchtig. Er werden dus ook veel kinderen geboren en het gezin had het vooral daardoor niet breed.
Wolkers rijdt als volwassene naar Oegstgeest en bezoekt daar zijn ouders. Zijn vader heeft niet veel op met de manier van schrijven van zijn zoon maar hij is blij hem te zien. Ook de doos sigaren die Wolkers meegenomen heeft valt in goede aarde. Wolkers’ broer is in de oorlog overleden en hij kon niet goed met hem opschieten. Hij droomt er nog wel eens van. Zijn ouders schikten zich in de dood van hun zoon met de gelatenheid die gelovige mensen eigen is. Wolkers zelf was als kind ook niet sterk. Hij was vaak ziek. Nu alle kinderen de deur uit zijn vindt Wolkers’ vader het maar stil in huis.
Wolkers werd geboren in 1925, op de verjaardag van zijn vader. Zoals gezegd was hij niet sterk. Hij kreeg spruw en bronchitis. Wolkers had wat met dieren. Zo verzamelde hij amfibieën. De konijnen en kippen in huis eindigden vanwege hun vlees uiteindelijk op het hakblok. Wolkers is overigens ook wel een tijdje wreed geweest tegen dieren. Zo heeft hij veel insecten doodgemaakt. Dat gebeurde naar aanleiding van het zwanger zijn van zijn moeder. Wolkers kon niet goed tegen het bloederige daarvan toen hij de huisarts ter zake een keer bij zijn moeder bezig zag.
Wolkers rijdt als volwassene in Oegstgeest langs het huis waarin vroeger de winkel van zijn vader gevestigd was. Het is nu een bank. Zijn vader heeft er nog een appelboom in de tuin geplant. Hij bezoekt vervolgens de buurvrouw van zijn ouders. Zij kent hem nog van vroeger. Wolkers kijkt naar het huis en de tuin. Hij ziet opeens dat het schuurtje in de tuin van zijn ouders – dat zijn vader zelf gebouwd heeft – afgebroken is. Wolkers vraagt de buurvrouw wat voor mensen zijn ouders waren. De buurvrouw vindt Wolkers’ vader een koppig type. Vooral als het over godsdienst of politiek ging. Ze denkt ook dat Wolkers’ ouders het beter gehad zouden hebben als ze niet zo veel kinderen hadden gehad.
Wolkers herinnert zich zijn lagere schooltijd. Op juffrouw Vink was hij stiekem verliefd. Aan juffrouw Hakkenberg had hij een hekel. Laatstgenoemde had een horrelvoet en sloeg hem altijd met de knokkels van haar hand op zijn hoofd. De school lag tussen twee krankzinnigengestichten in en de leerlingen zagen de krankzinnigen regelmatig voorbij komen. Ze waren ongevaarlijk. Hoewel de school christelijk was, was die voor Wolkers’ ouders niet christelijk genoeg. Dus toen er een lagere school op gereformeerde grondslag werd geopend moest Wolkers daar van zijn ouders naar toe. Ook al was dat drie maanden vóór het schooljaar afgelopen was.
In Oegstgeest ontdekt Wolkers dat in het winkeltje waar hij als kind zijn aquariumspullen haalde nog steeds dezelfde winkelier staat. De man is inmiddels natuurlijk wel ruim dertig jaar ouder geworden. Wolkers gaat in zijn oude school kijken. Er wordt nu volwassenenonderwijs gegeven. Bij de supermarkt ontmoet Wolkers zijn vader. Als ze langs hun oude huis rijden, vertelt Wolkers’ vader dat de oude buurvrouw daar recent overleden is. Deze buurvrouw, mevrouw Van Teeng, was een apart mens. Ze was spiritiste en zag er een beetje eng uit. Wolkers was als kind altijd een beetje bang voor haar. Zijn ouders kregen op een gegeven moment ruzie met haar en negeerden haar sindsdien.
Op de nieuwe lagere school gingen de prestaties van Wolkers goed vooruit. Hij haalde goede cijfers. Met de hoofdonderwijzer had Wolkers echter geen goede verstandhouding. Dat kwam omdat Wolkers een keer het schooltoneelstuk in het honderd liet lopen. Hij gaf Wolkers op een keer echter wel een negen voor een opstel waarvan hij, naar hij zei, de koude rillingen had gekregen. Vlak voordat Wolkers van de lagere school afging, had hij nog een nare ervaring. Hij tuigde een keer een jongen af die jonge merels in een sloot had verdronken. Dat vond Wolkers zo laf dat hij hem strafte. Kort daarna overleed de jongen aan hersenvliesontsteking. Wolkers dacht een hele tijd dat dat zijn schuld was totdat hij ontdekte dat je hersenvliesontsteking alleen maar kreeg van een infectie en niet van slaan.
Wolkers raakte verliefd op Elly Lampet, een meisje van school. Ze kreeg echter een ongeluk en kwam in een rolstoel terecht. Wolkers vertelt ook over de ontluikende seksualiteit van de pubers op school. Zo werd er heimelijk wat afgedroomd over seks. Tot de echte daad kwam het natuurlijk niet. Wolkers herinnert zich ook het gebruik van de toverlantaarn. Af en toe haalde zijn vader op een zondag de lantaarn tevoorschijn en dan werd er naar diverse plaatjes gekeken. Van familieleden, de natuur of sprookjes.
Tijdens de crisistijd in 1929 ging het slecht met de winkel van Wolkers’ vader. De mensen hadden geen geld en kochten dus amper nog artikelen. Wolkers mocht ook geen vriendjes meer mee naar huis nemen. Om te kunnen overleven ging Wolkers’ vader toen maar kamers verhuren. Dat bracht tenminste nog wat geld in het laatje. De eerste klanten waren twee medische studenten. Maar toen die dames voor de nacht mee begonnen te brengen trapte Wolkers’ vader ze er weer uit. “Hoererij” duldde hij niet onder zijn dak. Wolkers zelf was heel blij met een officier die kwam huren. De man verzamelde namelijk diverse opgezette dieren zoals slangen en kevers. Wolkers kon daar eindeloos naar kijken.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden