Terreur rond Fairoglen door Niek Bakker

- Praktische gegevens: Titel: Terreur rond fairoglen
Auteur: Niek Bakker
Omvang: 185blz. Jaar van uitgave: 1984 door uitgeverij T Wever BV Franeker - Auteur: Niek Bakker is op 21 oktober 1939 geboren. Er is voor de rest heel weinig van hem bekent. - Personages: Hoofdpersoon: Steef Matthijse
Bijpersonen: - Vader, Jan matthijse - Moeder Matthijse, - Marieke Matthijse, zus van Steef - Edward Leigh, is verliefd op Marieke - John O’Brennan - Macallister, dat is de makelaar. - Greenstone Farm is de boerderij waar het in het verhaal omdraait
Karkakter: Steef is een harde kerel, dat komt omdat hij een lange tijd op het schip ‘de Sullivan’ gezeten heeft. Je kunt uit het boek zelf ook opmerken dat hij nergens bang voor is. Hij wil graag weten wat er met zijn vriend John O’Brennan aan de hand is

Ik wil ook nog even uitleggen wat de IRA(dat betekent: Ierse republikeinse Leger)precies inhoud want anders begrijp je het misschien niet helemaal. Het is een organisatie die voor een vrij Ierland streden, dit deden ze door middel van aanslagen, moorden en ontvoeringen. - Genre: Het is een misdaadverhaal, in het boek wordt tegen de ideeën van de IRA tegenstand geboden. - Tijd: Het verhaal speelt zich af in de tijd dat de IRA Ierland door middel van aanslagen enz. in de greep hield. Het duurt tussen de 2 en de 6 maanden, het speelt af tijdens het verlof van Steef. - Ruimte: Het verhaal speelt zich voornamelijk af in het dal waar Geenstone farm ligt. Het milieu waarin het zich afspeelt is een eenvoudig gezin. Iedereen moet er hard tegenaan om de boerderij in stand te houden want vader mist een been en kan dus heel veel dingen niet. - Inhoud: terreur rond Fairoglen: Steef matthijse krijgt morgen verlof. Hij vaart op het schip “de Sullivan’. Hij krijgt morgen velrof. Dan kan hij naar huis, naar greenstone farm. Hoe zal het met zijn manke vader zijn en met z’n moeder die altijd bezorgt is en met zijn zus Marieke en met Rudi zijn broertje? En met JohnO’Brennan? Zou de boerderij nog stand houden? Hij weet dat zijn vader het er zo moeilijk mee heeft dat hij het schip op is terwijl het zo slecht gaat met de boerderij. Hij ziet de lichten van Fairoglen al. Als hij in de bus op weg naar huis is zit er hij met twee vrouwen en een man die schijnbaar rustig een krantje aan het lezen is in de bus. Als de vrouwen het woord Ira noemen maakt de man een schrikbeweging. En even later stapt de man uit op een plek waar in geen velden of wegen woningen zijn te vinden. Als Steef bij Greenstone farm aankomt mist hij wat: het huis van John O’Brennan is verdwenen, opgebalzen! John O’Brennan werkt voor de manke vader van Steef die zelf bijna niks meer kan. De laatste tijd werkt hij extreem hard. Als de vader van Steef de stem van Steef hoort vergeet hij zijn handicap, Haastig gaat hij naar de deur, duwt hem open, struikelt over de drempel en valt met een dreunende slag op de plavuizen vloer van de woonkeuken. Marieke heeft Steef verteld dat ze bang is voor O’Brennan, iets wat Steef niet kan begrijpen want het is een goeiige man die altijd voor hun klaar staat. Alleen is O’Brennan wel erg stil maar hij heeft nooit veel gezegd, ze kennen zijn achtergrond niet. Die nacht vertrekt O’Brennan met de noorderzon en laat een pakketje achter op de vensterbank van het raam van Marieke. Marieke verdenkt Edward (een jongen die al jaren gek op haar is) ervan. Als Steef even later op de kamer van O’Brennan gaat kijken ziet hij dat O’Brennan er vandoor is. Nu snapt Vader Mathijsse gelijk waarom hij de laatste tijd zo hard werkte. Hij wilde eerst het werk afmaken voor hij ging want hij wist dat de boerderij er anders aan zou gaan. Bij het pakje dat in de vensterbank van Marieke lag zat een briefje met een gedicht erop: Dit is een erfenis
Het lag hier ongebruikt

Jij bent het enige meisje
Die ik het wil geven voor het verdwijnt. Een dag later komt een vrachtwagen de spullen van O’Brennan ophalen. Als Vader Mathijse aan de bestuurder vraagt waar ze heen moeten wordt hij achterdochtig en wil er geen antwoord op geven. Steef krijgt die dag een brief van makelaar maccallister, in de brief staat het volgende: In verband met recente ontwikkelingen betreffende het bedrijf van uw vader is het nodig enkele zaken te bespreken die van belang zijn voor de toekomst van Greenstone farm. We verzoeken u daarom beleefd met ons contact op te nemen tijdens uw verlof in Ierland. Hoogachtend Maccallister. Als hij de brief gelezen heeft zit hij met een vraag Hoe kon de makelaar weten dat hij verlof had? Dat moet iemand hem vertelt hebben maar wie? Als hij bij de makelaar is begint de makelaar hem de hele geschiedenis van het huis van O’Brennan te vertellen en probeert hem ondertussen zoveel whisky te voeren dat hij niet helder meer kan denken maar gelukkig heeft
Steef heeft dit door en stopt met het drinken van de whisky. Dan vraagt de makelaar of hij greenstone farm mag gebruiken als een opslagplaats om de wapens op te slaan die tegen de Ira gebruikt kunnen worden. Als hij dit weigert krijgt de makelaar een blik als van een roofdier en Steef vraagt zich als hij buitenstaat af of hij voor de makelaar niet banger moet zijn als voor de IRA. Als Steef even later buitenstaat vraagt hij zich af hij voor de makelaar niet zeker zoveel moet vrezen als voor de Ira. Als Steef de berichten in de krant leest over de aanslagen die de Ira de laatste tijd pleegt voelt hij zich steeds meer in het nauw gedreven. Edward Leigh is stapelverliefd op Marieke de zus van Steef. Hij besluit s’avonds laat naar Marieke toe te gaan om te vragen of ze verkering met hem wil. Steef hoort dat er iemand op het erf loopt en denkt dat het leden van de Ira zijn. Razendsnel trekt hij zijn kleren aan pakt een papiertje en schrijft met een bevende hand van de spanning: Ik hoor buiten geluid
Probeer ze tegen te houden
Steef. Als hij buitenkomt bespringt hij een figuur die hij zo’n harde klap geeft dat die persoon valt. Steef is radeloos van angst en toch ook woede omdat hij zich wel is wil wreken op de IRA-leden (hij denkt dat het een IRA-lid is maar Edward Leigh). De persoon ontvlucht hem en vliegt de bosjes in en rent weg. Als Steef met zijn vader een dagje naar de haven van Fairoglen gaat wordt hij tegen gehouden door de man die hij eerder gezien had in de bus toen hij naar huis ging. Die rukt het portier open en roept: I have been waiting for you, Where are the keys? Als de man ziet dat hij de verkeerde personen voor hem heft gooit hij het portier weer dicht en rent weg. Als ze even later nog even langs Macallister gaan moeten ze eerst een tijdje wachten voordat de makelaar tijd heeft met hun te praten. Als ze een tijdje in gesprek zijn met Maccallister noemt Steef ‘de groeve bij Fairoglen’. Hij ziet Maccallister schrikken op het moment dat hij dat uitspreekt
Op weg naar huis rijden ze een militaire patrouille voorbij. Als ze weer verder rijden ziet Steef vaag in de verte een lamp. Hij zegt tot zijn vader: ik ga even buiten kijken. Hij kruipt door de berm naar de mensen toe. Als hij dicht bij de mensen aangekomen is zeggen ze dat ze een auto hoorde aankomen. Steef begrijpt dat ze zijn auto bedoelen. hij loopt zo snel hij kan terug naar de auto, rukt het portier open en ziet dat zijn vader niet meer in de auto zit. Vader Matthijse is uit de auto gegaan en door een van de Ira-leden ontdekt. Hij wordt nu onder schot gehouden. De man vraagt hem waarom hij hier is. Ineens wordt er een auto gestart die recht op het IRA-lid afrijdt, die voelt zich bedreigt en schiet bij vader Matthijsse in het kunstbeen. Deze valt en het IRA-lid denkt dat hij gewond is. Steefs vader is alleen in het kunstbeen geraakt. Er is dus niks ernstigs aan de hand. Ze rijden snel terug om de militaire patrouille te waarschuwen voor de Ira die hen in een valstrik wil leiden. Met moeite krijgen ze de patrouille aan het stoppen. Als ze verteld hebben wat de Ira van plan is besluit de commandant terug te trekken. Omdat dit de enige weg is om bij greenstone farm te komen moeten ze in een hotel overnachten. Marieke heeft tegen Edward gezegd dat hij vanavond nog een keertje moet proberen om bij haar raam te komen. Op diezelfde dag komen Steef en vader weer thuis. De Ira weet niet dat John O’Brennan niet meer op greenstone farm woont. Ze willen hem komen halen en daarna greenstone farm opblazen. Steef kan niet in slaap komen en gaat buiten een rondje lopen en loopt recht in de handen van de Ira die denken dat het John O’Brennan is. Daarna plaatsen ze een tijdbom bij het raam van Marieke. Edward ziet dit allemaal gebeuren en neemt de bom mee verder het bos in om Marieke te redden. Terwijl hij de bom verder het bos insleept ontploft de bom en Edward sterft terplekke. John O’Brennan verblijft bij Pat en Moira Maclean om zich te verbergen voor de Ira. Als hij in de krant ziet dat er een aanslag is gepleegd op greenstone farm. Hij leest dat Steef ontvoerd is. John O’Brennan weet waar de Ira zit omdat hij vroeger ook lid is geweest van de Ira, dit is een van de redenen waarom hij gezocht wordt door de Ira. John neemt de bus naar Fairoglen, dezelfde die Steef enkele weken genomen heeft en stapt op dezelfde plek uit als de man met de krant. Hij moet over allerlei paadjes en graslanden heen. Hij vindt de schuilplaats van de Ira. Als hij in de buurt komt stormen er gelijk een paar honden op hem af. Hij vecht keihard tegen de honden. Tanden zetten zich in zijn vlees hij rukt zich los. Hij hoort de stem van Steef, dan raakt hij bewusteloos en hij wordt weggedragen
Nog voordat dit allemaal gebeurt wordt Steef ondervraagt door The Chief. The Chief komt erachter dat dit JohnO’Brennan helemaal niet is maar Steef Matthijse. Steef moet vertellen waar John O’Brennan verscholen is, maar dat weet Steef natuurlijk niet. Steef komt in een gevangenis te zitten. Even later wordt Steef weer geroepen, hij moet vertellen hoe je bij de schuilplaats van John O’Brennan komt. Hij weet dat niet. Als The chief vraagt: wie heeft het huis van John O’Brennan opgeblazen geeft Steef als antwoord: de Ira denk ik. Op hetzelfde moment zit er een kogel in zijn been. Steef voelt dat dit helemaal fout gaat. Als The Chief beslist heeft dat Steef geëxecuteerd moet worden, gaan ze naar buiten om het vonnis te voltrekken. Op dat moment beginnen de honden te blaffen. Steef moet de mannen meekomen die gaan kijken wat er aan de hand is hij ziet dat John O’Brennan met de honden aan het worstelen is. Omdat ze de man van de honden willen verlossen kijken ze niet naar Steef om. Deze rent er gelijk vandoor. Na een wilde vlucht komt hij bij het huis waar de man met de krant uitstapte en opeens weet hij het zeker: de man met de krant was The Chief. Hij weet dat in het huis ook leden van de Ira zitten. Hij durft niet langs het huis dus hij gaat maar in het huis. De telefoon in het huis gaat. Een man neemt op. Het is The Chief. Hij geeft door dat er een man is ontvlucht en dat ze die man tegen moeten houden. De mannen gaan naar buiten om op wacht te staan, zonder te weten dat de man die ze zoeken bij hun in huis zit. Steef rent naar de telefoon en belt naar het alarmnummer. Hij vraagt ze zo snel mogelijk naar het onbewoonde huis rechts aan de weg van Currought naar Leihood te komen. Hij moet zijn gesprek in een keer stoppen omdat de mannen terugkomen. Hij verstopt zich achter een kast. Omdat de mannen het niet meer vertrouwen gaan ze het huis doorzoeken. Dan komt Steef in actie. Hij schiet als een kogel achter de kast vandaan rent een van de mannen voorbij, rukt de deur open en komt in een leeg donker vertrek waar hij de deur moeilijk kan vinden. Na eventjes zoeken heeft hij die gevonden. Hij trekt die deur ook open en hoort een zacht zoemend geluid van elektriciteit. Hij ziet de schakelaar zitten en zet het stroom er vanaf, een deur vliegt open. Als een waanzinnige springt hij op de deur af, een schot davert, het hout naast hem versplintert. Gespierde armen wringen zijn handen op zijn rug. Ze voeren hem naar buiten, de vrijheid tegemoet. Als hij met een officier praat vertelt die hem dat Edward hun levens gered heeft maar dat hij daarbij zelf is overleden. Steef valt in slaap. Ondertussen wordt John O’Brennan ook gered. Als Steef thuiskomt staat de hele familie Mathijsse hem op te wachten. Steef gaat de volgende dag naar John O’Brennan. Samen gaan ze naar Macallister. Ze komen erachter dat Maccalister de boerderij van John O’Brennan heeft opgeblazen. John wordt zo boos dat hij maccalister in elkaar slaat. Als John en Steef even later met elkaar staan te praten vraagt john wanneer hij weer moet gaan varen, dat is over 2 dagen. Steef zegt dat hij hoopt dat John op de boerderij blijft maar deze zegt dat, dat niet mogelijk is. Steef en John willen weten wat er boven in de bergen allemaal gebeurd omdat Steef een kaart heeft gevonden waarop een geheime plaats staat aangegeven. Ze staan langs de bergweg en zien een zwarte mercedes aankomen. John O’Brennan rent naar de auto toe omdat hij ziet dat er mannen in de bergen zitten die de auto onder vuur nemen. Hij is te laat. De auto rijdt door. Na enige tijd wordt er geschoten, na 3 kogels zakt de persoon over het stuur heen. Daarna rennen Steef en John naar de auto en rukken het portier open, de persoon in de auto is maccalister. John drukt de bloedende pols van maccalister dicht. Even later staan ook de mannen die schoten bij de auto. Ze hadden verwacht dat het iemand van de Ira was. John O’Brennan rijdt maccalister naar het ziekenhuis. De volgende avond is het een bijzondere avond want het is de laatste avond dat Steef er is want hij moet morgen weer varen. John O’Brennan is er ook. John vraagt of Marieke het pakje wat hij in haar raam had gezet gevonden heeft. Even later komt Maccalister met de rest van de documenten van Greenstone farm die John O’Brennan nog niet had. Nu is de greenstone farm van John, maar dat wil John niet. Hij scheurt de documenten aan stukken en gooit ze in het vuur. - Compositie: Het boek is gedeeld in 9 hoofdstukken. - Waardeoordeel: Levensopvatting: alle hoofdpersonen zijn tegen de IRA, weerloos tegenover de IRA. Wat sprak mij het meest aan? Dat John O’Brennan zijn leven waagt om Steef van de IRA te bevrijden. Mening over het boek:Het was een mooi maar wel een moeilijk boek om te lezen.