Supertex door Leon de Winter

Titelbeschrijving ‘Supertex’ door Leon de Winter Mijn motivatie Ik heb dit boek uit de lijst van de Lijsters 2005 gekozen omdat ik verschillende boeken wilde bestellen en dit mij een meer psychologisch boek leek. En het leek me ook een actueel boek over een probleem dat vooral in welvarende landen zoals Nederland speelt. Goed om wat meer over te weten. Korte weergave van het boek Het boek speelt rond de hoofdpersoon Max, die de opvolger van zijn vader in het goedkope confectie-imperium is. Als kind leed hij onder de tirannie van zijn vader maar eenmaal in dezelfde plaats blijkt hij net zo hard te zijn. Hij is van joodse afkomst maar heeft dat verloochend, en hij snapt niet dat de mensen rondom hem weer terugvluchten in het geloof. Iedereen verlaat hem en hij gaat naar een psycholoog waar hij zijn levensverhaal verteld. Die zegt tot slot dat ze hem niet kan helpen, en dat hij er goed aan zal doen om ook weer jood te worden, wat hij ook doet. Mijn mening Ik vond het wel boeiend om te lezen, omdat deze werelden van het bedrijfsleven en die van het jodendom vrij onbekend voor me waren. Ik vind het eind wel erg slap, dat de psychologe hem zo wegstuurt met de woorden; ‘U heeft mij niet nodig’ terwijl ze de hele dag hebben gepraat. Het is ook heel vreemd om te merken dat je de Max van het verleden sympathiek vind en met hem kan meeleven, maar dat de Max die in de psychologenstoel ligt heel onaardig is. Wat ik ook heel leuk vind is dat overal in het boek joodse spreekwoorden genoemd worden.
Titelverklaring Bij dit boek ligt de titel heel voor de hand, het familiebedrijf heet namelijk Supertex. En doordat hij bij dit bedrijf gegaan is, werd Max een ander, onaardiger mens. En om die reden gaat hij naar de psychologe. Daar blijkt dat bij het bedrijf de ellende begonnen is. Thema Identiteitscrisis. Ik denk dat dit thema in het westerse leven steeds vaker voor komt, omdat veel nadruk op presteren ligt, geld en Porsche’s. Door deze dingen kunnen we onze achtergrond verloochenen en vergeten. Net als de hoofdpersoon, die voelt zich niet thuis tussen de ‘gojs’ maar ziet zichzelf ook niet koosjer leven. Daarbij zit zijn verleden hem ook niet lekker en weet hij niet wat hij ermee aan moet. De vraag die in het boek steeds terug komt is; ‘Een jood in een Porsche, kan dat?’