Titel: Specht en Zoon
Bibliografische gegevens: Amsterdam, Van Oorschot, 1e druk
Verschenen in: 2004
Aantal blz: 142
Leestijd: 2,5 uur
Uitgelezen op: 11 april 2004 2. Een beschrijving Specht en Zoon, een geweldig boek van Willem Jan Otten, wordt verteld door een schildersdoek. En niet zomaar een doek, nee, een Zeer Dicht Geweven Vier Maal Universeel Geprepareerd Linnen, van twee meter bij 1.20. Het wordt gekocht door Felix Vincent, die de naam Schepper krijgt van het doek. Schepper is een schilder die ‘schilderen naar het leven’ als motto heeft. Op een dag krijgt Schepper een aparte opdracht van ene Valéry Specht. Schepper moet voor hem zijn overleden zoon Singer weer levend schilderen. Schepper vindt dit een moeilijke taak, hij wil naar het leven schilderen, niet een dood persoon weer levend maken. Toch neemt Schepper de uitdaging aan, Schepper ziet zijn kans een schuldgevoel van vroeger kwijt te raken. Felix had ooit een vriendje, dat eens zijn broek naar beneden trok en hem zijn geslacht toonde. Felix was daarvan zo ontdaan dat hij meteen elk contact met deze jongen – Tijn – verbrak. Hij vertelt zijn vrouw dat Tijn een verminkte penis had. Zijn vrouw voelt aan dat Tijn juist zoveel vertrouwen in en vriendschap voor Felix had, dat hij dat intieme en zo kwetsbare van zijn verminking wilde tonen. Hij wilde gezien worden. Voor Felix zelf vormde het schilderen van Singer een soort verwerking van deze jeugdervaring. Hij heeft onder ogen gezien waar hij zich altijd voor schaamde. Als Specht het voltooide doek niet komt ophalen raakt Schepper gefrustreerd. Hij hoort namelijk dat Specht een vuile handelaar in jongens is, die ongetwijfeld Singer misbruikt heeft. Hij voelt zich medeplichtig en verbrandt het schilderij, dat verder voortleeft in een polaroid met een afbeelding van het doek erop. Dan komt het verhaal in een stroomversnelling. De vrouw van Felix is zwanger en bevalt te vroeg van een jongetje, die ze Stijn noemen. Als Felix van het ziekenhuis terug naar huis rijdt, zit Specht daar op hem te wachten. Hij komt, laat na de afgesproken datum, het doek alsnog ophalen, maar hij is op sterven na dood. Specht vertelt Schepper wie Singer, de jongen op het doek, eigenlijk is én dat Singer nog leeft. Schepper moest het doek maken zodat, als Specht dood is, Singer nog iets heeft dat laat zien dat iemand om hem gaf. Het thema van dit boek is ‘Leven en Dood’; Felix schildert een ‘dode’ jongen weer levend, Specht is op sterven na dood, Scheppers vrouw Lidewij overlijdt bijna bij het baren van haar zoon; Leven en Dood komt dus in het hele boek terug. Ook kun je ‘menszijn’ een thema noemen. Het gaat over gezien en gewaardeerd worden; Felix moet Singer afbeelden zodat het kind later kan zien dat hij door iemand gewaardeerd werd, dit heeft Singer nodig om later ‘mens te kunnen zijn’. Je bent pas een mens als je bestaat in de ogen van een ander, kun je hieruit opmaken. Twee vaders spelen een rol in Ottens verhaal: Specht en Felix. Specht wil met alle geweld vader zijn voor Singer, Felix wordt vader aan het slot van het verhaal. Er zitten verschrikkelijk veel motieven in het boek. Vooral veel christelijke. Omdat ik niet verschrikkelijk veel met het christendom bezig ben, heb ik weinig van deze motieven gemerkt, maar een paar vielen mij op. Natuurlijk is het duidelijk dat het doek de naam Schepper aan Felix geeft. Het hele boek is eigenlijk een soort scheppingsverhaal; Felix ‘schept' het schilderij. Ook is het zo dat Specht het doek op Pasen moet komen ophalen, maar Specht komt niet. Verder wordt er over wederopstanding gesproken. Ook wil Schepper eerst een engel afbeelden op het doek. Het boek Specht en Zoon speelt zich in de moderne wereld af. De vertelde tijd is ongeveer één jaar. Het is niet chronologisch geschreven. Het boek begint, wanneer het doek bijna vlamvat. Hierna springt de schrijver terug in de tijd. Het vlamvatten van het doek komt pas weer terug rond bladzijde honderd. Dit heeft Willem Jan Otten gedaan om de spanning op te bouwen. Je weet wel dat het schilderij in het vuur wordt gegooid, maar waarom? En wanneer? Dat kom je pas te weten op de helft van het boek. Specht komt zijn schilderij lang niet ophalen, ook dit is een manier waarop Willem Jan Otten spanning creëert. Je vraagt je af hoe hij zal reageren als hij het nog op komt halen en hij merkt dat het schilderij verbrandt is. Ook is er natuurlijk de grote vraag óf Specht nog terugkomt. Het vertelperspectief van het boek is fantastisch. Het doek kan niet praten, heeft niets in te brengen. Het is hulpeloos. Als het in het vuur wordt gegooid kan het niets doen. Dit zorgt ervoor dat de lezer echt in de huid van het doek kan kruipen. Ook geeft dit een stukje spanning. De pers over Specht en Zoon: Friesch Dagblad: ‘Rijk aan gedachten en humaan.’ Elsevier: ‘Geniale ingeving.’ GPD-bladen: ‘Fascinerende roman van schrijver die ertoe doet.’ De Groene Amsterdammer: ‘Speels, luchtig, zinderend van spanning.’ Katholiek Nieuwsblad: ‘Boeiende maar soms wat complexe roman.’ Nederlands Dagblad: ‘Rijke roman, grote vertelkunst.’ NRC Handelsblad: ‘Het boek zet aan tot denken, dat is toch de bedoeling van literatuur.’ Het Parool: ‘Behendig plot, een wonder van ogenschijnlijke eenvoud.’ Trouw: ‘Meesterlijk stilist raakt een zenuw.’ de Volkskrant: ‘Wie bereid is Otten te volgen, kómt ook ergens.’ Vrij Nederland: ‘Lees dit boek met gespitste oren.’
Een man van horen zeggen (1984) Het museum van licht (1991) Paviljoenen (1991) De wijde blik (1992) De letterpiloot (1994) Ons mankeert niets (1994) Eindaugustuswind (1998) Het wonder van de losse olifanten (1999) Eerdere gedichten (2000) Op de hoge (2003) Specht en zoon (2004)
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden