Soesapoeza door Roger H. Schoemans

1. Korte inhoud

In april even na vier is de school uit. Jan Mertens is nog aanwezig. Hij neemt wat pillen en gaat door de school dwalen. Hij loopt naar buiten en blijft voor de trap, die omlaag gaat, staan. Door de pillen denkt hij dat hij kan vliegen. Hij valt echter van de trap. Selim en Soesapoeza zijn na schooltijd nog in de school. Vanuit het lokaal waar ze zitten, zien ze alles gebeuren. Selim loopt als eerste naar Jan om hem te helpen, ook al kan hij niet veel doen. Soesapoeza verwittigt de hulpdiensten. De politie ondervraagt Selim en Soesapoeza. De leraar wiskunde, Van Rompuy, beschuldigt Selim ervan dat hij en Jan drugs handelen en dat Jan en Selim hebben gevochten. Selim zou als eind van het gevecht Jan van de trap geduwd hebben. Selim ontkent dit en Van Rompuy wordt nog eens ondervraagd en de waarheid komt op tafel. Van Rompuy heeft het niet zo voor vreemdelingen. Jan overlijdt. Hij heeft zware hoofdwonden en een schedelbreuk. Een paar dagen later loopt Selim naar huis als er vijf jongens en één meisje op hem afkomen en beginnen te slaan. Ze denken immers dat hij Jan heeft vermoord. Een taxichauffeur komt langs en Selim kan vluchten. Deze gebeurtenis is voor Soesapoeza de eerste confrontatie met drugs. Ze wil Selim helpen om anderen zijn onschuld te bewijzen en daarom neemt ze zich voor om Wilfried en Deirdre in de gaten te houden. Soesapoeza denkt dat deze twee iets te maken hebben met die drugs. Ze komt erachter dat bijna alle mensen met wie Wilfried en Deirdre omgaan, lid zijn van jeugdclub ‘Het Toeval’. Zaterdagmiddag gaat Soesapoeza naar het jeugdlokaal en boort op de zolder vier gaatjes in de muur, zodat ze aan de andere kant Wilfried en zijn vrienden kan bespieden. De eerste keer dat ze gaat, ziet ze Wilfried, Deirdre, Tanya (de zus van Jan), Theo en Bjorn zitten. Wilfried is drugs aan het verpakken en geeft ze aan de anderen mee om te verkopen. De bende valt Selim nog eens aan. Dit keer gaan ze naar zijn voetbalwedstrijd en slaan hem weer. Alleen weet dit keer Theo niet te ontkomen. Hij wordt opgehaald door de politie. Ze vinden drugs, maar hij wordt na een uur weer opgehaald door zijn ouders. Van Rompuy weet over het voorval en spreekt Selim hier de volgende dag over aan. Die reageert fel en moet bij de directeur komen. Hij moet een opstel schijven. In de kamer van de directeur hangt een kalender van ‘F. Kelderman, de hapjesman’. Soesapoeza heeft deze ook zien hangen in het jeugdlokaal. De volgende dag gaat Soesapoeza met haar moeder naar de stad. Ze zien een grote rookpluim. Ze gaat kijken en ziet dat het jeugdlokaal afgebrand is. De brandweer is het nog aan het nablussen. Plots ziet ze Wilfried en Deirdre en achtervolgt hen. Maar dan voelt ze een hand op haar schouder. Het is inspecteur Covelier, hij is een vriend van haar vader. Hij zegt dat ze zo snel mogelijk uit de buurt moet verdwijnen. Ze vindt het maar vreemd, maar doet het toch. Ze gaat dan maar naar de training van Selim kijken, als er een paar minuten later allemaal gemaskerde mensen aankomen en met knuppels op iedereen beginnen te slaan. De meest toegetakeld zijn Selim en de trainer. Selim moet een tijdje in het ziekenhuis blijven. Soesapoeza ontdekt dat ze bij één van de gemaskerde mensen de stem van Van Rompuy herkend heeft. Haar ouders geloven haar niet en houden haar een dagje thuis van school. Later op de dag gaat ze naar Selim. Even later komt Covelier binnen. Ze vertellen hem alles wat ze weten. Covelier gaat op zoek naar bewijzen in het jeugdlokaal. Hij vindt een stuk karton met ‘Kelderman’ erop en een rol aluminiumfolie. Nadat ze terugkomt van het ziekenhuis, gaat Soesapoeza slapen. Zonder dat ze het weet, komen er twee mannen haar kamer binnen en stoppen drugs in haar tas. De volgende dag gaat ze naar school, maar wordt ze tegengehouden door de politie. Ze onderzoeken haar spullen. Ze vinden niets, want ze heeft haar andere tas mee naar school genomen. Soesapoeza vertelt alles aan haar moeder en die wordt woedend nadat ze de drugs gevonden heeft in haar tas. Ze rijden meteen naar het huis van Van Rompuy waar moeder hem de huid volscheldt. Later gaan moeder en Soesapoeza naar het politiebureau. Covelier zit daar met Wilfried. Hij ontkent alles maar als Covelier zegt dat er verscheidene getuigen zijn, geeft hij toe. Het enige dat hij niet zegt, is wie zijn opdrachtgever is. Soesapoeza gaat naar Selim om het goede nieuws te vertellen, maar Selim heeft iets anders aan zijn hoofd. Een onbekende heeft Tanya uit het ziekenhuis meegenomen (ze had drugs genomen en ze hadden haar in een gracht gevonden). Haar kamergenote beschrijft de man en Soesapoeza en Selim hebben meteen door dat Van Rompuy erachter zit. Kelderman en Van Rompuy hebben haar meegenomen naar het pakhuis. Ze laten haar echter gaan. Kelderman gooit kwaad een asbak in het gezicht van Van Rompuy en die is bewusteloos. Kelderman rijdt daarna weg met Van Rompuy op de achterbank. Onderweg komt hij Tanya tegen, slaat haar neer en gooit haar ook op de achterbank. Iets verder dumpt hij de twee in de bosjes langs de snelweg. Kelderman wordt later aangehouden. De twee werden gevonden en alles wordt opgelost. Tanya blijft nog een week in het ziekenhuis, Wilfried heeft voorarrest en Theo wordt ondergebracht in een instelling.

2. Verklaar de titel

Soesapoeza is de bijnaam van Suzy Poelmans. Haar opa heeft die bijnaam verzonnen omdat hij erg ziek was en haar naam niet meer kon uitspreken. Sindsdien noemt iedereen haar zo.

3. Geef de vertelkenmerken van het verhaal en leid daaruit af met welke vertelinstantie je te maken hebt.

- onzichtbare verteller
- personele verteller
- meervoudig perspectief een onzichtbare, niet-wetende, personele hij/zij-verteller met
- hij-/zij-verteller meervoudig perspectief
- niet-wetende verteller

4. Schrijf een korte personagetypering over de protagonist.

De protagonist in dit verhaal is vooral Selim Ozgut. Selim is een Turkse jongen die ongeveer 16 jaar oud is. Hij heeft een getinte huid met zwart haar, diepbruine ogen en een breed gespierd postuur. Tegenover Soesapoeza is hij aardig, lief en hulpbiedend. Tegen andere mensen is hij eerder agressiever. Maar mensen in nood (zelfs mensen met wie hij ruzie heeft) geeft hij zijn hulp. Hij is een rustige jongen en enig kind. Selim speelt ook voetbal.

5. Waar en wanneer speelt het verhaal zich af? Heeft dat een invloed of niet? Zo ja, welke?

Het verhaal speelt zich vooral af op school, in het clubhuis, bij Soesapoeza thuis, op het voetbalplein, bij Selim thuis, het ziekenhuis, in het pakhuis van Kelderman en op enkele
andere plaatsen, maar die komen niet zo vaak voor. Het boek begint op een zonnige middag
in april, even over vier. Het boek eindigt op een grauwe regendag in mei. Deze plaats en tijd hebben geen invloed op het verhaal zelf, het kan op elk moment en op elke plaats gebeuren. Het heeft dus geen invloed.

6. Wordt het verhaal chronologisch verteld of niet? Verklaar.

Het verhaal wordt niet chronologisch verteld. In het boek komen er geregeld flashbacks voor. Deze gaan bijvoorbeeld over iets wat Soesapoezas moeder in het verleden gezegd of gedaan heeft.

7. Welke bedoeling heeft de auteur met z’n verhaal?

Het boek is in de eerste plaats amuserend bedoeld. Het boek handelt wel over serieuze onderwerpen, zoals bijvoorbeeld dood, drugs, discriminatie, zinloos geweld … .

8. Wat vond je uiteindelijk van het boek? Waarom?

Ik vond het een mooi boek. Het is een spannend boek, maar soms ook een heel triest boek. De onderwerpen gaan over dingen die in het hedendaagse leven ook veel voorkomen. Ik heb dit boek in één stuk uitgelezen. Het begin vond ik wel langdradig, maar dat verdween al snel. Het las zeer gemakkelijk. Soms vond ik het boek onduidelijk. Men sprong van persoon naar persoon en dit bracht soms verwarring met zich mee. Achteraf bekeken is het een aanrader !