Korte samenvatting:
Mariecke is een meisje van 17 jaar, ze zit in een jeugdinrichting. Ze wordt verdacht van de moord op haar leraar Nederlands en daarom moet ze vaak naar een reclasseringsambtenaar, Mariecke noemt haar Lipstick. Lipstick probeert de waarheid achter de moord op ‘van Brunschot’ te achterhalen. Ze wil weten waarom Mariecke het heeft gedaan door vragen aan haar te stellen. Dit werkt alleen niet goed bij Mariecke, ze vindt het moeilijk om over de waarheid te praten, maar uiteindelijk begint ze toch haar verhaal te vertellen.

Ze vertelt over Daniëlle, een meisje die ze heeft ontmoet op een vakantie in Valtirano. Daniëlle was toen 22, en Mariecke 15 jaar. Een keer gingen ze samen naar een rivier, daar pakte Daniëlle een slang uit het water, ze keek hem aan, en aaide hem. Mariecke durfde dit niet, Daniëlle vond haar een watje.

Twee jaar later, belde Mariecke Daniëlle op, daar had ze behoefte aan. Nadat ze wat gepraat hadden spraken ze af in een klein stadje, Villeneuve, in Frankrijk. Toen Daniëlle na drie dagen nog niet op was komen dagen, besloot Mariecke maar terug te gaan naar haar gastgezin.

Eenmaal in Amsterdam, alleen thuis, bezocht ze Sammy, een vriend. Ze gingen uit in de HITIT. Daar zag ze Daniëlle. Ze werd boos op haar, maar dat deed Daniëlle niets. Uiteindelijk kalmeerde Mariecke en ging ze met Daniëlle mee naar haar huis om daar te slapen.

Na een paar nachten bij Daniëlle geslapen te hebben, ging Daniëlle weer naar haar werk bij een café in de buurt. Mariecke was alleen in haar huis toen er een hysterische jongen binnen kwam en om drugs vroeg, waar hij, naar zijn zeggen, al voor had betaald. Mariecke, die zich dood schrok, vond een pakje drugs en gaf het aan hem. Toen Daniëlle die avond thuis kwam en Mariecke het hele verhaal aan haar vertelde, werd ze woedend. De jongen had helemaal niet betaald en Mariecke had het verkeerde pakketje meegegeven, er zat veel te veel in. Daniëlle bedacht dat ze maar samen mensen moesten gaan overvallen om aan geld te komen.

Ze probeerden een man in een auto te overvallen, maar dat mislukte, en ze sloegen op de vlucht, ze kwamen terecht bij de leraar van Mariecke; Freek van Brunschot.

Ze belde aan om ‘gezellig’ een avondje bij te kletsen. Terwijl Mariecke hem bezig hield, was Daniëlle bezig met het zoeken van spullen om te stelen.

Aan het eind van de avond, gaan ze met z’n drieën naar het strand. Op het strand trok van Brunschot zijn kleren uit en ging de zee in. Daniëlle en Mariecke volgden. Van Brunschot begon ineens heel erg raar te doen. Daniëlle verstijfde. Mariecke kreeg ineens een ingeving, je moet het gevaar recht in de ogen kijken, net als bij die slang. Ze keek naar haar leraar, duwde hem onder water en liet hem pas los toen er geen bellen meer naar boven kwamen.

Analyse:

Motieven:

-Opstandigheid tegenover haar ouders en andere autoriteiten: Mariecke is opstandig tegenover haar ouders, ze woont niet bij hen, ze belt ze niet en ze doet niet wat ze willen. En ze doet opstandig tegenover de reclasseringsambtenaar (lipstick). Ze vertelt niet snel genoeg wat ze heeft gedaan, ze komt niet ‘to the point’ en lipstick wordt er gek van.

-Moord: Het hele verhaal gaat over de moord op Freek van Brunschot. Mariecke wordt er van verdacht, en zij vertelt haar verhaal.

Personages:

Mariecke: Een meisje van 17 jaar met een hele sterke, eigen wil. Ze kan goed voor zichzelf opkomen, en laat niet over zich heen lopen. Zelf zegt ze dat ze een heel beheerst type is, dat ze niet lelijk is en dat ze een goed stel hersens heeft.

Als ze in de inrichting zit, draait ze heel erg om de waarheid heen.


Daniëlle: Een goede vriendin van Mariecke. Ze heeft schijt aan alles en iedereen, gaat zo haar gangetje en dat heeft een grote invloed op Mariecke. Ze heeft rare bijbaantjes, zoals drugs dealen, zelf vindt ze dit soort dingen heel normaal.


Lipstick: De reclasseringsambtenaar van de jeugdinrichting waar Mariecke zit. Ze moet ervoor zorgen dat Mariecke het hele verhaal over de moord op van Brunschot vertelt. Ze gebruikt daar ‘standaard’ trucjes voor, maar helaas werken die niet bij Mariecke. Lipstick komt over als een strenge, saaie, ongeïnteresseerde en ongelukkige vrouw.


Sammy: Een zakkenroller en hoer in Amsterdam. Hij is erg dun en is nergens echt in geïnteresseerd. Ook is hij schuchter. Mariecke mag een keer bij hem logeren op ‘zijn’ bootje.


Freek van Brunschot: De leraar Nederlands van Mariecke. Het is een vreemde man, hij denkt dat hij nog heel jong is en van alles kan maken bij jonge meiden. Hij is verder ook heel erg naïef en dom. Uiteindelijk wordt hij door Mariecke vermoord.


Verteller:

Mariecke is de verteller, tevens de ik-figuur. Het wordt dus vanuit de ik-persoon verteld.


Ruimte:

Het verhaal speelt zich eigenlijk maar op één plek af: in het kantoor van Lipstick. Daar vertelt Mariecke haar hele verhaal.

Verder spelen de volgende plekken een rol in het verhaal van Mariecke:

- In Italië, in Valtirano.

- In Frankrijk, in Villeneuve.

- In Amsterdam, bij Danielle thuis, in het bootje van Sammy, in de HITIT, bij van Brunschot thuis en op straat.

Thema:

Toeval: Volgens Mariecke hangt alles af van het toeval. Ze gelooft alleen dat dingen toevallig gebeuren en niet echt speciaal met een doel. Er is geen waarom en daarom, daarom vond ze het ook zo moeilijk om de waarheid te vertellen, Lipstick vroeg steeds ‘waarom dit.., en waarom dat..’.

Aan het einde van het verhaal speelt toeval een grote rol. Danielle en Mariecke gaan mensen overvallen, het mislukt, dan komen ze ‘toevallig’ langs het huis van van Brunschot. Ze bellen aan en ‘toevallig’ doet hij open. Hij heeft niets door en ze gaan naar het strand. Dan begint van Brunschot raar te doen en herinnert Mariecke zich ineens ‘toevallig’ weer wat Danielle zei: ‘Je moet het gevaar recht in de ogen kijken.’

Tijd:

Het verhaal speelt zich af in de twintigste eeuw. Het verhaal dat door Mariecke verteld wordt speelt zich af in een paar jaar, vanaf het moment dat ze Danielle leert kennen, tot het moment dat ze haar hele verhaal heeft verteld aan Lipstick. Ze verblijft ongeveer een maand in de inrichting.

Titelverklaring:

Als Mariecke samen met Daniëlle in Italië naar een riviertje gaan, pakt Daniëlle ineens een slang uit het water, ze kijkt het dier recht in de ogen en ze aait hem, ze vraagt aan Mariecke of ze hem ook wil aaien, maar Mariecke is er bang van en ze doet het niet. Daniëlle vind haar een watje.

Als ze aan het einde van het boek, samen met van Brunschot naar de zee gaan, en van Brunschot ineens heel raar doet, denkt ze aan dat moment, ze moet het gevaar recht in de ogen kijken, ze kijkt van Brunschot recht in de ogen, en dan duwt ze hem onder water en hij komt niet meer boven, ze heeft hem vermoord.