Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Skeelers door Bobje Goudsmit

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
Boekcover Skeelers
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1789 woorden
  • 17 augustus 2007
  • 54 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
54 keer beoordeeld

Boekcover Skeelers
Shadow
Skeelers door Bobje Goudsmit
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Algemene gegevens: 1. Bobje Goudsmit is geboren op 27-10-1951 in Leiden (Nederland). Ze is opgegroeid in een gezin van 6 kinderen en heeft nu zelf een hond en 4 kinderen. De gebeurtenissen in het boek skeelers is ook een van haar kinderen overkomen. Natuurlijk wel iets anders maar daar heb ze wel het idee vandaan. 2. Titel: Skeelers. 3. Titelverklaring: Robert krijgt (na een hoop gezeur) skeelers voor zijn verjaardag omdat het weer skeelertijd is. Maar na een ongeluk wil hij zijn skeelers nooit meer zien maar wordt hij er steeds weer aan herinnerd. 4. Shoolverhaal & Probleemboek omdat er allemaal problemen zijn met Robert en zijn skeelers en er heel veel op school afspeelt omdat het skeelertijd is en iedereen skeelers heeft. 5. Ik heb er ongeveer een week over gedaan om het hele boek uit te lezen. 6. Er verloopt ongeveer 5 á 6 weken van het begin tot einde want het is 2 weken na zijn verjaardag dat het ongeluk gebeurt en 2.5 week na het ongeluk komt er een fotograaf om een foto te nemen voor de ballon wedstrijd en daarna gaan er nog een paardagen tot weken voorbij. 7. Ja best wel want alles volgt elkaar wel redelijk op. 8. Verantwoordelijkheid. 9. Hij herinnerde zich nog goed hoe blij hij was geweest en verrast, toen hij aan het papier kon zien, waar zijn ouders zijn cadeau gekocht hadden... (blz. 85.) 10. Het speelt zich af in een stad net als Vianen maar dan met een spoorbaan waaronder een tunneltje is gebouwd om het veiliger te maken om over te steken en voor een makkelijkere verbinding tussen de nieuwbouwwijk die er naast ligt en het centrum. En een basisschool waar veel geskate word en natuurlijk een gemeentehuis. 11. Ja heel goed zelfs want er wordt nu nog steeds veel geskate en alle omstandigheden die er in het boek plaats vinden zijn heel goed mogelijk. Bijvoorbeeld het ongeluk in het tunneltje kan nu ook nog steeds gebeuren. 12. Als hij thuis was, deed hij niks anders dan stripboeken lezen en televisie kijken. (blz. 61) Omdat de televisie nog niet zo lang bestaat. Hij was internationaal vrachtwagenchauffeur en reed sinds kort op Scandinavië. (blz. 31) Omdat auto’s en zeker vrachtwagens nog vrij nieuw zijn. De personen. 1. De hoofdpersoon is Robert van Bork die net zijn nieuwe skeelers heeft gekregen. En ook de oude man “meneer Blankevoort” die hij in het boek heeft aangereden met zijn nieuwe skeelers. 2. Robert van Bork is een jong van net 10 jaar die zijn geluk niet opkan als hij voor zijn verjaardag de mooiste skeelers krijgt van die tijd. Het is een rustige jongen die wel snel bang is als hij dingen geheim moet houden. Het is een beetje ‘’skater’’ achtige jongen zoals hij zich kleed (dit heb ik van de illustratie want is het boek wordt hij verder niet beschreven.) 3. Een van de bijpersonen is Robert zijn zusje “Hanneke” die hem altijd probeert te helpen, maar Robert vindt dat niet zo leuk en zijn ouders worden er ook gek van. De andere bijpersonen is zijn z’n ouders die heel beschermend, want in het begin mocht hij geen skeelers hebben maar uiteindelijk krijg hij ze wel, als hij zich maar aan de afspraken zou houden die zijn ouders hebben gemaakt.
Samenvatting. Robert is helemaal blij als hij voor zijn 10e verjaardag skeelers krijgt die hij altijd al had willen hebben maar die hij nooit kreeg omdat zijn ouders het niet goed vonden. Maar hij moet zich dan wel aan een paar afspraken houden: 1. Altijd op de stoep blijven. 2. Niet onverwacht oversteken. 3. Uitkijken voor voetgangers. 4. Niet te hard skeeleren. 5. Ze thuis onmiddellijk uit doen. Maar als hij zich niet aan deze afspraken zou houden mag hij nooit meer skeeleren van zijn ouders. Toen hij naar school toe skeelerde kwam hij de buurman tegen die net zijn hond aan het uitlaten was. Maar Robert ging zo hard en kon niet meer uitwijken voor de hond dat hij zomaar tegen hem aan skeelerde. Toen hij op school kwam met zijn nieuwe skeelers wilde iedereen er even op rijden omdat ze zo mooi zijn en omdat ze de nieuwste wielen hebben. Soft wielen! Maar dat vond Robert niet goed. Na schooltijd gingen ze met z’n allen naar het nieuwe fietstunneltje onder de spoorweg door om daar te gaan skeeleren. Het was daar zo mooi om naar beneden de gaan en hij moest ook nog officieel geopend worden dus zoveel mensen reden er nog niet en je kon er dus mooi skeeleren. Maar toen Robert voor de zoveelste keer door het fietstunneltje ging ging het mis. Op het diepste en donkerste plekje van het tunneltje fietste opa Blankevoort met een flink tempo omdat hij anders te laat bij het postkantoor zou zijn. Maar ze gingen allebei zo hard dat ze nooit meer op tijd zouden kunnen remmen of uitwijken en toen gebeurde het. Ze botste met en harde klap op elkaar en de man op de fiets sloeg over de kop gevlogen en Robert was gevallen. Met een doffe klap landde ze op grond. Uit het hoofd van de man kwam een straaltje bloed en de jongen trok wit weg. Robert was zo van slag dat hij niet wist wat hij moest doen en hij stond op en skeelerde het tunneltje uit en liet de man aan zijn lot over. Toen Robert thuis kwam (een uur te laat) merkten zijn ouders niet eens dat hij te laat was omdat ze met de buurman stonden te praten over het ongelukje met Robert en de hond waar hij per ongeluk overheen geskeelerd was. De volgende morgen wordt het fietstunneltje geopend. Toen hij in de hele groep met mensen stond kreeg iedereen een ballon in zijn handen geduwd. Robert dus ook. En hij moest dus wel meelopen met de menigte naar het tunneltje waar het ongeluk was gebeurd. Toen hij daar aankwam werd het hem teveel en viel hij flauw. Het weekend erop hing Pieter steeds voor de tv. Op een dag komt er een brief door de deur waarop staat dat Robert de ballon wedstrijd heeft gewonnen en dat er een man langs komt om foto’s maken (voor het lokale krantje) van de winnaar. Zijn ballon was in Denemarken terecht gekomen. Toen de foto gemaakt was verdween de man weer net zo snel als dat hij gekomen was en twee dagen later zag Robert in het krantje zijn foto staan waar zijn zusje de opmerking over moest maken dat hij er niet uitziet op die foto. De volgende morgen toen Robert met tegenzin naar school toe moest en hij in de klas aan kwam werd het krantenbericht waar hij in stond op het prikbord gehangen zodat iedereen hem kon zien. Die avond toen Robert thuis kwam lag er bij zijn bord een brief waarin stond dat hij de prijs voor de ballonwedstrijd mag komen ophalen met zijn ouder, familie, vrienden en iedereen die hij mee wilde nemen. Eenmaal in het gemeentehuis zit hij samen met zijn zusje en de burgemeester in een ruimte om zijn prijs te krijgen. Als ze een tijdje hebben zitten kletsen krijgt Robert eindelijk zijn prijs. Het zijn polschermers. Robert vindt het helemaal niks omdat dat het weer doet denken aan het ongeluk. Boos rent hij naar buiten en gaat met een omweg naar huis toe. Net alsof hij zich aangetrokken voelde door het tunneltje liep hij er naartoe en ging er weer doorheen. Onderaan in het diepste punt kwam hij weer een man tegen. Bijna het zelfde als met het ongeluk. Het werd hem allemaal te veel en hij viel flauw. Toen hij weer bij kwam lag hij buiten op het gras met en man over hem heen gebogen die hem wakker maakte. Toen de man vroeg wat er allemaal is gebeurd verteld Robert het hele verhaal over het ongeluk enzovoort. Nadat hij klaar was met vertellen zijn de man en Robert naar Robert zijn huis gegaan en hebben het hele verhaal aan zijn ouders verteld. Zijn ouders waren niet eens boos! Ze waren zelfs blij dat hij het heeft verteld alleen moest hij wel naar de man toe van het ongeluk en hem een bos bloemen brengen om het weer goed te maken. Robert doet dit en de man is ook niet boos. Hij is ook blij dat hij het tegen hem verteld heeft. Na school rende hij als een gek naar huis om zo snel mogelijk zijn skeelers weer aan te doen en weer te gaan skeeleren samen met zijn vrienden bij het tunneltje. Eindbeoordeling: 1. Het is een gesloten einde van het boek. 2. Ik vind het wel een goed einde want uiteindelijk legt hij het hele verhaal van wat hem al een hele tijd dwars zit aan de man uit met wie hij het ongeluk heeft gehad en zo kan hij weer gewoon gaan skeeleren zonder aan het ongeluk te worden herinnerd. 3. Ik vond het wel goed dat het niet zo langdradig maar toch wel duidelijk is geschreven zodat je het wel goed kan begrijpen. Het wordt per dag ongeveer verteld en daarom is het heel makkelijk te lezen en kan je alles zo overzien. 4. Er worden (vind ik) soms dingen geschreven die niet echt nodig zijn. Zonder die dingen is het boek ook wel te begrijpen. De man met wie hij het ongeluk heeft gehad had er van mij wel wat vaker in mogen zitten zodat je zijn situatie ook een beetje kan volgen. 5. Ik geef het boek een 8 want ik vond het over het algemeen wel een goed boek maar ik vind dat de man met wie het ongeluk is gebeurt er wel wat meer ik had kunnen zitten zodat je ook vanuit zijn opzicht het verhaal kan volgen. Maar verder vond ik het eigenlijk best wel een goed boek. Aansluitende opdrachten: Opdracht 4. Kinderen Voor Kinderen De opening: Als de opening er komt, zijn wij allemaal aanwezig, als de opening er komt, zijn we allemaal heel blij. Alle mensen met champagne, alle kids met een ballon. Het doek gaat bijna vallen, daar gaat het allemaal om. Wie zal er komen kijken, wie knipt het lint in twee? Zal de burgemeester ook verschijnen, of is hij er nu niet? Als de opening er komt, zijn wij allemaal aanwezig. Als de opening er komt, zijn wij allemaal heel blij. De directeur is zo trots als een pauw, de kinderen staan bij mama aan de mouw. Waarom denken alle mensen weer heel gulzig na, gratis champagne, en koffie met vla. Als de opening er komt, zijn wij allemaal aanwezig. Als de opening er komt, zijn wij allemaal heel blij. Als de opening er komt, zijn wij allemaal aanwezig. Als de opening er komt, zijn wij allemaal heel blij. Deze songtekst is geen gevoel van de hoofdpersoon, maar er staat vrijwel hetzelfde als in het boek net voor de opening van het fietstunneltje.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Skeelers door Bobje Goudsmit"