4a. Beschrijf met eigen worden het einde van het boek in ongeveer 10 regels. (150w)
Kris wordt voor de tweede keer onder hypnose gebracht. Hij ging dus weer terug in naar 1655. Er brak uiteindelijk ook de pest uit in Alkmaar waaraan veel mensen stierven dus ook de familie van Olivier maar hijzelf niet want hij slikte het levenslixer van dokter Couttenier waardoor hij de pest niet kreeg en dus ook nog niet dood ging. Kris werd weer wakker. Toen hij ‘s avonds ging slapen en hij geen nachtmerrie meer kreeg merkte hij dat zijn nachtmerries waren verdwenen. Hij ging de volgende dag naar Alkmaar, hij zag daar het schilderij van Olivier hangen uit 1656.
Iemand vraagt terwijl Kris de graven uit die tijd bekijkt of hij het stoffelijke overschot wil zien. Toen hij dat deed zag hij Oliviers vader Boudewijn, zijn zusje Hester en zijn broertje Jan liggen. Dan ziet hij Olivier in de kerk, hij heeft de pest nu ook gekregen. Kris was buiten bewust zijn, toen hij weer wakker werd, werd hij er van bewust dat hij Olivier met zich mee draagt en al zijn gevoelens en pijn. Als hij Alkmaar uitloopt voelt Kris Olivier uit zijn lichaam wegvloeien, Olivier is weg en alles is over…
4b Bedenk nu met eigen woorden een ander einde voor het boek in maximaal 15 regels. (200w)
Olivier gaat mee met de kwakzalver dokter Jeroom Couttenier hij heeft beloofd de wagen van Jeroom te schilderen, ze reizen het hele land door maar Jeroom zit alleen maar commentaar te leveren op de schilder kunsten van Olivier en dan krijgt hij er opeens genoeg van hij wil niet langer de wagen van Jeroom schilderen hij bekijkt het maar. Olivier besluit om weg te lopen, ver te lopen hij heeft geen idee waarheen maar hij wil vrij zijn hij heeft geen zin meer in mensen die alleen maar commentaar hebben hij wil zijn eigen dingen kunnen doen, hij wil vrij zijn.
Hij loopt door het bos door weilanden, en dan komt hij opeens bij een stad hij heeft geen idee welke, hij gaat er gewoon heen hij wil werk zoeken zodat hij wat geld kan verdienen om eten te kopen. Als hij in de stad is aangekomen ziet hij dat er markt is, er lopen allemaal mensen, het is een drukte van jewelste en dan opeens ziet hij chirurgijn Burger, hij ziet hem ook en hij rent op hem af en roept meteen keihard ONREIN ONREIN!! Mensen aan de kant, aan de kant!! Deze jongen is melaats allemaal opzij! chirurgijn Burger neemt Olivier mee de stad uit en brengt hem weer terug naar het klaphuis. Daar eenmaal aangekomen was iedereen geschokt, hoe heeft hij dat ooit durven doen? Niemand snapt er wat van.
Kris wordt weer wakker hij is weer terug in zijn normale leven, terug in Amsterdam, in de eenentwintigste eeuw.
Als hij de volgende nacht voor de zoveelste keer weer geschokt wakker wordt, weet hij dat de hypnose niet heeft geholpen. Hij besluit niet meer terug te gaan naar Heleen en hij legt zich er bij neer dat hij de rest van zijn leven nachtmerries zal blijven houden.
9. Om welk hoofdprobleem gaat het in dit boek?
De nachtmerries van Kris en in zijn vorige leven als Olivier zijn melaatsheid.
Beschrijf in maximaal 5 regels (75w) hoe de hoofdpersoon met dit probleem omgaat.
Kris heeft het gevoel of hij halfdood is en snel dood gaat. Hij heeft veel last van zijn nachtmerries en weet niet hoe hij er vanaf moet komen tot dat Dominique, zijn huisgenote hem erop wijst dat het misschien iets met reïncarnatie te maken heeft en hem vertelt over haar tante die reïncarnatietherapeute is. Olivier mist zijn familie erg als hij naar het klaphuis moet. Hij kan maar niet geloven dat hij melaats is.
11. Wat kun je van dit boek leren?
Leg je antwoord uit.
Je kunt over de geschiedenis leren en over allerlei ziektes die er toen in die tijd heersten. En je kunt leren van, hoe Kris en Olivier met hun problemen om gaan.
Samenvatting
12. Wat is de hoofdvraag van het boek?
Hoofdvraag:
-Hoe ervaart Kris zijn vorige leven?
Hij ervaart zijn vorige leven als hij onder hypnose is gebracht hij beleefd het zeer
Intens, hij weer nu eindelijk waar zijn dromen vandaan komen. Subvraag: -Wat doet Kris eraan om van zijn probleem af komen? Hij gaat naar een reïncarnatietherapeute en laat zich onder hypnose brengen. -Wat is het probleem van Kris? Hij droomt al jaren dezelfde nachtmerrie en hij wil er nu wel eens vanaf komen want hij kan zich niet meer goed op zijn studie concentreren. -Waar zit Olivier erg mee? Kris twijfelt eraan of hij wel echt melaats is hij denkt zelf van niet omdat hij schildert en dat het misschien dus daaraan ligt, dat hij dus voor niks in het klaphuis zit en daardoor uit de stad is verbannen. 13. Aan de hand van deze vragen en antwoorden maak je een samenvatting. (tussen 1 en 1,5 blz. op A4) Kris Blanken woont samen met Dominique en nog een paar andere studenten. Hij studeert Economie en heeft een groot teken en schilder talent. Van jong af aan heeft Kris last van nachtmerries in die droom zit hij in een verstikkende kamer. Hij voelt zich angstig en benauwd en hij wil de kamer uit. De deur staat op een kier, maar als hij achter de deur kijkt, beseft hij dat daar ook iets engs op hem staat te wachten. Het is een hele enge, benauwde droom, maar hij komt er maar niet vanaf. Hij praat er over met een van zijn huisgenote Dominique en die wijst hem erop dat het iets met reïncarnatie te maken kan hebben. Ze haalt hem over een afspraak te maken met haar tante die reïncarnatie therapeute is. Hij kon snel een afspraak maken met Heleen Walraven, de tante van Dominique. Kris moet een paar vragen beantwoorden over zijn kindertijd en de relatie met zijn ouders. Het lijkt Heleen een goed idee om Kris met behulp van hypnose terug naar zijn vorige leven te sturen om te weten te komen wat zijn steeds terugkomende droom betekend en om daarna het verleden achter zich te laten. Eenmaal onder hypnose
gaat hij terug in de tijd naar 1655/1656 in Alkmaar als Olivier Moeriaans hij is achttien jaar oud, hij is de zoon van een apotheker Boudewijn Moeriaans en na een tijdje ziet hij rare uitslag op zijn armen. Als hij wordt onderzocht wordt er bij de getalenteerde schildersleerling melaatsheid (nu Lepra) geconstateerd. Omdat dit heel erg besmettelijk is moet hij verplicht afscheid nemen van zijn familie en zijn vrienden en moet hij in een leprozerie gaan leven samen met anderen melaatsen. Hij loopt weg bij de leprozerie en gaat mee op rondreis met dokter Jeroom Couttenier, een kwakzalver en zijn vrouw, Isa en hun 2 kinderen Lyncken en Marijtje. Jeroom denkt dat de artsen fouten hebben gemaakt en dat Olivier helemaal niet melaats is. Hij verkoopt mensen geneesmiddelen tegen allerlei kwaaltjes zoals bijvoorbeeld het levenslixer. Vooral nu de pest is uitgebroken is het erg gemakkelijk mensen ervan te overtuigen de middeltjes te kopen. Zodra Olivier weet dat de pest ook in Alkmaar is uitgebroken verlaat hij Jeroom, Isa en hun 2 kinderen. Hij gaat terug naar Alkmaar om te kijken hoe zijn familie er aan toe is. eenmaal in Alkmaar ziet hij al gauw dat er niet veel meer te redden valt, in zijn oude huis ziet hij zijn doodzieke vader. Hij vertelt hem dat zijn moeder, zusje en broertje al zijn overleden aan de pest. Zodra ook zijn vader overlijdt wordt de hele familie in een keer begraven. Olivier heeft nu afscheid genomen van zijn familie en hij mist ze erg en hij neemt nu ook afscheid van de Alkmaar. Net als hij op het punt staat de stad te verlaten voelt hij bij zichzelf de eerste builen, hij heeft de pest ook gekregen.
Als hij niet meer onder hypnose is
gaat Kris zelf naar Alkmaar en is hij erg geschokt als hij in het stedelijk museum van Alkmaar een schilderij ziet hangen dat hij zelf gemaakt heeft in zijn vorig leven als Olivier. Ook ontdekt hij in de Grote kerk het graf van zijn vader, moeder, zusje en broertje. Terwijl hij naar de graven kijkt vraagt iemand aan hem of hij het stoffelijk overschot wil bekijken, Kris is er erg van onder de indruk en raakt in de war. Maar toch vindt hij het goed dat hij is gegaan, want zodra hij Alkmaar uitloopt voelt hij Olivier uit zijn lichaam wegvloeien. Hij heeft geen last meer van zijn nachtmerries en kan nu gewoon weer verder met zijn eigen leven, hij heeft besloten alsnog naar de kunstacademie te gaan om wat met zijn schilderkunsten te doen. Nu kan hij eindelijk wat doen waar hij meer plezier in heeft. Personen De hoofdpersoon van het boek is in eerste instantie Kris Blanken, een student Economie die al van jong af aan angstdromen heeft waar in hij zijn eigen dood beleeft, Kris is een hele normale jongen met een groot schilderstalent. Een van de belangrijkste bijpersonen is Dominique, een jonge vrouw die in het zelfde huis als Kris woont. Zij wijst Kris erop dat zijn dromen met reincarnatie te maken kunnen hebben en stuurt hem naar haar tante die reincarnatie therapeute is. Een andere belangrijke bijpersoon is Heleen Walraven. Een vrouw van rond de 40 jaar,de tante van Dominique en werkt als reincarnatie therapeute. Zij stuurt Kris met behulp van hypnose terug naar zijn vorig leven. Maar ook Olivier Moeriaans is een hoofdpersoon. Hij leefde in de zeventiende eeuw (het vorige leven van Kris) er werd eerst melaatsheid bij hem geconstateerd, en later ook de pest. Olivier is een jongen die zijn eigen mening heeft en doet wat hij zelf wil. Hij heeft net zoals Kris ook schilderstalent. Jeroom Couttenier is een belangrijke bijpersoon in het verhaal van Olivier. hij is een kwakzalver in de zeventiende eeuw en beweerd dat Olivier helemaal niet melaats is (waar hij ook gelijk in krijgt) hij neemt Olivier mee op rondreis. Tijd Het verhaal van Kris speelt zich af in Amsterdam, waar hij woont. Het verhaal van Olivier begint in Alkmaar en hij komt daar later ook terug maar tussedoor reist hij rond samen met Jeroom en zijn vrouw en 2 kinderen. Het verhaal van Kris speelt zich gewoon af in onze tijd. Het verhaal van Olivier speelt zich af in de zeventiende eeuw 1655/1656 in de middeleeuwen in Alkmaar. Probleem Het probleem in dit boek is dat Kris angstdromen heeft en daar vanaf wil komen, hij moet het verleden (Olivier) achter zich laten. Ik vind dat het boek een goede afloop heeft. Kris heeft geen last meer van angstdromen over het verleden en weet eindelijk wat hij wil, naar de kunstacademie. De titel van het boek is Schijndood omdat Olivier door zijn melaatsheid werd verbannen, en Kris eigenlijk zijn vorige leven als Olivier nog niet met rust heeft gelaten en er nog niet vanaf is. Probleem en afloop Hier heb ik twee voorbeelden van, een van als blijkt dat het probleem deels is opgelost en eentje van de echte afloop. ’s Nachts droomt hij van Alkmaar. Het heeft niet van de beklemming uit de eerdere dromen. Hij is Kris en tegelijkertijd ook Olivier en dwaalt door het Alkmaar van 1656. Hij ziet Hester kaatsenballen met haar vriendinnen. Ze roepen iets naar hem, maar hij hoort niet wat. Hij lacht alleen maar en stapt de apotheek in. Zijn vader staat achter de toonbank en helpt een klant; Jan stampt kruiden fijn met een stamper. Met een glimlach wordt Kris wakker. Meteen beseft hij dat dit de eerste normale droom over zijn verleden is. Het is over! De nachtmerries zijn verdwenen! Hij loopt tussen de stoeltjes vandaan, het terras op het plein af, en blijft voor het Stedelijk Museum staan. Daar hangt Oliviers meesterwerk: het schilderij van de Waag. Kris wrijft zijn vingers tegen elkaar. Hij kan het penseel in zijn hand al voelen, ziet de schilderijen die hij al jarenlang wil maken al hangen. Hij draait zich om en loopt het plein af, de binnenstad uit, op weg naar het station. De zon verwarmt zijn gezicht, doet het prille groen van de bomen langs de singel oplichten, verdiept de kleuren om het heen. Zijn schildersbloed kriebelt om al die indrukken op het doek vast te leggen. Misschien lukt het hem om naam te maken als kunstschilder, misschien niet. Hij heeft een lange leertijd te gaan, maar wat maakt het uit. Hij heeft de tijd.
Mijn eigen mening
Ik vond het een ingewikkeld en geen leuk boek. Ik las het boek niet echt makkelijk, de zinnen en het taal gebruik begreep ik vaak niet echt. Ik vond het best moeilijk om het boekverslag te maken.
Over het boek:
Algemene informatie over het boek:
Het boek is geschreven door Simone van der Vlugt en het is uitgebracht door uitgeverij Lemniscaat uit Rotterdam.
Het boek is gedrukt door Drukkerij Haasbeek b.v. uit Alphen aan den Rijn en gebonden door Boekbinderij Spiegelenberg b.v. uit Zoetermeer.
De omslag is gemaakt door Roelof van der Schans.
ISBN 90-5637-404-4
Het verhaal:
Kris is een goede schilder en studeert economie. Hij woont samen met nog een paar andere studenten in Amsterdam. Hij heeft al jaren dezelfde, beangstigende droom. In die droom zit hij in een verstikkende kamer. Hij voelt zich angstig en benauwd en hij wil de kamer uit. De deur staat op een kier, maar als hij achter de deur kijkt, beseft hij dat daar ook iets engs op hem staat te wachten. Het is een hele enge, benauwde droom, maar hij komt er maar niet vanaf. Dan stelt een van zijn medestudenten, Dominique, voor om in reïncarnatietherapie te gaan bij haar tante, die reïncarnatietherapeute is. Eerst slaat hij het voorstel af. De droom blijft hem echter bezighouden en na er nog een paar keer goed over nagedacht te hebben besluit hij toch maar eens naar Dominique’s tante toe te gaan.
In de eerste regressie gaat Kris meteen al terug naar zijn vorige leven. In dit leven is hij Olivier Moeriaans, de zoon van een apotheker. Hij woont in Alkmaar en is bezig met een schildersopleiding in het atelier van meester Van Schayenburch.
‘De Witte Roos’, de apotheek waar Olivier woonde.
Op een gegeven moment ontdekt hij rare uitslag op zijn arm. Na een tijd wordt hij onderzocht. Hij wordt melaats verklaart en verbannen uit de stad. Het afscheid van zijn familie valt hem zwaar. Hijzelf is er echter nog niet zo zeker van dat hij echt melaats is. Het kan ook uitslag zijn van de verf of zo. Dit schijnt bij schilders wel vaker voor te komen. Als hij de leprozerie binnen komt, waarnaar hij verbannen is, wordt zijn twijfel alleen maar groter. De leprozerie zit vol met mensen die letterlijk wegrotten en waarvan delen van het lichaam al weg aan het sterven zijn. Als Olivier deze mensen ziet wordt hij wanhopig, maar hij blijft moed houden. Hij wil niet eindigen zoals al deze mensen. Hij wil niet zijn hele leven in een leprozerie wachten tot hij gaat wegrotten. Hij wil zo’n leven niet lijden en hij klampt zich vast aan de hoop dat de uitslag geen melaatsheid is.
De leprozerie van Alkmaar - Een melaats
Olivier heeft de hele tijd de behoefte zijn familie te zien, maar hij mag de stad niet in. Het is namelijk verboden voor leprozen om de stad in te gaan. Als ze dit toch doen, worden ze letterlijk de stad uitgeslagen. Ook moeten leprozen een klepper meenemen en roepen dat de mensen uit moeten kijken omdat ze leprozen zijn als ze de leprozerie verlaten. Op een dag, als er jaarmarkt is in de stad, besluit Olivier om toch maar eens te gaan kijken. Hij heeft zich eerst namelijk de hele tijd opgesloten op zijn kamer en kwam er alleen uit als hij klusjes op moest knappen die de andere leprozen niet meer konden klaren. Als hij in de buurt van een stad komt, komt hij langs een boerderij. De mensen op de boerderij kijken hem aan en Olivier roept of hij wat kleren mag lenen. Ze gooien hem wat kleren toe en hij trekt ze aan. Zijn gewaad en zijn klepper verbergt hij verderop in de stuiken. Olivier waagt zich de stad in en gaat een beetje rondlopen op de jaarmarkt. Daar komt hij zijn vader tegen, die het leuk vindt hem weer eens te zien, maar dat ook erg verwarrend vindt. Hij raadt Olivier aan de stad uit te gaan voor ze hem ontdekken. Olivier doet wat zijn vader zegt en verlaat de stad om weer op weg te gaan naar de leprozerie. De volgende dag, als hij buiten zit te schilderen, komt er een kwakzalver langs. Olivier praat met hem en doet net of hij ook rondtrekt, net als de kwakzalver. Hij rept met geen woord over de leprozerie die wat verderop ligt. Olivier rijdt mee met Jeroom Couttenier, de kwakzalver. Een stukje verderop klimt er nog een vrouw op de wagen en Olivier gaat naast de wagen lopen. De vrouw heeft nog twee kleine kinderen bij zich, het zijn nog baby’s. Samen trekken ze verder. Olivier laat Jeroom de uitslag op zijn armen zien om te kijken wat die ervan zegt. Jeroom zegt dat het gewoon een soort irritatie is en gelooft niet dat het iets te maken heeft met melaatsheid. Dit geeft Olivier hoop. Jeroom geeft hem een middeltje. In het begin helpt het een beetje. De plekken zijn nog steeds niet uitgebreid. Dan wordt Kris weer wakker. Hij is helemaal in de war en heeft even tijd nodig om bij te komen. Hij bespreekt alles met de therapeute en besluit dan een nieuwe afspraak te maken. Als hij thuis komt beluistert hij samen met Dominique het bandje. Dominique wordt er helemaal stil van. Als het bandje helemaal afgeluisterd is, stelt Dominique voor om een keer samen naar Alkmaar te gaan. Kris stemt in en de volgende dag gaan ze al. Als hij eenmaal in Alkmaar is staat hij er versteld van hoeveel er verandert is. Alleen de wijk waar hij in woonde is nog zowat hetzelfde gebleven. Uitgeput gaan ze later naar huis. Dan heeft Kris zij tweede regressie. Het gaat precies hetzelfde als de eerste. Hij wordt onder hypnose gebracht en de therapeute gaat terug naar zijn vorige leven. Kris wordt weer Olivier, die net een nieuw zalfje heeft gekregen en die zodanig blijkt te werken dat de plekken zich in ieder geval niet uitbreiden. Later merkt hij dat de plekken wel aan het uitreiden zijn en dat er zelfs een paar open gaan en gaan rotten. Het is dus toch melaatsheid… Dan gaat op een dag het bericht rond dat de pest is uitgebroken. Iedereen is bang, want de pest is zeer dodelijk en breidt zich heel snel uit. Olivier blijft vanaf dat moment iedere dag aan mensen vragen of ze weten of het al in Alkmaar is uitgebroken, maar iedereen beweert dat Alkmaar nog niet getroffen is. Dan, als het drietal met de baby’s weer wat meer in de richting van Alkmaar gaan, komen ze mensen tegen die zeggen dat ze niet die kant uit moeten gaan. Er zijn al een paar steden besmet en het dreigt nu ook in Alkmaar uit te breken. Als Olivier dit hoort besluit hij terug te gaan naar Alkmaar, naar zijn familie. Als hij eenmaal in Alkmaar aankomt, blijkt alleen zijn vader nog in leven te zijn. Dit is een hele grote schok voor Olivier, hij is vervuld van verdriet. Olivier zorgt nog een tijdje voor zijn vader, maar als deze ook doodgaat beseft hij dat hij niets meer heeft om voor te leven en hij besluit in Alkmaar te blijven, in het huis waar hij altijd gewoond heeft en waar hij ook het liefst doodgaat. Hij slaapt in het bed van zijn vader, zonder het te verschonen. Olivier is nu al een paar dagen in Alkmaar, maar hij is nog steeds niet ziek. Dan opeens, begint hij ook de ziekteverschijnselen te krijgen. Het wordt steeds erger en als het echt erg komen de mensen van de ziekenboeg hem halen en wordt hij verzorgd in het pesthuis. Daar overlijdt hij. Als Kris weer wakker wordt beseft hij even niet waar hij is. Hij kan zijn eigen leven bijna niet meer apart houden van zijn vorige leven en het blijft hem bezighouden. Hij besluit weer naar Alkmaar te gaan, ditmaal alleen, zonder Dominique. In Alkmaar bezoekt hij het gebouw dat vroeger de apotheek was en de straten in die buurt zijn nog allemaal hetzelfde als vroeger. De Witte Roos tegenwoordig - Het schilderij dat Olivier in het verhaal gemaakt heeft bestaat echt: Gezicht op de Waag
Ook bezoekt hij het museum, waar het schilderij hangt dat Olivier gemaakt had. Dan gaat hij naar de begraafplaats, waar de familie van Olivier begraven ligt. Het wordt hem allemaal even teveel en hij valt flauw. Als hij weer bij bewustzijn komt, blijft hij nog even uitrusten en gaat dan naar het pesthuis. De ingang is nog hetzelfde, maar er is natuurlijk iets anders voor het pesthuis in de plaats gekomen. Toch is het nog goed te herkennen. Nu hij weet hoe het allemaal zit in zijn vorige leven en nu hij de angsten echt beleefd heeft, heeft hij geen enge dromen meer. Hij heeft er definitief mee afgerekend. Kris besluit te stoppen met zijn studie economie en hij besluit naar de kunstacademie te gaan, om te leren schilderen. Hij weet niet of hij goed genoeg is, maar hij gaat het gewoon proberen. Hij heeft namelijk altijd al schilder willen worden… Een fragment uit Schijndood: Het is dezelfde droom als altijd. Kris weet dat hij droomt, maar hij slaagt er niet in zichzelf te bevrijden van de beklemming waarin hij gevangen zit. Het is donker om hem heen. Hoge muren belemmeren het uitzicht maar vormen geen hindernis voor het gekreun en gezucht daarachter. Hij is alleen en toch ook niet. Door de kier van de deur vangt hij af en toe een glimp op van voorbij schuifelende gedaanten. Ze komen nooit dichterbij maar hij voelt hun dreigende aanwezigheid. Hij wil naar buiten, weg uit die verstikkend kleine ruimte maar het ontbreekt hem aan moed. De deur kiert langzaam verder open. Hij kan weg. Hij staart naar de duisternis achter de deur en het zweet breekt hem uit. In die duisternis wachten verschrikkingen. Hij voelt het aan de haartjes die in zijn nek overeind staan, aan het angstzweet dat zijn lichaam klam maakt. Met een ruk draait hij zich om, weg van het duister, naar het enige venster in het vertrek. In het spiegelende glas ziet hij zichzelf staan. Zijn lichaam is mismaakt en zijn gezicht heeft niets menselijks meer. Zijn ogen kijken terug met een niet te peilen verdriet en hij weet dat hij spoedig zal sterven. Kris schiet omhoog in zijn bed en stoot stevig zijn hoofd tegen de lage, schuine zoldering. De klap en de pijn schudden hem meteen goed wakker. Kreunend blijft hij even zitten met zijn hand op de zere plek, nog half in de beklemmende sfeer van zijn droom. Opstaan maar, dat is de beste remedie. Hij gooit het dekbed van zich af en zwaait zijn benen over de rand van het bed. De plankenvloer onder zijn voeten voelt koud aan. Hij pakt een paar sokken van het voeteneind van zijn bed en trekt ze aan. Meteen denkt hij weer aan de doodsangst in zijn droom. Krankzinnig. Wie droomt er nou over zoiets. Maar de huiveringwekkende aanblik van verminking raakt hij niet zomaar kwijt. God, hij heeft zelfs de geur van etterende zweren nog in zijn neus! Traag trekt Kris zijn spijkerbroek aan. Een shirt over zijn hoofd trekkend, stommelt hij zijn kamer uit, de gammele trap af, naar de gemeenschappelijke keuken. Er is nog niemand; iedereen slaapt. Hij loopt haar de badkamer, opent de koude kraan en steekt zijn hoofd eronder. Maar de indruk die de droom heeft achtergelaten spoelt niet zomaar weg. Simone over het boek: Een van de redenen om in Alkmaar te gaan wonen, was de mooie historische binnenstad. Een stad moet een verleden hebben; een ziel. Alkmaar heeft een ziel. De vele stadswandelingen die de historische vereniging organiseert, bewijzen dat. Winkelen in Alkmaar is struikelen over geschiedenis. Als je eens in Alkmaar bent, bekijk dan eens het pand op de hoek van de Kraanbuurt tegenover het Fnidsen. “De witte roos” staat er op de houten gevel geschilderd. In de pand zat in de 17de eeuw een apotheek, genaamd De witte roos. Loop je vervolgens door het Stedelijk Museum dan zie je op een gegeven moment het schilderij Gezicht op de Waag, van een onbekende meester uit de 17de eeuw. Een prachtig beeld van het Waagplein, én van apotheek De witte roos zoals die er in die dagen uitzagen. Dat zijn leuke dingen. Ook grappig is dat ik eens uit eten ging in restaurant Koeckenbier, aan de Kennemerstraatweg. `Weet je wat hier vroeger voor gebouw stond?’ vertelde ik enthousiast. `Een leprozerie; een opvangtehuis voor lepralijders. Melaatsen, dus. Ze zaten daar levend af te sterven, met van die verbanden waar etter en pus doorheen dropen. Hoe is het mogelijk hè?’ Mijn gezelschap keek meteen met heel andere ogen naar de biefstuk op onze borden. Het liet me niet los, die leprozerie van Alkmaar rond het jaar 1650. Het leek me een mooi onderwerp voor een verhaal, en zo ontstond het eerste idee voor Schijndood. De hoofdpersoon in dit boek is de achttienjarige Olivier, een apothekerszoon (je raadt het al: van apotheek De witte roos). Hij ontdekt verdachte plekken op zijn arm en wordt melaats verklaard. Vervolgens wordt hij naar de leprozerie buiten de stadsmuren van Alkmaar verbannen, waar hij de rest van zijn leven moet doorbrengen zonder ooit nog de stad in te mogen. Een verschrikkelijk lot, maar mensen werden daar ook wel eens met een onschuldig eczeem naar toegestuurd… Olivier is kunstenaar en in de leprozerie schildert hij zijn ouderlijk huis, apotheek De witte roos. Hij schildert zijn vader die in de deuropening staat, zijn moeder op het bruggetje, zijn zus met haar vriendinnen aan de zijkant van het huis en de Alkmaarse kaasmarkt op de Waag. Dit schilderij bestaat echt. Het hangt in het Stedelijk Museum van Alkmaar. “Gezicht op de Waag” heet het en op het bordje ernaast staat dat het van een onbekende meester is. In mijn boek schrijf ik het schilderij aan Olivier toe. Een boek over melaatsheid kan niet echt een vrolijk boek worden. De ziekte is immers ongeneeslijk en het verloop ervan nogal dramatisch. Dus liep ik lange tijd te tobben hoe ik dat allemaal moest brengen. En opeens kreeg ik een goed idee. Naast geschiedenis ben ik ook erg geïnteresseerd in het verschijnsel reïncarnatie. Dat betekent wedergeboorte. Als je in reïncarnatie gelooft, geloof je dus dat dit leven op aarde niet je enige leven is. Een mens heeft eerder geleefd en zal na zijn opnieuw geboren worden. Alleen weet je dan niets meer van die eerdere levens af. Er wordt een dik gordijn voor al die herinneringen getrokken zodat je helemaal opnieuw kunt beginnen. Maar die herinneringen zijn niet weg.. Ze zitten opgeslagen in je onderbewustzijn en kunnen je allerlei problemen en angsten bezorgen in je nieuwe leven. Doodsbang voor vuur? Misschien ben je vroeger wel ernstig verbrand. Watervrees? Wie weet ben je in een vorig leven verdronken. Dat soort angsten. Natuurlijk hoeven die niet allemaal uit een vorig leven afkomstig te zijn, maar het zóu kunnen. Om mensen van die angsten af te helpen zijn er reïncarnatietherapeuten. Dat zijn dokters die speciaal zijn opgeleid om mensen onder hypnose te brengen. Op die manier kun je een kijkje nemen in je onderbewustzijn, dat dikke gordijn voor je herinneringen wegtrekken en je vorige leven opnieuw ontdekken. En misschien ben je daarna wel van je angsten af. In Schijndood loopt naast het verhaal van Olivier een tweede verhaallijn; die van Kris. Kris leeft gewoon in onze tijd en is student. ’s Nachts heeft hij de meest gruwelijke nachtmerries. Hij droomt altijd hetzelfde; hij is verminkt en voelt dat hij niet lang meer te leven heeft. Een vriendin raadt hem aan naar een reïncarnatietherapeute te gaan. Kris heeft er niet zoveel zin in maar hij wil wel graag van die nachtmerries af. Hij besluit toch te gaan en zichzelf onder hypnose te laten brengen. Je raadt het waarschijnlijk al; Kris vindt zichzelf terug als Olivier in het Alkmaar van de 17de eeuw. Meestal ga ik op reis om onderzoek te doen voor mijn boeken maar in dit geval was dat niet nodig. Ik woon in Alkmaar, dus dat was lekker dichtbij. Maar evengoed moest ik veel onderzoek doen. Ik had namelijk geen idee hoe het was om onder hypnose gebracht te worden en een vorig leven te verkennen. Dus heb ik een reïncarnatietherapeute gebeld en ben bij haar langs gegaan. Ze heeft me er niet van overtuigd dat reïncarnatie bestaat maar het was wel interessant om mee te maken hoe zo’n regressietherapie in z’n werk ging. (regressie = teruggang. In dit geval in de tijd) Zo is Schijndood ontstaan en het was een heerlijk boek om te schrijven. Omdat melaatsheid vandaag de dag nog steeds voor komt (onder de naam lepra), wordt van ieder verkocht boek een euro afgestaan aan de leprastichting. Want wat voor ons verleden tijd is, is in de Derde Wereld nog een groot probleem. Vragen
Werkwijze: welk vertelperspectief overheest? In dit boek wordt gebruik gemaakt van een derde persoon. Het verhaal wordt niet echt vanuit de verteller gezien en ook niet vanaf de hoofdpersoon zelf. Je bent eigenlijk bij de situatie betrokken en ziet hoe de hoofdpersoon handelt. Zijn persoonlijkheid en zijn belevenissen raken je wel zo erg dat je helemaal met hem mee gaat voelen. Werkwijze: hoe gaat de schrijver om met vertelde tijd? De schrijfster maakt gebruik van tijdsprongen. In het begin lees je over Kris, die in het heden leeft en op een gegeven moment naar een reïncarnatietherapeute gaat, waardoor hij in het verleden terechtkomt. Het zijn dus geen flashbacks, maar je maakt gewoon in een keer een sprong in de tijd. Later is dit nog een paar keer wanneer Kris ontwaakt wordt aan het einde van de sessie en weer in het heden komt, wanneer hij een tweede regressie ondergaat en dus weer een sprong neemt naar het verleden en wanneer hij daarvan weer ontwaakt en dus weer terugkeert naar het heden. Je kunt zien dat het een tijdsprong is, doordat hij ineens in het heden of het verleden terechtkomt en dus ineens in een hele andere wereld is. Werkwijze in welke stijl is het verhaal geschreven? Het verhaal is heel ernstig geschreven, daardoor wordt je ook zo in het verhaal gezogen. Doordat al die problemen zo serieus beschreven en geschreven zijn, ga je helemaal meeleven met de hoofdpersoon en wordt je helemaal in het verhaal getrokken, om het zo maar te zeggen. Er is helemaal geen humoristische ondertoon, behalve bij sommige gebeurtenissen in het heden. Bijvoorbeeld als Kris met zijn vrienden gezellig in de kroeg zit. Verder is het een heel serieus verhaal, wat je ook heel serieus opvat omdat het met een serieuze ondertoon geschreven is. Inhoud: uitgaand van het moment van verschijnen: wanneer speelt het verhaal? Het verhaal speelt zich af in het heden. Dat kun je zien aan de moderne dingen die gebeuren en er zijn. Bijvoorbeeld hoe Kris naar college gaat op de universiteit (hij studeert economie) en dan van college uit met zijn vrienden naar de kroeg gaat. Ook kun je dat zien aan hoe de studenten met elkaar omgaan. Ook tijdens de regressie, wanneer hij terug gaat naar het verleden, speelt het zich eigenlijk in het heden af. Kris is namelijk onder hypnose en doordat het verhaal zich in Kris’ hoofd afspeelt, speelt het zich in het heden af. Kris leeft namelijk nog altijd in het heden. Alleen het verhaal in zijn hoofd speelt zich in het verleden af. Inhoud: welke aandacht krijgen de karakters in het verhaal? Er zijn eigenlijk twee hoofdpersonen: Kris en Olivier. Het zijn wel twee dezelfde jongens, maar ze leven allebei in een andere tijd en ze hebben andere karaktereigenschappen. Van allebei kun je zeggen dat het soms flat characters zijn en soms round characters. Je leert de hoofdpersoon zo goed kennen, doordat je het hele verhaal eigenlijk met de hoofdpersoon meekijkt. Er is weliswaar geen ik-perspectief gebruikt, maar toch beleef je alles met de hoofdpersoon mee, waardoor je beide personen heel goed leert kennen. Toch doen ze toch rare dingen of nemen ze toch vreemde besluiten, waardoor je ineens het gevoel hebt dat je ze toch niet kent. Inhoud: In welke omgeving bevindt de hoofdpersoon zich? De een bevindt zich in een vertrouwde omgeving. De ander in een soms vertrouwde en soms vreemde omgeving. Kris is gewend aan het leven in Amsterdam. Hij voelt zich er goed en het is hem vertrouwd. Olivier, Kris in zijn vorig leven (17e eeuw), voelt zich eerst ook vertrouwd in zijn omgeving. Hij woont al jaren in dezelfde apotheek en in het atelier van Meester Van Schayenburch, waar hij schildersleerling is, voelt hij zich ook veilig en het is hem ook vertrouwd. Totdat hij melaats verklaard wordt en uit de stad verbannen wordt. Hij komt in een leprozerie een eindje buiten de stad, waar hij maar niet kan wennen. Hij kan maar niet wennen aan alle andere melaatsen, waarvan sommige lichaamsdelen zelfs al weggerot zijn. Hij wil er ook niet aan wennen, want zo’n leven wil hij niet leiden. Als hij met de kwakzalver Jeroom Couttenier op pad gaat went hij langzamerhand wel aan dat leven, maar als hij het bericht krijgt dat de pest is uitgebroken in Alkmaar gaat hij terug naar zijn familie en daar kan hij weer niet wennen aan het leven zonder zijn familie in Alkmaar, want alleen zijn vader blijkt nog in leven. Inhoud: tot welk genre kun je het boek rekenen? Het is een historische roman en een avonturenroman ineen. Doordat je teruggaat in het verleden en in de 17e eeuw meekijkt, leef je een tijd in het verleden. Van hieruit gezien is het dus eigenlijk een historische roman. Maar doordat alle historie zich eigenlijk in het verleden afspeelt, namelijk in Kris’ hoofd, kun je het ook een avonturenroman noemen. Je bekijkt het dan niet vanuit het verleden, maar vanuit het heden. Het speelt zich allemaal in Kris’ hoofd af en Kris beleefde in een vorig leven al deze avonturen, want zo mag je de gebeurtenissen zeker wel noemen. Je kunt het dus van twee kanten bekijken. Persoonlijk vind ik het een historische roman, omdat het overgrote deel van het verhaal over Olivier gaat die in de 17e eeuw leeft. Omdat je meer te doen hebt met dit verhaal dan met het verhaal van Kris in het heden, vind ik het een historische roman. Maar dat is voor iedereen verschillend. Betekenis: levert de titel een aanwijzing op voor de interpretatie? De titel geeft de letterlijke betekenis van het verhaal, want in zijn vorig leven gaat Kris (daar: Olivier) dood. Dit is een schijndood want dit gebeurt natuurlijk niet echt in Kris’ leven, maar in zijn vorig leven en hij beleeft het alleen als hij in hypnose is. Het is dus letterlijk een schijndood. Betekenis: wat is de betekenis van het verhaal? De nadruk ligt in dit verhaal op de boodschap en de ontwikkeling van de hoofdpersoon. In eerste instantie wordt de ontwikkeling van de hoofdpersoon nauw gevolgd. In het verhaal beleef je de levensloop van Olivier, Kris in zijn vorige leven. Daarin ligt de nadruk dus op de ontwikkeling van de hoofdpersoon, maar tegelijkertijd geeft het verhaal ook een boodschap. Namelijk hoe erg de pest was, die nu uitgeroeid is, en dat melaatsheid nog altijd bestaat in de Derde Wereldlanden. Van de kosten van het boek ging dan ook 1 gulden naar de leprastichting… Met de hoofdpersoon gebeurt het volgende
Kris, een student economie, heeft steeds de zelfde angstaanjagende droom: hij zit in een donkere kamer, de deur staat open, hij voelt zich helemaal niet goed, bang, hij kan zo wegvluchten maar buiten lopen enge gestaltes en dan ziet hij zijn eigen spiegelbeeld: zijn gezicht is aangetast, verminkt. Omdat hij deze droom steeds opnieuw heeft en al zijn hele leven gaat hij op aanraden van zijn mede-studente naar een reincarnatiepsychologe. Die leert hem dat hij ooit eens eerder heeft geleefd, als Olivier, een paar eeuwen geleden. Het leven van Olivier heeft zoveel littekens achter gelaten dat Kris daar nu nog last van heeft. Kris beleeft het hele leven van Olivier weer opnieuw om het vervolgens voorgoed achter zich te laten.
De belangrijkste gebeurtenis uit dit boek
Als Kris onder hypnose gaat.
Waar het verhaal over gaat
Melaatsheid (nu Lepra), Reïncarnatie, de Pest
De belangrijkste personen zijn
Kris is de hoofdpersoon, hij woont in Amsterdam. In zijn dromen is hij Olivier, een jongen in het 16de-eeuwse Alkmaar.
Met de hoofdpersoon gebeurt het volgende
Kris is een student economie en woont in Amsterdam. Hij tekent en schildert erg graag. Al zijn hele leven heeft hij last van angstdromen, waarin hij zijn eigen dood meemaakt. Om daar van af te komen maakt hij uiteindelijk een afspraak met de tante van een vriendin, die reïncarnatietherapeute is. Als Kris even met haar gepraat heeft over zijn dromen, zegt ze hem dat hij best eens eerder geleefd kan hebben. Aanvankelijk vind Kris dit onzin, maar als hij gaat liggen, krijgt hij een soort heldere droom. Hij is niet langer Kris, maar Olivier Moeriaans, en woont in Alkmaar. Alles gaat hem voor de wind, Olivier heeft een tekentalent en is in de leer bij een kunstschilder. Maar dan besluiten de artsen dat de uitslag, die hij al een tijdje op zijn arm heeft, betektnt dat hij melaats is (dat hij lepra heeft), en hij moet naar het leprozenhuis. Daar ziet Olivier andere melaatsen bij wie de ziekte al in een veel verder stadium is. Hij vindt het vreselijk deze mensen te zien, omdat hij weet dat hij later ook zo zal worden. Daarom ontvlucht hij het tehuis zo veel mogelijk om buiten te gaan schilderen. Op een dag komt de wonderdokter Jeroom Couttenier langsrijden met zijn woonwagen. Hij ziet een paar tekeningen van Olivier en merkt op dat deze talent heeft. Daarom mag Olivier mee om de woonwagen te schilderen. Langzaam groeit de hoop dat hij toch niet melaats is, dat de dokters zich vergist hebben. Plotseling komt het bericht dat in Leiden de pest is uitgebroken. De pest verspreidt zich snel over het land. Olivier en dokter Couttenier doen goede zaken met het 'levenselixer'. Maar dan horen ze dat er ook pest is in Alkmaar. En daar woont Oliviers familie!
De belangrijkste gebeurtenis uit dit boek
Als Kris en therapie gaat en ontdekt dat hij ook als Olivier geleefd heeft.
Waar het verhaal over gaat
Reïncarnatie, melaatsheid, de pest en Alkmaar in de 17de eeuw.
Het verhaal speelt zich af
Kris woont in Amsterdam, in deze tijd. Oliviers verhaal begint in Alkmaar, in 1655.
De belangrijkste personen zijn
Kris Blanken en Olivier Moeriaans zijn de hoofdpersonen.
Met de hoofdpersoon gebeurt het volgende
Kris is student economie en woont in Amsterdam. Hij heeft het goed naar zijn zin en houdt erg van tekenen en schilderen, maar hij wordt vaak geplaagd door een nachtmerrie. Het is steeds dezelfde droom die terugkomt. Hij beleeft hierin zijn eigen dood. Dominique, zijn huisgenoot, raadt hem aan naar een reïncarnatietherapeute te gaan. Kris volgt haar raad op en de therapeute brengt hem terug naar het Alkmaar van 1655. Waar hij geen Kris meer is, maar Olivier Moeriaans, de oudste zoon van een apotheker en schildersleerling. Er staat hem een veelbelovende toekomst te wachten, maar hij heeft steeds last van rare, witte plekken op zijn armen. De artsten constateren dat Olivier Lepra heeft en hij wordt verbannen uit de stad. Hij komt in de leprozerie terecht, een huis voor melaatsen (mensen die Lepra hebben), maar hij houdt het daar niet lang uit. Als hij een kwakzalver tegenkomt die door het land trekt om medicijnen te verkopen, sluit Olivier zich bij hem aan. De man heet Jeroom en zegt dat Olivier alleen maar een onschuldige huidaandoening heeft en helemaal geen Lepra. Olivier krijgt weer nieuwe hoop, maar die wordt wreed onderbroken als de pest uitbreekt en overal in het land slachtoffers vallen. Ook in Alkmaar, waar de familie van Olivier woont...
De belangrijkste gebeurtenis uit dit boek
Het moment waarop Olivier te horen krijgt dat hij melaats is en in de leprozerie terecht komt. Dat is ook het moment waarop Kris te weten komt waar zijn nachtmerrie zich afspeelt. Dat is namelijk in de leprozerie. Voor Kris wordt er een heleboel duidelijk en is zijn probleem al half opgelost, maar voor Olivier begint de nachtmerrie van zijn leven pas.
Waar het verhaal over gaat
Reïncarnatie en melaatsen.
Het verhaal speelt zich af
Het verhaal speelt zich af in het Amsterdam van nu en in het Alkmaar van 1655 en 1656.
Met de hoofdpersoon gebeurt het volgende
Chris krijgt allemaal nare nachtmerries en gaat op aanraden van een vriendin naar een hypnotiseur. Zij leidt hem terug naar zijn vroegere leven.
De inhoud van het boek
De belangrijkste personen zijn
Kris Blanken - student economie, die veel liever tekent, dan zich met zijn studie bezig houdt en 'snachts vaak vreemde dromen heeft. Olivier Moeriaans - de vroegere 'ik' van Kris. Hij is de zoon van een apotheker, die uit de stad verbannen wordt, omdat hij melaats zou zijn. Dominique - een medestudente van Kris, die hem naar haar tante, een reincarnatietherapeute verwijst. Heleen Walraven - de reincarnatietherapeute. Met de hoofdpersoon gebeurt het volgende Kris heeft al zijn hele leven last van dromen, waarin hij zich opgesloten voelt. Op aanraden van Dominique bezoekt hij en reincarnatietherapeute. Zij voert hem terug naar het jaar 1655, waarin hij plotseling Kris niet meer is, maar Olivier, de zoon van de stadsapotheker. Deze wordt verbannen, omdat hij melaats zou zijn. Hij moet in een leprozerie (lepra is een andere naam voor melaatsheid) wonen, maar hij houdt het er niet lang uit. Hij sluit zich aan bij de kwakzalver Jeroom en reist met hem mee.
De belangrijkste gebeurtenis uit dit boek
Dat Kris door Dominique naar haar tante, de reincarnatietherapeute wordt verwezen. Zo 'ontdekt' hij Olivier.
Met de hoofdpersoon gebeurt het volgende
Kris heeft last van nachtmerrie's waarvan hij niet weet waar ze vandaan komen. Zo doende wordt hij doorgestuurd naar een reicarnatietherapeut. Zij brengt hem onder hypnose,en Kris beleeft zijn hele vorige leven opnieuw als Olivier Moeriaans. door die hypnose komt hij erachter waar die nachtmerrie's vandaan kwamen. Want in zijn vorige leven bleek hij melaats te zijn. Hij werd daarom naar het klaphuis{huis voor melaatsen}gestuurd door de chirugijns uit die tijd. Olivier wilde alleen niet geloven dat hij melaats was dus hij vlucht en trekt met een rondtrekkende "kwakzalver" mee. zo trekken ze door het land todat de pest uitbreekt.
De inhoud van het boek
De belangrijkste personen zijn
Kris Blanken en Olivier Moeriaans, die hij was in een ander leven. En Dominique en een reincarnatietherapeute Heleen. Met de hoofdpersoon gebeurt het volgende Kris heeft al een tijd last van angstdromen, dromen waarin hij in opgesloten zit. Hij vertelt deze problemen aan zijn huisgenote Dominique, die hem naar een reincarnatietherapeute verwijst. Kris gaat erheen en wordt door de therapeute, Heleen, teruggevoerd naar het verleden. Hij komt erachter dat hij eerder heeft geleefd als Olivier Moeriaans. Bij Olivier wordt melaatsheid geconstateerd en hij moet naar de leprozerie, daar ontrekt hij zich van de andere mensen en hij schildert alleenn nog maar in zijn kleine kamertje. Op een dag ontsnapt hij en hij gaat mee op de kar van de kwakzalver Jeroom. Jeroom gelooft er niet in dat Olivier melaats is maar hij denkt dat hij een huidaandoening heeft. Als ze op een dag erachter komen dat de pest ook is uitgebroken in Alkmaar, de stad waar zijn ouders wonen. Hij gaat terug en komt tot de ontdekking dat alleen zijn vader nog leeft, die verzorgd hij maar zijn vader gaat toch dood. Olivier is erg ongelukkig en op een gegeven moment krijgt hij ook een buil en hij weet dat hij niet lang meer zal leven. Kris gelooft eigenlijk niet zo in vorige levens, maar als hij met Dominique erachter komt dat alles wat hij meemaakte tijdens zijn therapie echt gebeurd is begint hij er toch in te geloven. En nu hij weet hoe zijn angstdromen zijn ontstaan is hij ze ook kwijt. De belangrijkste gebeurtenis uit dit boek Als Kris voor het eerst naar de therapie gaat, want dan leeft hij opeens niet maar een leven, maar ook het leven van Olivier Moeriaans.
Titelverklaring: de titel is Schijndood omdat Olivier door zij melaatsheid werd verbannen en dood voor de buitenwereld werd verklaart, terwijl hij nog wel leefde dus was hij Schijndood.
Samenvatting:
Kris Blanken studeert economie in Amsterdam en lijkt in weinig te verschillen van zijn medestudenten. Maar ’s nachts wordt hij geplaagd door steeds dezelfde angstdromen, waarin hij zijn eigen dreigende dood beleeft. Op aanraden van zijn huisgenote Dominique bezoekt Kris een reïncarnatietherapeute. Zij voert hem terug naar het Alkmaar van 1655. Kris is niet langer Kris; hij is Olivier Moeriaans, de achtienjarige zoon van een apotheker met een veelbelovende toekomst als kunstschilder. Aan die droom komt wreed een einde als de artsen constateren dat hij melaats is en Olivier verbannen wordt uit de stad. In de leprozerie houdt hij het niet lang uit; de voortdurende confrontatie met patiënten bij wie de ziekte in een veel verder gevorderd stadium is, doet hem het tehuis ontvluchten. Hij sluit zich aan bij Jeroom Couttenier, een kwakzalver die door het land trekt om medicijnen te verkopen. Olivier twijfelt aan Jerooms kwaliteiten als arts, maar tegelijkertijd heeft hij al zijn hoop op hem gesleld. Jeroom zegt immers dat hij een onschuldige huidaandoening heeft; misschien is hij dus tóch melaats. Olivier voelt zich steeds meer op zijn gemak in dit nieuwe leven van reizen en rondtrekken. Maar dan breekt de pest uit en overal in het land vallen slachtoffers. Ook in Alkmaar waar Olieviers familie woont….
Hij besluit terug te keren naar Alkmar. Als hij bij het huis van zijn ouders komt blijkt dat zijn moeder, broertje en zusje al overleden zijn en zijn vader doodziek op bed ligt. Als dan zijn vader ook nog overlijd weet hij niet meer waar hij heen moet. Hij voelt zich erg alleen en wil ook graag ziek worden. Hij probeert ziek te worden en het lukt hij komt in het pesthuis terecht en gaat dood.
Nu kris dit allemaal weet is hij van zijn nacht merries af.
Intens, hij weer nu eindelijk waar zijn dromen vandaan komen. Subvraag: -Wat doet Kris eraan om van zijn probleem af komen? Hij gaat naar een reïncarnatietherapeute en laat zich onder hypnose brengen. -Wat is het probleem van Kris? Hij droomt al jaren dezelfde nachtmerrie en hij wil er nu wel eens vanaf komen want hij kan zich niet meer goed op zijn studie concentreren. -Waar zit Olivier erg mee? Kris twijfelt eraan of hij wel echt melaats is hij denkt zelf van niet omdat hij schildert en dat het misschien dus daaraan ligt, dat hij dus voor niks in het klaphuis zit en daardoor uit de stad is verbannen. 13. Aan de hand van deze vragen en antwoorden maak je een samenvatting. (tussen 1 en 1,5 blz. op A4) Kris Blanken woont samen met Dominique en nog een paar andere studenten. Hij studeert Economie en heeft een groot teken en schilder talent. Van jong af aan heeft Kris last van nachtmerries in die droom zit hij in een verstikkende kamer. Hij voelt zich angstig en benauwd en hij wil de kamer uit. De deur staat op een kier, maar als hij achter de deur kijkt, beseft hij dat daar ook iets engs op hem staat te wachten. Het is een hele enge, benauwde droom, maar hij komt er maar niet vanaf. Hij praat er over met een van zijn huisgenote Dominique en die wijst hem erop dat het iets met reïncarnatie te maken kan hebben. Ze haalt hem over een afspraak te maken met haar tante die reïncarnatie therapeute is. Hij kon snel een afspraak maken met Heleen Walraven, de tante van Dominique. Kris moet een paar vragen beantwoorden over zijn kindertijd en de relatie met zijn ouders. Het lijkt Heleen een goed idee om Kris met behulp van hypnose terug naar zijn vorige leven te sturen om te weten te komen wat zijn steeds terugkomende droom betekend en om daarna het verleden achter zich te laten. Eenmaal onder hypnose
gaat Kris zelf naar Alkmaar en is hij erg geschokt als hij in het stedelijk museum van Alkmaar een schilderij ziet hangen dat hij zelf gemaakt heeft in zijn vorig leven als Olivier. Ook ontdekt hij in de Grote kerk het graf van zijn vader, moeder, zusje en broertje. Terwijl hij naar de graven kijkt vraagt iemand aan hem of hij het stoffelijk overschot wil bekijken, Kris is er erg van onder de indruk en raakt in de war. Maar toch vindt hij het goed dat hij is gegaan, want zodra hij Alkmaar uitloopt voelt hij Olivier uit zijn lichaam wegvloeien. Hij heeft geen last meer van zijn nachtmerries en kan nu gewoon weer verder met zijn eigen leven, hij heeft besloten alsnog naar de kunstacademie te gaan om wat met zijn schilderkunsten te doen. Nu kan hij eindelijk wat doen waar hij meer plezier in heeft. Personen De hoofdpersoon van het boek is in eerste instantie Kris Blanken, een student Economie die al van jong af aan angstdromen heeft waar in hij zijn eigen dood beleeft, Kris is een hele normale jongen met een groot schilderstalent. Een van de belangrijkste bijpersonen is Dominique, een jonge vrouw die in het zelfde huis als Kris woont. Zij wijst Kris erop dat zijn dromen met reincarnatie te maken kunnen hebben en stuurt hem naar haar tante die reincarnatie therapeute is. Een andere belangrijke bijpersoon is Heleen Walraven. Een vrouw van rond de 40 jaar,de tante van Dominique en werkt als reincarnatie therapeute. Zij stuurt Kris met behulp van hypnose terug naar zijn vorig leven. Maar ook Olivier Moeriaans is een hoofdpersoon. Hij leefde in de zeventiende eeuw (het vorige leven van Kris) er werd eerst melaatsheid bij hem geconstateerd, en later ook de pest. Olivier is een jongen die zijn eigen mening heeft en doet wat hij zelf wil. Hij heeft net zoals Kris ook schilderstalent. Jeroom Couttenier is een belangrijke bijpersoon in het verhaal van Olivier. hij is een kwakzalver in de zeventiende eeuw en beweerd dat Olivier helemaal niet melaats is (waar hij ook gelijk in krijgt) hij neemt Olivier mee op rondreis. Tijd Het verhaal van Kris speelt zich af in Amsterdam, waar hij woont. Het verhaal van Olivier begint in Alkmaar en hij komt daar later ook terug maar tussedoor reist hij rond samen met Jeroom en zijn vrouw en 2 kinderen. Het verhaal van Kris speelt zich gewoon af in onze tijd. Het verhaal van Olivier speelt zich af in de zeventiende eeuw 1655/1656 in de middeleeuwen in Alkmaar. Probleem Het probleem in dit boek is dat Kris angstdromen heeft en daar vanaf wil komen, hij moet het verleden (Olivier) achter zich laten. Ik vind dat het boek een goede afloop heeft. Kris heeft geen last meer van angstdromen over het verleden en weet eindelijk wat hij wil, naar de kunstacademie. De titel van het boek is Schijndood omdat Olivier door zijn melaatsheid werd verbannen, en Kris eigenlijk zijn vorige leven als Olivier nog niet met rust heeft gelaten en er nog niet vanaf is. Probleem en afloop Hier heb ik twee voorbeelden van, een van als blijkt dat het probleem deels is opgelost en eentje van de echte afloop. ’s Nachts droomt hij van Alkmaar. Het heeft niet van de beklemming uit de eerdere dromen. Hij is Kris en tegelijkertijd ook Olivier en dwaalt door het Alkmaar van 1656. Hij ziet Hester kaatsenballen met haar vriendinnen. Ze roepen iets naar hem, maar hij hoort niet wat. Hij lacht alleen maar en stapt de apotheek in. Zijn vader staat achter de toonbank en helpt een klant; Jan stampt kruiden fijn met een stamper. Met een glimlach wordt Kris wakker. Meteen beseft hij dat dit de eerste normale droom over zijn verleden is. Het is over! De nachtmerries zijn verdwenen! Hij loopt tussen de stoeltjes vandaan, het terras op het plein af, en blijft voor het Stedelijk Museum staan. Daar hangt Oliviers meesterwerk: het schilderij van de Waag. Kris wrijft zijn vingers tegen elkaar. Hij kan het penseel in zijn hand al voelen, ziet de schilderijen die hij al jarenlang wil maken al hangen. Hij draait zich om en loopt het plein af, de binnenstad uit, op weg naar het station. De zon verwarmt zijn gezicht, doet het prille groen van de bomen langs de singel oplichten, verdiept de kleuren om het heen. Zijn schildersbloed kriebelt om al die indrukken op het doek vast te leggen. Misschien lukt het hem om naam te maken als kunstschilder, misschien niet. Hij heeft een lange leertijd te gaan, maar wat maakt het uit. Hij heeft de tijd.
Olivier heeft de hele tijd de behoefte zijn familie te zien, maar hij mag de stad niet in. Het is namelijk verboden voor leprozen om de stad in te gaan. Als ze dit toch doen, worden ze letterlijk de stad uitgeslagen. Ook moeten leprozen een klepper meenemen en roepen dat de mensen uit moeten kijken omdat ze leprozen zijn als ze de leprozerie verlaten. Op een dag, als er jaarmarkt is in de stad, besluit Olivier om toch maar eens te gaan kijken. Hij heeft zich eerst namelijk de hele tijd opgesloten op zijn kamer en kwam er alleen uit als hij klusjes op moest knappen die de andere leprozen niet meer konden klaren. Als hij in de buurt van een stad komt, komt hij langs een boerderij. De mensen op de boerderij kijken hem aan en Olivier roept of hij wat kleren mag lenen. Ze gooien hem wat kleren toe en hij trekt ze aan. Zijn gewaad en zijn klepper verbergt hij verderop in de stuiken. Olivier waagt zich de stad in en gaat een beetje rondlopen op de jaarmarkt. Daar komt hij zijn vader tegen, die het leuk vindt hem weer eens te zien, maar dat ook erg verwarrend vindt. Hij raadt Olivier aan de stad uit te gaan voor ze hem ontdekken. Olivier doet wat zijn vader zegt en verlaat de stad om weer op weg te gaan naar de leprozerie. De volgende dag, als hij buiten zit te schilderen, komt er een kwakzalver langs. Olivier praat met hem en doet net of hij ook rondtrekt, net als de kwakzalver. Hij rept met geen woord over de leprozerie die wat verderop ligt. Olivier rijdt mee met Jeroom Couttenier, de kwakzalver. Een stukje verderop klimt er nog een vrouw op de wagen en Olivier gaat naast de wagen lopen. De vrouw heeft nog twee kleine kinderen bij zich, het zijn nog baby’s. Samen trekken ze verder. Olivier laat Jeroom de uitslag op zijn armen zien om te kijken wat die ervan zegt. Jeroom zegt dat het gewoon een soort irritatie is en gelooft niet dat het iets te maken heeft met melaatsheid. Dit geeft Olivier hoop. Jeroom geeft hem een middeltje. In het begin helpt het een beetje. De plekken zijn nog steeds niet uitgebreid. Dan wordt Kris weer wakker. Hij is helemaal in de war en heeft even tijd nodig om bij te komen. Hij bespreekt alles met de therapeute en besluit dan een nieuwe afspraak te maken. Als hij thuis komt beluistert hij samen met Dominique het bandje. Dominique wordt er helemaal stil van. Als het bandje helemaal afgeluisterd is, stelt Dominique voor om een keer samen naar Alkmaar te gaan. Kris stemt in en de volgende dag gaan ze al. Als hij eenmaal in Alkmaar is staat hij er versteld van hoeveel er verandert is. Alleen de wijk waar hij in woonde is nog zowat hetzelfde gebleven. Uitgeput gaan ze later naar huis. Dan heeft Kris zij tweede regressie. Het gaat precies hetzelfde als de eerste. Hij wordt onder hypnose gebracht en de therapeute gaat terug naar zijn vorige leven. Kris wordt weer Olivier, die net een nieuw zalfje heeft gekregen en die zodanig blijkt te werken dat de plekken zich in ieder geval niet uitbreiden. Later merkt hij dat de plekken wel aan het uitreiden zijn en dat er zelfs een paar open gaan en gaan rotten. Het is dus toch melaatsheid… Dan gaat op een dag het bericht rond dat de pest is uitgebroken. Iedereen is bang, want de pest is zeer dodelijk en breidt zich heel snel uit. Olivier blijft vanaf dat moment iedere dag aan mensen vragen of ze weten of het al in Alkmaar is uitgebroken, maar iedereen beweert dat Alkmaar nog niet getroffen is. Dan, als het drietal met de baby’s weer wat meer in de richting van Alkmaar gaan, komen ze mensen tegen die zeggen dat ze niet die kant uit moeten gaan. Er zijn al een paar steden besmet en het dreigt nu ook in Alkmaar uit te breken. Als Olivier dit hoort besluit hij terug te gaan naar Alkmaar, naar zijn familie. Als hij eenmaal in Alkmaar aankomt, blijkt alleen zijn vader nog in leven te zijn. Dit is een hele grote schok voor Olivier, hij is vervuld van verdriet. Olivier zorgt nog een tijdje voor zijn vader, maar als deze ook doodgaat beseft hij dat hij niets meer heeft om voor te leven en hij besluit in Alkmaar te blijven, in het huis waar hij altijd gewoond heeft en waar hij ook het liefst doodgaat. Hij slaapt in het bed van zijn vader, zonder het te verschonen. Olivier is nu al een paar dagen in Alkmaar, maar hij is nog steeds niet ziek. Dan opeens, begint hij ook de ziekteverschijnselen te krijgen. Het wordt steeds erger en als het echt erg komen de mensen van de ziekenboeg hem halen en wordt hij verzorgd in het pesthuis. Daar overlijdt hij. Als Kris weer wakker wordt beseft hij even niet waar hij is. Hij kan zijn eigen leven bijna niet meer apart houden van zijn vorige leven en het blijft hem bezighouden. Hij besluit weer naar Alkmaar te gaan, ditmaal alleen, zonder Dominique. In Alkmaar bezoekt hij het gebouw dat vroeger de apotheek was en de straten in die buurt zijn nog allemaal hetzelfde als vroeger. De Witte Roos tegenwoordig - Het schilderij dat Olivier in het verhaal gemaakt heeft bestaat echt: Gezicht op de Waag
Ook bezoekt hij het museum, waar het schilderij hangt dat Olivier gemaakt had. Dan gaat hij naar de begraafplaats, waar de familie van Olivier begraven ligt. Het wordt hem allemaal even teveel en hij valt flauw. Als hij weer bij bewustzijn komt, blijft hij nog even uitrusten en gaat dan naar het pesthuis. De ingang is nog hetzelfde, maar er is natuurlijk iets anders voor het pesthuis in de plaats gekomen. Toch is het nog goed te herkennen. Nu hij weet hoe het allemaal zit in zijn vorige leven en nu hij de angsten echt beleefd heeft, heeft hij geen enge dromen meer. Hij heeft er definitief mee afgerekend. Kris besluit te stoppen met zijn studie economie en hij besluit naar de kunstacademie te gaan, om te leren schilderen. Hij weet niet of hij goed genoeg is, maar hij gaat het gewoon proberen. Hij heeft namelijk altijd al schilder willen worden… Een fragment uit Schijndood: Het is dezelfde droom als altijd. Kris weet dat hij droomt, maar hij slaagt er niet in zichzelf te bevrijden van de beklemming waarin hij gevangen zit. Het is donker om hem heen. Hoge muren belemmeren het uitzicht maar vormen geen hindernis voor het gekreun en gezucht daarachter. Hij is alleen en toch ook niet. Door de kier van de deur vangt hij af en toe een glimp op van voorbij schuifelende gedaanten. Ze komen nooit dichterbij maar hij voelt hun dreigende aanwezigheid. Hij wil naar buiten, weg uit die verstikkend kleine ruimte maar het ontbreekt hem aan moed. De deur kiert langzaam verder open. Hij kan weg. Hij staart naar de duisternis achter de deur en het zweet breekt hem uit. In die duisternis wachten verschrikkingen. Hij voelt het aan de haartjes die in zijn nek overeind staan, aan het angstzweet dat zijn lichaam klam maakt. Met een ruk draait hij zich om, weg van het duister, naar het enige venster in het vertrek. In het spiegelende glas ziet hij zichzelf staan. Zijn lichaam is mismaakt en zijn gezicht heeft niets menselijks meer. Zijn ogen kijken terug met een niet te peilen verdriet en hij weet dat hij spoedig zal sterven. Kris schiet omhoog in zijn bed en stoot stevig zijn hoofd tegen de lage, schuine zoldering. De klap en de pijn schudden hem meteen goed wakker. Kreunend blijft hij even zitten met zijn hand op de zere plek, nog half in de beklemmende sfeer van zijn droom. Opstaan maar, dat is de beste remedie. Hij gooit het dekbed van zich af en zwaait zijn benen over de rand van het bed. De plankenvloer onder zijn voeten voelt koud aan. Hij pakt een paar sokken van het voeteneind van zijn bed en trekt ze aan. Meteen denkt hij weer aan de doodsangst in zijn droom. Krankzinnig. Wie droomt er nou over zoiets. Maar de huiveringwekkende aanblik van verminking raakt hij niet zomaar kwijt. God, hij heeft zelfs de geur van etterende zweren nog in zijn neus! Traag trekt Kris zijn spijkerbroek aan. Een shirt over zijn hoofd trekkend, stommelt hij zijn kamer uit, de gammele trap af, naar de gemeenschappelijke keuken. Er is nog niemand; iedereen slaapt. Hij loopt haar de badkamer, opent de koude kraan en steekt zijn hoofd eronder. Maar de indruk die de droom heeft achtergelaten spoelt niet zomaar weg. Simone over het boek: Een van de redenen om in Alkmaar te gaan wonen, was de mooie historische binnenstad. Een stad moet een verleden hebben; een ziel. Alkmaar heeft een ziel. De vele stadswandelingen die de historische vereniging organiseert, bewijzen dat. Winkelen in Alkmaar is struikelen over geschiedenis. Als je eens in Alkmaar bent, bekijk dan eens het pand op de hoek van de Kraanbuurt tegenover het Fnidsen. “De witte roos” staat er op de houten gevel geschilderd. In de pand zat in de 17de eeuw een apotheek, genaamd De witte roos. Loop je vervolgens door het Stedelijk Museum dan zie je op een gegeven moment het schilderij Gezicht op de Waag, van een onbekende meester uit de 17de eeuw. Een prachtig beeld van het Waagplein, én van apotheek De witte roos zoals die er in die dagen uitzagen. Dat zijn leuke dingen. Ook grappig is dat ik eens uit eten ging in restaurant Koeckenbier, aan de Kennemerstraatweg. `Weet je wat hier vroeger voor gebouw stond?’ vertelde ik enthousiast. `Een leprozerie; een opvangtehuis voor lepralijders. Melaatsen, dus. Ze zaten daar levend af te sterven, met van die verbanden waar etter en pus doorheen dropen. Hoe is het mogelijk hè?’ Mijn gezelschap keek meteen met heel andere ogen naar de biefstuk op onze borden. Het liet me niet los, die leprozerie van Alkmaar rond het jaar 1650. Het leek me een mooi onderwerp voor een verhaal, en zo ontstond het eerste idee voor Schijndood. De hoofdpersoon in dit boek is de achttienjarige Olivier, een apothekerszoon (je raadt het al: van apotheek De witte roos). Hij ontdekt verdachte plekken op zijn arm en wordt melaats verklaard. Vervolgens wordt hij naar de leprozerie buiten de stadsmuren van Alkmaar verbannen, waar hij de rest van zijn leven moet doorbrengen zonder ooit nog de stad in te mogen. Een verschrikkelijk lot, maar mensen werden daar ook wel eens met een onschuldig eczeem naar toegestuurd… Olivier is kunstenaar en in de leprozerie schildert hij zijn ouderlijk huis, apotheek De witte roos. Hij schildert zijn vader die in de deuropening staat, zijn moeder op het bruggetje, zijn zus met haar vriendinnen aan de zijkant van het huis en de Alkmaarse kaasmarkt op de Waag. Dit schilderij bestaat echt. Het hangt in het Stedelijk Museum van Alkmaar. “Gezicht op de Waag” heet het en op het bordje ernaast staat dat het van een onbekende meester is. In mijn boek schrijf ik het schilderij aan Olivier toe. Een boek over melaatsheid kan niet echt een vrolijk boek worden. De ziekte is immers ongeneeslijk en het verloop ervan nogal dramatisch. Dus liep ik lange tijd te tobben hoe ik dat allemaal moest brengen. En opeens kreeg ik een goed idee. Naast geschiedenis ben ik ook erg geïnteresseerd in het verschijnsel reïncarnatie. Dat betekent wedergeboorte. Als je in reïncarnatie gelooft, geloof je dus dat dit leven op aarde niet je enige leven is. Een mens heeft eerder geleefd en zal na zijn opnieuw geboren worden. Alleen weet je dan niets meer van die eerdere levens af. Er wordt een dik gordijn voor al die herinneringen getrokken zodat je helemaal opnieuw kunt beginnen. Maar die herinneringen zijn niet weg.. Ze zitten opgeslagen in je onderbewustzijn en kunnen je allerlei problemen en angsten bezorgen in je nieuwe leven. Doodsbang voor vuur? Misschien ben je vroeger wel ernstig verbrand. Watervrees? Wie weet ben je in een vorig leven verdronken. Dat soort angsten. Natuurlijk hoeven die niet allemaal uit een vorig leven afkomstig te zijn, maar het zóu kunnen. Om mensen van die angsten af te helpen zijn er reïncarnatietherapeuten. Dat zijn dokters die speciaal zijn opgeleid om mensen onder hypnose te brengen. Op die manier kun je een kijkje nemen in je onderbewustzijn, dat dikke gordijn voor je herinneringen wegtrekken en je vorige leven opnieuw ontdekken. En misschien ben je daarna wel van je angsten af. In Schijndood loopt naast het verhaal van Olivier een tweede verhaallijn; die van Kris. Kris leeft gewoon in onze tijd en is student. ’s Nachts heeft hij de meest gruwelijke nachtmerries. Hij droomt altijd hetzelfde; hij is verminkt en voelt dat hij niet lang meer te leven heeft. Een vriendin raadt hem aan naar een reïncarnatietherapeute te gaan. Kris heeft er niet zoveel zin in maar hij wil wel graag van die nachtmerries af. Hij besluit toch te gaan en zichzelf onder hypnose te laten brengen. Je raadt het waarschijnlijk al; Kris vindt zichzelf terug als Olivier in het Alkmaar van de 17de eeuw. Meestal ga ik op reis om onderzoek te doen voor mijn boeken maar in dit geval was dat niet nodig. Ik woon in Alkmaar, dus dat was lekker dichtbij. Maar evengoed moest ik veel onderzoek doen. Ik had namelijk geen idee hoe het was om onder hypnose gebracht te worden en een vorig leven te verkennen. Dus heb ik een reïncarnatietherapeute gebeld en ben bij haar langs gegaan. Ze heeft me er niet van overtuigd dat reïncarnatie bestaat maar het was wel interessant om mee te maken hoe zo’n regressietherapie in z’n werk ging. (regressie = teruggang. In dit geval in de tijd) Zo is Schijndood ontstaan en het was een heerlijk boek om te schrijven. Omdat melaatsheid vandaag de dag nog steeds voor komt (onder de naam lepra), wordt van ieder verkocht boek een euro afgestaan aan de leprastichting. Want wat voor ons verleden tijd is, is in de Derde Wereld nog een groot probleem. Vragen
Werkwijze: welk vertelperspectief overheest? In dit boek wordt gebruik gemaakt van een derde persoon. Het verhaal wordt niet echt vanuit de verteller gezien en ook niet vanaf de hoofdpersoon zelf. Je bent eigenlijk bij de situatie betrokken en ziet hoe de hoofdpersoon handelt. Zijn persoonlijkheid en zijn belevenissen raken je wel zo erg dat je helemaal met hem mee gaat voelen. Werkwijze: hoe gaat de schrijver om met vertelde tijd? De schrijfster maakt gebruik van tijdsprongen. In het begin lees je over Kris, die in het heden leeft en op een gegeven moment naar een reïncarnatietherapeute gaat, waardoor hij in het verleden terechtkomt. Het zijn dus geen flashbacks, maar je maakt gewoon in een keer een sprong in de tijd. Later is dit nog een paar keer wanneer Kris ontwaakt wordt aan het einde van de sessie en weer in het heden komt, wanneer hij een tweede regressie ondergaat en dus weer een sprong neemt naar het verleden en wanneer hij daarvan weer ontwaakt en dus weer terugkeert naar het heden. Je kunt zien dat het een tijdsprong is, doordat hij ineens in het heden of het verleden terechtkomt en dus ineens in een hele andere wereld is. Werkwijze in welke stijl is het verhaal geschreven? Het verhaal is heel ernstig geschreven, daardoor wordt je ook zo in het verhaal gezogen. Doordat al die problemen zo serieus beschreven en geschreven zijn, ga je helemaal meeleven met de hoofdpersoon en wordt je helemaal in het verhaal getrokken, om het zo maar te zeggen. Er is helemaal geen humoristische ondertoon, behalve bij sommige gebeurtenissen in het heden. Bijvoorbeeld als Kris met zijn vrienden gezellig in de kroeg zit. Verder is het een heel serieus verhaal, wat je ook heel serieus opvat omdat het met een serieuze ondertoon geschreven is. Inhoud: uitgaand van het moment van verschijnen: wanneer speelt het verhaal? Het verhaal speelt zich af in het heden. Dat kun je zien aan de moderne dingen die gebeuren en er zijn. Bijvoorbeeld hoe Kris naar college gaat op de universiteit (hij studeert economie) en dan van college uit met zijn vrienden naar de kroeg gaat. Ook kun je dat zien aan hoe de studenten met elkaar omgaan. Ook tijdens de regressie, wanneer hij terug gaat naar het verleden, speelt het zich eigenlijk in het heden af. Kris is namelijk onder hypnose en doordat het verhaal zich in Kris’ hoofd afspeelt, speelt het zich in het heden af. Kris leeft namelijk nog altijd in het heden. Alleen het verhaal in zijn hoofd speelt zich in het verleden af. Inhoud: welke aandacht krijgen de karakters in het verhaal? Er zijn eigenlijk twee hoofdpersonen: Kris en Olivier. Het zijn wel twee dezelfde jongens, maar ze leven allebei in een andere tijd en ze hebben andere karaktereigenschappen. Van allebei kun je zeggen dat het soms flat characters zijn en soms round characters. Je leert de hoofdpersoon zo goed kennen, doordat je het hele verhaal eigenlijk met de hoofdpersoon meekijkt. Er is weliswaar geen ik-perspectief gebruikt, maar toch beleef je alles met de hoofdpersoon mee, waardoor je beide personen heel goed leert kennen. Toch doen ze toch rare dingen of nemen ze toch vreemde besluiten, waardoor je ineens het gevoel hebt dat je ze toch niet kent. Inhoud: In welke omgeving bevindt de hoofdpersoon zich? De een bevindt zich in een vertrouwde omgeving. De ander in een soms vertrouwde en soms vreemde omgeving. Kris is gewend aan het leven in Amsterdam. Hij voelt zich er goed en het is hem vertrouwd. Olivier, Kris in zijn vorig leven (17e eeuw), voelt zich eerst ook vertrouwd in zijn omgeving. Hij woont al jaren in dezelfde apotheek en in het atelier van Meester Van Schayenburch, waar hij schildersleerling is, voelt hij zich ook veilig en het is hem ook vertrouwd. Totdat hij melaats verklaard wordt en uit de stad verbannen wordt. Hij komt in een leprozerie een eindje buiten de stad, waar hij maar niet kan wennen. Hij kan maar niet wennen aan alle andere melaatsen, waarvan sommige lichaamsdelen zelfs al weggerot zijn. Hij wil er ook niet aan wennen, want zo’n leven wil hij niet leiden. Als hij met de kwakzalver Jeroom Couttenier op pad gaat went hij langzamerhand wel aan dat leven, maar als hij het bericht krijgt dat de pest is uitgebroken in Alkmaar gaat hij terug naar zijn familie en daar kan hij weer niet wennen aan het leven zonder zijn familie in Alkmaar, want alleen zijn vader blijkt nog in leven. Inhoud: tot welk genre kun je het boek rekenen? Het is een historische roman en een avonturenroman ineen. Doordat je teruggaat in het verleden en in de 17e eeuw meekijkt, leef je een tijd in het verleden. Van hieruit gezien is het dus eigenlijk een historische roman. Maar doordat alle historie zich eigenlijk in het verleden afspeelt, namelijk in Kris’ hoofd, kun je het ook een avonturenroman noemen. Je bekijkt het dan niet vanuit het verleden, maar vanuit het heden. Het speelt zich allemaal in Kris’ hoofd af en Kris beleefde in een vorig leven al deze avonturen, want zo mag je de gebeurtenissen zeker wel noemen. Je kunt het dus van twee kanten bekijken. Persoonlijk vind ik het een historische roman, omdat het overgrote deel van het verhaal over Olivier gaat die in de 17e eeuw leeft. Omdat je meer te doen hebt met dit verhaal dan met het verhaal van Kris in het heden, vind ik het een historische roman. Maar dat is voor iedereen verschillend. Betekenis: levert de titel een aanwijzing op voor de interpretatie? De titel geeft de letterlijke betekenis van het verhaal, want in zijn vorig leven gaat Kris (daar: Olivier) dood. Dit is een schijndood want dit gebeurt natuurlijk niet echt in Kris’ leven, maar in zijn vorig leven en hij beleeft het alleen als hij in hypnose is. Het is dus letterlijk een schijndood. Betekenis: wat is de betekenis van het verhaal? De nadruk ligt in dit verhaal op de boodschap en de ontwikkeling van de hoofdpersoon. In eerste instantie wordt de ontwikkeling van de hoofdpersoon nauw gevolgd. In het verhaal beleef je de levensloop van Olivier, Kris in zijn vorige leven. Daarin ligt de nadruk dus op de ontwikkeling van de hoofdpersoon, maar tegelijkertijd geeft het verhaal ook een boodschap. Namelijk hoe erg de pest was, die nu uitgeroeid is, en dat melaatsheid nog altijd bestaat in de Derde Wereldlanden. Van de kosten van het boek ging dan ook 1 gulden naar de leprastichting… Met de hoofdpersoon gebeurt het volgende
Kris Blanken - student economie, die veel liever tekent, dan zich met zijn studie bezig houdt en 'snachts vaak vreemde dromen heeft. Olivier Moeriaans - de vroegere 'ik' van Kris. Hij is de zoon van een apotheker, die uit de stad verbannen wordt, omdat hij melaats zou zijn. Dominique - een medestudente van Kris, die hem naar haar tante, een reincarnatietherapeute verwijst. Heleen Walraven - de reincarnatietherapeute. Met de hoofdpersoon gebeurt het volgende Kris heeft al zijn hele leven last van dromen, waarin hij zich opgesloten voelt. Op aanraden van Dominique bezoekt hij en reincarnatietherapeute. Zij voert hem terug naar het jaar 1655, waarin hij plotseling Kris niet meer is, maar Olivier, de zoon van de stadsapotheker. Deze wordt verbannen, omdat hij melaats zou zijn. Hij moet in een leprozerie (lepra is een andere naam voor melaatsheid) wonen, maar hij houdt het er niet lang uit. Hij sluit zich aan bij de kwakzalver Jeroom en reist met hem mee.
Kris Blanken en Olivier Moeriaans, die hij was in een ander leven. En Dominique en een reincarnatietherapeute Heleen. Met de hoofdpersoon gebeurt het volgende Kris heeft al een tijd last van angstdromen, dromen waarin hij in opgesloten zit. Hij vertelt deze problemen aan zijn huisgenote Dominique, die hem naar een reincarnatietherapeute verwijst. Kris gaat erheen en wordt door de therapeute, Heleen, teruggevoerd naar het verleden. Hij komt erachter dat hij eerder heeft geleefd als Olivier Moeriaans. Bij Olivier wordt melaatsheid geconstateerd en hij moet naar de leprozerie, daar ontrekt hij zich van de andere mensen en hij schildert alleenn nog maar in zijn kleine kamertje. Op een dag ontsnapt hij en hij gaat mee op de kar van de kwakzalver Jeroom. Jeroom gelooft er niet in dat Olivier melaats is maar hij denkt dat hij een huidaandoening heeft. Als ze op een dag erachter komen dat de pest ook is uitgebroken in Alkmaar, de stad waar zijn ouders wonen. Hij gaat terug en komt tot de ontdekking dat alleen zijn vader nog leeft, die verzorgd hij maar zijn vader gaat toch dood. Olivier is erg ongelukkig en op een gegeven moment krijgt hij ook een buil en hij weet dat hij niet lang meer zal leven. Kris gelooft eigenlijk niet zo in vorige levens, maar als hij met Dominique erachter komt dat alles wat hij meemaakte tijdens zijn therapie echt gebeurd is begint hij er toch in te geloven. En nu hij weet hoe zijn angstdromen zijn ontstaan is hij ze ook kwijt. De belangrijkste gebeurtenis uit dit boek Als Kris voor het eerst naar de therapie gaat, want dan leeft hij opeens niet maar een leven, maar ook het leven van Olivier Moeriaans.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden