Schaduwzuster door Simone van der Vlugt

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
Boekcover Schaduwzuster
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 3542 woorden
  • 21 oktober 2010
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
17 keer beoordeeld

Boekcover Schaduwzuster
Shadow
Schaduwzuster door Simone van der Vlugt
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

1. Primaire gegevens
Het boek dat ik voor mijn 4e boek verslag heb gelezen is ‘Schaduwzuster’ van Simone van der Vlugt.
De eerste druk is verschenen in 2005 en de tiende druk in 2006. Het boek is uitgegeven door Anthos Amsterdam. Het boek heeft 340 bladzijdes en begint op bladzijde 5.

2. Waarom gekozen?
Het boek ‘Schaduwzuster heb ik gekozen om te lezen omdat ik op zoek was op het internet om een leuk boek te kopen, toen kwam ik dit boek tegen en de achterkant sprak me heel erg aan. Ik had meteen door dat het wel om een spannend boek ging omdat er op de achterkant staat “Ze komt tussen twee vuren te staan : enerzijds wordt er een beroep gedaan op haar loyaliteit ten opzichte van de school; anderzijds is er de angst voor de bedreigingen die niet ophouden. Wie heeft het nu precies op haar gemunt, en hoever wil die persoon gaan?” Ik vind het leuk om zulke spannende boek te lezen. Als je zo’n stukje leest op de achterkant wil je meteen weten wat er gaat gebeuren en hoe het afloopt.

3. Wat verwacht je?
Ik verwacht dat het gaat over een lerares die wordt bedreigd door een van haar leerlingen op school. Dan wil ze aangifte gaan doen, maar heeft de school dat liever niet. Maar de bedreigingen houden maar niet op. Ik denk dat het een bange vrouw is waarvan haar hele leven op de kop staat.

4. Eerste reactie
Mijn eerste reactie toen ik het boek uit had was “wow”. Er gebeurde zoveel in het boek en het was soms ook nog wel heftig. Marjolein ging al vrij snel dood. Maar dat verwacht je niet, meestal gaan iemand pas in het einde dood, of halverwege. Het hele boek ging voornamelijk over het politie onderzoek. En hoe Marlieke er achter probeert te komen wie haar zus heeft vermoord.

5. Uittreksel, bronvermelding + motivatie

Uittreksel:
De hoofdpersoon is een jonge vrouw, Marjolein. Ze is getrouwd met Raoul en heeft een dochter, Valerie. Ze is lerares Nederlands op een zwarte school en Rotterdam waar veel probleemleerlingen zitten. Ze is erg idealistisch en steekt veel tijd in haar werk en haar leerlingen, ook buiten schooltijd. Dit doet ze om zoveel mogelijk leerlingen aan hun diploma helpen. Haar werk geeft haar veel voldoening en ze heeft er veel plezier in. Verder heeft ze een tweelingzus, Marlieke. Ook al zijn ze een eeneiige tweeling, toch verschillen ze behoorlijk van elkaar. Marjolein is dominanter, spontaner en aanweziger dan de iets rustigere, serieuzere Marlieke. Verder kan Marlieke, net als Valerie geesten zien, iets waar Marjolein niet zo in gelooft.

Het verhaal wordt vanuit twee perspectieven verteld: Dat van Marjolein en dat van Marlieke. Het verhaal van Marjolein begint op het moment dat ze in de klas door een leerling wordt bedreigd met een mes. Het verhaal van Marlieke begint vijfentwintig bladzijdes later met de begrafenis van Marjolein. Je weet dus dat er iets verschrikkelijks is gebeurt, maar wat is onduidelijk. Dat kom je in de loop van het boek te weten. Om en om vertellen de zussen steeds een stukje. Marjolein vertelt het verhaal vanaf de bedreiging tot aan haar moord, Marlieke werkt vanaf Marjoleins begrafenis naar de ontknoping toen, waarbij ze tussendoor terugblikt naar Marjoleins verhaal.

Marjolein
Het verhaal begint dus op het moment dat Marjolein bedreigt wordt door een leerling, Bilal, die zich beledigt voelt. Ze vlucht daarbij zo snel mogelijk de klas uit en rent naar het kantoortje van de rector. Die wil alles doen wat hij kan, maar heeft liever niet dat ze aangifte doet, omdat dat negatieve publiciteit zou zijn voor de school. Marjolein is zeer teleurgesteld in dit gebrek aan steun en stort haar hart bij iedereen die het wel en niet wil horen. Ondertussen vraagt ze zich af of ze wel of niet aangifte moet doen. Ze besluit te kiezen voor het belang van de school en doet geen aangifte, ook omdat ze Bilal weinig kunnen doen.

Na deze bedreiging volgen er nog meer. Bilal staat haar op te wachten bij de school, haar auto wordt ernstig beschadigt en er staat midden in de nacht iemand naar haar huis te staren. Als Marlieke, Marjolein en Valerie gaan winkelen smeert marjolein Marlieke een hele berg nieuwe kleren aan die ze eigenlijk niet erg leuk vind, maar die ze na de dood van Marjolein toch vaak draagt. Als ze later die dag op een terrasje zitten, zien ze Bilal ook weer. Als ze die middag thuis komt ligt er een anonieme dreigbrief op de mat. Ze besluit dan toch maar aangifte te doen. Ze heeft lange tijd haar best gedaan alles geheim te houden voor haar ouders, maar op een familiebarbecue vertelt ze het toch maar. Haar ouders hebben immers in het onderwijs voor probleemkinderen gewerkt en kunnen haar misschien nuttige tips geven, dat hebben ze tenslotte al vaker gedaan. Ook begrijpen zij hierdoor haar passie voor lesgeven en zullen ze haar zeker steunen.

Als ze de maandag na de aangifte op school komt staat het schoolplein vol verslaggevers die haar bestormen.

Op de fatale avond vraagt Marlieke of Marjolein mee uit eten gaat. Ze vertelt er alleen niet bij dat Thomas en Sylvie, 2 vrienden van haar ook meegaan. Dat vind Marjolein nogal een onaangename verrassing, daarom vraagt ze haar collega Luuk ook mee. Later op de avond komt Raoul ook nog en al met al wordt het heel gezellig. Als ze thuis zijn loopt ze nog even naar haar vriendin, buurvrouw en collega Marjolein, waar Valerie logeert, om te kijken of alles goed gaat met haar dochter. Als ze terugkomt wordt ze voor haar eigen deur doodgeschoten.

Marlieke
Marlieke heeft 2 goede vrienden, Sylvie en Thomas. Thomas kent ze van haar studie aan de kunstacademie in Amsterdam.

Haar verhaal begint dus op de begrafenis. Ze vertelt over de leegte die ze voelt na de begrafenis. Dan voert een flashback ons mee terug naar de dag van de bedreiging waarmee het allemaal begon, het verschrikkelijke voorgevoel dat Marlieke had toen ze die ochtend wakker werd en over het fotograferen van een bruiloft die dag. Ook maken we in die flashback meteen kennis met Sylvie en Thomas. Thomas is een beetje een nors persoon en een beetje een rare, een echte kunstenaar.

Vanaf het moment dat Marjolein dood is heeft Marlieke het gevoel dat ze haar om zich heen voelt. Zo wordt ze midden in de nacht wakker omdat ze haar aanwezigheid voelt. Als klein kind kon ze al geesten zien en voelen, net als Valerie dat nu kan. Dat troost haar op de één of andere manier. Ook heeft ze veel steun van Sylvie en Thomas, juist omdat ze haar niet overdreven proberen te troosten.

Na de dood van Marjolein trekken Marlieke en Raoul steeds meer naar elkaar toe. Aan het eind van het boek is Marlieke ook bij hem ingetrokken.

Tijdens het onderzoek naar de moord komt een rechercheur Marlieke ondervragen. Zij heeft namelijk in Amsterdam gestudeerd en woonde daar vlak bij een wijkbureau waar jaren geleden Hubert Ykema, een agent, zijn dienstwapen als vermist heeft opgegeven. Marjolein is met precies zo’n wapen vermoord. Op een gegeven moment krijgt Marlieke de behoefte Balil te spreken. Daarom gaat ze opzoek naar hem in Nighttown. Ze vindt hem niet en neemt een taxi terug. Bilal blijkt die taxi te besturen en hij bedreigt haar. Dan zet hij haar af bij het Kralingsbos en scheurt zelf weg. Ze moet naar huis lopen.

Twee maanden na de moord, als Marlieke haar normale leventje weer een beetje heeft opgepakt, staat opeens Sylvie’s moeder bij haar in de fotostudio. Sylvie en haar moeder hebben al jaren geen contact meer. Sylvie beweert dat haar stiefvader haar vroeger heeft verkracht en dat haar moeder dat niet wilde geloven. Daarom is ze van huis weggegaan toen ze zestien was en heeft het contact met haar moeder verbroken. Door in gesprek te gaan met de vrouw, komt Marlieke erachter dat Hubert Ykema, van wie het dienstwapen gestolen was, haar stiefvader is. Nadat ze hier achter is gekomen, gaat Marlieke meteen naar Sylvie’s huis om met haar te praten, maar ze is er niet. Ze vraagt de sleutel aan de buren en gaat zelf op onderzoek uit in het huis. Ze vindt geen pistool, maar wel een plakboek met allemaal van foto’s van Raoul en haar samen en allerlei briefjes en rekeningen. Marlieke trekt dat conclusie dat Sylvie de moord gepleegd moet hebben. Dan komt Sylvie opeens thuis. Die ontkent natuurlijk dat ze de moord gepleegd heeft, maar trekt wel het pistool tevoorschijn. Marlieke weet het pistool te pakken te krijgen en rent er mee naar buiten, Daar botst ze op Thomas, die haar naar het politiebureau brengt waar ze aangifte doet en het dienstwapen afgeeft. Dan gaat ze bij Raoul langs, om verhaal te halen over de relatie die Sylvie beweert te hebben met hem en om hem het verhaal van het dienstwapen te vertellen. Raoul legt uit dat hij en Sylvie al een tijdje niks meer hebben, maar dat Sylvie hem maar niet met rust wilde laten en hem lange tijd heeft gestalkt.

De volgende ochtend wordt Valerie ontvoerd van het schoolplein, door Sylvie. Gelukkig vinden ze haar ongedeerd terug.

Marlieke besluit bij Raoul in te trekken. Thomas helpt haar met haar spullen inpakken en zal haar wegbrengen met de auto. Voor hij haar wegbrengt wil hij eerst nog even koffie met haar drinken een haar spreken. In het gesprek bekent hij dat hij Marjolien heeft vermoord. Hij vond dat Marlieke te veel verstikt werd door Marjolein, bij haar onder de plak zat, te veel rekening hield met haar, terwijl Marlieke recht had op een eigen leven. Ook neemt hij afscheid van haar. In de koffie die ze dronken zat namelijk GHB. Marlieke werd er alleen door verdoofd, maar Thomas nam een overdosis en ging dood. Marlieke heeft een bijna - dood ervaring en wordt dan wakker in het ziekenhuis.

Bronvermelding:
http://www.scholieren.com/boekverslagen/26861

Motivatie:
Ik heb deze samenvatting gekozen omdat ik ook andere samenvattingen heb gelezen, maar niks kwam zo overheen, met wat ik ook zou schrijven. In de samenvatting word alles goed in detail besproken, maar het is ook heel erg krachtig. Als je deze samenvatting zou lezen, zou je het hele boek ook meteen weten. Dat vind ik er wel heel goed aan.

Er zitten geen spellingfouten in de samenvatting, dat vond ik ook erg goed.


6a. Verwerkingsopdracht
Verwerkingsopdracht
Ik ga verwerkingsopdracht C4 doen. “Ontwerp een omslag voor het door jou gelezen boek en schrijf voor de achterflap een tekst die de nieuwsgierigheid van de lezen ( = klasgenoot ) prikkelt. ( maximaal 75 woorden, absoluut zonder spelfouten ). Formaat: A4, zwart-wit of full colour, geen flets potloodschetje natuurlijk.

Deze tekst komt op de achterflap te staan:
‘Ik wil niet dood,’ zegt Marjolein. Maar toch komt het schot.

Marjolein, een druk bezette vrouw werkt als lerares op een school met zwarte leerlingen. Op een dag wordt ze bedreigd met een mes, maar daar blijft het niet bij zitten. Marlieke haar eeneiige tweeling zus probeert uit te zoeken wat er is gebeurd, met alle mogelijke problemen.

De achterflap van het boek, voor mijn verwerkingsopdracht, heeft 58 woorden.


7a. Persoonlijke beoordeling

Boek: Schaduwzuster van Simone van der Vlugt

• Onderwerp:
Het genre is thriller. Het thema van het boek ‘Schaduwzuster’ is moord en jaloezie. De motieven voor jaloezie zijn omdat Thomas nog al jaloers was op Marjolein, zij had een goeie band met Marlieke, maar ook vond hij dat Marjolein Marlieke meer vrij moest laten. Moord omdat Marjolein vermoord is en daar draait het verhaal ook grotendeels om.

De titelverklaring voor ‘Schaduwzuster’ zit zo, Marlieke heeft altijd in de schaduw van haar zus Marjolein geleefd. Marjolein had alles; een goeie baan, man en een kind.

• Gebeurtenissen:
Een van de belangrijkste gebeurtenissen in het verhaal is, vind ik, de dag van de begrafenis.

Citaat :” Na de begrafenis wachtte de leegte. Een verschrikkelijke, apathische leegte. In de eerste weken na haar dood was ik te verbijsterd om tot me door te laten dringen wat er gebeurd is. Het was alsof ik keihard tegen een muur was gelopen en stond te zwaaien op mijn benen, te beduusd door de klap om die te kunnen aanvoelen. Ik herinner me geen woord van de toespraak van mijn vader tijdens de begrafenis, maar ik was me des te meer bewust van zijn krijtwitte gezicht en bevende stem. Ik luisterde, stil van ellende, en leunde tegen mijn moeder aan. Ze hield mijn hand in krachtige greep vast terwijl ze haar andere arm om Valerie heen geslagen hield. Raoul zat voorovergebogen, zijn gezicht in zijn handen verborgen.”

Ook een belangrijke gebeurtenis is als je te weten komt wie Marjolein vermoord heeft.

Citaat :” ‘Ik heb het voor jou gedaan’, zegt hij zacht. ‘Dat begrijp je toch? Je kreeg totaal geen ruimte om je te ontwikkelen, om je eigen mening te vormen, om een leven als Marlieke te leiden. Je was de helft van een duo en dat verstikte je. Ik moest wel ingrijpen.”

Smekend om begrip kijkt hij me aan, maar de betekenis van zijn woorden dringt nauwelijks tot me door. Heel recht en heel koud zit ik op het puntje van mijn stoel terwijl mijn hersenen alle zekerheden waarover ik dacht te beschikken uit hun gewone verband halen, opnieuw bekijken en rangschikken.

‘Ik weet dat je diep in je hart ook niet zonder mij kunt,’ gaat Thomas met een angstaanjagende, emotieloze stem door. ‘Die Raoul is maar een bevlieging van je. Ik kan me niet voorstellen dat je gelukkig wordt met zo’n vent. Straks komt hij weer een andere Sylvie tegen en bedriegt hij jóú. Waarom zou je jezelf dat aandoen? Terwijl je weet dat ik je nooit, nooit pijn zal doen. Kijk niet zo bang! Ik hou van jou!’ “


• Personen:
Marjolein en Marlieke zijn de hoofdpersonen.

Marjolein is een drukke en bezette vrouw. Overdag is ze lerares Nederlands en ’s avonds is ze moeder en vrouw. Ze heeft een goed hard, ze werkt alleen maar omdat ze zich er beter van gaat voelen, eigenlijks zou ze genoeg geld hebben om niet te kunnen werken. Ze is een karakter want je weet niet hoe ze er uit ziet, alleen wat ze voelt en denkt.

Marlieke is de tweede hoofdpersoon, zij is een rustige vrouw, geen relatie of kinderen. Ze werkt als fotografe, ze heeft haar eigen bedrijf. Ook zij is een karakter ook van haar weet je niet hoe ze er uit ziet.

Raoul is een bijpersoon. Hij is de man van Marjolein en samen met haar heeft hij een dochtertje Valerie. Raoul is altijd druk bezig met zijn bedrijf, waar Marjolein geld in heeft geïnvesteerd. Raoul is ook weer een karakter.

Valerie is het dochtertje van Raoul en Marjolein. Ze is een vrolijk meisje met een eigen willetje. Ze houd niet van winkelen. Ook zij is een karakter

Thomas is een collega van Marlieke en ook bijpersoon. Hij werkt ook als fotograaf. Hij is erg jaloers op Marjolein. Het lijkt een hele lieve, rustig, brave jongen, maar het is eigenlijks een schaap in wolfskleren.

Sylvie is een vriendin van Marlieke en net zoals Thomas en Raoul een bijpersoon, op den duur in het verhaal word Sylvie verdacht op de moord van Marjolein, maar ze heeft er niks mee te maken. Sylvie is een heel ander persoon dan Marlieke, dat is waarschijnlijk ook de reden waarom ze vriendinnen zijn. Sylvie is een karakter.

Bilal is de laatste bijpersoon. In het begin wordt hij verdacht op de moord van Marjolein, maar als snel blijkt dat niet zo te zijn.

Je hebt ook nog wat overige personen zoals de ouders van Marjolein en Marlieke, Jasmijn de vriendin van Marjolein en wat collega’s op de school van Marjolein.

• Opbouw
Het verhaal is niet-chronologisch verteld, want je gaat terug in de tijd. In het begin gaat het verhaal chronologisch, maar op den duur krijg je allemaal flashbacks. Voornamelijk als Marjolein aan het vertellen is. Als Marlieke aan het vertellen is dat is het wel chronologisch. De tijd dat het verhaal zich afspeelt is denk ik gewoon in de jaren 20. Ze hebben een auto, televisie. Gewoon hele normale dingen die je in deze tijd ook hebt. En vrouwen werken, dus dat houd in dat het verhaal niet heel erg terug gaat in de tijd.

Het verhaal is in de personale verteller geschreven. Je beleeft alles door de ogen van Marjolein en Marlieke. Dus personale verteller.

Er zit best wel heel veel spanning in het verhaal. Als Marlieke op onderzoek uit gaat dan komt ze bij Bilal per ongeluk in de taxi terecht. Hij bedreigt haar dan en laat haar achter in het bos. Ook als Thomas vertelt dat hij Marjolein heeft vermoord en Marlieke merkt dat er waarschijnlijk iets bij haar in de koffie is gegooid, word ze onrustig, dat is ook wel een spannend moment want je weet niet of zij het dan wel overleeft. Nog een ander spannend moment is als Valerie door iemand van school is opgehaald. En ze weten niet bij wie ze is, wat er gebeurd. De spanning bouwt zich wel heel snel op, maar soms ook heel langzaam. Als Thomas alles verteld gaat het best langzaam, maar als Marlieke bij Bilal in de taxi zit gaat het heel snel.

‘Schaduwzuster’ is de titel van het boek omdat Marlieke heel lang in de schaduw van haar zus heeft geleefd.

Het motto van het boek is :

Voor Ivo, mijn broer en maatje.

De verteltijd van het boek is ongeveer 15 uur. De vertelde tijd is 2 / 3 maand, omdat er wel veel dagen voor bij gaan, maar nog geen half jaar of een jaar.

• Taalgebruik
De stijl van het verhaal is heel erg gemakkelijk en heel normaal, het zijn gemakkelijk leesbare zinnen, het leest vlot weg. Er komen veel dialogen in voor, maar ook veel gevoelens en gedachten van Marlieke en Marjolein.

Een fragment wat ik erg belangrijk vind is deze:

“Ik loop het tuinpad op. Achter me kraakt iets en opeens ren ik naar de deur. De sleutel, snel, snel! Verdomme, waarom heeft Raoul de deur achter zich in het slot geduwd! Hij had hem best even op een kiertje kunnen laten staan.

Achter me klinkt een geluid. Het onmiskenbare geluid van één, twee, drie voetstappen.

Ik kijk niet om maar paniek bouwt zich in me op. Met ongecontroleerde bewegingen kras ik met mijn sleutel over het slot zonder het gat te vinden, en dan, uiteindelijk, glijd hij erin en kan ik hem omdraaien. Maar zover komt het niet.

Ik hoor het grind knarsen en dan weet ik het. Langzaam draai ik me om. Er staat iemand op het tuinpad, op een paar meter afstand, maar ik kan niet goed onderscheiden wie het is. De maan schijnt, maar de boom op het trottoir werpt net te veel schaduw over het tuinpad.

‘Ja?’ Mijn stem klinkt hoog, en de angst doet de scherpte die ik erin had willen leggen teniet. De gedaante heft een arm en ik iets glinsteren. Intuïtief doe ik een stap achteruit, zodat ik met mijn rug tegen de deur sta.

‘Wat…’ stamel ik en ik probeer het voorwerp dat op me gericht wordt te onderscheiden. Met een verbijsterende zekerheid stel ik vast dat het een pistool is. Een pistool!

‘Hallo, Marjolein,’ zegt een bekende stem. Mijn verbijstering is totaal. Het is alsof mijn bloedsomloop tot stilstand komt terwijl de angst me verstikt als een dwangbuis die vast om me heen gesnoerd wordt. Ik kan niet geloven dat dit gebeurt, dat degene die daar voor me staat me werkelijk gaat vermoorden. Dat bestaat niet! Daarvoor kennen we elkaar toch veel te goed!

Met een ruk draai ik me om en friemel machteloos aan het slot. Maar het is een onwillig slot, dat hard aan een spuitje met grafiet toe is, en mijn trillende vingers krijgen de sleutel niet in beweging. Weer knarst het grind, mijn belager komt dichterbij. Het heeft geen zin meer om te vluchten, het beste wat ik an doen is proberen een gesprek te beginnen.

Langzaam, met vla in mijn benen, draai ik me om en leun met mijn rug tegen de voordeur aan. ‘Wat is dit nou?’zeg k schor. ‘Dat meen je toch niet?’

We staan op een paar passen afstand van elkaar. Maanlicht valt op het gezicht voor me, maar ik kan nauwelijks geloven wat mijn ogen registeren. ‘Nou en of,’ zegt een zachte stem. Hoe bizar om mijn doodvonnis op zo’n vriendelijke manier te horen uitspreken. Ik schuifel langs de deur, overweeg een spring in het struikgewas en hoor de klik van de trekker.

‘Nee,’ zeg ik hees. ‘Alstjeblieft!’

Ik hef mijn handen, alsof dat me zou kunnen beschermen, en kan nog steeds niet geloven dat het echt gaat gebeuren. Maar ik zie een vinger die zich om de trekker spant, ik zie een samengeknepen oog dat richt, en een lichaam dat zich voorbereidt op de terugslag van het schot.

Ik staar in het zwarte rondje voor me en probeer het met een smeekbede.

‘Alstjeblieft, laten we erover praten! Ik begrijp niet waarom dit nodig. Wat heb ik gedaan? Alsjeblieft, doe het niet! Ik wil niet dood!’

Maar het schot komt toch. “

Ik heb dit stuk uitgekozen, omdat dit toch een belangrijk deel van het boek is, vanaf het begin werk je hier naar toe en dan eindelijk in het einde van hoofdstuk 61 gebeurd het.

REACTIES

W.

W.

vet kicke man, dankje!

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Schaduwzuster door Simone van der Vlugt"