Samenvatting:
1. Hoofdpersonen:
- Saartje Tadema : Zij is een weesmeisje en woont in het Burgerweeshuis in Amsterdam. Ze is best brutaal en ze houdt onwijs veel van leren en lezen.
Ze heeft blond, krullend haar en ze is heel smal. Aan het begin van het boek is Saartje 7 jaar oud en aan het eind ongeveer 18 jaar oud.
2. Andere belangrijke personen:
- Dirk : Saartjes broer. Dirk is 4 jaar ouder dan Saartje en lijkt helemaal niet op haar. Hij is veel groter en breder. Saartje wil graag reizen en veel van de wereld zien, terwijl Dirk liever gewoon in Amsterdam blijft. Dirk wordt in het weeshuis meteen van Saartje gescheiden, dus zien ze elkaar niet vaak.
- Kobbetje (Jakob): Saartjes broertje. Aan het begin van het verhaal is hij 2,5 jaar oud en moet dus naar een minnemoei. Dat is een moeder die voor je zorgt voordat je naar het weeshuis mag. Voor het weeshuis moet je namelijk 4 jaar oud zijn. Als hij 4 jaar oud is, gaat hij naar het kinderhuis en als hij 11 is naar het jongenshuis.
- Buurvrouw Geraads: Zij was de buurvrouw van de familie Tadema en brengt Saartje en Dirk naar het weeshuis. Af en toe komt ze een keer op bezoek.
- Vrouw Alkemade:Zij is de binnenmoeder van het kinderhuis en zorgt dus voor alle kinderen. Ze is erg dik en breed. Ze vindt Saartje een enorm lastig, brutaal kind.
- Vrouw Groeneveldt: Zij is de binnenmoeder van het meisjeshuis. Saartje vindt haar heel aardig, maar vrouw Groeneveldt heeft gewoon veel geduld met Saartje.
- Meester Jansen: De leraar in het kinderhuis. Hij vindt Saartje een vervelend kind, omdat ze altijd heel veel wil leren.
- Liesbeth: Een gemeen meisje. Ze pest Saartje vaak en is ongeveer even oud als Saartje.
- Geesje: Zij wordt in het meisjeshuis de beste vriendin van Saartje. Ze is 4 jaar ouder, leergierig en houd net zoveel van lezen als Saartje.
- Klaas: Hij is de vriend van Dirk, maar gaat tot verdriet van Dirk met de VOC mee naar de Oost. Dirk is heel bezorgd over hem.
- Auke Jorritsma: Een blonde fries. Hij is schipper. Hij komt vaak bij de Herberg op de IJ langs. Hij is heel aardig en Saartje wordt verliefd op hem.
- Gerrit: Hij is een klant van de Herberg op de IJ. Hij schept altijd op over hoe goed hij Latijn kent, maar eigenlijk kent hij maar een paar woorden. Saartje mag hem niet.
- Willem en Elisa van Enkhuizen: Zij zijn de baas van de Herberg op de IJ. Saartje wordt daar dienstmeisje. Ze zijn heel aardig tegen Saartje en hebben ook een zoontje Kobus. Saartje mag heel vaak op hem passen en dat vindt ze heel leuk, omdat ze haar eigen broertje heel erg mist. Later krijgen ze ook nog een dochtertje, Roosje.
3. Waar speelt dit verhaal zich af:
Aan het begin van het boek in het kinderhuis van het Burgerweeshuis in Amsterdam. Daarna in het meisjeshuis en op het laatst in de Herberg op de IJ.
Af en toe ook in het jongenshuis, want dan wordt er iets vertelt over Dirk.
4. In welke tijd speelt dit boek zich af:
In de 17e eeuw. Dat staat er letterlijk in.
Samenvatting:
Als Saartje 7 jaar oud is gaat haar moeder dood, 10 maanden na de dood van haar vader. Saartje en haar broer Dirk van 11 zijn nu wees en moeten naar het Burgerweeshuis in Amsterdam. Hun kleine broertje Jakob is pas 2,5 en moet dus naar een minnemoei. Hun buurvrouw Geraads brengt Saartje en Dirk naar het Burgerweeshuis. Eenmaal aangekomen worden Dirk en Saartje meteen gescheiden. Saartje moet naar het kinderhuis en Dirk naar het jongenshuis.
Aan het begin kan Saartje maar moeilijk wennen. Ze heeft vroeger uit de boeken van Dirk al lezen, rekenen en schrijven geleerd, dus ze verveelt zich rot. Omdat ze zich verveelt vraagt ze de binnenmoeders en de leraren de oren van het hoofd met vragen die ze niet eens kunnen beantwoorden.
Saartje heeft geen vrienden. Alleen Pieter, maat die vertrekt al gauw naar het jongenshuis.Saartje werd eerst vaak gepest door Liesbeth. Maar die komt er gelukkig gauw achter dat tegen Saartje niets te beginnen is.
Op school is het een grote rommel. Er zijn veel te weinig leerboeken, schrijfvoorbeelden en pennen. Saartje komt er achter, dat meester Jansen al het geld wat hij krijgt van de regenten, zelf houdt. Als er weer een keer een regentes langs komt om te kijken of het goed verloopt, loopt Saartje naar haar toe en zorgt ervoor dat ze een nieuwe leraar krijgen. Meester Kabol is best aardig. Saartje maakt zich vaak druk over dat ze zo brutaal is en ze denkt dat het de duivel is die haar dat aandoet. Ze bidt zo vaak als ze kan en probeert zo weinig mogelijk te denken. Vrouw Alkemade zegt namelijk dat dat zondig is. Saartje had gehoopt dat er op school boeken waren, maar die waren er niet.
Saartje is heel blij als haar broertje Kobbetje op school komt. Maar Kobbetje herkent haar niet eens meer. Op een dag komt Vrouw Alkemade naar Saartje toe met de mededeling, dat ze nu ze 9 jaar is al naar het meisjeshuis mag. De normale leeftijd is 11 jaar, maar omdat de leraar Saartje niks meer bij kan leren mag ze al naar het meisjeshuis. Saartje is verdrietig, omdat ze nu haar broertje niet meer zo vaak zal zien. Ze gaat naar vrouw Alkemade en vraagt of ze nog even mag blijven, maar dat loopt uit op een felle discussie en iets later zit Saartje voor straf in de doodkamer. Daar roept ze de duivel op en gaat hard tekeer tegen hem. Ze vertelt hem dat hij haar zo brutaal maakt en dat hij alles doet. Moe van het schreeuwen tegen de Satan wordt ze na een tijdje uit de doodkamer gehaald. Ze moet meteen naar bed en na een paar dagen gaat ze dan toch naar het meisjeshuis. Gauw vindt ze daar een vriendin, Geesje. Geesje is net als Saartje ook leergierig en ze houdt ook veel van lezen. Saartje kan nu eindelijk boeken lezen. Al gauw heeft ze alle boeken al een paar keer gelezen. In het meisjeshuis is het best leuk, ze leert er naaien, breien en borduren. Saartje zoekt nooit meer contact met de duivel en als ze 15 is, mag ze eindelijk een keer met Geesje mee naar buiten een boodschap doen. Ze vindt het prachtig en zodra het even kan duikt ze de boekenwinkels in.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden