Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Saartje Tadema door Thea Beckman

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
Boekcover Saartje Tadema
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas vmbo | 1465 woorden
  • 18 november 2001
  • 28 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
28 keer beoordeeld

Boekcover Saartje Tadema
Shadow
Saartje Tadema door Thea Beckman
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Het verhaal speelt zich af in Nederland, Amsterdam. Het eerste gedeelte speelt zich af in het Burgerweeshuis(Het burgerweeshuis heeft de hoofdingang aan de Kalverstraat liggen verder aan de St Luciensteeg, die in 1634 werd gemaakt en het ligt aan de Nieuwezijds Voorburgwal, maar die kwam er pas in 1848 dus dat heeft Saartje niet meer meegemaakt en het tweede gedeelte speelt zich af op Herberg-op-het-IJ( Het Herberg-op-het-IJ staat op palen in de zee er komen voornamelijk zeelui). De hoofdpersoon is Saartje Tadema. Ze heeft een jonger broertje, Jakob die ze Kobbeltje noemt en een oudere broer die Dirk heet. Saartje zelf(over het uiterlijk is weinig te zeggen). Verder is er wel veel te zeggen over hoe ze is. Saartje is erg bijdehand en soms een beetje brutaal. Ze kan goed voor zich zelf zorgen en kan ook goed van zich af bijten. Ze is ook goed met haar mondje. Ze houdt erg van kinderen en kan er ook goed mee omgaan maar èèn ding is erg belangrijk. Ze is erg leergierig. Ze kan alle tafels al bijna als ze zeven is. Na twee lessen heeft ze alle schrijfvoorbeelden uit het lokaal overgeschreven, alle boeken die er te vinden zijn heeft ze al snel uit. De rekenboeken kent ze zelfs achterstevoren. Daardoor heeft ze eigenlijk geen vrienden, alleen in het begin Pieter. Hij is ook erg leergierig. Op de Herberg vindt ze het ook helemaal geweldig, ze is daar een van de slimste alleen Gerrit Cornelisz kan Latijn en weet net iets meer. Saartje heeft een hekel aan hem.Omdat hij haar wel leuk vindt en daardoor zijn handen niet thuis kan houden. Als Saartje, Dirk en Jakob hun ouders verliezen hun buurvrouw brengt hun naar het Burgerweeshuis. Jakob is nog te klein en blijft bij buurvrouw Geraads. Saartje gaat naar het Kindertehuis en Dirk naar het Jongenshuis waar ze leren werken op de VOC Werf. Saartje is op het Kindertehuis de beste leerling samen met Pieter. Pieter vertrekt al snel naar het jongenshuis. Saartje raakt in contact met een meisje uit het Meisjeshuis. Als Saartje negen is gaat ze naar het Meisjeshuis, eigenlijk is ze nog te jong, maar omdat ze zo slim is mag ze er alvast naartoe. Zo gaat haar leventje verder. Vanaf haar 16de mag ze naar de stad. Al snel gaat ze haar broer opzoeken op de VOC Werf wat ze wel vaker doet. Maar nu valt haar oog op een herberg die op palen staat. Zonder twijfels loopt ze naar binnen en vraagt om werk. Wat ze uiteindelijk krijgt.In de herberg zijn twee vaste gasten Hein en Gerrit, die haar wel leuk vindt maar zij hem niet. Daar ontdekt ze ook Auke de Vries. Op een dag vraagt hij aan Saartje of ze met hem wil trouwen en mee wil gaan naar Harlingen. Het boek is een historisch verhaal. Omdat het zich vroeger afspeelt. Ze heeft dit boek geschreven om kinderen die dit boek te lezen te laten zien hoe het was om in 1917 om een wees te zijn. Maar dan als je een kind was zoals Saartje. Ik denk dit omdat er ook veel wordt verteld over kleding, gewoontes en dergelijke zoals hoe iets eruitziet. Maar ik denk dat ze het boek ook geschreven heeft voor het vermaak. Het is beschrijvend, want: Citaat blz. 7 Het verhaal speelt zich af in Nederland, Amsterdam. Het eerste gedeelte speelt zich af in het Burgerweeshuis(Het burgerweeshuis heeft de hoofdingang aan de Kalverstraat liggen verder aan de St Luciensteeg, die in 1634 werd gemaakt en het ligt aan de Nieuwezijds Voorburgwal, maar die kwam er pas in 1848 dus dat heeft Saartje niet meer meegemaakt en het tweede gedeelte speelt zich af op Herberg-op-het-IJ( Het Herberg-op-het-IJ staat op palen in de zee er komen voornamelijk zeelui). De hoofdpersoon is Saartje Tadema. Ze heeft een jonger broertje, Jakob die ze Kobbeltje noemt en een oudere broer die Dirk heet. Saartje zelf(over het uiterlijk is weinig te zeggen). Verder is er wel veel te zeggen over hoe ze is. Saartje is erg bijdehand en soms een beetje brutaal. Ze kan goed voor zich zelf zorgen en kan ook goed van zich af bijten. Ze is ook goed met haar mondje. Ze houdt erg van kinderen en kan er ook goed mee omgaan maar èèn ding is erg belangrijk. Ze is erg leergierig. Ze kan alle tafels al bijna als ze zeven is. Na twee lessen heeft ze alle schrijfvoorbeelden uit het lokaal overgeschreven, alle boeken die er te vinden zijn heeft ze al snel uit. De rekenboeken kent ze zelfs achterstevoren. Daardoor heeft ze eigenlijk geen vrienden, alleen in het begin Pieter. Hij is ook erg leergierig. Op de Herberg vindt ze het ook helemaal geweldig, ze is daar een van de slimste alleen Gerrit Cornelisz kan Latijn en weet net iets meer. Saartje heeft een hekel aan hem.Omdat hij haar wel leuk vindt en daardoor zijn handen niet thuis kan houden. Als Saartje, Dirk en Jakob hun ouders verliezen hun buurvrouw brengt hun naar het Burgerweeshuis. Jakob is nog te klein en blijft bij buurvrouw Geraads. Saartje gaat naar het Kindertehuis en Dirk naar het Jongenshuis waar ze leren werken op de VOC Werf. Saartje is op het Kindertehuis de beste leerling samen met Pieter. Pieter vertrekt al snel naar het jongenshuis. Saartje raakt in contact met een meisje uit het Meisjeshuis. Als Saartje negen is gaat ze naar het Meisjeshuis, eigenlijk is ze nog te jong, maar omdat ze zo slim is mag ze er alvast naartoe. Zo gaat haar leventje verder. Vanaf haar 16de mag ze naar de stad. Al snel gaat ze haar broer opzoeken op de VOC Werf wat ze wel vaker doet. Maar nu valt haar oog op een herberg die op palen staat. Zonder twijfels loopt ze naar binnen en vraagt om werk. Wat ze uiteindelijk krijgt.In de herberg zijn twee vaste gasten Hein en Gerrit, die haar wel leuk vindt maar zij hem niet. Daar ontdekt ze ook Auke de Vries. Op een dag vraagt hij aan Saartje of ze met hem wil trouwen en mee wil gaan naar Harlingen. Het boek is een historisch verhaal. Omdat het zich vroeger afspeelt. Ze heeft dit boek geschreven om kinderen die dit boek te lezen te laten zien hoe het was om in 1917 om een wees te zijn. Maar dan als je een kind was zoals Saartje. Ik denk dit omdat er ook veel wordt verteld over kleding, gewoontes en dergelijke zoals hoe iets eruitziet. Maar ik denk dat ze het boek ook geschreven heeft voor het vermaak. Het is beschrijvend, want: Citaat blz. 7
”Saartje zei niets. Ze keek omhoog. Boven de dubbele deur van de Weeshuisingang ontdekte ze een gebeeldhouwde voorstelling, waar tussen nissen en krullen een achtal weeskinderen stond afgebeeld – vier jongens en vier meisjes. Ze hielden een ovale krans vast waarin een duif vloog: de Heilige Geest, die waakte over het huis. Daarboven het wapen van Amsterdam, natuurlijk met de keizerskroon erboven. Het zag er indrukwekkend uit. Onder de acht weeskinderen stond een gedicht geschilderd: Wy groeien vast in tal en last
Ons tweede Vaders klagen
Ay ga niet voort door deze poort
Of help een luttel dragen”
Het boek is ook boeiend, want: Citaat, blz. 179 ”Toen Saartje met een paar lege kroezen langs Gerrit’s tafel liep, greep hij haar bij de rok en hield haar tegen. Ho, ho, deerntje, waarom schenk je me niet nog eens in als ik daarom vraag? Moet ik me over je gaan beklagen? Woedend keek ze op hem neer. En toen zei ze , zo luid dat iedereen het kon horen: Ik schenk je niet in omdat je al twintig guldens bij ons in het krijt staat, Gerrit Cornelis. Betaal eerst je schulden maar eens. Er viel een benauwde stilte. Klanten hardop aanmanen, dat deed je niet in een gerenommeerde herberg. Krediet was in het Amsterdam van de achttiende eeuw nog altijd iets heiligs. Schulden maken deed bijna elke poorter en hij betaalde die wel op lange duur, dat hoorde tot de algemene zeden. Als iemand al eens moest worden gemaand, gebeurde dat onder vier ogen; men maakte er geen schandaal van. Voor Gerrit was de vernedering juist deze avond dubbel groot omdat hij zo hard had zitten opscheppen over zijn scholing. Hij werd bleek van kwaadheid. Wat weet jij ervan, meid? Ik wed dat je niet eens kunt rekenen.Saartje snoof minachtend. Tot twintig tellen kan ik nog wel, Gerrit Cornelisz. Als het moet zelfs in het engels. One, two, thee… De kerels om hen heen schaterden. Met hun vuisten trommelden ze hun bijval op de tafels. Ze is je baas, Gerrit. Tegen dat deerntje kun je toch niet op." Eigenlijk vond ik niks in het boek ongeloofwaardig onwaarschijnlijk. Alles wat er in staat kan waar zijn.

REACTIES

O.

O.

je uitreksel is er goed te gebruiken

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Saartje Tadema door Thea Beckman"