Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Robinson door Doeschka Meijsing

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover Robinson
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 4321 woorden
  • 26 maart 2005
  • 59 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
59 keer beoordeeld

Boekcover Robinson
Shadow

Het boek Robinson gaat over een zeventienjarige scholiere. De verhuizing van haar moeder, een kapiteinsvrouw, doet Robinson op een nieuwe school belanden. Tussen de personen om Robinson heen: haar grillige vriend Daniël, neef van de rector, haar alomtegenwoordige moeder, haar zorgeloze vader, de rector en een lerares van wie voor Robinson een grote fascinatie uit…

Het boek Robinson gaat over een zeventienjarige scholiere. De verhuizing van haar moeder, een kapiteinsvrouw, doet Robinson op een nieuwe school belanden. Tussen de personen om Rob…

Het boek Robinson gaat over een zeventienjarige scholiere. De verhuizing van haar moeder, een kapiteinsvrouw, doet Robinson op een nieuwe school belanden. Tussen de personen om Robinson heen: haar grillige vriend Daniël, neef van de rector, haar alomtegenwoordige moeder, haar zorgeloze vader, de rector en een lerares van wie voor Robinson een grote fascinatie uitgaat, ontwikkelt zich een intrige waar Robinson part noch deel aan heeft. Aan het eind van het boek blijkt Robinson geïsoleerd te staan. De neerslag van dit proces van isolering: het groeiend verdriet en de uitkristallisering daarvan in het gevoel van absolute eenzaamheid, vormt het hoofdbestanddeel van dit boek.

Robinson door Doeschka Meijsing
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Doeschka Meijsing Robinson Korte samenvatting Robinson verhuist naar een provinciehoofdstad in de buurt van de zee, daar komt ze twee weken later dan de rest op school. Maar de rector stelde haar gerust door te zeggen dat ze de achterstand zo had ingelopen. Bij haar in de klas zat een buitengewone jongen genaamd Daniël. Hij was het neefje van de rector, waar ze in zijn kamer Johanna Freida voor het eerst ontmoette. Daniël verzette zich altijd tegen het gezag en werd al snel een maatje van Robinson. In alle vrije tijd die ze hadden bestookte hij haar met verhalen over de duivel, heksen en andere zwarte aangelegenheden. Robinson's vader was een zeeman in hart en nieren, en al ver voordat hij terug kwam begon ze al met aftellen. Toen haar vader tegen de kerst aankwam, ging het mis. Tijdens het schaatsen had hij Al snel een oogje op Johanna Freida en zij op hem. Thuis aangekomen vond de moeder van Robinson het mutsje van Johanna Freida, ze vroeg van wie het was, en om ruzies of misverstanden te voorkomen zei Robinson maar dat het van haar was. Om te kijken of ze echt een affaire hadden volgde ze Johanna Freida een aantal malen van school naar huis, om het mutsje uiteindelijk aan haar terug te geven. Ze hoopte dit maal minder op de thuiskomst van haar vader dan anders. Rond Pasen was hij weer thuis en stelde voor om een tochtje te maken over het Ijsselmeer, hij, Robinson, Daniël en natuurlijk Johanna Freida. Het ging allemaal goed totdat Daniël begon te roepen dat Johanna Freida ontslagen was en dat ze best zou weten waarom. Hierop kreeg hij een klap en vloog hij overboord. Toen gebeurde alles in een stroomversnelling, Robinson moest 2 herexamens doen, Daniël was blijven zitten, Johanna Freida moest inderdaad haar spullen pakken. Dit kwam wederom door Daniël, die het voorval met haar en de vader van Robinson in geuren en kleuren aan de moeder van Robinson had verteld. Waarop zij gelijk naar de rector was gestapt. En aangezien hij toch al moeite had met Johanna Freida, vond hij dit rede genoeg om haar te ontslaan. De zomervakantie brengt Robinson dan in de bibliotheek door, met het oog op de herexamens die ze naar alle waarschijnlijkheid toch niet gaat halen. Op weg naar huis, ziet ze dat Johanna Freida haar spullen al aan het pakken is. Thuis aangekomen krijgt ze te horen dat Daniël vertrekt. Hij gaat naar zijn familie in Zwitserland en vroeg of Robinson hem uit kwam zwaaien. Dit deed ze en realiserende dat ze nu iedereen waar ze voor de tijd van ongeveer een jaar heeft opgetrokken kwijt is zag ze op weg naar huis een koperen muziekfanfare vertrekken, weg van waar zij stond, in een richting die zij ook graag was gegaan. Tijd Het verhaal is zo geschreven, dat het moment van de gebeurtenissen er niet zoveel toe doet, alleen maar in chronologisch opzicht. Al zou het dus nu of tien jaar geleden afspelen, het effect van de gebeurtenissen zou hetzelfde blijven. Maar als we het verhaal toch in een bepaalde tijd moeten plaatsen ga ik voor de jaren '70, omdat het verhaal rond deze tijd is geschreven en omdat op het einde 31 december 1975 wordt vermeld. De vertelde tijd is ongeveer een jaar, vanaf het begin van het schooljaar na de verhuizing van Robinson, tot het einde van de zomervakantie van het jaar daarop. De vertel tijd zal ongeveer even lang zijn als mijn leestijd, dus 4,5 uur, omdat de gebeurtenissen in dit werk niet het belangrijkste onderdeel vormen, maar meer de gevoelswijze van Robinson, en deze zijn moeilijker snel in beeld te zetten dan heftige actiescènes. Het verhaal is chronologisch verteld, omdat de gebeurtenissen zich na elkaar afspelen. Toch wordt er wel wat vermeld over het verleden, namelijk toen Robinson 5 jaar oud was, maar dit werd meer gebruikt om de personage van haar moeder neer te zetten.
Ruimte Het speelt zich in een provinciestad dichtbij zee. De belangrijkste plaatsen zijn hier de school, het station het huis van Robinson en de haven waar de vader van Robinson aanmeerde. Ook komt het Ijsselmeer en de plaats Hoorn erin voor. Het weer wordt telkens per jaargetijde beschreven, hierbij is het zo heet dat de mussen van het dak vallen in de zomer en is er sneeuw in de winter. Perspectief Hierbij wordt alles gezien door de ogen van Robinson, maar wordt er toch een bepaalde afstand gecreëerd. Dit is duidelijk te zien, aan het telkens terugkerende 'zei ze'. Spanning Er waren voor mij niet echt momenten dat ik nou echt spannend vond, maar als ik er dan toch momenten uit moet halen zijn het de onderstaande. Het wedstrijdje schaatsen op het ijs. Omdat hier een wedstrijd wordt beschreven is het altijd spannend wie er gaat winnen. Daniël riep dat Johanna Freida ontslagen was. Dit was een schreeuw tussen de bedrijven door en vooral omdat hij zei dat ze wel wist waarom, leek het net of je wat gemist had. Ook het dilemma met het mutsje van Johanna Freida was spannend, omdat er een hele spionage scène aan vooraf ging. De vertelwijze zorgde er eveneens voor dat er wat spanning gecreëerd werd wanneer Robinson zich moest melden bij de rector. Thema en Motieven Thema Het thema van het boek was overduidelijk isolatie. Robinson had namelijk niet veel vrienden en waande zich in een eigen wereldje, waarin ze zich plaatste op een eiland. Als dan je enige tijdverdrijf, haar 'vriend' Daniël, ook nog wegvalt, heb je geen poot meer om op te staan als je moeder je niet ziet staan en als je vader het overgrote deel van het jaar op zee zit. Motieven Dromen. Robinson keert herhaaldelijk terug in haar eigen belevingswereld en droomt dan over vanalles van begrippen als vuur tot hele scenario's. Verwijzingen naar de Klassieke tijd. Denk bijvoorbeeld aan Hannibal, het labyrint met de Minotaurus, de wrok (van Achilles). Deze elementen worden allemaal aangehaald om vergeleken te worden met de gebeurtenissen zoals zij ze ervaarde. Seizoenen. In het verhaal worden alle seizoenen aangehaald eventueel met wat weersomstandigheden en de specifieke vakanties (kerst en paasvakantie) die in die tijd vallen. Haar vader. Robinson stelde hem voor als zeerover en fantaseerde over allerlei omstandigheden waarmee haar vader te doen had, eveneens telde ze verschillende malen het aantal dagen af waarop ze op de terugkomst van haar vader moest wachten. Ook worden een aantal schipbreuken vermeld, waarvan ze hoopt dat die haar vader niet overkomen, zoals de Titanic. Verwarring. In het verhaal wordt de verwardheid die Robinson in haar greep heeft steeds groter, en ook elke keer weer wordt het aangehaald. Het mutsje. Er wordt erg geheim gedaan door Robinson over het mutsje van Johanna Freida. Ook het dilemma wat ze ermee moet doen, komt een aantal keren aan bod. Water. Water komt in alle vormen voor, ijs, sneeuw en kristal noem maar op. Dit niet alleen in tastbare zin maar ook figuurlijk, waardoor ze zoals het ware verstijfde net als water als het bevriest. Bovendien hebben we het zeewater en Ijsselmeer water nog, waar ze mee in aanraking komt. De gespreksstof van Daniël. Hij had telkens wel weer iets nieuws te vertellen, vaak over duivelse dingen, als de duivel zelf of heksen. Deze zette hij dan in een stelling om die vervolgens met voorbeelden zoals ze voorkwamen te bewijzen. Talen. Johanna Freida gaf Duits, er was van alles te doen in de buurt van de talenlokale, maar ook in figuurlijke zin werd de taal tussen personen naar voren gebracht. Knieën. Toen Robinson klein was, wilde ze haar trillingen van spanning overbrengen naar de knie van haar moeder. De knieën van de rector kraakten en Robinson stootte haar knie tegen de deur. Dit heeft dus iets te maken met angst. De rector. Daniël moest zich daar elke donderdag melden. Robinson was er ook 2 maal geweest, ontmoette daar Johanna Freida voor het eerst en de rector zorgde ervoor dat diezelfde Johanna Freida ontslagen werd, nadat hij op de hoogte was gesteld van de verhouding met de vader van Robinson, waardoor hij de familie van haar als gevaarlijk beschouwde. Personages Hoofdpersonages Robinson: Een 17 - jarig meisje dat eigenlijk een jongetje had moeten zijn als het aan haar vader gelegen had, en daarom ook maar met de mannelijke naam Robinson moest dragen. Ze voelt zich schuldig aan allerlei zaken waarbij de rector dit benadrukt, ondanks dat het zij er niets aan kon doen. Ze heeft ook weinig eigenwaarde en een geheel verkeerde instelling. Ze heeft namelijk last van het ' het lukt me niet'- syndroom. Dit komt naar voren als ze zelf verantwoordelijk is voor haar daden, denk bijvoorbeeld aan schoolexamens. Ze heeft een enorme fantasie en laat zich leiden door allerlei zelfbedachte dromen. Ze gaat het liefst confrontaties uit de weg (verraadde niets over mutsje van Johanna Freida) en gaat zelf eerst op onderzoek uit voor ze een beslissing neemt. Dit werd echter verbroken door Daniël, die haar zo in kon palmen dat ze toch samen naar bed waren gegaan. Ze was dus als het ware overgeleverd aan een tweede. Waardoor ze vaak het gevoel had of alles en iedereen in een complotje tegen haar werkte. Daniël Bierwolf: Ik noem hem ook een hoofdpersonage omdat hij de meeste invloed had op Robinson en omdat ze mede dankzij hem in een diep gat is gevallen. Hij had blauwe ogen met pikzwart haar, wat niet veel goeds voorspelt. Hij had grote overredingskracht en was een buitenbeentje. Hij was niet voor niets al van een andere school afgestuurd en moest hij zich elke donderdag om kwart over drie melden bij zijn oom de rector. Hij ging vaak huiswerk bij Robinson maken en had geregeld last van migraine aanvallen. Bovendien had hij veel lef, hij zorgde er namelijk in zijn eentje voor om een hele feestmiddag te verzieken door als travestiet op te treden en ook het boottochtje op het Ijsselmeer hielp hij naar de haaien. Zijn enthousiasme zat in een neerwaartse spiraal om uiteindelijk zijn geluk te beproeven bij zijn familie in Zwitserland.
Bijpersonages Johanna Freida: Ze gaf Duits op de school van Robinson. Ze was een sterk persoon en hield zich niet in voor een hogere autoriteit. Ze viel op de vader van Robinson en zorgde zo voor spanningen tussen Robinson en haar moeder, omdat Robinson het haar moeder niet wilde vertellen. Moeder van Robinson: Een good looking women, zelfbewust en zeker van haar zaak. Ze had niet echt oog voor Robinson en legde haar alleen het vuur aan de schenen toen ze al bijna was gezakt voor haar examen. Vader van Robinson: Werd door Robinson als een echte held / zeerover gezien en had er geen moeite mee zijn vrouw te misleiden. Verder is hij rustig en charmant. Hij zet zijn dochter echter wel tussen hete vuren dor een affaire aan te gaan met Johanna Freida. De rector: Een grijze man met alles in zijn omgeving in diezelfde kleur, van stropdas tot vulpen, alles om hem heen was grauw. Uit goed fatsoen nam hij zijn neef onder hoede en Daniël zorgde door zijn gedrag voor veel ellende en een groter schuldgevoel bij Robinson. Titel en Motto Titel Robinson is allereerst de hoofdpersonage uit het boek. Ze zegt zelf dat haar naam veelzeggend is, maar in werkelijkheid betekent haar naam niets meer dan een eiland in de oceaan, een windstilte, een uitzien naar demogelijkheid van terugkeer naar de geborgenheid. De titel zegt dus al wat over de hoofdpersoon, als hierbij verteld wordt dat ze eigenlijk een jongen had moeten zijn en dat haar vader op zee zat, is de link met de schipbreukeling Robinson Crusoe snel gelegd. Hij was namelijk ook iemand die eenzaam op een eiland zat en alleen de verhalen van zijn metgezel vrijdag ook kon horen en tegenspreken. De persoonlijke beoordeling Het onderwerp was wel aardig, maar toch begrijp ik niet dat als je ergens nieuw komt te wonen, dat je dan maar met 1 persoon uit je leeftijdscategorie omgaat. Daarom was het niet echt goed herkenbaar in mijn belevingswereld, omdat ik veel lol heb met eigenlijk iedereen die in de buurt staat. Ik heb er nog niet echt ooit over nagedacht over hoe het zou zijn als je alleen in de wereld staat, maar dat je geen vrienden hebt en ook niets eraan doet om relaties op te bouwen snap ik niet echt goed. Het onderwerp was naar mijn idee wat oppervlakkig, maar dat was meer omdat ik me niet echt goed in haar situatie kon inleven en omdat ik vaak een moment van een grote depressie zag als een deel wat bij iedereen wel eens voorkwam in plaats van dat het hoorde bij het begrip eenzaamheid. Ik had er zelf een schepje bovenop gegooid, ik had Robinson tot het randje van niet meer willen leven laten zinken, maar dat is meer, omdat ik er eigenlijk dat van had verwacht. De opbouw was goed te volgen, doordat het chronologisch werd verteld, haalde je namelijk niet snel dingen of gebeurtenissen door elkaar. Ik heb alles wel kunnen lezen, alleen vond ik het begin niet echt spannend. Het taalgebruik en de zinsbouw waren goed te begrijpen, en bovenal niet ingewikkeld. Het meeste hiervan was zo beschreven dat ik er een aardige voorstelling van kon maken. Wat wel jammer was, was het niet aan de orde komen van dialogen, omdat alles eigenlijk vanuit 1 persoon verteld werd, kwam het dialoog niet aan bod. Het einde zal ik onthouden, omdat het was alsof je hele wereld stukje bij beetje uit elkaar viel, dat alles steeds grauwer werd en je uiteindelijk op jezelf stond om er iets aan te doen. Citaten: Bij deze speciale opdracht ga ik de relatie tussen Daniël en Robinson onderzoeken dmv citaten. Hierbij toon ik steeds aan wat Robinson van Daniël vindt. Citaat 1, blz 14. “Ze keek tersluiks van opzij naar hem. Hij zag er niet uit als een held. Daarvoor was zijn gezicht te bleek en te mager bij dat zwarte haar. Hij was ook geen held, hij was een jongen die om onbegrijpelijke redenen de klas verliet.” Hier kende Robinson Daniël nog niet. Echt positief is het niet. Citaat 2, blz 18. “Daniël liep op de nieuwe school rond als een held die op een afstand moest worden gehouden, als een getekende die leraren het hoofd insloeg of krankzinnig maakte, een onberekenbare zwartkop van wie men nog moest zien of hij getemd kon worden” Hieruit maak ik op dat zij hem zelf ook ziet als iemand die leraren het hoofd inslaat of krankzinnig maakt. Hier was ze zeker niet positief over Daniël. Citaat 3, blz 18. “Daniël koesterde altijd kwade gedachte” Ze denkt dat Daniël altijd kwade gedachten koestert. Dit is negatief over Daniël. Citaat 4, blz 19. “Wie weet hield hij zich koest in afwachting van de grote slag die geslagen kon worden. Want vertrouwen deed Robinson hem niet. Daarvoor waren zijn ogen te licht bij al dat donkere haar. Daar moest narigheid van komen. Zwart haar en lichtblauwe ogen, daar was het evenwicht zoek. Daar had de duivel mee gespeeld.” Dat Robinson hem niet vertrouwd, dat deels door het uiterlijk komt, is niet positief! Citaat 5, blz 19. “Ze herademde als Daniël niet op school was. Even hoefde ze dan geen tirade aan te horen over het schoolsysteem, de politiek of de domheid in het algemeen. Bleef hij langer dan een dag weg, dan begon ze zich te vervelen en uit te kijken naar zijn terugkeer om hem een volgende vraag te stellen over paradijzen, gevallen engelen, licht en duisternis. Of over schuld bijvoorbeeld.” Hier is ze in het begin negatief over Daniël, maar aan het einde zie je dat Robinson hem begint te missen als hij langer weg blijft als één dag. Citaat 6, blz 21. “School er zoveel kwaad in Daniël dat de rector hem in de gaten hield alsof het dag en nacht donderdag kwart over drie was? Het leek Robinson overdreven. Daniël deed geen vlieg kwaad en ook zijn zielenheil kon nauwelijks gevaar lopen bij een zo oppervlakkig en gebrekkig geloof in duivels-als-metaforen.” In deze citaat komt ze in het begin twijfelend over, maar dan begint ze het voor Daniël op te nemen. Dit is positief dus. Citaat 7{dialoog tussen Robinson en moeder}, blz 22. “ ’het is me een raadsel waarom je altijd alles achterhoudt. Alsof wat je doet het daglicht niet kan verdragen. Het is heel normaal om verliefd te zijn.’ ‘Maar ik ben niet verliefd,’ zei Robinson en begon van verbazing te glimlachen. ‘Waarom vertel je die doodgewone zaken die elk meisje overkomen niet gewoon aan je moeder. Weet je wel dat je daar een moeder voor hebt?’ ‘Ik ben niet verliefd,’ herhaalde Robinson zonder die verbaasde glimlach te onderdrukken.” Er staat hier niet echt iets in dat positief of negatief is voor Daniël. Maar als je nagaat dat Robinson der moeder denkt dat ze wat heeft met Daniël, dan zou de relatie tussen die twee aardig goed gaan. Citaat 8, {brief naar de vader van Robinson}, blz 27. “En ten slotte moest haar vader weten dat ze niet verliefd was, wat haar moeder ook beweerde, ze dacht er niet aan, ze was, lieve papa, ze was niet verliefd.” In deze brief voor haar vader verteld ze dat ze niet verliefd is op Daniël. Of dit echt zo is, het zelf niet weet, of ontkent is maar de vraag. Citaat 9, blz 30. “Daniël was een schoolkameraad, meer niet en wie daar wat achter wilde zoeken kon naar de hel lopen.” Ze voelt ze behoorlijk aangevallen dat iedereen er wat achter zoekt. Dit zegt alleen maar dat ze het goed met elkaar kunnen vinden. Citaat 10, blz 31. “Het was allemaal hoogst opwindend en Robinson liet zich leiden door een opgewonden Daniël.” Uit deze citaat kan je halen dat Robinson zich laat leiden door Daniël. Dit is alleen mogelijk als ze het goed met elkaar kunnen vinden. Citaat 11, blz 32. “Robinson schudde langzaam en ongelovig het hoofd. Maar Daniël juichte opgetogen: ‘Ja, ja, Johanna Freida, hoe vind je dat?’ Daar had Robinson niet van terug. Vooral niet omdat ze een boosaardige jaloezie tegen Daniël voelde opkomen. Natuurlijk had hij het volste recht dergelijke initiatieven te ontplooien. Maar waarom haar er niet in betrokken? Tenslotte was zij het geweest die hem op de onrust in school en dus indirect op Johanna Freida geattendeerd had. Ze begon hevig te wensen dat hij voor de uitvoering een zware bronchitis zou oplopen. Die dag ontliep ze hem na school. Maar Daniël liep geen verkoudheid op en neuriede de hele dag geheimzinnige melodieën door zijn neus en was in onverwoestbaar humeur.” Je leest hier dat Robinson het door de jaloezie een stuk slechter met Daniël kan vinden dan eerder. Ik denk dat ze zich ook buitengesloten voelde door Daniël en dat vindt zij niet kunnen als goede vrienden. Citaat 12, {dialoog tussen Robinson en moeder}, blz 36. “ ‘Bezoek? Wie?’ ‘Daniël Bierwolf,’ zei haar moeder en toen Robinson snel uit bed gleed en in haar kleren schoot, besloot ze toch maar op de rand van het bed plaats te nemen. ‘Ik moet zeggen dat je smaak me meevalt, het is een heel aardige jongen en manieren heeft hij ook.’ ‘Hm,’ zei Robinson en trok een knoop uit haar haren. ‘Ik heb me wel eens zorgen gemaakt dat je nooit een vriendje mee naar huis nam, Robinson, al zei je vader ook steeds dat dat z’n tijd nodig had. Hij zal ook heel tevreden zijn met deze jongen. Je moet hem de volgende week eens uitnodigen als je vader thuis is.’ Robinson dacht: hij komt er niet meer in, daar beginnen we niet aan.” Het feit dat ze snel uit bed kwam lijkt erop dat het goed zit tussen Daniël en Robinson. Citaat 13, blz 38. “Toen ze de straat overstaken om aan te bellen, gaf Daniël haar een arm. De etalageruit van de boekwinkel waarboven ze woonde weerspiegelde hen, een aangenaam paar. Alles leek Robinson helder en vrolijk, de lucht tintelde van verwachting. Daniëls lichte stap naast haar getuigde van eenzelfde uitbundigheid. Hij keek haar aan met zijn lichte ogen en knipoogde. Ze knipoogde stralend terug. Misschien was ze wel verliefd.” Hierin lees je duidelijk dat het heel erg goed gaat tussen hen. Vooral dat ze er vooruit komt dat ze misschien wel verliefd is, is een positief signaal. Citaat 14, {dialoog tussen Robinson en vader}, blz 45/46. “ ‘Je moeder vertelde me dat je een vriend hebt?’ Robinson lachte en ging op een groot houtblok zitten. ‘Eigenlijk meer een schoolkameraad,’ zei ze, ‘maar we trekken wel veel samen op, ja.’ ‘Hm,’ zei haar vader, ‘ik vind alles best, als je maar voorzichtig bent. Je weet toch van die dingen af?’ vroeg hij, plotseling zichtbaar verlegen. ‘O ja,’ stelde Robinson hem gerust. ‘Maar zo hecht is de vriendschap nou niet bepaald.’ Ze glimlachte bij zichzelf.” In dit dialoog van vader tot dochter weet je niet precies of ze volkomen de waarheid spreekt of het gewenste antwoord geeft. Sowieso is de band met Daniël goed. Citaat 15, blz 56. “Ze rilde en concentreerde zich op Daniëls gemopper naast haar. Er was iets niet in orde met Daniël. Na de schaatspartij in de kerstvakantie had ze hem niet meer gezien totdat de school weer begon.” Dat ze hem niet meer had gezien na de schaatspartij verteld geen goeds. En dat volgens mij iets niet in orde is met Daniël al helemaal niet! Citaat 16, blz 56. “Geen week verder liepen Daniël en Robinson weer in alle rust samen op tijdens de pauzes. Maar er ontbrak iets. Zijn enthousiasme was weg. Hij leek ontevreden en in zichzelf gekeerd en zijn invallen die de boel altijd verlevendigd hadden bleven uit.” Dit fragment lijkt op citaat nummer 15. Alleen lijkt die (citaat nummer 16) op de uitbreiding van citaat nummer 15. Volgens haar is Daniël zijn enthousiasme weg. En dat was wel een van de karaktertrekjes waarvoor Robinson viel. Citaat 17, blz 58. “Tot haar verbazing leek Daniël in een goede stemming, zoals ze de laatste tijd niet van hem kende. Zijn ogen straalde helder blauw, hij lachte en gebaarde als vroeger.” Hier zie je dat het beter gaat. Hij lachte en gebaarde weer als vroeger. Citaat 18, blz 58/59. “Hij begon aarzelend met een zin die nog wel iets had kunnen worden, opende toen zijn ogen en keek haar stralend aan. Hij vroeg of ze wel eens met iemand naar bed was geweest. Robinson had alles verwacht behalve dit en schoot in de lach. Maar op dat moment had ze er nog geen idee van dat het die middag zou gebeuren, dat Daniël zo’n overredingskracht bezat dat ze er werkelijk toe kwam zich uit te kleden en met hem op haar bed te gaan liggen, hem te strelen alsof ze dat al jaren gedaan had. Het was een ander die voor Robinson speelde, dat was ze zich al die tijd bewust. Zijzelf was wel in deze kamer aanwezig, maar als lucht, als een schim die naar zichzelf kon kijken, terwijl ze daar met Daniël lag en lief voor hem was alsof ze alle ervaring van de wereld had in plaats van de herinnering aan wat incidentele en stiekeme handelingen in parken en garages van de hoofdstad. Alles leek vanzelfsprekend, maar in een hoekje van haar gedachten wist ze dat het dat niet was, dat het te gek om los te lopen was, dat dit nooit de bedoeling kon zijn van alle verwarrende gebeurtenissen de laatste weken. En toch was het Daniëls hoofd aan haar schouder en was Daniëls warmte tussen haar benen genoeg om haar door te laten gaan, totdat hij omstandig en onhandig op haar klaarkwam. Ze had alles verwacht, maar niet dat een uitgeputte Daniël op haar borst in snikken zou uitbarsten.” Aan de ene kant lijkt de band tussen hen erg goed. Want dat hoort zo te zijn als je gemeenschap met elkaar hebt. Maar het lijkt alsof ze dit helemaal niet had gewild en dat kan er voor zorgen dat de relatie tussen hen kappot zal gaan. Citaat 19, blz 60/61. “Het duurde een week voordat Robinson en besluit had genomen. In die week ontliep ze Daniël. Ze lette niet op hem als hij in de klas haar aandacht probeerde te trekken; in de pauzes verdween ze snel in de wirwar van leerlingen, waar hij haar niet kon bereiken.” Het gaat erg slecht tussen Daniël en Robinson, want ze probeerde hem steeds te ontlopen. Citaat 20, blz 65. “Geen groter kwaad dan Daniël zelf, die zo aan haar oor orakelde dat ze zelf in een zuigende stilte terechtkwam, waarin nog heel weinig dingen stonden die ze herkende als van haarzelf.” Ze praat over Daniël alsof hij een grote kwaadheid is. Dit is behoorlijk negatief. Citaat 21, blz 76. “ ‘Van Daniël zul je geen last meer hebben. Hij is blijven zitten. Jullie hebben het allebei verprutst.’ Ze onderdrukte de neiging om schamper te lachen. Geen last van Daniël. Hij was in staat haar tot aan zijn pensioen lastig te vallen, ook al zat hij een klas lager.” Ze heeft het hier over lastig vallen, de relatie tussen hen twee is dus niet zo vrolijk meer. Citaat 22, blz 79. “Ze zou nog bij hem blijven totdat de trein vertrok. Daarna wilde ze hem nooit meer zien. Ze haatte hem zo vreselijk. Ze wilde nog te weten komen wat hij wist en wat hij gedaan had. Daarna zou ze hem laten vallen, verbannen uit haar gedachten. Ze zou hem vergeten. Het zou zijn alsof hij nooit bestaan had. Want hij had al te veel haar eerste jaar in deze stad bepaald.” Ze vertelt hierin dat ze hem haat, en dat ze hem zal laten vallen en dat ze doet alsof hij nooit bestaan heeft. Dit wijst erop dat de relatie die ze hadden helemaal kappot is gegaan.

REACTIES

S.

S.

Echt een top verslag!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Robinson door Doeschka Meijsing"