1) Zakelijke gegevens: a) Doeschka Meijsing
b) Robinson, Salamander, Amsterdam, 1988, 116 blz. (eerste druk 1976) c) Roman 2) Eerste reactie: a) Keuze: ik heb dit werk niet gekozen, we hebben dit boek in de klas gelezen, onze leraar had dit boek uitgezocht. b) Inhoud: ik vond het boek niet echt leuk omdat er geen leuk verhaal inzit en geen goed einde in zit. De zinnen waren soms wel erg lang. 3) Verdieping: a) Je ziet het verhaal door de ogen van Robinson, maar soms is er ook iemand anders aan het woord. Maar de hoofdpersoon in Robinson. In totaal komen er vijf personen voor die belangrijk zijn. Dat zijn Robinson, Daniël Bierwolf, Robinsons moeders, Robinsons vader, en Johanna Freida. Het verhaal speelt zich af in 1 school jaar. Het loopt van vakantie naar vakantie, en af en toe een stukje in de school. Robinson leert zichzelf en haar plaats in de wereld kennen. Robinson blijft aan het einde van het schooljaar zitten, ze heeft dan nog wel twee herexamens maar ze weet al zeker dat ze daar niet voor zal slagen. b) 1) schrijfstijl: beeldend taalgebruik, lange zinnen 2) de ruimte: het speelt zich af in de school (het glazen gebouw, het aquarium) en in haar huis, en buiten. En op het laatst ook nog een klein stukje in de bibliotheek. de stad waar het verhaal zich afspeelt, wordt niet genoemd: het ligt in een provincie vlakbij de zee.
3) de verhaalfiguren: Robinson: zij is de hoofdpersoon in het verhaal. Ze maakt zich om alles druk. Ze denkt dat haar ouders liever een zoon hadden gehad, ze voelt zich schuldig vanwege haar bemoeizuchtige moeder en ze denkt dat ze schuld heeft aan de relatie tussen haar vader en de lerares Duits. Robinsons moeder: Ze is een knappe vrouw, ze houdt niet meer van haar man, maar ze blijft toch bij hem. Ze kan het niet zo heel goed vinden met Robinson. Robinsons vader: hij is de grote held van Robinson, en is vaak van huis omdat hij kapitein is op een schip. Daniël Bierwolf: hij is Robinsons maatje. Hij is het neefje van de rector en een lastige jongen. Hij wil soms over dingen praten waar Robinson helemaal niet in geïnteresseerd is. Robinson krijgt in de loop van het verhaal steeds meer een hekel aan hem. Johanna Freida: zij is de lerares Duits van Robinson en Daniël, en krijgt een relatie met de vader van Robinson. 4) de situaties: Robinson voelt zich vaak eenzaam, haar naam verwijst naar Robinson Crusoë. Eenzaamheid komt dus voor. Enkele andere situaties zijn: overspel, vaderbinding, groei naar volwassenheid, liefde-haat verhouding van Robinson en Daniël, het schoolleven, en jaloezie. 5) de vertelwijze: Personale vertelsituatie, het verhaal wordt door de ogen van Robinson gezien. c) hoofdgedachte: Eenzaamheid: Robinson voelt zich vaak eenzaam, haar naam verwijst naar Robinson Crusoë en ze voelt zich ook alsof ze op een onbewoond eiland zit. In dat thema passen 2 begrippen: water en ijs. Water heeft te maken met de zee, en daarin voel je je vaak eenzaam. IJs, dat wordt vaak gebruikt in het boek, de schaatsbaan, het mutsje van Johanna Freida, en naar de natuurkundeles. De titel is Robinson, zij is de hoofdpersoon, het thema is eenzaamheid, en zij voelt zich eenzaam, de titel en het thema zijn nauw met elkaar verbonden. d) het werk is voor het eerst gepubliceerd in 1976. Schrijver: Maria Johanna (Doeschka) Meijsing: geboren in 1947 in Eindhoven. Ze heeft literatuurwetenschappen en Nederlands in Amsterdam gestudeerd. En ze is enkele jaren lerares geweest. Ze heeft de Multatuliprijs gewonnen in 1981. Dit werk is typerend voor Doeschka Meijsing. 4) Beoordeling: 1) het verhaal was eigenlijk op sommige momenten wel spannend, bijvoorbeeld toen Daniël ging zingen, je wacht dan af hoe iedereen reageert. 2) Het stuk als Daniël gaat zingen in de aula van school spreekt mij wel aan, daar kon ik ook wel om lachen, je vraagt je dan ook af hoe de rest zal reageren. 3) Het verhaal was soms te gedetailleerd, dan ging het te lang over hetzelfde onderwerp of over dezelfde gebeurtenis, dat maakt het verhaal soms langdradig en saai. 4) Ik ken geen film of boek dat je met dit thema zou kunnen vergelijken. 5) Het thema is een herkenbaar probleem, veel jongeren voelen zich eenzaam. Het is een verhaal wat realistisch lijkt, het zou zich nu kunnen afspelen. 6) Het taalgebruik was moeilijk omdat er soms erg lange zinnen en soms ook moeilijke woorden in voorkwamen. 7) Ik vond het verhaal wel heel leuk, maar soms ook een beetje te langdradig, en ik vond het einde niet zo heel erg leuk omdat het niet echt een einde heeft. 8) Ja, het is een interessant thema, en daarom zou je dit boek eens moeten lezen. 9) Ik kan geen recensie vinden van dit verhaal.