Rico's vleugels door Rascha Peper

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
Boekcover Rico's vleugels
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 5191 woorden
  • 2 maart 2002
  • 188 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
188 keer beoordeeld

Boekcover Rico's vleugels
Shadow
Rico's vleugels door Rascha Peper
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Kennismaking met het boek. Titel: Rico’s vleugels
Auteur: Rasha Peper
Genre: Psychologische roman
Uitgever: Wolters-Noordhoff, Groningen, Grote Lijsters 2001, eerste druk. (Oorspronkelijke uitgever: Contact, Amsterdam 1993.) Pagina’s: 207
Hoofdstukken: 12
Motto: niet aanwezig
Opdracht: niet aanwezig
Eerste zin: “Onder aan het plankier van het strandpaviljoen stond Rico Gabrieli bewegingen te maken die veel van halteroefeningen weg hadden.”. Laatste zin: “Hij begreep zulke passies niet en ze joegen hem angst aan, ze waren de oorzaak van alle onheil dat nu over hem afgeroepen was… maar turend naar de glimlach op het stille gezicht voor hem zag hij hier, aan het duistere Noordzeestrand, in één kort ogenblik, op het punt van breken, hun grootheid.”. Eerste indruk van het boek. Toen wij de Grote Lijsters 2001 van school ontvingen en ik de boeken eens globaal ging bekijken sprak “Rico’s vleugels” mij al aan vanwege de achterkant. Ik was erg nieuwsgierig naar de passie die Rico opwekte bij Eduard Rochèl. Ik ben het boek bijna onmiddellijk gaan lezen en mijn reactie was na een paar hoofdstukken al positief. Ik was bang dat het een zwaar en dramatisch boek zou worden maar dat viel gelukkig erg mee. Ik las er lekker doorheen en begon met plezier aan een volgend hoofdstuk. Toen ik het boek uithad, en dit zal misschien raar klinken, wilde ik er graag een boekverslag van maken. Dit mede omdat ik doorhad dat het boek helemaal vol zit met allerlei verwijzingen, opmerkingen met een dubbele bodem en motieven. D.m.v. het maken van een boekverslag kun je het verhaal helemaal uitpluizen en vooral bij een boek als “Rico’s vleugels” is dit erg leuk om te doen.
Inhoud en techniek van de schrijver. Korte inhoud: Het rijke echtpaar Eduard en Cecile Rochèl leeft uitsluitend voor hun schelpencollectie – zo lijkt het althans. Totdat de veertienjarige brommerfanaat Rico Gabrieli opduikt en de zwijgzame Eduard tot een passie weet te brengen waaraan deze zich met huid en haar overlevert, Rochèls allesverterende verliefdheid voor Rico heeft dramatische gevolgen. Die zijn zó dramatisch dat Eduard er uiteindelijk, vreemd genoeg voldaan, aan sterft. Lange inhoud: Schelpen zijn het belangrijkste in het leven van het echtpaar Eduard en Cecile Rochèl. Ze kunnen niet zonder hun uitvoerige collectie. Vooral voor Cecile zijn ze niet weg te denken uit haar leven, ze stelt dan ook alles in het werk om de schelpen een zo goed mogelijk onderkomen te bezorgen. Aan het begin van hun huwelijk waren ze naar de Filippijnen verhuisd, om daar hun verdere leven aan de schelpen te wijden en hun collectie uit te breiden. Maar door de politieke onrust in dat land en de voortdurende aanslagen, vindt Cecile het verstandiger om hun duizenden schelpen in te schepen en naar Nederland terug te gaan, om ze daar over te dragen aan het Seba-instituut. Dat museum wil de schelpen dolgraag hebben, want de verzameling staat bekend als de grootste en meest uitgebreide collectie. De schelpen waarvan men voorheen nog dacht dat er maar één exemplaar gevonden was, daar hebben de Rochèls er wel acht van in hun bezit. De Rochèls zijn met hun schelpen naar Nederland gekomen om ze daar nog één keer allemaal na te kijken en alle feiten per schelp op een rij te zetten. Eduard heeft ook een passende uitleg voor hun achternaam: ‘Kijk, in Rochèl zit “roche, rochelle, rotsje”, dat staat voor de harde buitenkant, de schaal. Maar laat je het accentje weg, rochel, dan heb je het glibberige schelpdier, als we aan de slakken denken tenminste!’ (pag. 34) Ernst Bol, malacoloog (weekdierkundige), is belast met de overdracht. Hij moet voor een rustig, aan zee gelegen huis voor de Rochèls zorgen waar niemand komt, zo luidden de eisen van Cecile. Cecile krijgt haar zin; de schelpen kunnen nog een keer nagekeken worden in een prima boerderij aan zee. Maar dan wordt de zus van Cecile, Titia, plotseling ziek. Zij woont in Frankrijk en heeft waarschijnlijk niet lang meer te leven. Cecile zit met een probleem: ze kan haar schelpen toch niet onbeheerd achterlaten? Eduard (in het boek ook wel Rochèl genoemd) durft ze niet alleen te laten met de schelpen, want ze wil het liever allemaal zelf doen. Ernst Bol belooft haar een hulpje in te schakelen, dat Rochèl dan tijdens de afwezigheid van Cecile kan helpen met de schelpen. Cecile eist dat het geen student is, want ‘die kunnen nooit ergens voorzichtig mee omgaan.’ Bol zweert dat het allemaal wel in orde komt en is opgelucht als Cecile eindelijk weg is. Hij heeft het niet zo op haar, hij vindt haar veel te druk. Rochèl daarentegen is veel rustiger, daar valt tenminste fatsoenlijk mee te praten, is de mening van Ernst Bol. Dat hulpje wordt de veertienjarige Rico Gabrieli, een spijbelend crimineeltje. Op een woensdag avond komt Bol hem tegen als hij met een kapotte auto langs de zandweg die naar het huis van de Rochèls leidt, staat. Rico komt aangereden op zijn tot Harley omgebouwde Yahama. Rico, die doet voorkomen dat hij bijna zestien is, helpt hem uit de brand. Bol vindt dat hij wel geschikt is voor dat baantje en bied het Rico aan. Hij slikt regelmatig XTC, dat geeft hem vleugels, hij raakt er mee los van de aarde. Hij vindt het aanbod van Bol dus erg aantrekkelijk omdat hij altijd geld nodig heeft. Voor honderd gulden per dag mag Rico Rochèl helpen met het doornemen van de schelpen. Rico mag de schelpen inpakken en in dozen doen. Rochèl heeft echter een verleden waar Cecile niet graag over praat. Als Bol haar dan ook over de telefoon meedeelt dat Rochèl in gezelschap is van een jongen, schrikt Cecile er van, maar wil niet zeggen wat daar mis mee is. Bol begrijpt het niet en legt het naast zich neer. Maar hij komt er uiteindelijk toch achter dat Rochèl ooit een affaire met een jongen heeft gehad. Opeens is alles hem duidelijk. Bol weet niet meer wat hij moet doen, hij hoopt maar dat Rico snel genoeg krijgt van zijn baantje. Rico vindt het nog best wel leuk bij Rochèl, terwijl hij er eerst niet zo’n zin in had. Rochèl kan heel boeiend vertellen over de schelpen en weet veel verhalen van hun leven op de Filippijnen. Rico leert veel over de schelpen en vertelt die verhalen ook aan zijn vrienden Krokewit, Zafer en Dijk. Die vinden hem maar gek dat hij elke dag met dat mooie weer bij die oude man schelpjes gaat zitten inpakken. Zij hebben liever dat Rico weer eens wat XTC koopt. Ze willen ook van hem weten of er nog wat te jatten valt in dat huis. Maar Rico vertelt hen dat dat niet zo is. Hij wil die oude man beschermen en er ís gewoonweg niets te jatten in dat huis. Rochèl vindt het gezelschap van Rico heel wat gezelliger dan dat van Cecile. Rico wil van alles weten en is niet zo’n muggenzifter als Cecile. Hij krijgt van Rico tenminste aandacht. Naarmate de twee vaker bij elkaar zijn, begint Rochèl toch meer te voelen voor Rico dan gewone vriendschap. ‘Dat dr. Bol de hele dag wegbleef en hij Rico de hele lieve, lange dag voor zichzelf had! En God geve ook de dinsdag! Verder durfde hij niet te denken.’ (pag. 107). Rochèl wordt verliefd op de jongen. Hij probeert op alle mogelijke manieren de aandacht van Rico te trekken, zonder dat het opvalt. Rochèl geeft hem bijvoorbeeld een schelp cadeau. En wel de Conus marmorus Linné, de zogenaamde Rembrandtsschelp. Schelpen zijn het symbool van de liefde. Niet voor niets draagt de liefdesgodin Venus altijd een schelp bij zich. Rico merkt wel dat Rochèl af en toe wat naar hem zit te kijken, maar hij schenkt er geen aandacht aan. ‘Die man keek nou eenmaal zo.’ (pag. 112). Rochèl vindt elke dag langer met Rico weer een geschenk uit de hemel. Rico begint langzamerhand te merken dat Rochèl meer voor hem voelt dan dat hij in eerste instantie dacht. Rochèl haalt allerlei lekkere dingen in huis (zoals gestampte muisjes), betaalt hem te veel uit en laat hem overwerken voor nóg meer geld. Rico weet niet wat hij nu moet doen. In het verhaal blijft het onduidelijk wat Rico nou precies voelt voor Rochèl. Hij kan er nu natuurlijk gebruik van maken door de man te chanteren voor meer geld. Maar hij twijfelt daaraan. Verliefd op Rochèl is Rico niet. Hij vindt hem wel aardig, maar dan normaal aardig. ‘Maar was deze oude man met z’n honderdduizend schelpen een flikker? Dat was idioot! (…) En bovendien was-ie getrouwd!’ (pag. 147). Rico stelt voor om met de Rochèls mee naar de Filippijnen te gaan. Hij belooft alles te zullen doen. Rochèl wil niets liever, maar denkt dat Cecile het niets vindt, zij zit nog steeds met de vroegere relatie van Rochèl. Cecile is nog steeds erg van streek door de verhouding die Rochèl vroeger met een Tunesische jongen heeft gehad. De avances van Rochèl worden wel erg duidelijk en Rico laat merken dat hij het niet erg vindt. Rochèl profiteert hiervan en gaat steeds verder. Uiteindelijk probeert hij Rico het bed in te krijgen, maar het komt er maar niet van. Dan weer komt Bol op bezoek, een andere keer is het de werkster: ‘Zelden had Rochèl iemand zo fel gehaat als degene die daar aanbelde.’ (pag. 186). Rico geeft toe aan de toenaderingspogingen van Rochèl, maar wacht met spanning af wat er allemaal gaat gebeuren. Want dan komt Cecile onverwacht thuis. Titia was in een coma geraakt en had haar aandacht dus nu niet nodig. Ze voelt dat er iets niet klopt. Rochèl is met zijn gedachten ver weg en hij is geschrokken van Ceciles plotselinge terugkomst. Cecile brengt Rochèl naar bed en ondertussen stuurt ze Rico terug naar huis met de mededeling dat hij niet meer terug hoeft te komen. Rico pikt dat niet, want hij zou nog de hele week blijven werken. Het excuus dat Rochèl niet zo lekker is, gelooft hij niet. Hij laat zich niet zomaar naar huis sturen. Rico maakt Cecile voor van alles uit. Hij wordt ook nog beschuldigd van het feit dat hij Rochèl heeft lastiggevallen. ‘“ Lastig-valt?” hijgde Rico. “Nou wordt-ie helemaal mooi! Ik hém lastigvallen?! Laat ‘em zelf zijn poten thuis houwen!” Hij bedreigt haar met zijn stiletto. Rico gaat weg en Cecile gaat terug naar Rochèl. Hij wil weten waar Rico is. Als Cecile vertelt dat hij weg is, wordt Rochèl boos. Hij gaat er vandoor om Rico te zoeken. Als Cecile merkt dat Rochèl weg is, gaat ze hem in het dorp zoeken. Als ze hem onder de luifel van een souvenirwinkeltje vindt, neemt ze hem mee terug naar huis. Rico gaat intussen naar zijn vrienden en neemt wat XTC-pillen. Daar krijgt hij allerlei waandenkbeelden van. Hij beraadt zich daarna een plan om weer naar de Rochèls toe te gaan. Hij is woedend op Cecile. ‘Toen waren er verhalen en beloften… dromen over geld en avontuur en een nieuw land. Nu was hij buitengesloten, eruitgegooid, verstoten, van het ene moment op het andere door die heks gedumpt als een paar afgetrapte schoenen.‘ (pag. 220). In een vlaag van verstandsverbijstering steekt hij het huis in brand. Rochèl heeft het gevoel dat dit het werk van Rico is en vlucht naar buiten om hem te zien. Maar Rico is woedend en steekt hem in zijn maag. Rico vlucht en Rochèl rent hem achterna het strand op. Rico loopt een eind voor hem uit, maar als Rochèl het niet meer houdt, gaat hij in een greppel liggen rusten. Na een poosje kruipt er iemand tussen zijn armen, Rico, met een zakje met daarin een zeepaardje. Bol komt helemaal overstuur bij het brandende huis aan. Hij ziet zijn hele collectie in vlammen opgaan! Cecile loopt als een hysterische heks rond het huis te gillen. Ze wil dat Bol direct Rochèl gaat zoeken, want Rico heeft een mes. In eerste instantie is Rochèl niet te vinden. Maar uiteindelijk ziet Bol hem liggen in de kuil. Dood. Met een glimlach op zijn gezicht. ‘Een glimlach die tot een andere werkelijkheid behoorde, ver verwijderd van de waanzin en de wanhoop waaraan hijzelf ten prooi was… ten prooi zou vallen zodra hij opstond.’ (pag. 238). De personen: · Rico Gabrieli is loensende jongen van 14. Zijn karakter zou je kunnen omschrijven als brutaal maar toch ook kwetsbaar. Hij komt uit een criminele omgeving en dit is goed te merken. Zodra hij in de gaten krijgt dat Rochèl meer van hem wil dan zijn hulp met schelpen inpakken denkt hij meteen aan chantage. “Als het zo was, zou het poen kunnen opleveren!” (pag. 129). Ook merk je aan Rico’s taalgebruik dat hij uit een mindere laag van de bevolking komt. Rico is een “round character” omdat hij zichzelf, als een persoon, ontwikkelt in dit verhaal. Zijn personage is geloofwaardig en volledig, met “echte” gevoelens en je kunt je dus ook goed inleven in het personage van Rico. · Eduard Rochèl is een oude man van 65. Op het eerste gezicht lijkt de schelpencollectie alles voor hem maar verderop blijkt een andere passie de overhand te hebben. ‘De collectie was voor Eddy een surrogaat, een mooie leugen, een wassen masker dat smolt zodra er een paar jongensogen op rustten.’(pag. 205). In het begin van het boek is Rochèl een zwijgzame, rustige oude man met schelpen als passie. Naar mate de verliefdheid voor Rico groeit verandert ook het karakter van Rochèl in meer levendig, impulsief en duidelijk verliefd. Vandaar dat ook Eduard Rochèl een “round character” is. · Cecile Rochèl is daarentegen duidelijk een “flat character”. Zij is de echtgenote van Eduard Rochèl en haar passie voor de schelpen gaat erg ver en die is, in tegenstelling tot Rochèl, wel helemaal “echt”. Door het hele boek heen blijft zij de bazig echtgenote, de bemoeial en vooral meer een moeder dan een vrouw voor Rochèl. Ze hebben dan ook vrijwel nooit seks. De enige karaktereigenschappen van Cecile die beschreven worden zijn haar dominantie, koppigheid, ongerustheid en toch ook wel arrogantie. Deze eigenschappen veranderen niet en komen erg duidelijk naar voren. Vandaar dat Cecile een “flat character” is. · Ernst Bol, de vierde en laatste hoofdpersoon, is een weekdierkundige van middelbare leeftijd. Nadat hij door zijn vriendin in de steek is gelaten zijn schelpen eigenlijk het enige waar hij voor leeft en dan vooral de schelpencollectie van de Rochèls. Ernst Bol komt over als een beetje een trieste man. Volgens mij is Ernst Bol een “flat character” omdat hij, als personage, niet volledig beschreven wordt en er maar enkele eigenschappen, zoals zijn passie voor de wetenschappelijke kant van de schelpen, beschreven worden. · Bijfiguren: Dijk, Zafer en Krokewit; vrienden van Rico en de moeder van Krokewit die de huishoudster van de familie Rochèl. Tijd: De tijd in dit boek verloopt bijna chronologisch met enkele flashbacks van Eduard en Cecile Rochèl: “In de bijna veertig jaar dat ze nu getrouwd waren, had hij
misschien veertig keer het bed met Cecile gedeeld en dan haast nog uitsluitend in de eerste twee jaren.” (pag. 101). Ook loop je vaak tegen tijdsversnellingen aan. Dit zijn niet alleen hele nachten maar ook een paar uur: “ Toen ze weg was, lag hij nog lange tijd met open ogen in het donker te kijken.” Ook tijdsvertragingen zijn te vinden: “ Hij stortte zich naar voren, greep haar beet, sleurde haar de kamer door en deed het eerste het beste wat hem inviel: haar in de zware gordijnen naast de tuindeuren rollen.” (pag. 203). De grammaticale tijd is de onvoltooid verleden tijd: “Toen stond hij opeens stil en tuurde in de richting van het strandpaviljoen.” (pag. 7). De vertelde tijd is acht dagen. Het verhaal begint op een dinsdag in de zomer en eindigt acht dagen later op een woensdag avond. Het jaar waarin dit verhaal speelt is waarschijnlijk rond het jaar waarin het boek geschreven is (1993), want ze hebben het over computers en de Shell-opstanden op Curaçao. Ruimte: Het verhaal speelt zich voornamelijk af in een afgelegen villa in de duinen aan de Nederlandse Noordzeekust. Het huis is gehuurd door Ernst Bol om beide Rochèls onderdak te geven. Cecile en Eduard zijn van de Filippijnen gevlucht

omdat daar de situatie voor buitenlanders te gevaarlijk werd. Ze willen nu in het huis in de duinen afscheid gaan nemen van hun immense schelpencollectie. Deze ruimte heeft zeker invloed op hun gemoedstoestand: belangen ruimte. ”Wat voor een wonderlijk vacuüm in zijn leven was dit: opeens alleen in een vreemde villa aan de Noordzee, als schelpenbewaker. Cecile ver weg, aan het sterfbed van haar zuster. Hij haalde zich het huis in Mindanao voor de geest
en zijn boot en de schipper... maar het leken beelden uit een ver verleden, een ander leven. Goed bewaarde herinneringen aan een droom. En dat hij daar over een paar weken, maanden weer zou wonen met Cecile, zou uitvaren en het net legen, dat was een onwezenlijke gedachte, iets onvoorstelbaars, alsof hij hier, aan de Noordzee, in deze villa met de rieten kap, inderdaad in een
tijdelijk luchtledig was terechtgekomen, een leven in een leven, dat geen enkele connectie had met wat ervoor en erna kwam.” (blz. 106). De sfeer in de villa is eerst gemoedelijk, bijna als tussen opa en kleinkind. Maar wanneer Rochèl zijn ware gevoelens toont is de sfeer vooral spannend. Er hangt een voortdurende spanning tussen Rico en Rochèl. Maar ook het weer speelt hier een belangrijke rol. In de tijd dat Eduard en Cecile in Nederland zijn, is het zomers warm. Als Rico dan ook in de villa aan het werk is, trekt hij zijn T-shirt uit. Dit zorgt ervoor dat Eduards ware aard bovenkomt, passie voor jonge jongens, wat hem uiteindelijk fataal wordt. Dit is dus ook een belangen ruimte, vanwege de sterke samenhang met
Eduard zijn gevoelens. Ook spelen sommige delen van het boek zich af in de gokhal waar Rico veel rondhangt. Ook deze ruimte is zeer belangrijk. Hij laat namelijk zien dat Rico uit een kansarm milieu komt en welk type jongere hij is. Vooral de sfeer van de omgeving van Rico wordt bepaald door zijn ontmoetingen met vrienden in een gokhal af te laten spelen. Perspectief: Er is hier sprake van een meervoudig personaal perspectief. Als
lezer ken je namelijk de gedachten van de vier hoofdpersonages; Rico Gabrieli, Eduard en Cecile Rochèl en Ernst Bol en zie je het verhaal door hun ogen. Het verhaal wordt via de vier personages verteld. Enkele voorbeelden: Rico: 'In gedachten zag hij Dijk Rochèls wijn al opzuipen, de koelkast leeghalen, de gestampte muisjes door de keuken strooien...' (blz. 164) Eduard: 'Rochèl voelde dat dr. Bol naar hem keek en steun bij hem zocht, maar hij had al zijn aandacht nodig bij het lossnijden van een stukje fazant van een botje. Hij had met de museumdirecteur te doen, maar mengde zich niet in deze kwestie.' (blz. 37) Cecile: 'Dat de Nederlandse jeugd geen omgangsvormen meer kende, had Cecile al eerder ervaren, maar zó was ze nog nooit door een vlegel van vijftien toegesproken!' ( blz. 202 ) Bol: 'Jazeker! zei Bol beslist, blij dat hij in elk geval niet beticht kon worden van zoiets stoms.' (blz. 47) Het voordeel van een meervoudig personaal perspectief is dat je (bijna) niet misleid kunt worden door de gevoelens van bepaalde personen. Het effect van deze vorm van perspectief is dat de lezer zich een goed beeld kan vormen over gebeurtenissen. Als je in dit boek bijvoorbeeld alleen door de ogen van Rochèl had gekeken zou het zeer waarschijnlijk zijn als jij je een verkeerd beeld zou vormen van bijvoorbeeld de reactie van Rico op Rochèls gevoelens. Rochèl is immers verliefd en verliefde mensen zien dingen nog al eens verkeerd. Vandaar dat dit een goed gekozen perspectief is, vooral bij een boek als deze, waarbij gevoelens zo’n grote rol spelen. Ook draagt dit perspectief bij aan de spanning omdat er sprake is van dramatische ironie. Dit houdt in dat je als lezer (of als kijker bij een film of theaterstuk) meer weet dan de personen zelf. Hier mee creëer je een spanning die de lezer aanspoort om verder te lezen (of een spanning die er voor zorgt dat je als kijker geboeid blijft). Opbouw: 1. Gebeurtenissen rondom de schelpen. Je leest bijna alleen nog maar over de schelpen maar maakt al wel kennis met Rico. Je vraagt je af wat de rol van Rico zal worden in het verhaal. 2. De gebeurtenissen komen steeds dichterbij de verliefdheid van Rochèl voor Rico. Schelpen zijn niet meer het hoofdonderwerp maar vooral de gesprekken en communicatie tussen Rico en Rochèl gaat een hoofdrol spelen. 3. Voor de lezer is de liefde van Rochèl voor Rico een feit. De schelpen komen op de achtergrond maar blijven een rol spelen. Bijna alle gedachten van Rochèl, Rico en soms zelfs Ernst Bol, gaan over dit onderwerp. 4. Cecile komt thuis en gooit roet in het eten. Alles verandert in één klap en de kwadere gevoelens komen op. Vooral bij Rico. In de gebeurtenissen zit veel actie, dit deel is duidelijk het climax van het boek. 5. Het einde. Iedereen loopt als ware leeg want iedereen verliest zijn droom toekomst of zelf zijn leven. Bol: “ Hij wilde in een gierend janken uitbarsten en had zijn hart uit zijn lijf willen rukken om dit ondraaglijke niet te hoeven dragen.” (pag. 203). Dit is de anti-climax. Schrijfstijl: In het boek zitten veel lange zinnen met veel bijzinnen. Vaak vind ik dit storend omdat je halverwege soms compleet de weg kwijt bent maar daar had ik deze keer weinig last van. Waarschijnlijk omdat deze zinnen toch wel duidelijk waren in opbouw. Gevoelens worden uitvoerig en misschien soms wel overdadig beschreven. Op bepaalde momenten is dit ook wel nodig omdat er, vooral bij liefde, heel veel gevoelens bij komen kijken en die lang niet allemaal uitgesproken worden. Vandaar dat de schrijfstijl emotioneel is, de emoties spelen een belangrijke rol. In het begin kwamen de schelpentermen zoals: “een malacoloog” (weekdierkundige), “conchyliologie” (kennis van de schelpen), “een linksgewonden Turbinella pyrum” (een schelpensoort) enzovoort, erg vaak voor. Omdat deze termen de meesten niets zeggen kan dit in het begin storend zijn maar later dragen deze termen zeer sterk bij aan de sfeer van het boek. De schrijfstijl verschilt ook per personage. Bij Rico is de taal vaak erg plat: “Net zulke tyfuszooi als vorige week zeker!" en “Ken die ouwe z’n eige niet verzorgen?”. Eduard Rochèl, daarentegen, spreekt, vooral in het begin, erg netjes en correct: “Ze had al snel ruiterlijk toegegeven dat zij in dit opzicht faalde als echtgenote en met onthutsend aplomb te kennen te geven dat hij zich daar niets van aan moest trekken en haar maar gewoon moest compromitteren.”. Een mooi detail is, dat later in het boek Rochèl zelfs een klein beetje het taalgebruik van Rico overneemt. Een mooi en subtiel detail van Rochèls liefde voor Rico.
Titelverklaring: “Rico’s vleugels” wijzen ten eerste naar de XTC. Rico krijgt vleugels als hij stoned is. Hij kan dan de wereld aan. Ten tweede verwijst de titel naar het T-shirt wat Rico vaak draagt: eentje met Harley Davidson-vleugeltjes. Dat shirt is Rico’s lievelingsshirt. Ook rondcrossen op zijn motor is voor Rico een manier van rondvliegen. Als laatste is Rico’s achternaam Gabrieli een verwijzing naar de aartsengel Gabriël, die in de Bijbel zowel het goede nieuws (de blijde boodschap aan Maria) en het slechte nieuws (het einde der tijden) aankondigt. Voor Rochèl is Rico een soort engel, want met Rico zijn, is als in de hemel zijn, vindt Rochèl. Door Bol en Cecile wordt Rico echter als een Hells Angel gezien. Ze hebben alleen maar narigheid van hem. Thema en motieven: Een duidelijk motief in Rico’s vleugels is passie. Aan de ene kant de passie van Rochèl en Cecile voor de schelpen, aan de andere kant de passie van Rochèl voor Rico. Maar Rochèls passie voor de schelpen is niet echt. Rochèl was ook lang niet meer zo zuinig op de schelpen toen Rico in beeld kwam. Op het meest passionele moment van het boek zegt Rochèl tegen Rico: “Goudvisje van me, zeepaardje… mijn lieve kleine tijgerhaai.” Dit zegt iets over drie motieven. Ten eerste het motief vis. Dat speelt in het hele boek al een rol. Het begint met de dode goudvissen, die Rochèl elke dag in zijn vijver vindt. Ook het zeepaardje speelt een rol in het verhaal. Rico heeft alleen maar zeepaardjes gezien in souvenirswinkeltjes en Cecile vindt Rochèl na zijn vlucht terug bij een souvenirswinkeltje. Rico steekt Rochèl na zijn ontslag onder zijn navel in zijn buik. Dat is de plek waar zeepaardjes hun jongen dragen. En op het strand in de kuil geeft Rico een levend zeepaardje aan Rochèl, waarna Rochèl sterft. Het T-shirt van Rico is een ander motief. De ene keer draagt hij er een met de Harley Davidson-vleugeltjes erop, dan een van de Chicago Bulls en een keer eentje met een grote tijgerkop met wijd opengesperde bek erop. (‘… mijn lieve kleine tijgerhaai.’) In Rico’s vleugels zit ook een aantal veel minder duidelijke motieven (die ik zonder de achter-grondinformatie zeker niet had ontdekt). Ten eerste is het getal zeven symbolisch. Rico is bijvoorbeeld de zevende figuur in Rochèls leven. Ook maakt Rochèl een vergissing bij het omschrijven van zeven schelpen. Op een dag komt Bol naar het huis van de Rochèl en ziet daar Rico met ontbloot bovenlijf vanwege de warmte. Rico loopt op dat moment net te denken aan een jongen die zeven schelpen aan zeven verschillende handelaren had verkocht. Dit gebeurt op zaterdag, de dag dat er geen (dode of levende) vissen in het verhaal voorkomen. Zeven maal zeven ter vervanging van een vis: dat duidt op de Openbaring van Johannes (het laatste Bijbel-boek) en met name het verhaal over het Lam en de verbreking van de zeven zegels. In de Openbaring wordt gewaarschuwd voor het einde der tijden en de overwinning van God en het Lam. Vis en Lam zijn afwisselend symbolen die gebruikt worden voor Christus. De vis staat voor de nieuwe tijd die zal aanbreken. Het boek beslaat één week. Er komen geen zeven vissen in het boek voor, dus er zal geen nieuwe tijd komen. Ook de symbolen schelp (liefde en dood), vleugels (symbool van engelen en demonische wezens) en vis (karpers staan voor kracht en volharding; in het oude China stonden vissen en water samen voor seksueel genot; vissen werden in de oudheid voor eenslachtig aangezien) spelen een belangrijke rol in dit boek. Al deze motieven leiden (de één sterker dan de ander) tot het thema: De tot mislukken gedoemde liefde van een oudere man voor een jongere jongen. Mijn eigen mening: “Rico’s vleugels” is een boek dat ik met veel plezier heb gelezen. Dit kwam o.a. door de heldere opbouw; eerste werden de vier hoofdpersonen als ware aan je voorgesteld en daarna gingen de contacten en gevoelens geleidelijk aan steeds dieper tot een climax in het laatste hoofdstuk, waar iedereen met zijn of haar gevoelens voor de dag kwam en vervolgens zijn (toekomst)dromen letterlijk in vlammen op zag gaan. Verder was er erg sterk een bepaalde sfeer aanwezig, die zorgde voor een groot inlevingsvermogen. Soms wist je precies wat de personages voelden en doormaakten. Ik “begreep” gewoon de gevoelens van Rochèl voor Rico en dit vind ik erg sterk want het gaat hier toch over pedofilie. Niet echt een hedendaags en respectabel onderwerp. Daarnaast zat het boek vol met allemaal motieven en aanwijzingen naar het einde; het gaat niet goed aflopen. Mede omdat deze niet erg duidelijk waren heb je vaak niet eens door dat het hier om een “hint” gaat. Pas na er secundaire literatuur op na geslagen te hebben had ik echt alle motieven gevonden. Dit vond ik heel interessant want op deze manier ben je niet klaar met alleen een boek lezen maar moet je ook over het boek na gaan denken waarbij je soms tot een heel ander inzicht of andere mening komt dat je in eerste instantie had. Doordat er op veel verschillende manieren met de taal om werd gegaan (zoals de verschillende stijlen van Rochèl en Rico) was er geen overheersend taalgebruik waardoor er niets ging vervelen of irriteren. Soms werd de taal ook heel mooi en als subtiel motief gebruikt zoals op het punt dat de beschaafd pratende Rochèl, het platte van Rico overneemt. Soms kon ik mij een beetje ergeren aan de overdadig beschreven gevoelens. Ik ben iemand die het prettiger vind een boek te lezen waar veel dialogen inzitten dan een boek waarbij alles zeer uitvoerig wordt beschreven. Ik kan me voorstellen dat het thema van het boek, pedofilie, niet iedereen even sterk zal aanspreken. Ik denk dat, als ik het thema van te voren geweten zou hebben, ik er misschien vanaf zou zien dit boek te lezen. Maar totaal onverwachts sprak het mij toch wel aan. Het boek is absoluut geen “vies” boek omdat Rochèl Rico niet het bed in krijgt en dat vind ik een goede keuze. Zo blijft de sfeer van het boek behouden. Peper beschrijft Rochèls liefde voor Rico zo subtiel, dat je hierbij mee kan leven en het eigenlijk kijkt of het over een normale verliefdheid gaat. Het laatste hoofdstuk vond ik de meest aangrijpende. Je leest hoe vier mensen al hun dromen in rook zien opgaan en dan op zo’n manier dat je wel zou willen janken. Dat had ik tenminste. Je bent het hele boek al zo betrokken met de personages dat je op het eind al dat leed eigenlijk niet zo kunt verdragen. Er zitten ook een paar zeer mooie zinnen in het laatste hoofdstuk die getuigen van hoeveel leed de personages hebben. Een voorbeeld: “Hij wilde in een gierend janken uitbarsten en had zijn hart uit zijn lijf willen rukken om dit ondraaglijke niet te hoeven dragen.”, over Ernst Bol die de collectie in vlammen op ziet gaan. Ik zou andere zeker aanraden dit boek te lezen. Je moet echter wel zonder oordelen over pedofilie aan dit boek beginnen want als je er vanaf het begin erg negatief tegenoverstaat zul jij je de hele tijd ergeren aan de manier waarop Peper Rochèls liefde voor Rico beschrijft als iets heel normaals. Het boek heeft mij weten te boeien en dat vind ik toch wel één van de belangrijkste punten waaraan een boek moet voldoen. Het boek riep bij mij veel gevoelens op; van afkeer tot medelijden. Het verhaal is mooi geschreven met een heldere opbouw en goed taalgebruik. Ook al is het thema pedofilie, het realiteitsgehalte ligt hoog. Eindconclusie: erg goed geschreven boek over een voor sommige, behoorlijk interessant onderwerp. Bronvermelding: Internet: www. scholieren. com
Recensie: Jeroen Vullings, Vrij Nederland, 5-2-1994
Bibliotheek: informatie over de schrijfster en een uittreksel

REACTIES

N.

N.

Ik vind dit echt een goed boekverslag en ik heb er heel wat aan gehad bij het maken van mij eigen boekverslag. Bedankt.

15 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Rico's vleugels door Rascha Peper"