Red ons, Maria Montanelli door Herman Koch

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
Boekcover Red ons, Maria Montanelli
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 2092 woorden
  • 18 oktober 2003
  • 34 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
34 keer beoordeeld

Boekcover Red ons, Maria Montanelli
Shadow

Het zogenaamd moderne en liberale Montanelli Lyceum, waar kinderen 'ontzettend creatief' moeten zijn en leraren het veel te goed bedoelen, staat centraal in deze angstaanjagend herkenbare roman. Wanneer een zwakbegaafde jongen voor de ogen van de verteller verdrinkt, wordt hij van school gestuurd. Zijn hieropvolgende aanklacht tegen een omgeving waarin geld de…

Het zogenaamd moderne en liberale Montanelli Lyceum, waar kinderen 'ontzettend creatief' moeten zijn en leraren het veel te goed bedoelen, staat centraal in deze angstaanja…

Het zogenaamd moderne en liberale Montanelli Lyceum, waar kinderen 'ontzettend creatief' moeten zijn en leraren het veel te goed bedoelen, staat centraal in deze angstaanjagend herkenbare roman. Wanneer een zwakbegaafde jongen voor de ogen van de verteller verdrinkt, wordt hij van school gestuurd. Zijn hieropvolgende aanklacht tegen een omgeving waarin geld de maatstaf van alle dingen is geworden is tragisch, omdat hij ondanks zijn kritiek toch duidelijk het product blijft van het door hem gehate milieu. 

 

Red ons, Maria Montanelli door Herman Koch
Shadow
Opdracht 1 Het verhaal bevat een ik-verteller want hij verteld het verhaal achteraf. Hij vertelt hoe de zwakbegaafde jongen Jan Wildschut de dood zal vinden. De ikfiguur vertelt dat de zwakbegaafde jongen aan de ene kant medelijden bij hem opriep, maar aan de andere kant een vreemd soort agressie.En dat zijn vader ineens hem vertelt dat zijn moeder dood gaat en dat het hem heelveel pijn doet, terwijl zijn vader al 4 jaar vreemd gaat met een weduwe. Daarna vertelt hij over zijn buurt dat het een kakkerige buurt is en dat hij het er vreselijk vind en dat alles der wel platgebrand mag worden. Opdracht 2 Dit is wat Maria Montesorri met haar onderwijs wilde bereiken: De kern van haar methode wordt meestal samengevat in de uitspraak: 'Help mij het zelf te doen'; alle opvoeding is in principe zelfopvoeding. Uitgangspunt is dat een kind een natuurlijke, noodzakelijke drang tot zelfontplooiing heeft. Opvoeding en onderwijs moeten onderkennen wat de behoeften van een kind op een gegeven moment zijn en daarop inspelen, door de juiste omgeving en materialen te bieden. Bron:
www.montersorrischool.nl > Maria Montesorri > de kern van haar methode
De leerkracht begeleidt het kind individueel en bekijkt of het tempo en de werkkeuze in overeenstemming zijn met de capaciteiten van het kind. De leerkracht begeleidt het kind door het geven van individuele lesjes. Het aanleren van normen en waarden, samenwerken, creativiteit, sociale- en emotionele ontwikkeling zijn op de Montessorischool erg belangrijk. Klassikaal les: Je geef een hele groep les, en legt meteen stof uit aan de hele groep en niet individueel. Kinderen die achteraf vragen hebben krijgen individueel uitleg. Hokjes schema zie losse blaadje. Hieronder volgen de redenen waarom Erik, Gerard, en de ik-persoon van school zijn gestuurd: - Gerard: is vanzelf van school afgegaan, ze ouders en hij verhuisden naar het noorden van de stad. - Erik: ze zeiden dat hij niet genoeg zelfstandig was en dat hij beter naar een school kon gaan, waar ze klassikaal les gaven - ik-figuur: hij kreeg tijdens een kerstverslag te horen dat hij opnieuw zou blijven zitten. En dat hij niet in het systeem van de school paste. Van Erik zou wel de echte reden kunnen zijn geweest, maar dat van Menno en de ik-figuur volgens mij niet. Als je niet zelfstandig genoeg bent hoef je niet van school gaan, ze zouden je juist beter moeten gaan begeleiden en vooral op zo'n Montessori school. En van de ik-figuur is het raar dat hij al bij kerst krijgt te horen dat hij blijft zitten, dat kun je niet zo vroeg bepalen. Opdracht 3 In hoofdstuk 1 komt het onderwerp dood vinden aan bod. Hij wil gaan bewijzen in hoofdstuk 2 dat het helemaal niet zijn schuld is dat hij van meerdere dingen tegelijk een slachtoffer was geworden. Dat doet hij doormiddel van een flashback (verwijzing uit het verleden). Daarmee wil hij laten zien dat het helemaal niet zijn schuld was dat hij van meerdere dingen tegelijk een slachtoffer was geworden en dat het ook aan de buurt lag waarin hij woonde. Hierdoor lijkt het alsof de tijd stil staat. Opdracht 4 De ik-verteller vind Schuttle de gymleraar die mee gaat met de fietstocht een te energieke man, waar moeilijk is om lang naar te kijken, die niks joviaals in zijn kop heeft, die jong wilt lijken maar dat jonge alleen in zijn lichaam heeft en iemand die net zo goed in de leger had kunnen zitten omdat hij iedereen bij zijn achternaam noemt en alleen saaie dingen uitkraamt. de woorden die zijn mening typeren zijn: - te energiek - niks joviaals - saaie dingen uitkraamt
De ik-verteller vind Angelika Schuttle een type die er altijd schitterend uitziet ondanks als ze nog kampeerkleding aan heeft. Verder vindt hij haar iemand die zich altijd netjes en elegant weet te kleden en ze heeft ook schitterende oorbellen. de woorden die zijn mening typeren: - elegant - schitterend
Deze 2 personen zijn allebei flat characters want ze woorden pas bij de fietstocht duidelijk beschreven en ze maken haast geen ontwikkeling in de rest van het verhaal door. Ik denk dat de ik-verteller wel een betrouwbare verteller want van Balen ergert zich ook aan Schuttle de gymleraar, hij maakt zelfs een opmerking over hem. Je kunt doordat van Balen de mening ondersteunt er van uit gaan dat het waar is. Opdracht 5 Volgens de ik-verteller is het Motanelli - Lyceum een gebouw waarvan de buitenkant er deprimerend er uit ziet. Er zitten volgens hem ook alleen maar kinderen van artistieke ouders , kunstschilders, beeldhouwers, en van de theaterwereld op het Montanelli - Lyceum. En die ouders hebben allemaal te veel geld daarom hebben ze die kinderen op het Montanelli - Lyceum gezet. Want om op het Montanelli - Lyceum te komen kost volgens de ik-verteller 16 keer zo veel moeite dan op een gewone middelbare school te komen. De ik-verteller vind het ook zo toepasselijk dat de schoolgebouwen van de Montanelli - Lyceum zo dicht op elkaar zijn gebouwd, hij krijgt het gevoel dat het is om wijze van spreken van de wieg tot aan de eerste schreden in de wereld de stank van de gewone mensen niet hoeven te ruiken. En de ik-verteller kan het niet begrijpen dat juist zijn school een zwakbegaafde jongen met open handen hebben ontvangen terwijl andere scholen meteen de deur dicht hadden gedaan. Deze uitdrukkingen geven voor mij bewijs bij mijn uitspraak van hierboven: - blz. 23> stank - blz. 25> open armen
Opdracht 6 De rode draad van het verhaal is dat het gaat om een ik-verteller die op de bekakte Montanelli - Lyceum heeft gezeten en die wil bewijzen dat de dood van de zwakbegaafde jongen niet aan hem te verwijten is. De Flashback in hoofdstuk 5 is ' laatst zag ik op de tv een doodzieke en bleke vrouw die kwam vertellen dat het op de Filipijnen of in Maleisie of weet ik waar zulke wrede en gemene mensen vlees van honden opaten, die ze nog levend op de markt verkochten' Ik vind het een flashback want de ik-verteller had het eerst over het voorlezen in de nederlandse les en inees gaat hij praten over wat hij had gezien op tv en wat volgens hem er mee te maken had. De vooruitzicht in hoofdstuk 1 is 'Waar dit verhaal in de eerste plaats over gaat is hoe de zwakbegaafde jongen de dood op onze school heeft gevonden' Ik vind het een vooruitzicht want hij wijst je er op waar hij het over gaat hebben in de rest van het boek. Ik denk dat het thema van dit boek ergernis of haat is. De hoofdpersoon ergert zich overal aan. Vooral aan zijn school, maar ook aan zijn buurt, aan zijn ouders, aan de leraren op zijn school, aan de zwakzinnige jongen. Hij mag maar een paar mensen, namelijk zijn vrienden, zijn geschiedenisleraar en de psychiater. Een motief is problemen. Overal komen problemen terug. Hij heeft problemen met school, de geschiedenisleraar heeft moeite met zijn leven, zijn moeder heeft ook een flink probleem, want ze is stervende. Opdracht 7 De ik-verteller heeft bij de zwakbegaafde jongen een dubbelgevoel: - hij zou aan de ene kant wel zijn menselijke kant wel willen laten zien. Voorbeeld van gedrag: hij zou zijn arm wel om de zwakbegaafde jongen heen slaan en hem laten merken dat ook gewone mensen van iemand kunnen houden die niet zo is als je helemaal gewend bent. - hij zou hem ook het liefst eens er flink van langs willen geven totdat de zwakbegaafde jongen zal smeken om genade. Voorbeeld van gedrag: en hij wilt hem daarna wel vertellen dat het allemaal niet zo erg was en al die onzin die de mensen maar al te graag willen geloven al zijn ze helemaal niet zwakbegaafd. Als ik de ik-verteller was zou ik precies hetzelfde doen, ik bedoel ik zou medelijden voor die zwakbegaafde jongen hebben, maar aan de andere kant hem ook wel laten zien dat hij zich niet zo moet aanstellen. Opdracht 8 Dit verteld de ik-persoon overzichzelf: - hij was eerst verlegen - en daarna had ie een grote bek - grappenmaker - had op bassischool veel ellende - heeft overal antwoord op - soms stotterd nog - geen spierbaltype - houd niet van iemand die overal antwoord op heeft - wilt meer vet op zijn lichaam - kan goed gooien - trefbal vindt hij leuk - niet geleifd bij leraren
Ik had totaal niet verwacht dat hij verlegen zou zijn in het boek komt hij totaal niet zo over, hij komt als een macho over (blz.12) ' laatst zag ik nog zo'n trut bij de slager'. Ik kan me ook niet voorstellen dat hij een grappenmaker is hij komt alleen maar negatief over (blz 12) ' dat er plotseling een Spitfire naar beneden komt om die hele duffe verwende kankerbuurt onder vuur te nemen.' Opdracht 9 Hij kan met zij moeder wel goed opschieten hij trekt ook voor haar partij, maar met zijn vader kan hij niet goed mee opschieten, hij vindt hem laf en beschuldigt hem er ook van de vreselijke sfeer in huis. Ik denk dat dat ik-figuur wel al zijn gevoelens laat zien want anders zou deze boek niet zo aantrekkelijk zijn geweest en zou je niet zo in die persoon kunnen verplaatsen. Ik denk dat de schrijver als doel van dit boek het zo heeft gedaan dat je met de ik-figuur gaat meeleven en dat je jezelf der in gaat plaatsen. Opdracht 10 In het begin van het boek heeft hij altijd een grote mond en verzet hij zich tegen allemaal mensen. Maar op de laatste bladzijde van het boek is hij ineens helemaal stil en zegt hij dat hij zich niet meer verzetten. Hij vertelt nog dat hij een hele leven voor zich heeft en hij is ook serieus. In de rest van het boek is hij helemaal niet zo serieus met zijn kijk op het leven. Ik vind zijn houdingen in het boek wel begrijpelijk. Als je nu eens kijkt wat hij allemaal heeft meegemaakt en in wat voor milieu hij leefde. Die jongen probeert zijn onschuld te bewijzen, maar niet geloofd hem. En die zwakzinnige jongen hoeft helemaal niet zo zwakzinnig te zijn. Ik zal aan de andere kant de jongen wel met rust hebben gelaten, en hem niet hebben getreiterd.
Opdracht 12 Beste papa, Ik heb nu al een half jaar geen ocntact met je gehad. Ik zou graag een paar dingen aan je kwijt willen in deze brief over wat ons relatie betreft. Toen mama nog leefde ging je al vreemd met die weduwe, je liet ons als het ware lings liggen. Na verloop van tijd toen ik zag dat het slechter met mama ging begon ik me steeds meer aan je te ergeren. Je liep al tijd van tafel want het eten smaakte je nooit en je was altijd in zo'n onbeschrijvelijke humeur. Op ineens op een avond in de auto toen begon je te praten dat mama niet lang meer te leven had, je zat maar hondert uit te praten. Je vroeg mij nog geen eens hoe ik me voelde, je had het geen eens over de toekomst. Het enige wat je speelde was dat je dan vrij zal zijn en je een manier moest vinden om mij maar te dumpen. Dat is je trouwens goed gelukt, ik ben nu alleen. Ik weet niet eens wat ik moet gaan doen, niemand die voor me zorgt. Je hebt gewoon een half jaar niks laten horen, alsof ik een stuk vuil ben. Ik ben je enige kind, ik ben nog jong, ik heb hulp nodig. Darom stel ik voor om dat we in contact met elkaar komen en dat we met elkaar gaan praten. Ik kan zo langer niet meer doorgaan, ik heb nog een hele toekomst voor me. Groeten van je zoon. Opdracht 13 Ik ben met het lezen van het boek ongeveer 1 dag bezig geweest, het ging helemaal niet zo snel. Ik vond het boek niet zo boeiend. Maar toen ik het verslag moest gaan maken was ik ineens wel eens met de ik-verteller, het komt denk ik doordat je na het boek gelezen te hebben de ik-verteller begint te begrijpen. Ik was ongeveer 1 dag bezig met het verslag geweest, het was eerst moeilijk maar later begon ik het wel te begrijpen. Dat komt omdat je eerst het verhaal moet begrijpen en de begrippen. Ik was tevreden met dat ik het boek en de ik-verteller begon te begrijpen. Ik zou de volgende keer alleen meer zin moeten maken om het boek te lezen. Ik hou er niet van als mij word gezegd wat voor boek ik moet lezen.

REACTIES

M.

M.

kan je ook zeggen wat de opdracht inhoud AUB?

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Red ons, Maria Montanelli door Herman Koch"