De leerkracht begeleidt het kind individueel en bekijkt of het tempo en de werkkeuze in overeenstemming zijn met de capaciteiten van het kind. De leerkracht begeleidt het kind door het geven van individuele lesjes. Het aanleren van normen en waarden, samenwerken, creativiteit, sociale- en emotionele ontwikkeling zijn op de Montessorischool erg belangrijk. Klassikaal les: Je geef een hele groep les, en legt meteen stof uit aan de hele groep en niet individueel. Kinderen die achteraf vragen hebben krijgen individueel uitleg. Hokjes schema zie losse blaadje. Hieronder volgen de redenen waarom Erik, Gerard, en de ik-persoon van school zijn gestuurd: - Gerard: is vanzelf van school afgegaan, ze ouders en hij verhuisden naar het noorden van de stad. - Erik: ze zeiden dat hij niet genoeg zelfstandig was en dat hij beter naar een school kon gaan, waar ze klassikaal les gaven - ik-figuur: hij kreeg tijdens een kerstverslag te horen dat hij opnieuw zou blijven zitten. En dat hij niet in het systeem van de school paste. Van Erik zou wel de echte reden kunnen zijn geweest, maar dat van Menno en de ik-figuur volgens mij niet. Als je niet zelfstandig genoeg bent hoef je niet van school gaan, ze zouden je juist beter moeten gaan begeleiden en vooral op zo'n Montessori school. En van de ik-figuur is het raar dat hij al bij kerst krijgt te horen dat hij blijft zitten, dat kun je niet zo vroeg bepalen. Opdracht 3 In hoofdstuk 1 komt het onderwerp dood vinden aan bod. Hij wil gaan bewijzen in hoofdstuk 2 dat het helemaal niet zijn schuld is dat hij van meerdere dingen tegelijk een slachtoffer was geworden. Dat doet hij doormiddel van een flashback (verwijzing uit het verleden). Daarmee wil hij laten zien dat het helemaal niet zijn schuld was dat hij van meerdere dingen tegelijk een slachtoffer was geworden en dat het ook aan de buurt lag waarin hij woonde. Hierdoor lijkt het alsof de tijd stil staat. Opdracht 4 De ik-verteller vind Schuttle de gymleraar die mee gaat met de fietstocht een te energieke man, waar moeilijk is om lang naar te kijken, die niks joviaals in zijn kop heeft, die jong wilt lijken maar dat jonge alleen in zijn lichaam heeft en iemand die net zo goed in de leger had kunnen zitten omdat hij iedereen bij zijn achternaam noemt en alleen saaie dingen uitkraamt. de woorden die zijn mening typeren zijn: - te energiek - niks joviaals - saaie dingen uitkraamt
De ik-verteller vind Angelika Schuttle een type die er altijd schitterend uitziet ondanks als ze nog kampeerkleding aan heeft. Verder vindt hij haar iemand die zich altijd netjes en elegant weet te kleden en ze heeft ook schitterende oorbellen. de woorden die zijn mening typeren: - elegant - schitterend
Deze 2 personen zijn allebei flat characters want ze woorden pas bij de fietstocht duidelijk beschreven en ze maken haast geen ontwikkeling in de rest van het verhaal door. Ik denk dat de ik-verteller wel een betrouwbare verteller want van Balen ergert zich ook aan Schuttle de gymleraar, hij maakt zelfs een opmerking over hem. Je kunt doordat van Balen de mening ondersteunt er van uit gaan dat het waar is. Opdracht 5 Volgens de ik-verteller is het Motanelli - Lyceum een gebouw waarvan de buitenkant er deprimerend er uit ziet. Er zitten volgens hem ook alleen maar kinderen van artistieke ouders , kunstschilders, beeldhouwers, en van de theaterwereld op het Montanelli - Lyceum. En die ouders hebben allemaal te veel geld daarom hebben ze die kinderen op het Montanelli - Lyceum gezet. Want om op het Montanelli - Lyceum te komen kost volgens de ik-verteller 16 keer zo veel moeite dan op een gewone middelbare school te komen. De ik-verteller vind het ook zo toepasselijk dat de schoolgebouwen van de Montanelli - Lyceum zo dicht op elkaar zijn gebouwd, hij krijgt het gevoel dat het is om wijze van spreken van de wieg tot aan de eerste schreden in de wereld de stank van de gewone mensen niet hoeven te ruiken. En de ik-verteller kan het niet begrijpen dat juist zijn school een zwakbegaafde jongen met open handen hebben ontvangen terwijl andere scholen meteen de deur dicht hadden gedaan. Deze uitdrukkingen geven voor mij bewijs bij mijn uitspraak van hierboven: - blz. 23> stank - blz. 25> open armen
Ik had totaal niet verwacht dat hij verlegen zou zijn in het boek komt hij totaal niet zo over, hij komt als een macho over (blz.12) ' laatst zag ik nog zo'n trut bij de slager'. Ik kan me ook niet voorstellen dat hij een grappenmaker is hij komt alleen maar negatief over (blz 12) ' dat er plotseling een Spitfire naar beneden komt om die hele duffe verwende kankerbuurt onder vuur te nemen.' Opdracht 9 Hij kan met zij moeder wel goed opschieten hij trekt ook voor haar partij, maar met zijn vader kan hij niet goed mee opschieten, hij vindt hem laf en beschuldigt hem er ook van de vreselijke sfeer in huis. Ik denk dat dat ik-figuur wel al zijn gevoelens laat zien want anders zou deze boek niet zo aantrekkelijk zijn geweest en zou je niet zo in die persoon kunnen verplaatsen. Ik denk dat de schrijver als doel van dit boek het zo heeft gedaan dat je met de ik-figuur gaat meeleven en dat je jezelf der in gaat plaatsen. Opdracht 10 In het begin van het boek heeft hij altijd een grote mond en verzet hij zich tegen allemaal mensen. Maar op de laatste bladzijde van het boek is hij ineens helemaal stil en zegt hij dat hij zich niet meer verzetten. Hij vertelt nog dat hij een hele leven voor zich heeft en hij is ook serieus. In de rest van het boek is hij helemaal niet zo serieus met zijn kijk op het leven. Ik vind zijn houdingen in het boek wel begrijpelijk. Als je nu eens kijkt wat hij allemaal heeft meegemaakt en in wat voor milieu hij leefde. Die jongen probeert zijn onschuld te bewijzen, maar niet geloofd hem. En die zwakzinnige jongen hoeft helemaal niet zo zwakzinnig te zijn. Ik zal aan de andere kant de jongen wel met rust hebben gelaten, en hem niet hebben getreiterd.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
kan je ook zeggen wat de opdracht inhoud AUB?
11 jaar geleden
Antwoorden