Inhoud:

Sven stopt met wedstrijdzwemmen. Daarom mishandeld zijn vader hem.

Sven is verliefd op Roosmarijn, die bij hem in de klas zit. Hun hele klas is dol op leraar Bob. Totdat Roosmarijn wordt betast door Bob. Volgens Halima, de vriendin van Roosmarijn, moet ze naar de rector gaan, maar dat wil ze niet. Ze wil geen les meer van hem.

Sven wordt nog erger mishandeld door zijn vader en moet daarom liegen tegen zijn vrienden en tegen Roosmarijn.

Het betasten door Bob wordt erger totdat de rector toevallig binnenkomt en het ziet.

Sven koopt een mes, hij wil zijn vader vermoorden. Hij geeft uiteindelijk  het mes aan zijn vader, maar zijn vader laat het vallen. Svens moeder schakelt hulp in en dan wordt alles bijgelegd. Met Roosmarijn loopt het goed af, Bob wordt meteen ontslagen. En tussen Roosmarijn en Sven komt het ook goed, ze krijgen verkering.

Analyse

Sven is de hoofdpersoon in het verhaal.

Sven is ongeveer  15 jaar oud, en wordt mishandeld door zijn vader, omdat hij gestopt is met wedstrijdzwemmen. En hij is stapelverliefd op Roosmarijn.

Roosmarijn, Halima (vriendin van Roosmarijn), Bob (hun wiskundeleraar),  Lennart (Svens broer),  en Svens vader zijn de andere belangrijke personen.

Als ik een persoon moest kiezen, zou ik Halima willen zijn. Ze is altijd heel uitbundig en durft alles wat ik nooit zou durven.

Het verhaal speelt zich af rond het jaar 2000. Dat komt omdat rond die tijd het boek is geschreven. Maar dat kan je ook zien doordat ze gaan chatten, en dus computers gebruiken. ‘‘Gaan jullie vanmiddag nog chatten?’ vraagt Bart. ‘Nou en of! Jullie komen toch ook? Dan gaan we met zijn vieren naar de chatbox, dat wordt lachen.’’  Blz. 18.

Je kan niet precies uit het boek halen waar het zich afspeelt, maar je ziet wel dat het in Nederland is, doordat er Nederlandse namen worden gebruikt, en doordat ze mobieltjes en computers gebruiken.  ‘Weet je wat? We zwemmen vanmiddag en morgen hier in ‘De Kom’, om vijf uur. Je kunt komen kijken, dan kun je zien hoe het gaat.’ Blz. 70.

Ik zou niet op de hoofdpersoon willen lijken, want hij kan geen eigen mening hebben thuis, of hij wordt in elkaar geslagen door zijn vader.  Ik kan me niet echt verplaatsen in de hoofdpersoon, want ik heb het zelf nooit meegemaakt, maar ik begrijp hem wel, waarom hij wegloopt, en liegt tegen zijn vrienden en Roosmarijn.

Bedoeling/boodschap:

De auteur wil vooral met de tekst, de lezer amuseren.  De boodschap was moeilijk te vinden,  maar ik denk dat de boodschap vooral is, om te laten zien dat alles een reden heeft. Bijvoorbeeld waarom Sven liegt tegen zijn vrienden, omdat hij niet wil dat zijn vrienden weten wat er bij hem thuis gebeurt.

De redenen van de titel zijn: Svens vader is altijd ‘Razend’ op hem. Sven wordt uiteindelijk ‘Razend’ en wil zijn vader neersteken. En, Sven is ‘Razend’ op zijn broer Lennart omdat hij wordt voorgetrokken door zijn vader.                

Mening:

Ik vind het een heel spannend, zielig, en soms ook verrassend boek. Het zielige aan het boek is dat Sven wordt mishandeld. En dat hij onnodig wordt geschorst, omdat hij zijn wiskundeleraar Bob beschuldigd van het feit dat Bob Roosmarijn zou hebben betast. Wat dus wel waar is.

En het spannende vooral dat Sven zijn vader bedreigt met een mes. Dat stukje is ook verrassend, omdat je niet verwacht dat Svens vader toch het mes pakt.

En sommige delen zijn ook best herkenbaar, bijvoorbeeld de schoolsituatie, de leraren, of je moeten melden als je eruit bent gestuurd.  

In het einde van het boek is het ook best romantisch, als Sven en Roosmarijn een stelletje zijn.

Het boek zelf is soms moeilijk te lezen, door de 2 verhaallijnen wordt je soms een beetje verward.

Verder was het een erg leuk boek om te lezen, en een verslag erover te maken.

Dit vind ik het spannendste stuk van het boek.

‘‘Nee,’ zegt Sven. ‘Je vergist je. Jij gaat mij  doodsteken. Je haat me toch? Alles maak je voor me kapot. Zo kan ik niet verder leven. Ga je gang.’ En hij houdt het mes voor zijn vader. Zijn vader kijkt naar het mes. ‘Toe dan,’ Sven houdt zijn hand met het met het mes open zodat zijn vader het kan pakken. Zijn vader bedenkt zich geen moment, grist het mes weg en richt het op Sven. ‘Nou,’ zegt Sven. ‘Steek dan! Steek me dan dood!’ Sven ziet dat zijn vaders hand trilt en zijn greep elke seconde slapper wordt. Dan valt het mes op de grond. Een tijdje staan ze tegenover elkaar. Vader kijkt Sven aan en begint opeens te huilen. ‘Wat gebeurt hier... Wat gebeurt hier allemaal.’ Sven voelt de tranen over zijn wangen lopen. Hij raapt het mes op, draait zich om en loopt de kamer uit. ‘Sven!’ Als hij bij de voordeur is, komt zijn vader hem achterna. ‘Blijf hier! Je mag niet weggaan.’ Sven kijkt zijn vader aan. ‘Het moet afgelopen zijn,’ zegt zijn vader. ‘Deze ellende mag geen minuut langer meer duren.’ Hij kijkt zijn vrouw aan. ‘Ik ben zover.’’ Blz. 174.

Ik heb dit stukje gekozen omdat dit het allerspannendste stukje uit het boek is. Doordat het eerst leek of Svens vader Sven ging doodsteken. Ook omdat hij eerst wel het mes pakte. Maar hij kon het uiteindelijk niet. Hij haatte Sven toch niet zo erg om hem te kunnen vermoorden, terwijl je het wel dacht toen ik het boek las.

Gegevens over de schrijver:

Carry Slee werd in 1949 in Amsterdam geboren. Na de middelbare school ging ze naar de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar in Utrecht en ze was een aantal jaar drama lerares.
Een aantal boeken/series  die ze heeft geschreven zijn:            

 Kinderboeken:

• Iris & Michiel
• De kinderen van de Grote Beer

Voor jongeren:

• Pijnstillers
• Afblijven
• Kappen!
• Paniek
• Dat heb ik weer!
• Timboektoe

Er zijn een aantal van haar boeken verfilmd.

Ook is ze al 27 keer getipt voor haar boeken door de Nederlandse kinderjury.

Bron: http://www.carryslee.nl/carryslee.php, http://nl.wikipedia.org/wiki/Carry_Slee            

Verwerkingsopdracht:

Jongen bedreigt zijn vader met mes.

GRONINGEN – een vijftienjarige jongen heeft zijn vader bedreigd met een mes, omdat volgens verklaringen van de jongen, zijn vader hem meerdere malen zou hebben mishandeld.

Nadat de jongen was gestopt met wedstrijdzwemmen, met tegenzin van zijn vader, begon hij hem fysiek en geestelijk te mishandelen. Zijn vader zou hem hebben uitgescholden en meerdere malen hard geslagen hebben. Het broertje van de jongen ging wel door met wedstrijdzwemmen, en kreeg alle lof van zijn vader. Het werd de jongen allemaal te veel, en hij liep weg van zijn ouderlijk huis. Toen hij wilde terugkeren, kocht hij een mes. Hij ging naar zijn vader, en bedreigde hem. Het zelfvertrouwen van de jongen was op dat moment zo gedaald, dat hij het mes aan zijn vader gaf. De vader bedacht zich geen moment, en hij wilde zijn eigen zoon neersteken. Toch deed hij het niet. Hij wilde het toch niet aan doen. De vader mishandelde zijn zoon omdat hij waarschijnlijk vroeger door zijn eigen vader werd mishandeld.