A zakelijk gegevens
De titel van het boek dat ik heb gekozen is: Razend.
De auteur: Carry Slee.
De omslagontwerpster is: Marlies Visser die meerdere boeken ontworpen voor Carry Slee.
De uitgever is FMB Uitgevers.
De eerste druk van het boek was in 2000.
Er zitten 144 bladzijden in het boek.
Genre: mishandeling.
Titelverklaring: ik vind de titel goed bij het boek passen omdat Sven heel razend is op zijn vader.
B korte uitleg waarom je het boek hebt gekozen.
Ik vond de voorkant er erg mooi uitzien. En ik ben erg fan van Carry Slee en ik had dit boek nog niet gelezen. Het is een serieus onderwerp en dat vind ik interessant om over te lezen. En meestal zijn de boeken van Carry Slee spannend tot de laatste zin.
C eerste persoonlijke verwachting
Kwamen je verwachting uit: ja
Ik had gedacht dat Sven tegen zijn vader in zou gaan en dat hij verkering met Roosmarijn zou krijgen. En dat het uiteindelijk goed zou komen tussen Sven en zijn vader.
De reden: op het laatste maken Sven en zijn vader het goed en krijgt hij verkering met Roosmarijn.
D korte samenvatting van de inhoud.
Sven is niet blij thuis. Hij is boos op zijn vader en op zijn leraar wiskunde.
Zijn vader slaat hem vaak en Lennart nooit. Zijn vader trekt Lennart altijd voor omdat hij alles doet wat zijn vader wil. Ook zwemmen daar is Lennart heel goed in. Sven vindt er niets aan en zegt tegen zijn vader dat hij wil stoppen met zwemmen. Ze vader slaat hem dan helemaal blauw.
Sven kan erg goed filmen en heeft daarom een camera gekocht.
Sven is verliefd op Roosmarijn. Met haar wil hij een film gaan maken maar op de dag dat ze dat gaan doen wil opeens zijn vader zijn camera om Lennart te filmen bij zwemmen. Sven zegt dat hij dat niet wil en dan pakt zijn vader zijn camera af. Tegen Roosmarijn liegt hij over zijn camera en zijn vader. Sven durft tegen niemand wat te zeggen over dat zijn vader hem slaat. Roosmarijn heeft ook een probleem de wiskunde leraar zit telkens aan haar midden in de klas. Niemand ziet dat en ze geloven haar niet. Alleen Sven en haar vriendin geloven haar. Sven roept dan midden in de klas dat de leraar is van Roosmarijn af moet blijven. De directeur vindt het niet kunnen en dan wordt Sven geschorst van school. Thuis is zijn vader woedend op Sven. Dan is voor Sven de maat vol. Hij neemt een beslissing hij gaat weglopen. Hij pakt zijn spullen en zijn camera. Sven gaat een plan bedenken. `s Avonds gaat Sven naar een winkel en koopt een scherp mes dan gaat hij naar huis. In de deuropening komt hij zijn vader tegen, zijn moeder en Lennart zitten te eten. Hij geeft het mes aan zijn vader en zegt: ’je wilt me toch dood hebben, steek me dan dood,’ dan loopt hij weg. Zijn vader komt achter hem aan. ‘Sven ik wil je niet dood hebben we gaan alles veranderen’. De familie van Sven gaat nog met een mevrouw praten die gezinsproblemen oplost. Svens vader is vroeger ook zo behandeld. En uiteindelijk krijgt Sven toch nog verkering met Roosmarijn.
E bespreking van de verhaalaspecten.
Er zit heel veel spanning in het boek. Hoe zou het aflopen? Is de vraag die telkens je aan het denken zet.
Voorbeeld: ‘Toe dan.’ Sven houdt zijn hand met het mes open zodat zijn vader het kan pakken. Zijn vader bedenkt zich geen moment, grist het mes weg en richt het op Sven. ‘Nou,’ zegt Sven. ‘Steek dan! Steek me dan dood!’
Personages
Hoofdpersonen:
Sven: Sven is een normale jongen. Sven raakt snel in paniek als zijn vader weer eens boos is. Hij is erg gesloten en durft tegen zijn vrienden niet over zijn vader te praten. Het uiterlijk van Sven komt niet voor in het boek.
Roosmarijn: Roosmarijn is erg spontaan en durft wel over haar probleem te vertellen. Ze houdt van toneel spelen. Als niemand haar gelooft vindt ze dat niet fijn en heeft ze wat minder zelfvertrouwen. Het uiterlijk van Roosmarijn komt niet voor in het boek.
Bijpersonen:
Lennart (broer van Sven) : is gemeen en onvriendelijk en vindt het leuk om voorgetrokken te worden.
Vader van Sven: is erg gemeen en reageert zich af op Sven. Hij trekt Lennart voor.
Moeder van Sven: durft niets tegen het geweld te doen. Ze vindt het best zielig voor Sven maar zegt daar tegen zijn vader niets over want soms is ze het ook met hem eens.
Bob: Is de wiskunde leraar en iedereen mag hem wel. Eigenlijk is hij een vies ventje. Hij zit aan Roosmarijn terwijl ze dit niet wil. Niemand verwacht dat van hem.
Ook bij alle bijpersonen is er geen uiterlijk in het boek beschreven.
Thema’s: mishandeling, relaties en vriendschap.
Opbouw: de opbouw is chronologisch
Voorbeeld: Sven zit op zijn kamer. Hij kijkt op de klok. Over een uurtje komt Roosmarijn. Hij is blij dat het eindelijk zover is.
Tijd: het verhaal speelt zich in deze tijd af want er zijn al digitale camera’s, computers en gsm.
Voorbeeld: Mijn moeder staat op mijn gsm. Blauw heeft afgebeld, ze is ziek, ik hoef niet naar bijles.
Dit boek is vertelt vanuit een vertelsituatie.
Voorbeeld: Sven is nog steeds uit zijn humeur als hij op school komt.
Roosmarijn zit in de aula.
Ruimte: het verhaal speelt zich vooral af op school en bij Sven thuis.
Voorbeeld: Roosmarijn zit in de aula. Ze is zogenaamd haar gymspullen vergeten.
F achtergrond van de auteur.
De naam van de auteur is Carry Slee.
Ze werd geboren op 1 juli 1949
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden