Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Razend door Carry Slee

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Razend
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 2165 woorden
  • 23 januari 2012
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
6 keer beoordeeld

Boekcover Razend
Shadow

Sven (15) wil regisseur worden en is al volop bezig met filmen. Hij filmt vooral zijn vrienden die aan free running doen en zet de filmpjes dan op YouTube. Hij vraagt Roosmarijn om mee te werken aan zijn eerste speelfilm. Zij mag echter niet te weten komen dat hij thuis regelmatig een park rammel krijgt. Het lukt hem zijn blauwe plekken voor iedereen verborgen te houd…

Sven (15) wil regisseur worden en is al volop bezig met filmen. Hij filmt vooral zijn vrienden die aan free running doen en zet de filmpjes dan op YouTube. Hij vraagt Roosmarijn om…

Sven (15) wil regisseur worden en is al volop bezig met filmen. Hij filmt vooral zijn vrienden die aan free running doen en zet de filmpjes dan op YouTube. Hij vraagt Roosmarijn om mee te werken aan zijn eerste speelfilm. Zij mag echter niet te weten komen dat hij thuis regelmatig een park rammel krijgt. Het lukt hem zijn blauwe plekken voor iedereen verborgen te houden totdat hij er op een dag zo slecht aan toe is dat hij bij zijn oma onderduikt. Daardoor mist hij zijn verjaardag. Roosmarijn denkt dat hij haar niet meer leuk vindt en ook zijn vrienden zijn boos op hem. Hij besluit om voor eens en voor altijd met zijn vader af te rekenen, totdat hij ontdekt waarom zijn vader hem slaat.

Razend door Carry Slee
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Het onderwerp van het boek is mishandeling.
‘Ik, eh… ik moet naar school.’
‘Jij moest naar trainen!’ schreeuwt vader.
‘Ik heb toch gezegd dat ik niet meer wil zwemmen,’ zegt Sven. Zijn vader kijkt hem dreigend aan. ‘Dus jij denkt door te kunnen gaan met dat jennen? Dat leer ik je wel af.’ ‘Niet doen, papa!’ roept Sven. Maar hij heeft de eerste klap al te pakken.
Blz. 5.

2. De hoofdpersoon heet Sven Feije. In het boek staat niet echt hoe Sven eruit ziet. Hij is 14 jaar. Hij woont thuis. Zijn thuissituatie is niet zo goed. Zijn vader mishandeld hem, zijn moeder komt niet voor hem op en zijn broer die pest hem alleen maar.

Sven is een rustige jongen. Soms is hij ook wel een beetje jaloers op zijn broer omdat hij zijn grote liefde heeft ingepikt.
Alsof hij levend uit een verongelukte auto is gekropen, zo voelt Sven zich als hij maandagochtend voor het raam van zijn kamer staat. Hij kijkt naar Lennart die op zijn fiets wegrijd. Je hebt er goed over nagedacht hoe je het moest doen, Lennart, denkt Sven. Het begon met kleine pesterijen: mijn trui uitlenen, mijn Nikes inpikken, mijn fiets. Toen mijn camera en als laatste heb je het mooiste van me afgenomen dat ik had: Roosmarijn.
Blz. 105.
Hij is ook behulpzaam, want zijn ‘grote liefde’ had ongewenst seksueel contact met een leraar. En Sven komt dus voor haar op.
Bob merkt dat Sven het niet zo leuk vindt. ‘Je kunt toch wel tegen een grapje? Ben jij nou een kerel?’ Hij legt zijn hand op Svens schouder. Sven wordt razend. ‘Afblijven!’ ‘Nou nou,’ zegt Bob. ‘Ik dacht dat jij alleen aan meisjes zat,’ zegt Sven. Het is alsof er een bom in de klas valt. Bob doet alsof hij er niets van begrijpt. ‘Wat kijk je nou?’ schreeuwt Sven. ‘Je vindt het toch zo lekker je leerlingen aan te raken? Maar van mij blijf je af.’ ‘Waar doel je op, jongen?’ Sven heeft Bob nog nooit zo kwaad gezien, maar het kan hem niks schelen. Niks kan hem meer schelen.
Blz. 110/111.
Ook is Sven vaak ongelukkig, omdat zijn vader hem mishandeld. Sven is ook wel erg slim, want hij wil Roosmarijn veroveren, en omdat zij later actrice wil worden, gaat hij een film maken.
‘Ik heb een machtig goed plan, man,’ zegt Sven. ‘Vertel op.’ ‘Ik ga een film maken met een meisje in de hoofdrol. En dat meisje wordt… Roosmarijn.’
Blz. 21/22.
Sven lijkt me een sympathieke jongen.

3. Bijpersonen
Roosmarijn – Klasgenootje van Sven, ze is stiekem verliefd op Sven, net zoals Sven op Roosmarijn. Roosmarijn en Sven maken een film. Maar doordat Sven zijn vader de camera mee heeft genomen om Sven zijn broer Lennart te filmen, zegt Sven dat zijn camera stuk is bij Van der Ploeg ligt. Later die dag gaat Roosmarijn met haar vriendin Halima te winkelen en gaan ze bij de Van der Ploeg kijken of de camera er ook ligt. Maar hij ligt er niet, en Roosmarijn heeft hierdoor het gevoel dat Sven het niet meer leuk vindt om te filmen, dus gaat ze Sven proberen te vergeten. Ook wordt Roosmarijn lastig gevallen door haar wiskundeleraar Bob. Hij zit wel eens aan Roosmarijn haar borsten, en dat vindt ze natuurlijk helemaal niet leuk. Bob probeert in het boek Roosmarijn aan te randen in de lerarenkamer. Gelukkig ziet de directeur, meneer Hazelman dit op tijd en ontslaat hij Bob. Ik heb sympathie voor Roosmarijn, omdat het mij ook vreselijk lijkt om door je leraar aangeraakt te worden op plaatsen waar je dat niet wilt.

Bart – De beste vriend én klasgenoot van Sven. Maar door alle problemen bij Sven thuis heeft hij nauwelijks nog tijd voor zijn vrienden. Sven wil zijn beste vriend niet verliezen. Bart stelt aan Sven voor om het goed te maken door een gezellig middagje te zwemmen. Sven stemt er mee in, maar ’s avond wordt Sven weer geslagen en heeft hij allemaal striemen op zijn rug. Hierdoor kan Sven ook niet zwemmen, want dan zouden Bart en nog een paar vrienden het zien. En hierdoor gaat de vriendschap voorbij. Ik heb antipathie voor Bart, omdat je als beste vrienden hoort te vragen, als je iets vreemds merkt, wat er aan de hand is.


Halima – Klasgenootje van Sven, en beste vriendin van Roosmarijn. Samen met Roosmarijn gaat Halima uitzoeken of Sven nou wel of niet liegt. Ik heb sympathie voor Halima, omdat ze haar beste vriendin probeert te helpen.

Arnout en Hakim – Vrienden van Sven en Bart. Arnout en Hakim willen twee meiden zoeken om mee te daten. Ze pakken het best slim aan want ze doen zichzelf voor als twee meiden op een chatroom. Maar Sven en Bart weten dat Arnout en Hakim op de chatroom zitten en hoe ze heten. Sven en Bart willen een geintje uithalen en doen zich ook voor als twee meisjes, met de namen die Arnout en Hakim leuk vinden en het uiterlijk waar Arnout en Hakim op vallen.
Ik heb sympathie voor Arnout en Hakim, omdat ze het op een grappige manier aanpakken om twee meiden te zoeken. Maar als zoiets bij mij zou gebeuren, zou ik toch wel schrikken!

Lennart Feije – Lennart is de broer van Sven. Lennart wordt heel erg voorgetrokken door zijn vader, omdat Lennart zijn vader wel gehoorzaamd. Lennart is het lievelingetje van hun vader, omdat hij zo goed in zwemmen is. Lennart pakt Roosmarijn van Sven af en dat vindt Sven niet leuk. Ik heb antipathie voor Lennart, omdat hij me echt een arrogante jongen lijkt. Ik zou zoiets nooit doen, maar ik zou voor mijn broer opkomen.

Vader Sven – De vader van Sven is een hele gemene man. Hij trekt zijn oudste zoon voor, alleen omdat hij wel doet wat zijn vader graag wil. Hij mishandeld Sven omdat hij zijn vader niet wil gehoorzamen. Ik heb antipathie voor Sven zijn vader, want ik mag hem helemaal niet. Ik zou zoiets nooit mijn zoon of dochter aandoen.

Moeder Sven – De moeder van Sven lijkt me op zich wel een aardige vrouw, maar ze komt totaal niet voor Sven op. Ik voel sympathie voor haar, omdat ze niet durft op te komen voor Sven omdat ze bang is voor haar man en dat is begrijpelijk, maar ik zou wel iets doen.

Bob
– Bob is de wiskundeleraar van Sven en z’n vrienden. In het eerst leek hij me echt tof, maar toen hij Roosmarijn aan begon te raken, vond ik hem een vieze vent. Ik heb antipathie voor Bob, omdat hij Roosmarijn aanrandt. Dat vind ik dus echt niet kunnen, want eerst wint hij het vertrouwen van de leerlingen, en daarna misbruikt hij het eigenlijk. Niemand gelooft Roosmarijn, alleen Halima en Sven.


4. Het probleem van de hoofdpersoon, Sven, is dat hij door zijn vader mishandeld wordt. Zijn moeder komt niet voor hem op en hij wordt van school geschorst omdat hij Bob heeft afgesnauwd. Roosmarijn is eigenlijk ook een soort van hoofdpersoon. Haar probleem is dat ze word aangerand door haar leraar Bob.

5. Het einde van het verhaal is echt heel spannend! Alles komt gelukkig goed. Het einde is ook wel een beetje grappig omdat Bart en Sven Hakim en Arnout voor de gek houden. Ze hadden via de chatbox afgesproken bij de bioscoop. En toen stonden Bart en Sven ineens voor Hakim en Arnout. Roosmarijn heeft aan het einde toch nog met Sven verkering gekregen. Nu komt ook naar boven waarom Sven zijn moeder niet voor hem opkwam, Lennart zo gemeen was en Sven’s vader hem telkens sloeg. Sven zijn moeder kwam niet voor hem op omdat ze bang voor Sven zijn vader was, Lennart was zo gemeen omdat hij jaloers op Sven was omdat Sven met zwemmen was gestopt en dat wou Lennart eigenlijk ook maar dat durfde hij nooit te zeggen en Sven zijn vader sloeg Sven telkens omdat Sven zijn vader vroeger ook altijd door zijn eigen ouders werd geslagen en Sven zijn vader wist er niet anders mee om te gaan.

6. Vertelde tijd: Ik denk dat het boek in ongeveer 1995 – 2000 afspeelt, maar het zou net zo goed in deze tijd af kunnen spelen. Dat denk ik omdat er computers enzovoort in voor komen. En het boek is in 2000 gedrukt.

7. Het verhaal is chronologisch verteld, omdat alles in volgorde staat. Eerst heeft Sven geen verkering met Roosmarijn en slaat zijn vader hem. En aan het eind heeft hij wel verkering met Roosmarijn en slaat zijn vader hem niet meer. En tussenin komen geen flashbacks voor.

8. Plaats: Het verhaal speelt zich af op school, bij Sven thuis, bij het zwembad, bij Bart thuis, bij de bioscoop, in de duinen, bij Sven zijn oma en in de stad. Het weer wordt niet echt aangegeven.

9.
Spanning: Ja, er is een heel spannend stukje, en dat is op het einde.
Moedeloos zakt Sven op de grond neer. Zo wil hij niet verder leven, dat kan hij gewoon niet. Hij moet dit probleem oplossen, maar dat doet hij niet door weg te lopen. En als hij nou eens teruggaat en zijn vader de waarheid vertelt? Sven lacht bitter. Hij weet wel beter. Nog voordat hij drie zinnen heeft uitgesproken, ligt hij in elkaar geslagen in een hoek van de kamer. Misschien kan hij het dit keer wel niet meer navertellen. Toch zal hij op de een of andere manier de confrontatie aan moeten gaan, maar hoe?
Sven denkt na. Hij is zo in gedachten dat hij niet eens merkt dat er iemand langsloopt. Maar hij wil zich ook niet meer verstoppen, voor niemand. Er moet een eind aan komen, definitief.
Sven weet niet hoe lang hij daar heeft gezeten op de plek in de duinen. Hij schrikt van zijn eigen gedachten. Durft hij dat? Durft hij dat echt? Sven voelt dat er geen weg meer terug is. Hij wil geen lafaard zijn. Als in trance komt hij overeind en stapt op zijn fiets. De hele weg naar het centrum ziet hij zichzelf het huis binnengaan. Hij ziet hoe hij voor zijn vader zal staan. Hij voet hoeveel kracht er in hem zit. Een kartier late zet hij zijn fiets neer. Zonder te aarzelen loopt hij de ijzerwinkel in.
‘Kan ik iets voor je doen?’ vraagt de verkoper. ‘Ja.’ Sven legt zijn pinpas op de toonbank. ‘Ik wil een mes, een scherp mes.’

Even later in het boek staat wat er met dat mes gaat gebeuren.

‘Ik ga niet weg,’ zegt Sven. ‘Ik wil weten waarom je me haat!’ ’Jij!’ zijn vader gaat vlak voor hem staan. ‘Moet je dat nog vragen? Omdat je het grootste stuk ellende bent dat op twee benen rondloopt. Daarom. En nou uit mijn ogen of ik vermoord je.’ ‘Zie je wel!’ schreeuwt Sven. ‘Dat is wat je wilt. Je wil me vermoorden! Je wil eigenlijk dat ik dood ben.’ En hij trekt zijn mes. Zijn moeder geeft van schrik een gil en Lennart rent de kamer uit. Sven ziet dat zijn vader lijkbleek wordt. Angstig kijkt hij naar Sven die met het mes in zijn hand voor hem staat. ‘Ik wist het,’ zegt hij. ‘Je gaat me doodsteken.’
‘Nee,’ zegt Sven. ‘Je vergist je. Jij gaat mij doodsteken. Je haat me toch? Alles maak je voor me kapot. Zo kan ik niet verder leven. Ga je gang.’ En hij houdt het mes voor zijn vader.

Zijn vader kijkt naar het mes.
‘Toe dan.’ Sven houdt zijn hand met het mes open zodat zijn vader het kan pakken. Zijn vader bedenkt zich geen moment, grist het mes weg en richt het op Sven.
‘Nou,’ zegt Sven. ‘Steek dan! Steek me dan dood!’
Sven ziet dat zijn vaders hand trilt en dat zijn greep elke seconde slapper wordt. Dan valt het mes op de grond.
Een tijdje staan ze tegenover elkaar. Vader kijkt Sven aan en begint opeens te huilen. ‘Wat gebeurt hier… Wat gebeurt hier allemaal.’ Sven voelt de tranen over zijn wangen lopen. Hij raapt het mes op, draait zich om en loopt de kamer uit. ‘Sven!’ Als hij bij de voordeur is, komt zijn vader hem achterna. ‘Blijf hier! Je mag niet weggaan.’
Sven kijkt zijn vader aan. ‘Het moet afgelopen zijn,’ zegt zijn vader. ‘Deze ellende mag geen minuut langer meer duren.’


Mening:

- Het onderwerp: Ik vind het onderwerp wel interessant, want ik hou van verhalen met een probleem. Natuurlijk is het niet leuk om mishandeld te worden, maar het leek me een leuk boek.
- Personages: De personages als Sven en Roosmarijn lijken me echt aardig toe. Maar personages zoals Lennart en Sven’s vader lijken me echt heel gemeen.
- Bouw: De opbouw van het boek was op de meeste stukken goed en overzichtelijk. Maar bij sommige stukjes hielden de zinnen midden in het verhaal op, dat was wel een klein beetje verwarrend. Maar voor de rest was de opbouw prima.
- Het taalgebruik: Het taalgebruik was ook helemaal niet moeilijk. Ik snapte elk woord in het verhaal.


Het was leuk om dit boek te lezen en het boekverslag te maken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Razend door Carry Slee"