Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Publieke werken door Thomas Rosenboom

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Publieke werken
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 5993 woorden
  • 6 januari 2003
  • 64 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
64 keer beoordeeld

Boekcover Publieke werken
Shadow
Publieke werken door Thomas Rosenboom
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Primaire gegevens Auteur: Thomas Rosenboom
Titel: Publieke werken
Ondertitel: - Verschenen in: 1999
Aantal blz.: 488
Leestijd: 14 uur
Uitgelezen op: 24-9-2002 Verantwoording van de keuze Ik heb over dit boek een keer een recensie gelezen waarin dit boek behoorlijk goed werd gevonden. Daarop ben ik eens bij ons in de kast gaan kijken en wij bleken het boek te hebben. Toen ik de achterkant gelezen had, sprak het verhaal mij wel aan en ben ik het boek gaan lezen. Verwachtingen vooraf Zoals hiervoor al staat had ik een behoorlijk positieve recensie over dit boek gelezen en daarbij komt nog dat dit boek mij door meerdere personen werd aangeraden. Toen ik de achterkant van het boek gelezen had, sprak het verhaal mij wel aan en dus had ik positieve verwachtingen toen ik begon met het lezen van het boek. Ik wist nog niet veel over de schrijfstijl van Rosenboom en ook kon ik niet zeggen of het wel spannend was, dus daar kon ik nog niets over zeggen en wat dat betreft had ik ook nog geen verwachtingen, maar ik verwachtte in ieder geval een leuk verhaal.
Eerste reactie achteraf Ik vind dit werk: spannend: een beetje
meeslepend: erg
ontroerend: een beetje
grappig: een beetje
realistisch: erg
fantasierijk: een beetje
interessant: erg
origineel: erg
goed te begrijpen: erg
Dit werk heeft mij aan het denken gezet. Ik heb iets aan dit werk gehad. Dit werk spreekt mij aan, omdat het over meer dan een eeuw geleden gaat en het helemaal gefantaseerd is, maar toch erg realistisch overkomt, alsof het in die tijd geschreven is. Verder is het ook erg meeslepend, ik had steeds het gevoel dat ik maar verder wilde lezen en ik heb dit boek dan ook snel uitgelezen. Korte samenvatting In de proloog vertelt Klein Pet, zoon van Pet Bennemin, een turfsteker en van oorsprong joods, hoe hij hoort dat zijn vader en opa overleggen waarheen ze zullen gaan. Het turf is bij hun woonplaats al weggestoken en ze moeten van armoede ergens anders heen. Ze besluiten naar Hoogeveen te gaan, waar ze midden in de nacht op het veld, temidden van andere hutten, hun eigen plaggenhut bouwen. Ze hebben niet betaald voor hun vestiging en dus moeten ze zorgen dat ze voor zonsopgang vuur en rook in hun schoorsteen hebben, want dan is de vestiging vrij. Wanneer de plaggenhut klaar is leest de opa van Klein Pet een toepasselijke tekst uit de Bijbel en noemt hun gehucht Elim. Inmiddels is Klein Pet opgegroeid en getrouwd en heeft hij een zoon, Klein Pet. Ze wonen nog steeds in het veld achter Hoogeveen. In Hoogeveen zelf woont de apotheker Anijs van de apotheek ‘De twaalf apostelen’. Hij heeft geen academische opleiding, maar staat toch in hoog aanzien, omdat hij veel voor de bevolking doet. In Hoogeveen is ook een dokter, Amshoff, weliswaar met academische titel, maar hij doet bijna niets voor de armen en daarom gaan zij met hun kwalen vaak naar Anijs, die dan een diagnose stelt en de medicijnen geeft. Amshoff is het hier niet mee eens en heeft hem aangeklaagd, maar zonder gevolgen. Anijs is getrouwd met Martha, dochter van zijn voorganger, maar heeft geen kinderen gekregen uit zijn huwelijk met haar. Het echtpaar wordt steeds eenzamer, want waar vroeger nog de burgemeester (ook academische titel), Amshoff en de dominee op bezoek kwamen, komt nu niemand meer, sinds Anijs is aangeklaagd wegens het onbevoegd stellen van diagnoses. In ‘De eenhoorn’, de andere Hoogeveense apotheek, heeft zich zojuist een nieuwe apotheker gevestigd: Halink. Anijs gaat even bij hem langs om kennis met hem te maken en vertelt hem dat degenen met de academische titel eigenlijk geen echte onderzoekers zijn. Halink blijft vrij koel tegenover hem en bij het verlaten van de zaak ziet Anijs dat ook Halink een academische titel heeft behaald. In Amsterdam, aan de Hendrikskade nummer 46, tegenover het Centraal Station, dat op dat moment in aanbouw is, woont Vedder, een vioolbouwer en een neef van Anijs, die hij eigenlijk sinds zijn jeugd niet meer gezien heeft. Vedder is niet getrouwd maar wel gesteld op kinderen en daarom heeft hij zich ontfermd over een vondeling, Theo, die bij de familie Rossaert wordt opgevoed. Vedder voelt zich als een vader voor hem en heeft al veel met de jongen gedaan. Vedder schrijft kritische stukken in de krant over de ontwikkeling van Amsterdam en met name over de Dienst Publieke Werken onder de pseudoniem Veritas. Plotseling ontmoet Vedder een verre neef van hem uit Amerika, die zoals hij zegt voor zaken in Nederland is en verblijft in het American Hotel: Al Vedder. Wanneer Vedder kort daarop in de krant leest dat de grote architect Henkenhaff van plan is op de plaats van zijn huis en de andere huizen in zijn rijtje een groot hotel te bouwen, ruikt Vedder groot geld. Hij krijgt een briefje waarin Ebert, onderhandelaar namens Henkenhaff, hem uitnodigt voor een gesprek. Vedder spreekt met zijn buurman, de kleermaker Carstens, af dat hij voor hen beiden als onderhandelaar zal optreden. In Hoogeveen kan Anijs het niet verkroppen dat hij de enige is zonder academische titel en hij haalt uit schaamte zijn apothekersdiploma van de muur en hangt zijn brandmeestersdiploma er voor in de plaats, om te verhullen dat hij geen academische titel heeft. Dan komt Pet Bennemin met zijn zoontje Klein Pet naar de apotheek en vraagt hem of hij zijn viool kan verkopen via zijn neef, die een vioolbouweratelier heeft. Anijs vraagt waarom hij die viool verkopen wil en dan vertelt Bennemin dat Johanna, zijn dochter, na een jaar venstervrijen met Sieger, een jongen uit het Veld, nog steeds niet zwanger is en dat ze naar mening van de Veldelingen nu onvruchtbaar is. Sieger wordt steeds brutaler en zet Johanna nu te schande door gemeenschap met haar te hebben terwijl iedereen toekijkt en Bennemin daarbij op zijn viool moest spelen. Anijs biedt Bennemin zijn hulp aan en schrijft Vedder een brief, waarin hij hem uitnodigt naar de viool te komen kijken. In Amsterdam is Ebert ondertussen voor een eerste gesprek langs geweest. Hij geeft Vedder en Carstens de ontwerptekeningen van het hotel en zegt dat hij de volgende keer zal komen om te onderhandelen. Wanneer hij weggaat springt Theo in zijn rijtuig. Hij is alleen maar gekomen om geld te lenen van Vedder, tot zijn spijt. Wanneer Vedder de brief van zijn neef Anijs krijgt, reist af naar Hoogeveen en wordt van het station afgehaald door Anijs. Ze kunnen het goed met elkaar vinden en Martha is ook in een goed humeur nu ze eindelijk weer bezoek krijgt. Vedder krijgt de viool te zien taxeert hem op 100 gulden. Hij neemt hem mee naar Amsterdam en zegt dat hij de viool zal proberen te verkopen. Wanneer Ebert voor de tweede keer komt biedt hij zowel Vedder als Carstens 20 000 gulden voor hun woning. Hij zegt erbij dat dat een zeer royaal bedrag is. Vedder bedenkt wat hij voor tegenbod moet geven en wil het bedrag met anderhalf vermenigvuldigen, maar zegt per ongeluk 50 000. Ebert weigert verder te onderhandelen en vraagt bij het weggaan of Vedder misschien zijn Syde-viool wil repareren, want er zit een ruis in. Wanneer Anijs een kwitantie van Vedder voor de Bennemin-viool krijgt, gaat hij blij het nieuws te mogen meedelen naar het Veld toe. Echter aan het raam van Bennemins huis blijft hij stil staan kijken, want op dat moment is juist een spothuwelijk van Johanna met de kolden vrijer aan de gang. Omdat zij onvruchtbaar is, moet zij nu haar leven lang ongehuwd blijven. Anijs ziet dit alles gebeuren en gaat zonder de kwitantie te hebben gegeven weer terug. Theo wordt bijna zestien en er was afgesproken dat hij op zijn zestiende verjaardag de waarheid te horen zou krijgen omtrent zijn herkomst. Vedder wil dat Theo echter nog niet aandoen en hij dringt er bij Rossaert op aan nog een jaar te wachten. Deze vindt dat goed, mits Vedder wel financiële steun verleent, want alleen kan hij de kosten van Theo anders niet meer betalen. Vedder stemt in. In Hoogeveen komt Johanna naar de apotheek van Anijs toe en vraagt om zevenboom. Anijs bedenkt tot zijn schrik dat zevenboom een vruchtafdragend middel is; dat zou betekenen dat Johanna toch zwanger geworden is. Hij mag haar het middel niet geven, maar belooft met Sieger te zullen praten. Kort daarop gaat Anijs met een wagen vol medicijnen naar het veld om de Veldelingen een gratis ‘algemene medische behandeling’ te geven. Lubber prikt hij met een naald in zijn stijve tong, waardoor hij die weer kan bewegen, maar eigenlijk heeft hij nu ongeoorloofd een operatie gedaan. Wanneer Johanna aan de beurt is zegt ze dat het met haar zwangerschap niet goed gaat. Na de algemene behandeling spreekt Anijs het volk toe en zegt dat je hun ziel voor iets hogers moeten openstellen en dat hij hen welvaart zal proberen te bezorgen. Ondertussen is het een dag voor Theo’s 17e verjaardag en Vedder geeft hem een pseudoniem cadeau (J. Accuse) en een onderwerp om over te schrijven. Theo zegt dat hij dat niet nodig heeft en is teleurgesteld. Dan neemt Vedder hem mee naar het Concertgebouw. Het concert is bijna ten einde, en wanneer het afgelopen is, probeert Vedder zijn Bennemin-viool te verkopen aan een der musici. Wanneer die weigert merkt Vedder ineens dat Theo verdwenen is: misschien is hij met Ebert mee. Die avond komt Vedder bezopen thuis. Op Theo’s verjaardag hoort hij dat hij een vondeling is. Hij denkt nu dat Vedder zijn biologische vader is, omdat deze vaak heeft gezegd dat hij als een vader voor hem is geweest. In Hoogeveen moet Bennemin namens de ‘hoge heren’ aan Anijs meedelen dat hij zijn apotheek moet sluiten als er geen apothekersdiploma aan de muur hangt. Vlak daarna komt Klein Pet helemaal buiten adem bij Anijs: Johanna moet bevallen. Hij snelt erheen en bedenkt dat ze een maand te vroeg is. Wanneer hij bij haar is haalt hij door middel van een prik in haar buik met het besnijdenismesje de druk weg en komt het kind ter wereld: dood. Anijs ziet dat het kind niet van Sieger is, omdat het gehandicapt is: Lubber moet de vader zijn. Ebert vertelt Vedder dat ze niet langer kunnen wachten met de bouw van het Victoria Hotel. Ze zullen nu alvast beginnen met de sloop van de huizen om hem en Carstens heen (die bewoners waren al voor 20 000 uitgekocht). Ebert probeert Vedder nog over te halen alsnog weg te gaan met een bod van 25 000 maar Vedder houdt voet bij stuk: hij denkt dat ze nu niet meer om hem heen kunnen. Ebert vertrekt weer en zegt dat, wanneer Vedder van gedachten veranderd, hij zich maar tot notaris Biederlack moet wenden. Ondertussen gaat Vedder wel door met zijn werk: hij is nog steeds bezig met de Syde-viool. Hij heeft de viool nu al heel vaak open gemaakt, gaatjes en barstjes met lijm gevuld en hem weer dicht gemaakt, maar niets lijkt te helpen tegen de ruis in de klank. Plots komt neef Al weer langs bij Vedder. Hij komt afscheid nemen en vertelt dat hij arme landverhuizers wil helpen naar Amerika te komen. Zijn contactpersoon is ook notaris Biederlack. Vlak voor hij vertrekt koopt hij de Bennemin-viool van Vedder. Hij betaalt met 100 dollar. Vedder gaat weer naar Hoogeveen om het geld naar Anijs te brengen. Eenmaal in Hoogeveen begint Vedder uitgebreid te vertellen dat hij zijn woning voor veel geld verwacht te verkopen en dat hij dat winstgevend wil beleggen. Anijs stelt voor een sociale belegging te doen: de Veldelingen helpen om naar Amerika te gaan. Vedder stemt in en Anijs gaat het ook de Veldelingen vertellen. Vedder regelt de zakelijke kant met notaris Biederlack: er wordt een speciale rekening voor hem geopend en hij krijgt de formulieren voor landverhuizing opgestuurd, in drievoud. Vedder vult ze allemaal in en stuurt ze dan naar Amerika, ter ondertekening. Ondertussen is gebleken dat er in plaats van 100 maar 92 gezinnen meegaan en aangezien de oversteek 500 gulden per gezin kost, verlaagt Vedder zijn vraagprijs naar 46 000, in de hoop het geld sneller te krijgen, want de oversteek vindt plaats met Pasen. Ebert gaat niet op het bod in, want hij mag niet praten over prijzen boven de 30 000. Wanneer Vedder op een avond thuis komt, is de Syde-viool weg uit zijn etalage. Vedder denkt dat het een complot is om hem failliet te laten gaan, immers de 3000 gulden schadevergoeding voor de viool kan hij niet betalen en hij zal zijn huis per opbod moeten verkopen en dan kan Henkenhaff zijn huis goedkoop bemachtigen. Echter de volgende dag vindt hij de Syde-viool weer terug in de etalage en de ruis is verdwenen. Ondertussen zijn de Veldelingen per trein onderweg naar Amsterdam. Anijs heeft hen op het station uitgeleide gedaan en krijgt als geschenk het mohèl-kistje (besnijdeniskistje) van Bennemin. Vedder krijgt als geschenk een verzilverd theelepeltje in Amsterdam. Ofschoon er niet betaald is voor de reis (want Vedder eeft zijn huis nog niet kunnen verkopen) mogen de Veldelingen toch doorplopen bij de controle. In Hoogeveen gaat Anijs voor de laatste maal naar het Veld, waar niemand meer overgebleven is. Hij had beloofd voor de bijen van Bennemin te zorgen. Bij Bennemins huis probeert hij verdwaasd van emoties zichzelf besnijden, maar dan hoort hij de burgemeester en Amshoff aankomen. Zij zien het graf van het doodgeboren kindje en beschuldigen Anijs ervan. Anijs deinst achteruit, maar loopt dan tegen de bijenkorf aan en de bijen storten zich als een woedende zwerm op hem. Hij eindigt in een ziekenhuis in Assen, waar hij het bericht van de Tuchtraad krijgt, dat er geen zaak tegen hem zal worden aangespannen wanneer hij belooft zijn ambt neer te leggen. Henkenhaff maakt via Ebert aan Vedder bekend dat hij niet op zijn bod ingaat, want het is te hoog, en dat hij zijn hotel gewoonweg om Vedders en diens buurman Carstens huis heen zal bouwen. Over een paar dagen zal immers het hotel worden geopend, dus veel tijd is er niet meer. Vedder krijgt ondertussen steeds meer rekeningen: van de notaris, van de spoorwegen voor de gehuurde veewagons voor de Veldelingen, maar gek genoeg niet uit Amerika voor de landverhuizing. Wanneer Vedder de krant openslaat ziet hij een stuk staan van E. Nigma, ook een pseudoniem en Vedders grote voorbeeld, waarin hij de pseudoniem van Vedder, Veritas, onthult. Vedder is nu radeloos en weet niet meer wat te beginnen. Bij de opening van het hotel staat hij op het dak van zijn huis toe te kijken. Hij herkent zelfs zijn neef Anijs, die geheel in verband gewikkeld is. Henkenhaff zelf komt ook het dak op en nodigt hem uit naar binnen te komen voor een toast, maar Vedder deinst achteruit, struikelt over de rand en valt naar beneden: hij is dood. Anijs ziet het gebeuren en beseft dat hij zijn huis niet heeft kunnen verkopen. Twee maanden later krijgt hij een brief van Bennemin namens de Veldelingen. Er was inderdaad niet betaald en zij werden na aankomst vastgezet. Maar na onderzoek bleek het factorbedrijf dat de betaling had moeten regelen, het bedrijf van Al Vedder, niet meer bestaat en de landverhuizers mogen toch aan land. Ze zijn nu vrije mensen en hoeven niets meer te betalen. Ze worden in Amerika goed opgevangen door geloofsgenoten en leiden nu een gelukkig leven.
Tijd en ruimte Het verhaal zelf begint in 1888, maar de proloog is een generatie eerder. De vertelde tijd is een jaar of twee en het verhaal eindigt dan ook rond het jaar 1990. Het verhaal speelt in Amsterdam en in Hoogeveen (daarbij wordt ook het plaggenhuttendorp Elim op het Veld gerekend). De oneven hoofdstukken spelen in Hoogeveen bij apotheker Anijs en de even hoofdstukken spelen in Amsterdam bij vioolbouwer Vedder. Het proloog speelt ook in de buurt van Hoogeveen. De wijze van vertellen
De proloog is geschreven in de eerste persoon, gezien vanuit Klein Pet, zoon van turfsteker Pet
Bennemin, die in het verhaal zelf turfsteker is en Pet Bennemin heet. Het verhaal wordt verteld in de derde persoon, ofwel personale verteller. Het perspectief wisselt echter wel. In de oneven hoofdstukken zie je het verhaal door de ogen van apotheker Anijs in Hoogeveen en in de even hoofdstukken zie je het verhaal door de ogen van vioolbouwer Vedder in Amsterdam. In dit boek is geen sprake van de auctoriale verteller, al lijkt dat in eerste instantie wel zo, omdat in dit geval de ik-persoon geen verhaal vertelt over de hij-persoon: deze twee delen staan los van elkaar. Het verhaal is vertelt in chronologische volgorden en er is geen sprake van flashbacks of –forwards. Spanning In dit verhaal is duidelijk sprake van spanning, want ik voelde tijdens het lezen een duidelijk drang om door te lezen en niet te willen stoppen. Deze spanning wordt onder andere gecreëerd door de verschillende gebeurtenissen in de loop van het verhaal. Deze gebeurtenissen zijn goed gespreid en dat zorgt voor en goede verdeling van de spanning. Ook zorgen de situaties in het verhaal en de reacties van de personen op de situaties en de reacties tussen personen onderling voor een dergelijke spanning. Om een voorbeeld te geven: Ebert biedt Vedder 20 000 voor zijn huis, maar Vedder vraagt 50 000. Omdat het verhaal alleen de persoon Vedder en niet Ebert volgt, weet je niet of Ebert aan het proberen is om toch die 50 000 te regelen, maar ondertussen zit Vedder wel in de zenuwen, want hij weet het ook niet en de vraag is dan wie van de twee als eerste zijn prijs verandert. Zo wordt ook een soort van spanning in het verhaal gecreëerd. Als laatste wordt de spanning ook nog eens versterkt, denk ik, doordat het verhaal constant van perspectief wisselt. Om het hoofdstuk zie je het verhaal door de ogen van Vedder, respectievelijk Anijs. Wanneer er dan net iets spannends gebeurde in het ene hoofdstuk, ben je benieuwd hoe het daarmee verder zal gaan, maar dan is het hoofdstuk afgelopen en moet je eerst een ander hoofdstuk lezen voor je het te weten komt. In dat hoofdstuk gebeurt dan ook weer iets spannends dat je ook pas over nog een hoofdstuk verder kunt lezen. Zo blijf je het hele verhaal door het gevoel hebben dat je verder wilt lezen en blijft het verhaal spannend. Thema en motieven Beide hoofdpersonen gaan in dit verhaal ten onder aan hun goede bedoelingen. Anijs en Vedder zijn allebei vol van goede bedoelingen, want ze doen alles om het leven van slechtbedeelden beter te maken. Duidelijk is dat ze er uiteindelijk allebei aan ten onder gaan. Anijs zet zich in zijn stad in voor de turfstekers. Hij stelt voor hen een diagnose en verstrekt ze dan de medicijnen, zodat ze niet langs Amshoff moeten. Ook organiseert hij een ‘algemene medische behandeling’ voor de turfstekers, waarbij hen gratis medicijnen verstrekt wordt, ondanks dat hij dit eigenlijk niet zou mogen doen, omdat hij slechts apotheker is. Toch doet hij het, omdat hij zo met die mensen te doen heeft. Hij oppert ook het idee om met Vedders geld de turfstekers naar Amerika te verhuizen en wanneer hij als laatste Bennemin belooft om voor zijn bijen te zorgen, wordt hij ernstig door de bijen gestoken en ‘gaat hij ten onder’ aan zijn eigen goede bedoelingen. Vedder ontfermt zich over Theo en doet dan alles met hem alsof hij zijn vader was. Hij leent hem veel geld en geeft hem altijd te eten. Verder denkt Vedder veel geld voor zijn huis te kunnen vragen en hij stemt in met het idee van zijn neef Anijs om met dat geld de Veldelingen te helpen om naar Amerika te verhuizen. Vanaf dat moment moet hij wel aan zijn bedrag vasthouden, want hij heeft afspraken gemaakt over geld dat hij nog niet heeft. Als hem dat geld dan uiteindelijk niet betaald wordt, is hij radeloos. Uiteindelijk valt hij van het dak van zijn eigen huis af met de dood als gevolg. Zowel voor Anijs als voor Vedder geldt ook dat ze behalve ten onder gaan ook zijn mislukt in hun huwelijk: Vedder is helemaal niet getrouwd en Anijs is getrouwd met Martha, maar zijn huwelijk loopt eigenlijk niet goed. Behalve in hun huwelijk mislukken beide neven ook nog eens in hun sociale contacten: Anijs doet alle mogelijke moeite om weer eens iemand op visite te krijgen, maar omdat hij geen academische titel heeft, mijden ze hem eigenlijk en Vedder mag ook namens Carstens onderhandelen over de verkoop van hun huizen, maar hij kan Ebert niet zo ver krijgen dat hij 50 000 voor zijn huis krijgt; verder verliest hij ook het contact met Theo, zoals hij dat vroeger had: nu komt de jongen alleen nog maar om geld te lenen. De Veldelingen daarentegen brengen het er beter vanaf. In het begin van het verhaal moeten zij verhuizen en kunnen ze zich vestigen terwijl ze de hele tijd onzeker waren of ze hun huis wel op tijd af hadden, want ze hadden niet betaald. Aan het eind van het verhaal komen ze ook Amerika binnen, terwijl er dan weer niet is betaald. Uiteindelijk worden zij gelukkig en gaan niet ten onder. De motieven die er in dit verhaal zijn gebruikt, zijn: - Academische titel: Dit geldt hoofdzakelijk voor Anijs. In Hoogeveen hadden burgemeester Pottinga, dokter Amshoff en dominee Festenhout allemaal een academische titel. Alleen Anijs was de enige zonder. Hij stelt zichzelf dan nog gerust dat hij wel geen academische titel heeft, maar wel de enige is die de wetenschap in pure vorm beoefent, maar dan komt er een nieuwe apotheker in Hoogeveen. Eerst vertelt Anijs hem nog dat degenen zonder academische titel geen echte wetenschappers zijn, maar dan komt hij er achter dat ook Halink een academische titel heeft. Hij kan dat niet meer verkroppen en daarom krijgen ze geen bezoek meer. Martha wordt steeds chagrijniger en hun huwelijk loopt steeds slechter. Om aan dat alles niet te hoeven denken, haalt Anijs zijn diploma van de muur en hangt zijn brandmeestersdiploma er voor in de plaats en gaat hij de Veldelingen helpen, want dat zijn de enigen die hem wel weten te waarderen. Daarbij gaat hij wel buiten zijn boekje en zo verslachtert de relatie tussen hem en Amshoff nog meer, tot hij uiteindelijk voor de Tuchtraad wordt gesleept en hij tegen een bijenkorf aan loopt. De academische titel is dus van invloed op zijn uiteindelijke ondergang. - Veldelingen: De Veldelingen zijn de enigen die Anijs wel weten te waarderen en daarom gaat Anijs
steeds meer voor hen doen, want hij wil graag gewaardeerd worden en iets te betekenen hebben (zie idealisme). Dit tegen de zin van Pottinga en Amshoff in. Zij willen de Veldelingen ook wel helpen, maar niet op de manier van Anijs, meer volgens het boekje. Anijs wil eigenlijk bij die ‘hoge heren’ (degenen met academische titel) horen, maar dat lukt niet en dan verlaagt hij zich tot de Veldelingen, die dat maar al te graag willen en hem ook dankbaar zijn. - Pseudoniem: Voor Vedder speelt het pseudoniem een grote rol. Hij is een kritisch ingesteld persoon

en wil dit uiten door daarover in de krant te schrijven. Hij doet dit onder een pseudoniem, want hij durft niet onder zijn eigen naam te schrijven. In die tijd was het waarschijnlijk heel gebruikelijk onder een pseudoniem te schrijven, want iedereen deed dat. Ook Vedders grote voorbeeld, E. Nigma, is een pseudoniem. Wanneer hij hem echter in het echt ontmoet, vindt hij E. Nigma tegenvallen. Theo krijgt voor zijn verjaardag ook een pseudoniem van Vedder, maar hij wil gewoon onder zijn eigen naam schrijven. Opmerkelijk is ook dat alle genoemde pseudoniemen een betekenis hebben en niet gewoon een naam zijn (E. Nigma = mysterieus, Veritas = waarheid, J. accuse = ik beschuldig, Ad Fundum = tot de bodem, D. Profundis = uit de diepten). Ook betekent de pseudoniet veel voor Vedder, want wanneer deze onthuld wordt door E. Nigma is Vedder daar kapot van en helemaal over de rooie. Dat draagt dus ook bij aan zijn ondergang. - De Syde-viool: De Syde-viool is in zoverre een motief dat het in mijn ogen de uiteindelijke ondergang
van Vedder symboliseert. Vedder krijgt de viool tegelijk met de komst van Ebert en het begin van de verkoop van zijn huis dus. Er zit een ruis in de intonatie van de viool en tegelijk zit er een verschil in de prijs van hem en van Ebert. Vedder werkt heel lang aan de viool. Iedere keer maakt hij hem open, vult een wormgat of vervangt wat oude lijm op de viool door nieuwe en maakt hem dan weer dicht. Iedere keer moet Vedder constateren dat de ruis er nog steeds zit. Net als de vele keren dat Vedder probeert te onderhandelen met Ebert, maar iedere keer is er nog steeds hun prijsverschil. Uiteindelijk gaat Vedder zelfs zo ver dat hij het etiket van de beroemde vioolmaker Syde eraf haalt (het echtheidskenmerk van de viool) om daaronder te kijken. Vedder gaat ook zelfs zo ver dat hij Ebert vermomd gaat achtervolgen om te kijken of Biederlack hem geheimen doorspeelt. Uiteindelijk is de viool uit de etalage verdwenen net als uiteindelijk besloten wordt om Vedder heen te bouwen en duidelijk is dat hij zijn huis niet zal verkopen. Echter de viool komt weer terug en daar loopt de gelijkenis anders, want Vedder valt van het dak van zijn huis af en kan niet alsnog zijn huis verkopen. Locatie: Locatie is ook voor Vedder een belangrijk begrip. Als Veritas hecht hij hier veel
waarde aan en bekritiseert hij de Dienst Publieke Werken vaak dat ze verkeerde locaties uitgekozen hebben. Ook pleit hij voor een westradiaal door de stad die er ook uiteindelijk komt. De reden dat het hotel op de plek van zijn huis gebouwd wordt is ook locatie: immers daartegenover staat het Centraal Station en daar komen de reizigers vandaan. Locatie is dus ook de uiteindelijke reden van zijn ondergang. Idealisme: Dit motief geldt eigenlijk zowel voor Anijs als voor Vedder. Beiden zijn ze idealisten. Anijs wil bijvoorbeeld zo graag bij de ‘hoge heren’ horen, die allemaal een academische titel hebben terwijl hij er geen heeft, maar dat willen zij niet en zij hebben geen contact met hem. Om toch te laten zien dat hij wat betekent wordt hij lid van allerlei verenigingen. Ook gaat hij daarvoor buiten zijn boekje en stelt hij diagnoses en doet operaties, wat de relatie tussen hem en de hoge heren alleen maar verslechtert. Vedder wil graag een vioolbouwer van betekenis zijn, maar hij haalt het niveau van bijvoorbeeld Smolenaars nooit, hoe graag hij ook wil. Wanneer hij dan veel geld voor zijn huis denkt te kunnen krijgen, ziet hij al voor zich dat hij daarmee zijn naam kan vereeuwigen, door bijvoorbeeld zijn eigen Publieke Werk te maken of, zoals hij uiteindelijk met Anijs overeenkomt, de Veldelingen naar Amerika verschepen en zo zijn eigen werknemers te hebben. Echter dit alles mislukt doordat hij zijn huis niet kan verkopen. Het idealisme van beide neven leidt dus ook tot hun ondergang. Personages - Chris Anijs: Op dit moment is hij de belangrijkste apotheker in Hoogeveen. Hij is nu bijna 60 jaar
oud en getrouwd met de dochter, Martha, van de vorige eigenaar van de apotheek ‘De twaalf apostelen’, van wie hij de apotheek heeft overgenomen. Hij heeft geen academische titel, in tegenstelling tot de nieuwe apotheker in Hoogeveen. Wel heeft hij een apothekersdiploma, een brandmeestersdiploma en is hij lid van een groot aantal verenigingen in Hoogeveen. Anijs doet veel voor de minder bedeelden, soms tot misgenoegen van bijvoorbeeld dokter Amshoff, omdat Anijs ook wel eens onbevoegd diagnoses stelt voor de Veldelingen. - Martha Anijs: De dochter van de voorganger van Anijs. Zij is met Anijs getrouwd, maar hun
huwelijk loopt eigenlijk niet echt goed. Ze hebben geen kinderen. Martha is dol op Klein Pet en wanneer hij langskomt in de apotheek geeft ze hem altijd wat snoep. - Amshoff: De dokter van Hoogeveen. Hij heeft een academische titel, is bijna 70 jaar oud en kan het niet goed met Anijs vinden, omdat die vaak onbevoegd diagnoses stelt, terwijl dat eigenlijk zijn taak is. Het liefst zou hij hem ergens op betrappen waarvoor hij hem voor de Tuchtraad zou kunnen slepen. Amshoff is een beetje een barse, aristocratische man en hij schrikt de mensen een beetje af. Dat is de reden dat ze zich liever met klachten tot Anijs wenden. - Pottinga: De burgemeester van Hoogeveen. Ook hij is in het bezit van een academische titel. Hij
kwam vroeger veel op bezoek bij Anijs, maar hun relatie verslechterde en nu komt hij niet meer. Pottinga zegt wel dat hij het beste voor heeft met de slechtbedeelden, maar hij doet niets concreets zoals Anijs. - Halink: Hij is een jonge, net afgestudeerde apotheker, die de apotheek ‘De eenhoorn’ heeft
overgenomen, nadat de vorige eigenaar wegging. Hij is dus ook in het bezit van een academische titel heeft eigenlijk geen contact met Anijs; hij zoekt meer het gezelschap van Amshoff en Pottinga op. - Festenhout: Hij is de dominee van Hoogeveen. Hij verkeert ook meer in het gezelschap van
Amshoff en Pottinga dan in het gezelschap van Anijs. Ook Festenhout zegt het beste met de slechtbedeelden voor te hebben, maar doet niets concreets. - Pet Bennemin: Pet Bennemin is turfsteker en woont in het laaste huis in de wijk Elim, de laatste wijk

op het Veld. Zijn huis is het enige stenen huis. Toen hij nog een kleine jongen was, heeft zijn familie zich daar gevestigd zonder betaald te hebben. Hij is de enige Veldeling die kan lezen en schrijven en hij geeft hier les in aan de andere Veldelingen. Bennemin is bevriend met Anijs. Zijn familie is van oorsprong joods en de familienaam was dan ook Benjamin. - Vrouw Bennemin: De vrouw van Bennemin. Over haar wordt verder weinig verteld. - Klein Pet Bennemin: Het blonde zoontje van Bennemin. Hij is ongeveer 10 jaar oud en Martha is verzot op hem en vertroetelt hem altijd wanneer hij in de apotheek langskomt. Hij krijgt altijd stroopballetjes van Martha. - Johanna Bennemin: De dochter van Bennemin. Zij is ongeveer 18 jaar oud en Sieger komt een jaar lang bij
haar aan het vrijervenstertje. Na een jaar echter blijkt zij onvruchtbaar, totdat zij daarna toch zwanger raakt, maar haar kind komt dood ter wereld. Het kind was overigens niet van Sieger, maar van Lubber. Sieger geeft haar een spotbruiloft met een kolden vrijer: ze zal haar leven lang ongehuwd moeten blijven, omdat ze onvruchtbaar is. - Lubber: Lubber is een geestelijk gehandicapte jongen die bij Bennemin in huis woont. Niet
duidelijk is of hij familie is. Hij is een van de weinigen die niet mee gaan naar Amerika: in plaats daarvan gaat hij naar een verre tante in Drenthe. - Joop: Joop is de hond die de familie Bennemin heeft aangeschaft ter bescherming tegen de
brutale jongens die onder leiding van Sieger de familie lastigvalt. Klein Pet en Joop zijn heel goede vrienden, maar hij mag ook niet mee naar Amerika. - Sieger: Sieger is een opgeschoten tiener van het Veld. Hij komt een jaar lang bij Johanna aan
het vrijervenstertje, maar als dat zonder resultaat is, drijft hij met haar de spot en wil hij niets meer van haar weten. - Walter Vedder: Walter Vedder is vioolbouwer van beroep. Hij woont in zijn lutherie (=vioolbouwersatelier) aan de Hendrikskade nummer 46, tegenover het Centraal Station in Amsterdam dat net in aanbouw is. Hij is evenals zijn neef Chris Anijs bijna 60 jaar oud. Hij heeft een vurig temperament en een stevig en gedrongen figuur. Hij zweet vlug, is erg behaard, heeft een pikzwarte baard en snor, fonkelende groene ogen in een voor de rest rood gelaat en zijn lippen glansden altijd vochtig. Vedder is een kritisch ingestelde man die geregeld stukken in de krant schrijft onder het pseudoniem Veritas (=waarheid), waarin hij met name de Dienst Publieke Werken bekritiseert. Hij is niet getrouwd en heeft geen kinderen, maar desondanks houdt hij wel van ze en hij heeft zich ontfermd over de vondeling Theo en hij voelt zich als een vader voor die jongen. Vedder leest in de krant dat Henkenhaff van plan is op de plaats van onder andere zijn huis een hotel te bouwen, tegenover het Centraal Station. Hij krijgt 20 000 en later zelfs 25 000 voor zijn huis geboden, maar hij vraagt 50 000 en blijft aan zijn prijs vasthouden. - Theo: Theo is een vondeling, die bij de familie Rossaert inwoont. Vedder ontfermt zich over
hem en voelt zich als een vader voor hem. Vroeger deden ze veel samen, maar de laatste tijd komt Theo veel minder vaak bij Vedder langs en als hij komt is het alleen maar om geld te lenen. Theo is 16 jaar en Vedder en Rossaert hebben besloten hem op zijn 17e verjaardag de waarheid omtrent zijn herkomst te vertellen. Wanneer het zover is, denkt Theo dat Vedder zijn biologische vader is. Vedder besluit Theo tot zijn erfgenaam te maken, maar komt daar niet toe. - Carstens: Hij is de buurman van Vedder en woont op nummer 47 met zijn vrouw. Hij is kleermaker en een aantal jaar ouder dan Vedder. Hij geeft Vedder de volmacht om in zijn naam te onderhandelen met Ebert over de verkoop van hun beider huizen. - Vrouw Carstens: Zij is getrouwd met Carstens en heeft veel last van haar been. Aan het eind van het
verhaal wordt zij hiervoor opgenomen in het ziekenhuis en uiteindelijk moet het been geamputeerd worden. - Rossaert: Rossaert woont bij Vedder in de buurt, zij het niet in dezelfde straat. Theo woont bij
hem in huis en hij betaalt het grootste deel van zijn kosten. - Friedrich Ebert: Ebert is een lange man van in de 40, die namens Henkenhaff gaat onderhandelen met
de bewoners van de Hendrikskade over de verkoop van hun huizen. Vedder en Carstens zijn de laatsten die nog weg moeten maar zij vragen te veel geld. Ebert is vaak in gezelschap van Henkenhaff en maakt gebruik van Biederlack. - Johann F. Henkenhaff: Henkenhaff is de grote architect van het NV Victoria Hotel. Hij heeft onder andere ook het Kurhaus ontworpen en staat er om bekend dat hij zijn gebouwen snel laat neerzetten. Henkenhaff regelt zijn zaken via Ebert en laat zichzelf bijna nooit zien, behalve bij de opening van zijn hotel. - E. Nigma: De pseudoniem voor een zwerver in Amsterdam die net als Veritas kritische stukken
in de krant schrijft over Publieke Werken en de ontwikkeling van Amsterdam in het algemeen. E. Nigma is voor Veritas (Vedder) een groot voorbeeld, maar onthult op het laatst wel diens pseudoniem en keert zich tegen hem. - Biederlack: Biederlack is een notaris. Hij is een oude en strenge man, die zowel met Ebert als met

Al Vedder in contact staat. Voor Walter Vedder regelt hij de zakelijke aspecten van de grote landverhuizing van de Veldelingen die hij in gedachten had. - Al Vedder: Al Vedder is een verre Amerikaanse neef van zowel Walter Vedder als van Chris
Anijs. Hij komt naar Amsterdam toe voor zaken en verblijft in het American hotel. Wanneer hij weer afscheid komt nemen, maakt hij bekend dat hij bij een bedrijf werkt dat landverhuizers helpt naar Amerika te komen. Walter Vedder neemt later contact op met zijn bedrijf om voor hem de Veldelingen naar Amerika te helpen. Echter wanneer de Veldelingen aankomen, blijkt zijn bedrijf niet meer te bestaan en dat hij fraude gepleegd had. Titel, ondertitel en motto De titel van dit boek, Publieke werken, verwijst naar de Dienst Publieke Werken van de stad Amsterdam, waar Vedder onder zijn pseudoniem Veritas veel kritiek op heeft in stukken die hij in de krant schrijft. Onder deze Dienst valt ook de bouw van het Centraal Station, wat een grote invloed heeft op het begrip locatie daar in de buurt en wat de oorzaak is van de bouw van het Victoria Hotel en dus uiteindelijk van zijn ondergang en ook de oorzaak van het feit dat hij uiteindelijk niet de oversteek van de Veldelingen kon betalen, die hij gepland had van het geld dat hij voor zijn huis zou ontvangen. Dit boek heeft geen ondertitel. Dit boek heeft geen motto. Beoordeling

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Publieke werken door Thomas Rosenboom"