Samenvatting:
Er was eens een vrolijke schoenmaker die Pieter Bell heette. Hij had de bijnaam Jan Plezier gekregen, omdat hij altijd vrolijk was. Hij had een mooie vrouw en een dochter die Martha heette. Maar hij was soms wel verdrietig, want hij wou altijd zo graag een zoontje…
Op een dag was het zover dat Jan Plezier een zoontje kreeg: Pietje Bell. Vanaf het begin was Pietje Bell lastig, Pietje Bell vond de vroedvrouw niet aardig en huilde altijd als die hem in haar armen nam.
Pietje groeide op en mocht voor de eerste keer naar school. Martha, zijn zus, was zijn juffrouw. Op school moest Pietje Bell Martha dan ook altijd juffrouw noemen en thuis was het Martha of zus. Pietje ging altijd vroeg naar school om maar niet te laat te komen, maar… als hij om zich heen keek zag die wel weer wat om mee te spelen en dan kwam die nog te laat op school. Voor hem was spelen lol maken, maar voor anderen was zijn spelen kattenkwaad. Het liep ook altijd slecht voor Pietje af. Hij was dan ook binnen de kortste tijd de belhamel van de stad. Als hij wat deed kwam het weer in de krant te staan.
Naast hun huis woonde Geelman. Geelman had een kruidenzaak en zag er altijd geel uit, vandaar zijn naam. Geelman zat altijd op te scheppen over zijn geweldige zoon. “Mijn zoon is de braafste en de beste leerling van zijn klas. Altijd negens en tienen, komt altijd op tijd thuis en doet nooit mee aan kattenkwaad uithalen.” Dan zei Jan Plezier: “Jouw jongen maakt nooit lol, jouw jongen is een saaie boekenbundel die leeg is.”
Nadat Pietje Bell plezier had gemaakt stond wel iets op de kop, school, de stad, het huis, Martha, de buren, de groenteman, en ga zo maar door. Pietje Bell kreeg dan altijd op z’n kop van de ene bij wie die het had uitgevoerd. En Pietje dacht: “Wat heb ik nou weer gedaan, is het ook al verboden om plezier te maken?” Dan werd het aan Jan Plezier verteld en die moest altijd hard lachen en zei: “Zo’n jongen toch! ’t Is een reuzetype!” En natuurlijk had Geelman ook over het ongeval gehoord en moest meteen komen opscheppen over zijn jongen die nooit wat deed. Pietje Bell kreeg alleen van z’n vader straf als Pietje iets heel ergs had gedaan. Pietje Bell beloofde altijd: “Ik doe het nooit meer, vanaf nu word ik een hele nette jongen die netjes stil kan blijven zitten”. Pietje probeerde zijn best om een nette jongen te zijn, maar als die om zich heen keek zag die wel weer wat om mee te “spelen”. En dan kreeg die weer straf. En weer beloofde hij om een nette jongen te worden. Pietje wou altijd wat goeds doen, maar dat liep ook altijd fout af.
Er was eens een vrolijke schoenmaker die Pieter Bell heette. Hij had de bijnaam Jan Plezier gekregen, omdat hij altijd vrolijk was. Hij had een mooie vrouw en een dochter die Martha heette. Maar hij was soms wel verdrietig, want hij wou altijd zo graag een zoontje…
Op een dag was het zover dat Jan Plezier een zoontje kreeg: Pietje Bell. Vanaf het begin was Pietje Bell lastig, Pietje Bell vond de vroedvrouw niet aardig en huilde altijd als die hem in haar armen nam.
Pietje groeide op en mocht voor de eerste keer naar school. Martha, zijn zus, was zijn juffrouw. Op school moest Pietje Bell Martha dan ook altijd juffrouw noemen en thuis was het Martha of zus. Pietje ging altijd vroeg naar school om maar niet te laat te komen, maar… als hij om zich heen keek zag die wel weer wat om mee te spelen en dan kwam die nog te laat op school. Voor hem was spelen lol maken, maar voor anderen was zijn spelen kattenkwaad. Het liep ook altijd slecht voor Pietje af. Hij was dan ook binnen de kortste tijd de belhamel van de stad. Als hij wat deed kwam het weer in de krant te staan.
Nadat Pietje Bell plezier had gemaakt stond wel iets op de kop, school, de stad, het huis, Martha, de buren, de groenteman, en ga zo maar door. Pietje Bell kreeg dan altijd op z’n kop van de ene bij wie die het had uitgevoerd. En Pietje dacht: “Wat heb ik nou weer gedaan, is het ook al verboden om plezier te maken?” Dan werd het aan Jan Plezier verteld en die moest altijd hard lachen en zei: “Zo’n jongen toch! ’t Is een reuzetype!” En natuurlijk had Geelman ook over het ongeval gehoord en moest meteen komen opscheppen over zijn jongen die nooit wat deed. Pietje Bell kreeg alleen van z’n vader straf als Pietje iets heel ergs had gedaan. Pietje Bell beloofde altijd: “Ik doe het nooit meer, vanaf nu word ik een hele nette jongen die netjes stil kan blijven zitten”. Pietje probeerde zijn best om een nette jongen te zijn, maar als die om zich heen keek zag die wel weer wat om mee te “spelen”. En dan kreeg die weer straf. En weer beloofde hij om een nette jongen te worden. Pietje wou altijd wat goeds doen, maar dat liep ook altijd fout af.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
meester ster ging dood omdat hij zijn pilletjes niet nam
18 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
goed gedaan hoor
22 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
ik vind je samenvating hartstike goed en ik zit zelf ook in de brugklas.
21 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
Hey Rose
Coool Verslag ik heb er een 9.5 voor gekregen
Groetjes -xxxxxxxxxxx- William
21 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
je maakt zeer zielige boekverslagen
21 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
ik vond het maar een dom stukje kutwijf
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
20 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
Leuk boekverslag! Kan ik niet zo maken hoor!
Groetjes Eva
20 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
hel erg bedankt he
ik heb er veel aan
thanxx
××× annuhh
20 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Ik heb geen commentaar, ik heb er een 9.5 voor gekregen.
20 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
eey meis ik vind dat ij een mooi film verslag heb tgemaakt dike kuzz marijn voeg mij maar toe als je wilt
19 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
ey relax dat je dat verslag heb geschreven. nou hoefde ik mooi niks te doen. bedankt -x-
18 jaar geleden
Antwoorden