Perenbomen bloeien wit door Gerbrand Bakker

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Perenbomen bloeien wit
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 3095 woorden
  • 15 mei 2011
  • 181 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
181 keer beoordeeld

Boekcover Perenbomen bloeien wit
Shadow

De tweeling Klaas en Kees en hun jongere broer Gerson spelen vaak 'zwart', een spel waarbij de belangrijkste regel is dat zij hun ogen niet open mogen doen.
Als de broers met hun vader en de hond Daan op een zondagmorgen met z'n allen in de auto zitten op weg naar opa en oma, verandert hun leven met één harde klap. Een auto-ongeluk zor…

De tweeling Klaas en Kees en hun jongere broer Gerson spelen vaak 'zwart', een spel waarbij de belangrijkste regel is dat zij hun ogen niet open mogen doen.
Als de b…

De tweeling Klaas en Kees en hun jongere broer Gerson spelen vaak 'zwart', een spel waarbij de belangrijkste regel is dat zij hun ogen niet open mogen doen.
Als de broers met hun vader en de hond Daan op een zondagmorgen met z'n allen in de auto zitten op weg naar opa en oma, verandert hun leven met één harde klap. Een auto-ongeluk zorgt ervoor dat Gerson blind wordt en de rest van zijn leven 'zwart' zal moeten spelen. Hoe zal dat gaan? Zal Gerson met hulp van de hond Daan zich gaan aanpassen aan zijn nieuwe leven? Ook voor zijn vader en zijn broers ziet de wereld er nu heel anders uit. Wat overeind blijft is de warmte van het gezin.
Dit ontroerende verhaal wordt afgewisseld verteld door drie stemmen, die van de tweeling, van Gerson, en van de hond.

Perenbomen bloeien wit door Gerbrand Bakker
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting
De tweeling Klaas en Kees en hun broertje Gerson hebben jarenlang het spelletje ‘zwart’ gespeeld. Dit is een zoekspel waarbij de belangrijkste regel is dat ze hun ogen niet mogen opendoen. Gerson heeft de naam van het spel bedacht toen hij voor de eerste keer meedeed. Gerson was toen vier jaar. Inmiddels is hij dertien jaar.

Marianne, de moeder van Klaas, Kees en Gerson is op een dag weggereden naar Italië. Volgens Gerard, de vader van Klaas, Kees en Gerson, woont ze bij een andere man, een buitenlandse man. Sinds die tijd is ze nooit meer teruggekomen. Ze stuurt vijf keer per jaar een kaartje, met iedere verjaardag en met nieuwjaar. Waar ze precies woont, weten ze niet. De Italiaanse postzegel die op de kaartjes zit, is altijd onleesbaar.

Op een mooie zondagochtend in mei stappen Gerard, Klaas, Kees, Gerson en Daan in het snotkleurige autootje van Gerard. Ze gaan op bezoek bij opa Jan en oma Anna. Ze besluiten om langs de boomgaarden te rijden. Daar zien ze allemaal bomen met witte bloesems langs de weg staan. Volgens Gerard zijn het perenbomen, want volgens hem bloeien perenbomen wit, maar volgens Klaas en Kees zijn het appelbomen. Al discussiërend rijden ze op een kruising af. Als ze de kruising passeren, rijdt een auto van rechts op Gerards autootje in. De rechterdeur is als het ware om Gerson, die naast Gerard zit, heen gevouwen. Een gedeelte van het dak, een ijzeren stang, is in stukken gebroken en die stukken rusten op of misschien wel in Gersons hoofd. Het dashboard, dat naar voren is gekomen, rust tegen zijn borst. Gerson zit muurvast. Hij schreeuwt of huilt niet, hij zegt alleen heel zachtjes: ‘Au’.


Gerard heeft glassplinters van de verbrijzelde voorruit in zijn gezicht en hals. Kees, die achter Gerson zit, heeft zijn arm gebroken. Klaas klaagt over nekpijn. Daan is door de klap dwars door het raampje aan de bestuurderskant naar buiten gevlogen.

De bestuurder van de andere auto mankeert niets. Hij belt met zijn mobieltje een ambulance.

Gerard en Kees worden meegenomen in een ambulance. Klaas blijft achter. Gerson moet uit de auto geknipt worden. Een uur later wordt Gerson het ziekenhuis binnengebracht. Hij komt op de afdeling ‘Intensive Care’ te liggen. Gersons rechteronderarm is verbrijzeld, zijn ribben zijn zwaar gekneusd. Gerson heeft een beschadiging aan zijn ogen en zijn mild moet verwijderd worden. Door alle aandoeningen en de narcose raakt Gerson in coma. Gerard, Klaas en Kees slapen die nacht in het ziekenhuis.

De volgende dag gaan Gerard, Klaas, Kees en Daan naar huis.

Twee dagen later gaan Gerard, Klaas en Kees weer naar Gerson toe. Gerson ligt nog steeds in coma. Volgens de verpleegkundige, Harald, moeten ze zoveel mogelijk tegen Gerson praten en hem aanraken. Gerard vindt dat maar onzin, want hij denkt dat Gerson hem toch niet hoort.

Van Harald mag Daan ook in het ziekenhuis op bezoek bij Gerson komen. Eigenlijk mogen er geen dieren het ziekenhuis binnen, maar dit is een uitzondering want Gerson ligt al zeven dagen in coma.

Daan is schuchter en verlegen in het ziekenhuis. Het kost Gerard, Klaas en Kees moeite om hem de kamer van Gerson binnen te krijgen, maar hij is al gauw binnen en snuffelt de hele kamer door. Na een tijdje springt Daan op het bed van Gerson. Ze besluiten even later om maar weer naar huis te gaan.

Een paar nachten later krijgt Gerson weer langzaam gevoel in zijn eigen lichaam. Gerson schreeuwt: ‘Perenbomen bloeien wit’.

Op donderdag komen Gerard, Klaas en Kees weer op bezoek. Gerson kan alweer wat praten. Gerson blijft voor altijd blind. Gerard, Klaas, Kees, Jan en Anna hebben het er moeilijk mee omdat ze algauw in een woord of uitspraak kijken of zien gebruiken.

De arm van Kees is mooi geheeld. Hij draagt nu alleen nog een soort rekverband om zijn linker onderarm. Gerards hechtingen zijn eruit, maar mensen zullen nog wel altijd aan hem blijven zien dat er ooit iets is gebeurd.

Gerson is inmiddels thuis. Hij gaat vaak om negen uur ’s avonds naar bed en staat ’s morgens vaak laat op, want als hij droomt, kan hij ‘zien’.


Op 28 juli is Gerson jarig. Hij wordt veertien jaar. Gerard heeft een vrije dag genomen. Gerard, Klaas en Kees hebben erg hun best gedaan om een goed cadeau te vinden. Gerard heeft Gerson een envelop gegeven met daarin honderddrieënnegentig gulden en negentig cent. Het geld is bedoeld voor leermateriaal. Klaas en Kees hebben een cd gekocht. Als Gerson het uitpakt, zegt hij alleen maar ‘leuk’. Hij is niet erg enthousiast. ’s Avonds vraagt Gerson aan Klaas en Kees waarom ze hem geen cadeau hebben gegeven. Dan pakt Kees nog een cadeau en geeft het aan Gerson. Het is een boek, zodat Klaas en Kees de verhalen kunnen voorlezen aan Gerson. Gerson is er heel blij mee.

Op 8 augustus wil Gerson zwart spelen. Ze spelen het spel, maar Klaas en Kees spelen vals. Ze houden hun ogen open, zodat ze kunnen zien hoe Gerson loopt. Gerson weet niet meer goed hoe het erf eruitziet en loopt de verkeerde kant op. Vervolgens valt hij van de brug (twee zware balken met dikke planken) in de sloot. Klaas haalt Gerson uit het water. Gerson loopt verder naar het doel, de grafsteen van Pieter Mulder. Als Klaas en Kees er ook bij komen, zegt Gerson dat hij er niks meer aan vindt, ook Klaas en Kees vinden het spel niet meer leuk.

De volgende dag gaan Klaas, Kees, Gerson en Daan logeren bij opa Jan en oma Anna. Ze rijden weer langs de perenbomen. Klaas vraagt aan zijn vader of hij wil stoppen. Hij stapt uit en kijkt wat er aan de bomen hangt. Het zijn peren. Hij loopt terug naar de auto en zegt dat Gerson gelijk heeft; ‘Perenbomen bloeien wit’. Even later komen ze bij opa Jan en oma Anna aan.

Op 10 augustus vindt Kees een mooie tak voor Gerson, want hij heeft nog geen blindenstok. Kees snijdt Gersons naam erin. Tijdens het avondeten geeft Kees de stok aan Gerson. Gerson gaat die avond een wandeling maken langs het meer met de nieuwe stok en met Daan. Het begint te onweren. Gerson gooit de stok weg, Daan haalt de stok weer op. Gerson gaat het water in en zwemt nog een stukje. Dan komt hij niet meer boven.

Gerson wordt begraven op de begraafplaats bij zijn huis, dit was Gerson’s favoriete plek.


Personages

Gerson

Hij wordt blind bij een auto ongeluk. Het is een persoon die niet afhankelijk wilt zijn van iemand. Dat kun je goed lezen, want hij wilt nooit hulp van iemand.

Klaas

Hij is iemand die moeilijk te beschrijven is. Hij is tweeling met Kees. Hij zorgt graag voor Gerson en wilt liever niet meer naar school zodat hij voor hem kan zorgen.

Kees

Hij is de tweeling broer van Klaas. Hij is de gevoeligste van de twee. Volgens Gerson kan hij goed voorlezen.

Gerard
Hij is de vader van de drie broers. Hij vindt het heel erg wat er met Gerson is gebeurt. Hij wil dat Gerson een toekomst krijgt en dwingt hem met hem te praten over zijn toekomst. Hij blijft doorzetten.


Daan

Daan is de hond van Gerson. Hij is erg gehecht aan hem en blijft hem trouw.

Jan

Dit is de vader van Gerard en de opa van de jongens. Hij houdt van de harde aanpak. Hij is een doorzetter en houd er niet van tegen gesproken te worden.

Anna
Anna is de moeder van Gerard en dus de oma van de jongens. Zij is een erg bezorgd type. Ze denkt ook dat de dood van Gerson haar schuld is.

Marian
Mirian is de moeder van de jongens. Ze is weg gegaan naar Italië. Ze zorgt er voor dat de jongens en Gerson haar niet kunnen vinden. Ze is dus erg mysterieus.


Structuur en samenhang
Het wordt verteld vanuit verschillende perspectieven. De ene keer wordt er verteld vanuit een van de broers, de andere lees je het verhaal door de ogen van de hond of door Gerson zelf. Het verhaal hangt goed aan elkaar samen. Het verhaal begint met een terugblik op hoe het vroeger was, daarna wordt alles in chronologische volgorde vertelt alleen telkens vanuit andere personen.


Tijdsverloop
Het is vanuit een flashback geschreven, dit merk je alleen in het begin. Vanuit daar wordt de rest van het verhaal door iedereen chronologisch verteld.



Thematiek, titel- en mottoverklaring
Het thema van dit boek is hoe mensen met niet aangeboren blindheid om moeten leren en kunnen gaan en ook hoe hun naasten hierop reageren. Een ander thema van dit boek is ook eenzaamheid, hoe Gerson nergens meer iets over kwijt wil, nergens terecht kan en alles zelf wilt doen.

De titel Perenbomen bloeien wit is erg gemakkelijk te verklaren. Gerson wil graag, op weg naar hun opa en oma, een andere route nemen dan die van normaal. Hij wil graag de boomgaarden zien. Hierlangs rijdend is er in de auto een hele discussie of dit perenbomen of appelbomen zijn, tijdens deze discussie krijgen gebeurd het ongeluk. Gerson ligt een tijd in coma in het ziekenhuis. Gerson wil per se zijn gelijk krijgen en het eerste wat hij roept zodra hij is bijgekomen is ‘perenbomen bloeien wit!’


Ruimte
De plekken waar dit verhaal zich afspeelt zijn vooral in het snotkleurige autootje, in het ziekenhuis en bij de opa en oma van Gerson, Kees en Klaas, bij hen thuis in de tuin.


Perspectief
Dit boek is geschreven met afwisselende perspectieven. Dit zijn allemaal verschillende ik-personen die samen het hele verhaal vertellen.


Verdiepingsopdracht
Als verdiepingsopdracht heb ik mijn moeder gevraagd naar haar mening en deze vergeleken met de mijne.

Mijn moeders mening:
Perenbomen bloeien wit vond ik gemakkelijk om te lezen, het daagde uit om dóór te lezen en je was er zo doorheen. Ik vind het een realistisch geschreven verhaal. Er wordt verder geen drama gemaakt van het hele gebeuren toch ervaar je dat achteraf wel zo en je weet dat het hoe dan ook een drama is. Het blind worden, het er niet mee kunnen omgaan en de zelfmoord. Het is uiteindelijk wel een droevig boek. Dit boek zou ik zo nog een tweede keer willen lezen.

Ik ben het grotendeels met mijn moeders mening eens, ik wilde steeds door blijven lezen omdat ik toch nieuwsgierig was naar wat er zou gebeuren. Ik vond het alleen tijdens het lezen al behoorlijk zielig wat iedereen van deze familie mee maakte. Ook om te zien hoe Gerson van zijn vader en broers, waar hij ooit zo’n goede band mee had, afgroeide vond ik best zielig. Vooral als je je echt gaat inleven in dit boek, en bedenkt hoe zij zich zouden voelen ga je het steeds erger vinden wat Gerson is overkomen.



Evaluatie/mijn mening
In deze verdiepingsopdracht staat al voor een deel in het kort mijn mening. Ik vond het een heel ontroerend boek, het heeft me best gegrepen. Het is naar mijn mening heel mooi geschreven en vooral ook realistisch. Je kunt je er goed wat bij voorstellen, bij wat er allemaal gebeurd en het zou ook zo waargebeurd kunnen zijn. Hierdoor vind ik boeken al veel sneller leuk om te lezen en om er bij te blijven. Gerbrand Bakker heeft ook erg duidelijk telkens gevoelens en gedachtes van de gene die verteld beschreven, zo weet je goed wat er speelt en wat wie waarvan vindt. Zo heb je bijvoorbeelds Gersons gedachten als hij nog in het ziekenhuis ligt, niet wetend dat hij blind is.

‘Nog steeds weet ik niet of het dag of nacht is. Als ik mijn ogen wijd opensper, wordt het niet licht. Ik denk dat het erbij hoort, ik denk dat mijn lichaam stukje bij beetje zijn werking terug krijgt.’ Blz 57

Bakker schrijft ook veel in korte, duidelijke zinnen. Hij zegt sommige dingen ook dubbel, maar dan op een andere manier. Gewoon omdat er dan wat meer nadruk op kan worden gelegd. Hij schrijft in een makkelijke stijl, waardoor het boek ook lekker weg leest.

Verder heb ik veel stukken gelezen waar ze het niet leuk vinden dat Gerbrand Bakker het einde van het verhaal, al veel eerder verteld:

De verhaallijn van Perenbomen bloeien wit is niet bijster ingewikkeld, maar zou een goede roman kunnen voortbrengen. Jammer genoeg vindt Gerbrand Bakker het nodig om voortdurend te verklappen wat er zal gaan gebeuren, waardoor je het toch al voor de hand liggende einde al vanaf pagina tien ziet aankomen. “Op woensdag 28 juli werd Gerson veertien jaar oud. Hoe konden wij weten dat hij daarna nooit meer jarig zou worden?” (blz85) Dit doet me een beetje denken aan een klein kind dat een mop vertelt. Hij vindt het zo grappig, dat hij niet kan wachten om de clue alvast te vertellen en verpest zo de hele grap.

Het eerste stuk van dit verhaal begint als volgt:
‘Vroeger speelden we het. We hebben het jarenlang gespeeld. Tot een half jaar geleden, toen deden we het voor het laatst. Daarna had het weinig zin meer.’ Blz 5.

Wat ze vroeger altijd speelden was het spel ‘Zwart’. Hierbij moesten ze met hun ogen dicht een van te voren vastgesteld doel zien te vinden. Als Gerson blind wordt, is dit spel voor hem werkelijkheid geworden. Na een tijd thuis door te hebben geleefd, wil Gerson plotseling dit spel weer spelen met zijn broers. Ook al is hij dit niets zien nu gewent, goed in het spel is hij niet meer. Een verklaring hiervoor is dat hij na ongeveer een half jaar simpelweg niet goed meer weet hoe de tuin eruit ziet en wat allemaal waar staat.

Het boekt eindigt met de zinnen: ‘Daan, die een beetje onrustig lag te slapen in een van de luie stoelen, spitste zijn oren en blafte één keer kort. Misschien herkende hij de klank van haar naam. Daarna kroop hij weer in elkaar, zijn neus tussen zijn achterpoten.’ Blz 129


Haar naam verwijst naar Mirian, hun moeder. In het stuk hiervoor wordt haar naam genoemd door Gerard. Sinds haar vertrek naar Italië jaren geleden is haar naam in dit huis nooit meer gevallen. Maar Gerson is nu dood, en Gerard vindt dat ze Mirian moeten gaan opzoeken. Zij weet waarschijnlijk nog niets af van Gerson zijn dood, maar als moeder heeft ze het recht om hier zeker van op de hoogte te worden gesteld.

Het boek heeft een open einde, wat ik meestal niet zo kan waarderen. Ik kom er vaak niet uit wat er dan precies na zou moeten gebeuren en word dan als het ware twijfelend door de schrijver achtergelaten. Bij een boek zoals deze heb ik er minder problemen mee. Ten eerste omdat het eindigt in de jeugd van kinderen, het boek verder helemaal uitstippelen is hier helemaal niet van belang. Daarbij is het hier fijn dat je zelf kan aanvullen dat ze bijvoorbeeld naar Italië gaan, opzoek naar de moeder van de jongens en dat ze hier misschien wel, dan wel door de dood van Gerson, herenigd en zien Klaas en Kees hun moeder weer. Met misschien wel de achterliggende gedachte dat met het verlies van de ene, het contact met de ander terug komt.

Er zijn in dit boek een paar fragmenten die mij aanspreken. Het eerste is waar Gerson nog in het ziekenhuis ligt, hij is net uit coma gekomen en krijgt veel bezoek. Iedereen weet al dat Gerson blind is, alleen hij weet het zelf nog niet. Je merkt hier hoe zijn naasten het er behoorlijk moeilijk mee hebben, en Harald, een verpleger, de enige is die er niet om heen draait. ‘‘Hoe hoog is het hier trouwens?’ vraag ik, ‘Hoog,’ zegt Jan. ‘Ik geloof dat dit de achtste verdieping is. Het uitzicht is…’ ‘Ja?’ Jan kucht. ‘Het uitzicht is heel mooi.’ Anna zucht en snottert. ‘Wat is er?’ vraag ik. ‘Ach Gerson, jongen, lieverd.’ … ‘Wat voor dag is het vandaag?’ ‘Dinsdag,’ zegt Harald. ‘Waarom zegt niemand tegen me dat ik blind ben?’ ‘Omdat ze niet weten hoe.’ Hij draait er in ieder geval niet omheen.’ Blz 59.

Om een of andere manier kan ik me dit stukje uit het verhaal nog erg goed herinneren. Gerson is vanaf hier af aan ongeveer bot tegen alles en iedereen. Hij weet ook dat de rest niet weet hoe er mee om te gaan, en zelf weet hij dat ook helemaal niet. Hierdoor wordt het voor hem ook heel zwaar om er goed mee om te leren gaan.

Bij het andere stuk praten Klaas, Kees en Gerson over het ongeluk. Ze hebben er allemaal moeite mee, vooral Gerson natuurlijk. Ik kreeg hier zo veel medelijden met die jongen, je weet dat hij het er erg moeilijk mee heeft. Hij wilt hier proberen te bedenken en zien wat er gebeurd is op het moment na het ongeluk en probeert zich hier veel bij voor te stellen, wat voor hem best zwaar is. ‘‘Gerard en Kees werden naar het ziekenhuis gebracht in een ziekenwagen.’ ‘En ik dan?’ ‘Jij zat nog in de auto.’ ‘Waarom haalden ze mij er niet uit?’ ‘Nou,’ zei Klaas, ‘je zat nogal vast.’ ‘Was jij daar nog?’ ‘Ja, ik was daar.’ ‘Jij hebt alles gezien.’ ‘Ik heb alles gezien. Iemand wilde me wegsturen, maar ik zei dat ik je broer was.’ ‘En toen mocht je blijven.’ ‘Ja.’ ‘Waar was die man gebleven?’ ‘Dat weet ik niet, ik heb verder niet meer op hem gelet.’ ‘Je hebt ook nog iets gezegd,’ zei Kees. ‘Ik?’ zei Gerson. ‘Wanneer?’ ‘Vlak na het ongeluk, toen alles weer stil was.’ ‘Wat zei ik dan?’ ‘Au.’ ‘Au?’ Gerson zuchtte diep. Misschien was hij moe. Moe van het praten, moe van zich dingen voorstellen.’ Blz 78,79.

In dit boek kan je je in alle belangrijkere personages goed inleven. Dit komt omdat het verhaal samen wordt verteld. Het ene hoofdstuk vanuit de ogen van de ene, en het andere hoofdstuk wordt verteld door de ander. Hierdoor heb je goed door wat er in de personages omgaat en snap je in andere stukken ook waarom ze precies op die manier reageren. Verwarrend vond ik dit niet, dat er steeds iemand anders vertelde. Dit kwam ook wel omdat het verhaal gewoon in chronologische volgorde werd verteld, ook al kwam een ander personage aan bod.

Het effect van dit verwisselen is dat je het verhaal van verschillende kanten kan bekijken en zo echt alles mee krijgt. Zo wordt het ook erg gemakkelijk te volgen.

Ik vind aan dit boek bijzonder hoe goed je kunt meeleven en al is het geen waar gebeurd verhaal, je het toch heel realistisch mee kan maken. Gevoelens zijn duidelijk beschreven en het taalgebruik is niet extreem lastig of makkelijk. Ik vond het een mooi boek.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Perenbomen bloeien wit door Gerbrand Bakker"