Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Parnassia door Josha Zwaan

Beoordeling 7.6
Foto van Cees
Boekcover Parnassia
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 4596 woorden
  • 1 november 2011
  • 47 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
47 keer beoordeeld

Boekcover Parnassia
Shadow

Het is 1942 en de vervolging van joden in Nederland wordt steeds grimmiger. De kleine Rivka wordt door haar ouders ondergebracht bij een kinderloze dominee en zijn vrouw in Zeeland, die zich vol liefde over haar ontfermen. Rivka wordt Anneke en voor de buitenwereld zijn haar ouders omgekomen bij het bombardement op Rotterdam. Wanneer na de bevrijding haar vader en haa…

Het is 1942 en de vervolging van joden in Nederland wordt steeds grimmiger. De kleine Rivka wordt door haar ouders ondergebracht bij een kinderloze dominee en zijn vrouw in Zeeland…

Het is 1942 en de vervolging van joden in Nederland wordt steeds grimmiger. De kleine Rivka wordt door haar ouders ondergebracht bij een kinderloze dominee en zijn vrouw in Zeeland, die zich vol liefde over haar ontfermen. Rivka wordt Anneke en voor de buitenwereld zijn haar ouders omgekomen bij het bombardement op Rotterdam. Wanneer na de bevrijding haar vader en haar broertje Simon op de stoep staan om haar op te halen, herkent ze hen niet meer en kiest ze voor een nieuw bestaan als Anneke. Jaren later woont Anneke in Leiden, waar ze lesgeeft op een basisschool. Ze wordt verliefd op Joost, een beetje een outsider, en naar later blijkt met een joodse achtergrond, net als zij. De geboorte van hun kinderen maakt bij zowel Joost als Anneke een stroom aan onderdrukte gevoelens en herinneringen los die niet meer te stoppen lijkt. Terwijl Joost zich steeds meer tot het joodse geloof begint te wenden, neemt Anneke afstand van hem en van haar gezin. Ze blijkt niet bij machte van haar kinderen te houden en een leven op te bouwen met anderen. Na de dood van Joost ontmoet Anneke haar dochter Sandra op het strand, en stukje bij beetje vertelt Anneke aan Sandra het verhaal van Rivka die Anneke werd, en hoe het zo ver heeft kunnen komen dat zij haar kinderen in de steek liet zonder ooit nog om te kijken.

Parnassia door Josha Zwaan
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens over het boek
Titel: Parnassia
Oorspronkelijke taal van de uitgave:Nederlands
Verschijningsdatum 1e druk: november 2010
Gebruikte druk voor het verslag: 7e
Aantal bladzijden: 350
Uitgeverij: Artemis & Co

Genre
“Parnassia”is een psychologische roman over de verwerking van de oorlog, een moeder-dochterverhouding en de relatie tot het Joodse geloof.

Cover
Op de voorkant van de zevende druk staat een jong meisje met haar beide handen opgeheven. Ze kijkt naar een ballon.

>b> Opdracht

Het boek heeft een opdracht: ‘Voor Charley.”

De flaptekst
Het is 1942 en de vervolging van joden in Nederland wordt steeds grimmiger. De kleine Rivka wordt door haar ouders ondergebracht bij een kinderloze dominee en zijn vrouw in Zeeland, die zich vol liefde over haar ontfermen. Rivka wordt Anneke en voor de buitenwereld zijn haar ouders omgekomen bij het bombardement op Rotterdam. Wanneer na de bevrijding haar vader en haar broertje Simon op de stoep staan om haar op te halen, herkent ze hen niet meer en kiest ze voor een nieuw bestaan als Anneke. Jaren later woont Anneke in Leiden, waar ze lesgeeft op een basisschool. Ze wordt verliefd op Joost, een beetje een outsider, en naar later blijkt met een joodse achtergrond, net als zij. De geboorte van hun kinderen maakt bij zowel Joost als Anneke een stroom aan onderdrukte gevoelens en herinneringen los die niet meer te stoppen lijkt. Terwijl Joost zich steeds meer tot het joodse geloof begint te wenden, neemt Anneke afstand van hem en van haar gezin. Ze blijkt niet bij machte van haar kinderen te houden en een leven op te bouwen met anderen. Na de dood van Joost ontmoet Anneke haar dochter Sandra op het strand, en stukje bij beetje vertelt Anneke aan Sandra het verhaal van Rivka die Anneke werd, en hoe het zo ver heeft kunnen komen dat zij haar kinderen in de steek liet zonder ooit nog om te kijken.

Aanleiding voor het schrijven
De aanleiding voor deze roman was het verhaal dat een vriendin mij vertelde na het overlijden van haar vader”, vertelt schrijfster Josha Zwaan in een interview in een ECI-gids. “Ze vond een adresboekje met namen van mensen die ze niet kende. Ze belde hen om te vertellen dat hij was overleden. Eén van die mensen bleek een broer van haar moeder te zijn.
Mijn vriendin wist niet beter dan dat haar moeder geen broer had. Maar deze man vertelde dat haar moeder in de oorlog ondergedoken was, omdat ze een joods kind was. Na de oorlog heeft haar pleeggezin geweigerd haar terug te geven en deze vrouw heeft de rest van haar leven ontkend joods te zijn. Mijn vriendin had dus eigenlijk een joodse moeder en was daarmee ook zelf joods.

Samenvatting van de inhoud
Proloog 1945
Het meisje Anneke (7 jaar oud) komt uit school. Er komt een man met een jongen achter haar aan. De man roept haar bij de naam “Rivka.” Ze zegt dat ze geen Rivka heet, maar Anneke. Ze loopt naar haar huis terug.

Ontmaskerd 2007
Anneke, inmiddels bijna 70 jaar, wordt gebeld door haar dochter Sandra, die haar vertelt dat haar vader, Annekes ex-man Joost, is overleden. Anneke heeft een nieuwe relatie, Jean, aan wie ze vertelt dat ze wel van plan is naar de begrafenis te gaan. Bij de begrafenis ontmoet ze haar dochter Sandra en haar vroegere broer Simon. Joost wordt begraven op de joodse begraafplaats.

Prinses 1942-1945
In deze episode is de kleine Rivka nog maar 5 jaar. Ze wordt door iemand meegenomen uit Middelburg en haar wordt te verstaan gegeven dat haar ouders in Rotterdam bij een bombardement zijn omgekomen. Via de boot wordt ze naar Zeeuws-Vlaanderen gebracht in het dorpje Zaamslag. Ze hebben haar verteld dat ze in een kasteel zal gaan wonen en dat ze dan een soort prinsesje wordt. In het dorp woont een gereformeerde dominee met zijn vrouw die zelf geen kinderen hebben. Er is wel een toren, maar niet van een kasteel. Het is de kerktoren. Overigens wonen ze in een huis vlakbij de kerk, de pastorie. De nieuwe vader en moeder voor Rivka, die voortaan Anneke moet worden genoemd, zijn erg aardig voor haar. Wel zijn ze natuurlijk christelijk en niet-joods, maar dat heeft ook een voordeel, want Anneke hoort nu dat er wel een Messias is gekomen, wat de joden immers ontkennen. Anneke is een heel slim kind voor haar leeftijd en ze kan al goed lezen voordat ze naar de lagere school moet. De dominee gaat proberen haar al op school te krijgen, wat lukt. Maar omdat ze al kan lezen, wordt ze meteen bij de hogere jaars gezet. Ze krijgt ook een wat oudere vriendin Connie, die wel met haar wil spelen. Ze ervaart de dingen van het christelijk geloof heel anders dan die van het joodse geloof. Zo vierden ze thuis natuurlijk het Chanoekafeest, maar dat kennen de Christenen niet. En Pasen is iets heel anders bij de joden. Ook gaat ze een keer naar de kerk waarin het avondmaal wordt gevierd. De mensen krijgen een stukje brood en drinken een slok wijn, maar het is voor kinderen verboden om daaraan deel te nemen. De dominee moet elke week zijn preek goed voorbereiden en dan moeten ze hem met rust laten.
Tot zijn verdriet merkt hij dat er een groep inwoners van het dorp een andere opvatting van de Bijbel erop nahoudt en dat die mensen weer een eigen kerkgemeenschap gaan stichten.
De oorlog is volop aan de gang, maar we naderen steeds meer het einde en dan komt de bevrijding. Daarna, als de laatste Duitse soldaten weg zijn, komt het voor dat haar biologische vader en haar broertje ineens voor de deur van de dominee staan. Ze willen haar meenemen, maar Anneke (Rivka) herkent eigenlijk niets eens haar eigen familieleden. Ze wil ook niet bij haar nieuwe ouders vandaan. Die willen haar ook liever niet kwijt.

>i> Maar een meisje 1949-1953

In 1949 is Anneke ongeveer twaalf jaar en ze wordt voor het eerst ongesteld. Ze hoort van haar moeder dat vrouwen dat elke maand hebben. Het is natuurlijk geen pretje. Ook leert ze haar eigen lichaam ontdekken en ze merkt dat het een prettig gevoel geeft, wanneer ze haar hand tussen haar benen en haar vingers in haar vagina steekt. Ook krijgt ze wel belangstelling voor het andere geslacht.
Ze is zo goed op school dat haar meester heeft gezegd dat ze naar het gymnasium zou kunnen. Maar daarvoor zou ze naar een ander dorp moeten. Haar vader, de dominee, vindt dat niet goed, want ze is “maar een meisje” en ze moet later gewoon kinderen krijgen. Op zich is die houding van de dominee wel eigenaardig, want hij heeft haar de jaren ervoor gestimuleerd veel te lezen.
In 1953 maakt ze ook de watersnoodramp mee, maar in Zeeuws-Vlaanderen zijn er natuurlijk wel veel minder slachtoffers dan op de andere eilanden.


In de val 1957-1963
Na de mulo-opleiding moet Anneke een vervolgopleiding doen. Haar wordt geadviseerd om naar de kweekschool te gaan. Ze gaat dat doen in Leiden en ze moet daarvoor dus het huis uit. Dat vindt ze niet vervelend, want de situatie in Zaamslag is ze wel zat. In huis is het niet helemaal zo gezellig meer, want in het dorp is er een scheiding van de gelovigen gekomen.
Haar seksuele gevoelens blijven echter onverminderd hun tol eisen en op een zeker moment ontmoet ze Joost, die ook van joodse afkomst is. Bij hem ervaart ze seks als een genot. Niet in de laatste plaats, is ze gefascineerd door het feit dat hij een besneden geslachtsdeel heeft.
Wanneer ze voor de klas komt te staan, gaat haar dat ook goed af. Maar het hoofd van de school heeft al gezegd dat ze zal moeten vertrekken, wanneer ze gaat trouwen. Dat wordt niet meteen realiteit, want ze mag nog wel een tijdje invallen voor een zieke leerkracht als ze in het huwelijk is getreden. Joost wil graag nakomelingen, ook volgens de Joodse opvattingen. Ze hebben best moeite met de voorbehoedmiddelen en na een wilde vrijpartij weet ze bijna zeker dat ze zwanger zal raken. Joost heeft deze keer zijn zaad bij haar naar binnen gespoten. Blij is ze helemaal niet met de zwangerschap. De bevalling ervaart ze als een zeer pijnlijke geschiedenis en ze kan eenvoudigweg niet genieten van haar dochtertje. Ze beschouwt het als een ongewenst kind. Joost die zich bij de bevalling als een angsthaas heeft gedragen, wordt later wel energiek om Sandra op te voeden. Ineens staat haar vroegere broer Simon in de hang, maar ze wil niets van hem weten, zeker niet wanneer hij haar hardhandig beetpakt.
Joost dringt later ook steeds meer aan op een tweede kind, wat Anneke een verschrikking vindt. Maar ze wordt toch weer zwanger en er wordt een jongetje geboren, Stijn. Iedereen (ook haar vader en moeder) is blij, maar Anneke vindt er eigenlijk helemaal niets aan. Het jongetje moet bovendien naar joodse tradities binnen acht dagen besneden worden.

Littekens 1966-1974
Het gaat helemaal niet goed in het huwelijk tussen Joost en Anneke. Zij kan niet genieten van de kinderen en zeker Sandra is steeds het slachtoffer. Ze wordt afgesnauwd, maar ze krijgt ook flinke klappen. Stijn heeft ook geen leuke jeugd. Het wordt steeds erger en de mensen in de omgeving zien wat er gebeurt in het gezin. Joost wil trouwens steeds meer terugvallen op zijn joodse “roots” en Anneke wil daarmee juist helemaal niets te maken hebben. Er komt zelfs een derde kind bij, Elise. Intussen is pil uitgevonden. Haar adoptievader en –moeder sterven kort na elkaar. Ze is nu helemaal alleen. Joost straft de kinderen ook heel hard: ze moeten soms lang onder de koude douche staan. (denk aan het verleden van Joost in een kamp) De kinderen worden door de kinderbescherming weggehaald en Joost wordt in een psychiatrische inrichting opgenomen. Anneke laat Joost in de steek.

Vermomd 1974-2002
Nadat Anneke bij Joost was weggegaan, leeft ze in Amsterdam als onderwijzeres. Ze woont ook bij een hospita. Haar kinderen ziet ze niet. Eigenlijk is ze depressief, totdat een onderbuurvrouw Hanneke, haar uit haar lethargie trekt. Ze neemt haar vooral mee naar musea en leert haar dingen zien. O.a. van de schilder en architect Hundertwasser die o.a. heeft gezegd dat je je eigen wortels niet moet vernietigen, als je wilt groeien. (zie het motto) Hanneke stimuleert haar ook vakantie te nemen in Zwitserland en Anneke wandelt daar veel. Van mannen moet ze maar weinig weten. Jammer genoeg verliest ze haar goede vriendin aan kanker. Op een zekere dag ligt Hanneke dood tussen de kunstwerken.

Jean 2003-2007
Heel lang heeft Anneke zonder man geleefd. Dan ontmoet ze in museum Kröller-Muller Jean, een heel vriendelijke en gefortuneerde man. Ze gaat bij hem in Heemsteden wonen. Hij is een christen en zij verlangt af en toe weer naar de rituelen van het Jodendom. Dat kan eigenlijk best samen gaan vindt ze. Ze blijft bij hem totdat ze hoort dat Joost gestorven is.


In dit verslag zijn alle hoofdstukken “Diezelfde zee’ achter elkaar gezet. In de roman onderbreken ze de hoofdstukken uit het verleden.

Diezelfde zee
Sandra wil nu van haar moeder weten wat er in het verleden is gebeurd. Ze spreken met elkaar af in strandpaviljoen Parnassia in Bloemendaal Noord-Holland.
Anneke hoort van Sandra dat haar joodse moeder in Westerbork om het leven is gekomen. Ze is daar aan een longontsteking gestorven. Simon is na de bevrijding naar een kibboets in Israel vertrokken, maar toen haar vader dreigde te overlijden, had hij haar gevraagd te komen. Hij was naar Zeeuws-Vlaanderen gereisd en haar ruw beetgepakt, maar ze zei tegen hem dat ze met het verleden gebroken had. Ook de ex-man van Anneke, Joost, heeft in Westerbork gezeten. Daardoor zouden ze samen een band met het verleden hebben kunnen krijgen. In het restaurant vertelt ze Sandra meer over haar jeugd. Hoe ze in Leiden Joost heeft leren kennen, die heel wat gevoelens bij haar los had gemaakt.
In de volgende episode wordt duidelijk dat het huwelijk niet erg succesvol is. De kinderen worden mishandeld.
Sandra vertelt ze dat in haar eigen relatie met Joris ook voor haar kind geen aandacht kan opbrengen. (Stijn heeft het jongetje) En dat ze bovendien zichzelf is gaan snijden. Ze wijt dat aan de handelwijze van haar moeder. Die is wel zo groot om “sorry”tegen Sandra te zeggen.
Toch wordt ze door haar dochter op de joodse afkomst gewezen. Waarom is ze na de oorlog niet gewoon terug naar huis gegaan. Anneke gaat haar eigen dossier opvragen en leest de brieven die haar stiefvader aan de Commissie heeft geschreven. Ze gaan over haar inburgering in het gezin met de christelijke waarden. Bovendien lijdt haar eigen vader aan tuberculose, waardoor hij niet lang meer te leven had. Haar moeder was in Westerbork gestorven. Sandra verwijt haar moeder ook dat ze nooit verteld heeft aan haar vader dat ze van joodse afkomst was. Dat had de relatie misschien kunnen redden. Want Joost heeft het heel erg moeilijk gehad in zijn jeugd. Ze heeft de aantekeningen van haar vader die hij in schriften had opgeschreven, gelezen. Ze geeft het pak ook aan haar moeder en die gaat erin lezen.
Joost had in Westerbork gezeten en was naar een concentratiekamp gestuurd. Onderweg in de trein had hij een baby geboren zien worden en dat was een verschrikkelijk gezicht geweest. Dat verklaart waarom hij zo raar deed bij de bevalling van Sandra. Hij had de ergste verschrikking in het kamp meegemaakt, maar hij had steeds weten te overleven. Zo had hij zich als zoon van een huisarts vaak als verpleegkundige aangemeld. Tot de Russen het kamp bevrijd hadden, was het een struggle for life geweest. Hij had de aantekeningen opgeschreven toen hij in de inrichting verbleef. Anneke ziet nu goed in dat ze in die relatie geen goede kans om te leven kon hebben.

Ze blijft Sandra ontmoeten in Parnassia. Die heeft op een bepaald moment haar leven weer opgepakt en ze is psychologie gaan studeren. Nu ze van haar moeder het verleden heeft gehoord, beseft ze dat ze het kind is van twee joodse ouders. Daarmee is ze zelf ook joods. Ze zegt tegen haar moeder dat ze zich bij een praatgroep gaat aansluiten: joden die niet goed raad weten met hun situatie. Sandra voelt zich joods. Anneke wil haar nu over Jean vertellen.

Ze vindt dat Sandra hem eens moet ontmoeten.
Zelf gaat ze op bezoek bij de joodse begraafplaats waar haar vader ligt. Er is nog geen grafsteen. Haar broer Simon zit bij het graf. Hij legt een steentje op het graf (joodse traditie). Ze zegt tegen hem dat ze eindelijk zich zelf gevonden heeft: het is een lange zoektocht geweest. In een laatste gesprek met Sandra vragen moeder en dochter zich af waarom een heel volk zich naar de slachtbank heeft laten leiden. Misschien zouden ze het zelf ook wel gedaan hebben. maar de ouders hebben wel geprobeerd hun kinderen te redden. Sandra geeft jaar moeder een kokertje dat in de woning van haar ouders heeft gehangen. Ze had het destijds geweigerd aan te nemen van Simon toen hij haar na de bevalling opzocht. Nu krijgt ze het van haar dochter die het van Joost heeft gekregen vlak voordat hij stierf. Nu neemt ze het zilveren kokertje wel aan. Ze zal het thuis bevestigen.
En als allerlaatste vraagt ze aan haar dochter: “Als ik doodga, wil jij dan kaddisj voor mij zeggen.”Dat is een joods gebed voor de doden.
Daarmee geeft ze aan dat ze haar joodszijn (in ieder geval de rituelen van het joodse geloof) geaccepteerd heeft.


Titelverklaring
“Parnassia” verwijst naar het strandpaviljoen in Bloemendaal waar Anneke en dochter Sandra elkaar ontmoeten om over het verleden te praten. Enkele zaterdagen in 2007 (na de begrafenis van ex-man Joost) maken ze een afspraak om over het verleden te praten.

Hoofdstuktitel ‘Diezelfde zee.”
De meeste hoofdstuktitels hebben geen nadere uitleg nodig. Maar de titels van de stukjes heden zijn steeds ‘Diezelfde zee.” Het lijkt interessant om te bekijken waarnaar die titel verwijst. Het heeft namelijk met het thema van deze roman te maken: het zoeken naar je eigen identiteit.
Sandra en Anneke lopen steeds langs het strand van Bloemendaal als ze elkaar ontmoeten. Op de vraag over de identiteit van Rivka en Anneke komt Sandra met een fraaie
vergelijking.(blz. 264
Zoiets als deze zee? Het water dat voorbij Vlaanderen stroomt komt ook hier. De golven die gisteren bij vloed het strand veroverden vormen nu de branding bij Vlissingen of Cadzand.
Heeft ze gelijk? Dezelfde zee. Zijn Anneke en Rivka dezelfde? Zou dat kunnen?


Motto
Het boek heeft een motto van de schilder en architect Friedensreich Hundertwasser (1928-2000). Het luidt:
“Wie het verleden niet eert,
verliest de toekomst
wie zijn wortels vernietigt
kan niet groeien.”


Het zal duidelijk zijn dat het motto van de roman van toepassing is op Anneke.
Ze heeft haar verleden verloochend, nl. ze wil haar Joodse afkomst niet onder ogen zien en dan is er geen toekomst voor je (bijv. met de man die wel Joods wilde blijven)

Structuur
De structuur zit niet zo eenvoudig maar wel duidelijk in elkaar.
- Er is een proloog, die speelt na de bevrijding in 1945.
- Daarna komt er een episode uit 2007, waarin de dood van de ex-man van Anneke Joost wordt aangekondigd. Deze episode heet “Ontmaskerd”
- In enkele hoofdstukken “Diezelfde Zee” (7x) is steeds een verslag van de ontmoetingen tussen Anneke en Sandra. Op die manier wisselen heden en verleden elkaar af. In deze periodes uit het “Heden.”vertelt Anneke in de ik-vorm.

Deze episodes worden afgewisseld met hoofdstukken uit het verleden.

- Prinses 1942-1945
- Maar een meisje 1949-1953
- In de val 1957-1963
- Littekens 1966-1974
- Vermomd 1974-2002
- Jean 2003-2007
Deze hoofdstukken worden ook alle weer onderverdeeld in subhoofdstukjes die vaak worden aangegeven met een typografisch teken.
In de presentatie van de structuur is deze roman dus niet chronologisch: telkens wordt het heden onderbroken door weer een verteld stukje verleden.

Perspectief
Er is een meervoudig perspectief.
In de hoofdstukjes van het heden (2007 en de hoofdstukken “Diezelfde zee.”) is er sprake van de ik-vertelster Anneke (70 jaar geworden) die in het strandpaviljoen de geschiedenis van haar jeugd tegen haar dochter Sandra vertelt. Ze vertelt in die passages in de o.t.t.

In de hoofdstukken die haar jeugd en haar andere levensperioden als Anneke behandelen, is er sprake van een personale vertelster (zij-vertelster) Die keuze voor de personale vertelster is hier eigenlijk heel functioneel, omdat Anneke eigenlijk Rivka heette en zich dus een ander persoon voelt. Zo ontstaat er afstand tussen Anneke en Rivka, haar vroegere ik. Dat is goed gedaan.


De tijdlagen van het verhaal
Onder structuur wordt in de hoofdstukken aanduiding heel goed aangegeven wanneer de episodes zich afspelen. Er is een chronologische lijn vanaf 1942 tot aan 2007. Maar die episodes uit het verleden worden steeds afgewisseld met de hoofdstukken uit 2007 die alle ‘Diezelfde zee “heten.

Het decor van de handeling
In de jeugd van Anneke wordt ze overgebracht van Middelburg naar Zaamslag op Zeeuws-Vlaanderen. Daar brengt ze de tijd door totdat ze gaat studeren in Leiden om onderwijzeres te worden. Anneke woont ook nog een periode in Amsterdam, nl. als ze van Joost gescheiden is.
Het laatste deel van haar leven woont ze Heemstede, bij de rijke oudere man Jean.

Dat zijn delen van het topgrafische decor, maar de symbolische achtergrond speelt natuurlijk ook ene grote rol. Boven het boek zweeft het zwarte decor van de concentratiekampen. Joost heeft in Westerbork gezeten en is daarna overgebracht naar een concentratiekamp. Daar heeft hij weten te overleven. Dat decor is van enorm belang voor de roman.

Uitgewerkte thematiek
In dit debuut van Josha zwaan gaat het om het terugvinden van je “roots.”: de queeste naar je eigen identiteit. De kleine Rivka wordt door haar ouders uitgeleend aan een christelijk domineesechtpaar. Het meisje vergeet al snel de joodse rituelen en kan het goed vinden met haar adoptieouders. Haar vader is ze zo goed als vergeten wanneer hij na de oorlog haar komt ophalen. Haar ouders en zij zelf willen eigenlijk niet weg. Anneke groeit op tot een normale puber met seksuele verlangens. Het is jammer dat ze niet naar het gymnasium mag, want “meisjes moeten nu eenmaal trouwen en kinderen krijgen.”Anneke ontmoet de joodse Joost en die lijkt ook weinig met het geloof te maken te willen hebben. maar Joost wordt geteisterd door trauma’s en Anneke wil het liefst vergeten. Dat is geen goede basis voor een relatie en ze gaan de kinderen dan ook mishandelen. Die worden bij hen weggehaald en Joost wordt zelfs in een psychiatrische inrichting opgenomen. Eigenlijk laat ze haar kinderen in de steek en leidt ze een leven ver weg van de joodse identiteit. Het lijkt een soort zelfbescherming te zijn. Ze heeft haar vader verloochend (als een vrouwelijke Petrus) en haar broer kan haar ook niet op andere gedachten brengen. Pas door andere mensen als Hanneke en Jean die beiden geen joodse achtergrond hebben, kan ze wat meer openstaan voor de mooie dingen in het leven. Het wordt echter een ware zoektocht wanneer Joost overlijdt en haar oudste dochter Sandra contact met haar zoekt om achter het verleden van haar ouders te komen. Ze heeft al een schrift van haar vader gelezen met de verschrikkingen daarin waaraan hij in de oorlog is blootgesteld. Hij heeft een survival of the fittest moeten leveren , maar hij heeft de oorlog overleefd. De gruwelijke ervaringen heeft hij echter in zijn huwelijk meegenomen. Het onvermogen m lief te hebben heeft Sandra van haar moeder overgenomen. Ook zij kan geen liefde aan haar kinderen geven, zij snijdt zichzelf om zelf pijn te kunnen doen en zij kan na Joris ook geen andere liefde vinden, slechts seks. Misschien dat de dood van haar vader de weg naar de bron heeft opengemaakt. Ze zoekt contact met haar moeder om achter het verleden te komen.
Die zaterdagse strandwandeltochten lijken zowel moeder als dochter te helpen. Het is voor Anneke ook een openbaring dat ze in de dagboekschriften van Joost kan lezen wat hij heeft meegemaakt. Zo kan ze de houding van Joost tijdens de bevalling van Sandra begrijpen. Ze heeft ook het vermogen om “sorry” te zeggen tegen haar dochter die ze zoveel leed heeft aangedaan. Haar dochter begrijpt dat ze zelf ook joods is, als ze een joodse vader en moeder heeft. Ze gaat aansluiting zoeken bij geloofsgenoten.

In de laatste ontmoeting met Sandra ontvangt ze een zilveren joods kokertje dat van haar ouders os geweest. Na de bevalling van Sandra had broer Simon het aan haar willen geven, maar toen had ze het nog geweigerd. Aan het einde van haar zoektocht begrijpt ze dat ze haar roots nooit zal kunnen verloochenen. Anders kun je namelijk niet groeien , volgens Hundertwasser (vgl. het motto) Ze is er wel 70 jaar voor moeten worden en ze beseft dat ze haar leven eigenlijk heeft weggegooid.
Net voor het scheiden van de markt, vraagt ze aan haar dochter of die het kaddisj voor haar wil zeggen als ze sterft. Dat is een rouwlied voor de doden. Anneke en Rivka (van Diezelfde zee zijn ze) willen in ieder geval de joodse rituelen in ere houden, het joodse geloof aanhangen zonder de Messias is een andere zaak.

Enkele motieven van deze roman (o.a. voor je leesdossier) zijn
- De Tweede wereldoorlog
- De Jodenvervolging
- Christen versus joden en hun rituelen
- Verwerking van trauma’s uit de oorlog
- Het willen vergeten
- Het zich schuldig voelen
- Coming of age (Anneke groeit op naar de volwassenheid)
- Kindermishandeling uit het onvermogen lief te hebben
- Het verloochen van de ouders (een soort Petrusmotief)
- De dood
- (ontluikende) Seksualiteit

Beoordeling scholieren.com
Het debuut van Josha Zwaan was mij verleden jaar volkomen ontgaan: er stonden ook geen recensies in grote dagbladen. Door een ervaren lezeres werd ik getipt en ik heb het dikke boek ter hand genomen. Dat is een goede tip geweest. Voor een debuut is “Parnassia”een uitstekende roman. Het verhaal is spannend, maar dat zijn de meeste oorlogsverhalen.
De compositie is sterk. De delen van het heden en verleden worden knap afgewisseld. De dialogen zijn sterk en de beeldspraak is gepast. De lezer krijgt begrip voor de handelwijzen van de personages. Bijna elk personage blijft sympathiek als je weet wat er met hem/haar is gebeurd. Dat is een knappe prestatie van de schrijfster. Hoewel de inhoud van de roman nogal verschilt van “Haar naam was Sarah”van Tatiana de Rosnay moest ik wel sterk denken aan die bestseller over de oorlog. Inmiddels heeft ook ‘Parnassia”zeven herdrukken beleefd en dat lijkt me een mooie beloning voor een schrijfster.

Ik kan het boek dan ook zeker aanbevelen voor scholieren en studenten. De “amusementswaarde “ (vooral de ontroering) is hoog. Bij de literaire waarde durf ik eigenlijk wel drie punten toe te kennen d.i. 1 punt boven de standaardwaardering. Ten onrechte is de roman m.i. onderbelicht gebleven.

Recensies
In de grote, landelijke dagbladen is “Parnassia”onopgemerkt gebleven. Dat is wel jammer voor de schrijfster. In Het Reformatorisch Dagblad van 31 maart 2011 (niet baanbrekend voor de literatuur) werd het debuut wel positief beschreven, Parnassia” is een onthutsende roman die de lezer niet alleen de kwetsbaarheid van geluk –vooral dat van kinderen– laat zien en het haast onbereikbare geluk van onvoorwaardelijke liefde, maar de auteur wijst ook op het belang van het hebben van wortels. Mensen kunnen zich voor het verleden afsluiten, proberen opnieuw te beginnen, maar met afgebroken wortels stopt de groei, houdt je mens-zijn op te bestaan. Deze intrigerende roman reikt verder dan het thema ”oorlog”. Lof voor de debutant.

Over de schrijfster
Bron: website Josha Zwaan
Josha Zwaan werd op 19 december 1963 geboren in Nieuw Zeeland, als dochter van Nederlandse immigranten. Toen zij drie jaar was verhuisde het gezin terug naar Nederland. Josha Zwaan groeide op in Zeeuws Vlaanderen, West-Friesland en op de Veluwe.
Na haar studies Andragologie en Sociale Pedagogiek (Vrije Universiteit Amsterdam) werkte zij jarenlang in de hulpverlening aan extreem problematische drugsgebruikers en de jeugdhulpverlening.
In 1999 maakte zij een overstap naar het geven van trainingen op het gebied van communicatie en leiderschap. Sinds 2004 heeft zij een eigen praktijk voor coaching en procesbegeleiding.

Al van jongs af aan schreef Josha Zwaan verhalen. Haar eerste ‘boek’ schreef zij op elfjarige leeftijd. De uitgeverij waar zij haar manuscript naar toe stuurde vond het een knap werkje, maar met een te volwassen thema (ziekte en dood) voor een kinderboek. Op haar achttiende behoorde zij tot de winnaars van een wedstrijd van VIVA: erotische verhalen door vrouwen geschreven. Dit verhaal werd opgenomen in een bundel, uitgegeven door uitgeverij Novella.
Schrijven bleef een rode draad in haar leven. In de verschillende functies die zij had schreef zij projectplannen en beleidsstukken en soms ook impressies van wat zij meemaakte met cliënten.
De tijd om verhalen te schrijven vond zij pas weer toen haar kinderen groter werden. Na haar veertigste verjaardag besloot Josha Zwaan serieus werk te maken van haar schrijversschap. Zij startte met het schrijven van een roman en werkte tussendoor aan verhalen en essays.
In 2009 behoorde zij met het verhaal Al dood tot de winnaars van een verhalenwedstrijd van uitgeverij Pamac. Dit verhaal werd opgenomen in de bundel Misdaad in het kort.
In de serie Duizend Woorden van het programma De Avonden, werd zij uitgenodigd om haar verhaal Klaprozenfeest voor te komen lezen in de uitzending van 23 april 2009.

In het najaar van 2009 behoorde zij tot de winnaars van een wedstrijd van de Gelderse Schrijverskring in samenwerking met uitgeverij Kontrast. Het verhaal Bramenjam werd opgenomen in de bundel Select Gezelschap.
In 2010 verscheen haar debuutroman Parnassia, bij uitgeverij Artemis & Co
Naast fictie schrijft Josha Zwaan ook essays. Sinds 2009 heeft zij gepubliceerd in Trouw, Volkskrant Magazine, Tijdschrift voor Coaching en Tijdschrift Volzin.


REACTIES

I.

I.

Ik heb het boek zojuist gelezen. een prachtig boek en zeker jammer dat het zo onderbelicht is gebleven in de media.
In het verslag door Kees vander Pol sttat ee nverklaring van de titel. ik wil hier aan toevoegen dat in het boek een vergelijking wordt getrokken naar de plant Parnassia. Oók een overlever, onder alle omstandigheden, net als het joodse volk. Ik weet niet meer op welke bladzijde dit wordt benoemd, wel in een van de hoofdstukken: dezelfde zee.

12 jaar geleden

J.

J.

Wat een prachtig boe. Het heeft me vanaf de eerste zin geboeid!

11 jaar geleden

A.

A.

Bedankt voor dit fijne verslag, ik heb er heel veel aan. Het is ook een mooi boek, trouwens!!

10 jaar geleden

T.

T.

Thanks voor het geweldige verslag, het was een geweldig boek, Helaas heb ik volgend jaar pas een mondeling over dit boek maar als ik dit verslag doorlees weet ik precies waar ik op moet letten. nogmaals Thanks!

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Parnassia door Josha Zwaan"

Ook geschreven door Cees