Over de vos Reinaert door Onbekend

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover Over de vos Reinaert
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 4656 woorden
  • 5 april 2006
  • 107 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
107 keer beoordeeld

Boekcover Over de vos Reinaert
Shadow

Het Middelnederlandse Reinaert-verhaal werd naar alle waarschijnlijkheid rond 1180 geschreven. Uit deze tijd is echter geen handschrift bewaard gebleven; de oudste overgeleverde tekstgedeelten zijn te vinden in enkele handschriftfragmenten ui de 13e eeuw. De volledige versie van het verhaal is aan ons overgeleverd in twee handschriften van rond 1400.

Dierenverhalen…

Het Middelnederlandse Reinaert-verhaal werd naar alle waarschijnlijkheid rond 1180 geschreven. Uit deze tijd is echter geen handschrift bewaard gebleven; de oudste overgeleverde te…

Het Middelnederlandse Reinaert-verhaal werd naar alle waarschijnlijkheid rond 1180 geschreven. Uit deze tijd is echter geen handschrift bewaard gebleven; de oudste overgeleverde tekstgedeelten zijn te vinden in enkele handschriftfragmenten ui de 13e eeuw. De volledige versie van het verhaal is aan ons overgeleverd in twee handschriften van rond 1400.

Dierenverhalen en sprookjes met dieren in de hoofdrol waren al vroeg in de Middeleeuwen erg geliefd. De oudste op schrift gestelde dierenverhalen zijn in het Latijn geschreven, maar uit de twaalfde eeuw zijn ook een aantal Franse dierendichten bekend die later werden verzameld in de Roman de Renart. De inhoudt van deze Franse verhalen, Li Plaid, is in grote lijnen gelijk aan de eerste helft van onze Reinaert. Het tweede deel wijkt echter af van het Franse voorbeeld. De Middelnederlandse voortzetting heeft een - psychologisch beschouwd - sterkere voortzetting.

Over de vos Reinaert door  Onbekend
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Reinaert de Vos
Auteur: onbekend
Uitgeverij: - Eerste uitgave: 1250, middeleeuwen Verwachtingen en eerste reactie Ik heb dit boek gekozen, omdat meneer Morsink voorstelde om dit verhaal samen in de klas te lezen. We kregen allemaal een stencil van het verhaal en hij heeft toen ons het verhaal voorgelezen en uitgelegd. Ik wist niet echt wat ik moest verwachten, ik wist alleen dat de meeste personen in het verhaal dieren zijn. Samenvatting Willem, de schrijver van Madoc, betreurt het dat Aernout het verhaal over Reinaert niet in de volkstaal (het Diets) heeft voltooid. Na Franse boeken te hebben geraadpleegd, is hij aan het werk gegaan om dit tekort goed te maken. Hij verzoekt de onbeschaafde mensen hem niet te bekritiseren en zaken niet voor onwaar te verklaren waar ze zelf geen verstand van hebben. (Dit is een verzoek aan zijn publiek voordat hij met de voordracht van zijn verhaal begint.) Op verzoek van een hoofse dame wil hij graag zijn verhaal aan beschaafde lieden vertellen.
Willem begint: De leeuw Nobel, koning van de dieren, had in zijn rijk bekend laten maken dat hij tijdens Pinksteren hofdag zou houden. Alle dieren verschenen, uitgezonderd Reinaert, ‘den fellen met den grijzen baarde’ (versregel 60): hij had al zoveel op zijn geweten dat hij aan het hof alleen nog kon rekenen op de steun van zijn neef Grimbeert de das. De wolf Isengrijn was de eerste die Reinaert beschuldigde van allerlei misdaden: de verkrachting van zijn vrouw Hersint en de mishandeling van twee van zijn kinderen. Het bekakte hondje Courtois beklaagde zich erover (in het Frans!) dat Reinaert tijdens een koude winter zijn enige worst ontstolen had. Tibeert de kater weerspreekt deze beschuldiging echter: hij, Tibeert, had die worst destijds bij een molenaar gestolen. Bever Pancer verhaalde hoe Reinaert de haas Cuwaert tot kapelaan zou opleiden; hij had het arme dier nog net van een wisse dood kunnen redden. Toen Isengrijn erop aandrong Reinaert ter dood te brengen, sprong de das Grimbeert verontwaardigd op en hield een vurig pleidooi voor zijn oom: Isengrijn was ook niet zo’n brave Hendrik en bovendien was Reinaert kluizenaar geworden: hij droeg een haren boetekleed en raakte geen vlees meer aan. Hij was zijn leven drastisch aan het verbeteren, aldus Grimbeert. Op dat moment naderde een droevige stoet: op een lijkbaar gedragen door twee hennen en geflankeerd door twee hanen, lag de dode kip Coppe, dochter van de haan Cantecleer. Die vertelde hoe lelijk hij door Reinaert was beetgenomen: de vos had hem plechtig verzekerd, dat hij het wereldse leven voorgoed vaarwel had gezegd. In goed vertrouwen was Cantecleer toen met zijn kinderen buiten de bescherming van de hoenderhof gaan wandelen. Het gezelschap was nog maar nauwelijks buiten, of Reinaert stortte zich op de kippen. Zo had Cantecleer inmiddels nog maar vier van zijn vijftien kinderen over. De koning was woedend en besloot Reinaert voor het hof te dagen. Na de plechtige begrafenisceremonie van Coppe stuurde hij de beer Bruun, een van zijn trouwe onderdanen, naar de burcht van Reinaert: Maupertuus, het sterkste kasteel van de sluwe vos. Omdat Reinaert van adellijke komaf was, had hij recht om drie keer gedagvaardigd te worden om bij de berechting aanwezig te zijn. Na een lange tocht kwam Bruun, die de waarschuwende woorden van koning Nobel in de wind had geslagen, bij het kasteel aan en eiste op hoge toon dat Reinaert met hem mee zou gaan. Die antwoordde dat hij dat graag zou doen, als hij niet zoveel gegeten had van ‘een vreemde, onbekende spijs’ (vers 558), namelijk honingraten, die hij eigenlijk niet verdragen kon. Hij vertelde de begerige Bruun tenslotte dat er honing te vinden was op het erf van boer Lamfroit. Deze honing bevond zich een door de lengte gespleten eik, opengehouden door wiggen. Ze gingen erheen en ondanks Reinaerts waarschuwingen matig te zijn, stak Bruun zijn kop en voorpoten in de gespleten boom, waarna de vos de wiggen eruit sloeg. Bruun zat als een rat in de val. Reinaert maakte hierover zo een spottend misbaar dat Lamfroit gewaarschuwd werd en met alle dorpelingen die hij maar kon optrommelen, gewapend met bezems, vlegels, harken en stokken, de beer eens ongenadig begon af te straffen. Ook de pastoor, zijn vrouw Julocke en de koster waren van de partij. Bruun werd verschrikkelijk afgetuigd, maar wist zich uiteindelijk uit de woedende menigte te ontsnappen. Lamfroit gaf hem echter nog zo’n harde dreun dat Bruun tussen een groepje vrouwen belandde en er vijf de rivier in stootte (onder wie Julocke). Toen ging alle aandacht naar de in nood zijnde vrouwen en Bruun zag zijn kans schoon om al zwemmend het hazenpad te kiezen. Toen hij een eind verderop aan land ging, werd hij nog door Reinaert bespot. Schuivend op zijn achterwerk en rollend, zijn voorpoten is hij door al het geweld half verloren, weet hij het hof van Nobel te bereiken. De tweede bode die Nobel stuurde, de kater Tibeert, verging een zelfde lot. Hoewel hij de reputatie had wijs en voorzichtig te zijn, liep hij ook in de val die Reinaert opzette. De vos beloofde Tibeert dat hij de volgende dag mee zou gaan; de kat had daar geen bezwaar tegen. Reinaert stelt voor dat Tibeert blijft eten en overnachten. Reinaert beweert een plek te kennen waar het stikt van de vette muizen, Tibeert zal een lekkere maaltijd voorgeschoteld krijgen. Samen gingen ze naar de schuur van de pastoor waarin volgens Reinaert de muizen zouden zijn. Rondom de schuur ligt een wal van aangestampte aarde; ergens zit een gat waarvoor een strik gespannen is. Via dit gat had Reinaert namelijk twee dagen daarvoor een haan gestolen van de pastoor. Reinaert laat Tibeert via dit gat naar binnen kruipen, met als gevolg dat de kater vastzit in de strik. Tibeert maakte van angst zo’n kabaal, dat de bewoners in het huis gewekt werden. Ze gingen Tibeert te lijf en probeerden hem om zeep te helpen, maar zwaar gehavend wist de kat toch nog te ontkomen, nadat hij de pastoor aan zijn geslachtsdelen had verwond. Als ook Tibeert zwaar gehavend het hof van de koning bereikt, is alleen Grimbeert nog bereid de vos voor de derde en laatste maal te gaan dagen. Hij slaagde erin Reinaert te overtuigen van de noodzaak om nu mee te gaan: dit is immers zijn laatste kans. Reinaert nam hartelijk afscheid van zijn vrouw Hermeline kinderen (Reynaerdine en Rossel) en begaf zich met zijn neef op weg. Tijdens de reis biechtte hij op huichelachtige wijze zijn wandaden en gemene streken op om zijn geweten zogenaamd te zuiveren: hij had Bruun en Tibeert te grazen genomen, Cantecleer van zijn kinderen beroofd en Isengrijn diverse keren gekweld. Hij toonde berouw, beloofde beterschap en vroeg of Grimbeert hem zijn zonden kon kwijtschelden en daarna de lekenbiecht kon afnemen. Grimbeert brak een twijgje af en gaf zijn oom veertig stokslagen als boetedoening. Daarna nam de das de lekenbiecht af. Toen ze echter langs een nonnenklooster kwamen waarvan Reinaert wist dat er veel ganzen en kippen in de buurt liepen, had Grimbeert de grootste moeite om zijn oom ervan te weerhouden opnieuw in de zonden te vallen. Aan het hof werd Reinaert van alle kanten beschuldigd. De koning is overtuigd en veroordeelde de vos tot de galg. Grimbeert en Reinaerts naaste verwanten wilden de terechtstelling niet bijwonen en vertrokken. Isengrijn, Bruun en Tibeert, de grootste vijanden van de vos, gaan de galg in gereedheid brengen. Nu komt het er op aan voor Reinaert. Na een in scène gezette schuldbekentenis vol zelfbeklag komt de sluwe vos met iets heel anders op de proppen. Hij vertelde de koning over een aanslag die Bruun, Isengrijn en Tibeert samen met zijn vader beraamd zouden hebben om de koning, Nobel, uit de weg te ruimen en de beer koning te maken. Het plan zou bekostigd worden met de schat van koning Ermerike, die door Reinaerts vader gevonden was. Reinaert maakte de koning wijs dat hij, na het geduldig observeren van de gangen van zijn vader, de schat gevonden had en ergens anders begraven had om het snode plan te verijdelen. De koning wilde meer weten over de schat, die zich volgens de vos bij de bron Kriekeputte in het bos Hulsterloo bevindt, en schold in ruil voor de schat Reinaerts zonden kwijt. (op aandringen van de koningin Gentel) Bruun en Isengrijn worden gevangen genomen. Reinaert verklaarde dat hij op pelgrimstocht naar Rome wil om de paus om vergiffenis te vragen, daarna zal hij de koning naar Kriekeputte leiden. Tussen neus en lippen door zegt Reinaert dat hij eigenlijk nog wel een tas en een paar extra schoenen kan gebruiken. Dit verzoek wordt meteen ingewilligd: de tas wordt vervaardigd van een stuk huid van Bruun, voor de schoenen wordt het vel van Isengrijns voorpoten en Hersints, zijn vrouw, achterpoten gestroopt. Voordat de vos op reis ging, zou hij eerst nog even langs huis gaan. Cuwaert de haas en Belijn zullen hem daarbij vergezellen, omdat dat ‘zulke oprechte dieren zijn’, Reinaert kan maar moeilijk afscheid van ze nemen. Bij Maupertuus aangekomen, vraagt Reinaert of Cuwaert nog even mee naar binnen gaat om afscheid te nemen en zijn kroost te troosten. Ze waren nog maar nauwelijks binnen of de vos beet de haas de kop af. Samen smulde het wolvengezin van ‘desen goeden vetten haze’. (versregel 3128) Tegen Hermeline, zijn vrouw, zei Reinaert dat Cuwaert een zoenoffer van de koning is, de haas zou hem als eerste vals beschuldigd hebben. Aan Belijn, die buiten had staan wachten, vertelde Reinaert dat Cuwaert nog wel een poosje zou blijven en dat de ram gerust terug kon gaan naar het hof. Belijn moest nog wel een brief namens Reinaert voor de koning mee brengen. Reinaert gaf hem de pelgrimstas, met daarin niet de brief, maar de kop van de gedode haas. Aan het hof gaf Nobel zijn klerk Botsaert de opdracht de tas te openen en brulde de koning het uit van woede toen hij merkte hoe bedrogen en bespot hij is. Op aanraden van het luipaard Firapeel werden Bruun en Isengrijn in ere hersteld. Belijn en Reinaert werden vogelvrij verklaard. De vos was echter al met zijn gezin naar veiligere wildernis vertrokken. Analyse · Motieven
Gulzigheid en hebberigheid zijn belangrijke motieven in het boek. Tot 2 maal toe kan Reinaart de bodes van koning Nobel in de val lokken door hun gulzigheid aan te spreken. Tibert doet alles voor muizen en Bruin de beer alles voor honing. Ook de koning zelf is hebberig/gulzig. Als hij van de verborgen schat hoort is hij niet te stoppen en wil hij alles doen om de schat in zijn bezit te krijgen. Zelfs moordenaar Reinaart vrijspreken. · Personages
Hoofdpersoon van het verhaal is natuurlijk Reinaert de vos. Hij is sluw, zelfverzekerd, gewetenloos, onbarmhartig en vindingrijk. Ondanks al deze slechte eigenschappen en zijn gemene streken krijgt hij de sympathie van de lezer. Hij maakt gebruik van de zwakheden van zijn tegenstanders door in te spelen op hun hebzucht, gulzigheid en vraatzucht. Bijpersonen zijn: Bruun, een vraatzuchtige beer die Reinaert voor de eerste maal voor het hof daagt. Hij wordt door zijn vraatzucht in een list geleid, en wordt zo ernstig verminkt. Tybeert, een gulzige kater die Reinaert voor de tweede keer voor het hof gaat dagen. Door zijn gulzigheid wordt ook hij in een list geleidt, en wordt evenals Bruun ernstig toegetakeld. Grimbert, de das. Hij is de enige die nog voor Reinaert pleit, als hij beschuldigt wordt. Reinaert is zijn oom. Het feit dat hij pleit voor de vos wil niet zeggen dat hij dikke vrienden is met Reinaert. Het enige wat hij wil doen is de naam van de clan zo hoog mogelijk houden. Als het clanhoofd goed aangeschreven stond bij de koning deelde de hele familie in de eer. Daartegenover stond dat als een clanhoofd uit de gratie van de koning raakte de hele familie daaronder leed. Als hij niet had gepleit zou Reinaert direct vogelvrij verklaard worden, wat en schande zou zijn voor de familie. Grimbeert doet alles om zijn oom uit de beklaagdenbank te halen. Hij houd ook voet bij stuk: Reinaert moet drie keer gedaagd worden, zoals het bij een belangrijk persoon betaamt. De anderen willen Reinaert al veel eerder veroordelen, zonder rechtvaardig proces. Belijn, een hebzuchtige ram. Hij gaat met Reinaert mee als die zogenaamd op bedevaart gaat. Hij is ook degene die de zak, met daarin de kop van Cuwaert, de haas. Hij moet erbij zeggen dat hij de inhoud zelf heeft samengesteld, zodat hij extra lof zou krijgen. Hij weet echter niet wat er in de tas zit. De koning is woedend als hij de tas open doet. Als straf wordt Belijn vogelvrij verklaard. Hij vertegenwoordigt ook de geestelijkheid in het verhaal. Aan het hof is hij hofkapelaan. Ysengrijn, de wolf. Hij dient talloze klachten in tegen Reinaert, waaronder dat zijn vrouw door Reinaert verkracht zou zijn en dat hij zijn kinderen had bepist, waardoor er twee stekeblind waren geworden. Hij eist ook dat Reinaert ter dood veroordeeld wordt. Koning Nobel de leeuw. Hij is zwak en karakterloos. Hij leeft in een schijnwereld. Hij probeert voortdurend zijn aanzien te redden na de hofdag vol drama’s. Hij maakt echter de ene na de andere fout, waardoor de hofdag eigenlijk helemaal misloopt. Andere personage uit het verhaal die echter niet zo belangrijk zijn: Hermeline, de vrouw van Reinaert; Herswint, de vrouw van Ysengrijn; Canticleer, de haan; Coppe, de gedode kip; Firapeel, het luipaard. Hij stelt voor Bruun en Typeert weer in ere te herstellen. Ook stelt hij voor Belijn vogelvrij te verklaren; Cortoy, die klaagt dat zijn gestolen wordt hem ontstolen is. De meeste personages zijn dieren, maar er komen ook mensen in voor: de pastoor, diens vrouw Julocke en zijn zoon Martinet, Lamfrout de timmerman en nog enkele andere dorpelingen. De pastoor wordt door Willem bespot. Als Bruun de vijf vrouwen in de rivier gooit, blijkt daaronder de vrouw van de pastoor te zitten. De pastoor is dus, tegen de officiële kerkelijke regel van het celibaat in, getrouwd en nog wel met iemand met een naam die iets als ‘Jou lok ik’ zal betekenen. Daarna bekommert hij zich alleen om zijn vrouw, en niet om de vier andere ‘edele parochianen’. Bovendien belooft hij degene die Julocke zal redden een jaar straffeloos zondigen. Willem spot dus wat met de wijze waarop de lagere geestelijkheid met de aflaat omspringt. Later wordt de pastoor nogmaals negatief afgeschilderd. Er wordt tot driemaal toe benadrukt dat de pastoor poedelnaakt uit zijn bed komt. Dit was vrij normaal voor die tijd, maar van geestelijken werd dat niet verwacht. Zij behoorden zich ’s nachts ook zedig te gedragen. Ook wordt er door Tibeert een aanslag gepleegd op de edele delen van de pastoor. Het enige waar Julocke zich later druk om maakt is op haar man nog wel in staat is het liefdesspel met haar te spelen. Opnieuw is het weer de relatie tussen de pastoor en Julocke die op het nippertje voorkomt dat een koningsbode wordt afgemaakt. De rest van de mensen zijn niet zo belangrijk. De mensen uit het dorp worden afgebeeld als mensen van laag allooi. Alles lijkt krom en afzichtelijk te zijn aan de mensen. Bijvoorbeeld: Ludmoer met de lange neus, Ludolf met de kromme vingers, Kleine Hugo met de kromme benen (vers 793 – 800). Ook blijken de mensen er weinig verfijnde vechttechnieken op na te houden. Op de dieren zijn allerlei menselijke eigenschappen getransponeerd (antropomorfisme) en dan met name negatieve: brutaliteit, hebzucht, onbenulligheid, ijdelheid, domheid, lichtgelovig en egoïsme. Willem beschrijf hen met duivels plezier. · Perspectief De verteller is alwetend en staat boven de gebeurtenissen. Het verhaal is dus auctoriaal. Hij spreekt het publiek ook regelmatig aan. Bijvoorbeeld in vers 40: ‘Hoort nu hoe ic hier beghinne’. Ook geeft de schrijver dikwijls commentaar op bepaalde gebeurtenissen, hij ironiseert en hij wijst soms vooruit naar wat komt. Hij richt zicht (volgens F.P. van Oostrom) tot een adellijk, ontwikkeld publiek. · Stijl Het verhaal is geschreven in dichtvorm. Veel mensen konden in de middeleeuwen niet lezen. De verhalen werden door iemand voorgelezen. Dit gebeurde meestal op het plein. De voordrager leerde het verhaal uit zijn hoofd. Daarom werd het ook in dichtvorm geschreven, dan was het makkelijk te onthouden. De taal is eenvoudig Vlaams dialect (vlaams uit de middeleeuwen) Naast deze tekst is de vertaling te lezen, die geschreven is in standaard Nederlands. Deze vertaling is zo getrouw mogelijk aan het originele gedicht. De rijm is er echter wel uit. In de laatste negen regels geeft de schrijver zijn naam. Er staan namelijk ‘bi Willeme’. Hij doet dit met de eerste letters van iedere regel. Zo is er van boven naar onder van de op negen laatste regel tot de laatste regel te lezen ‘bi Willeme’: door Willem.
· Tijd en ruimte Het verhaal speelt zich af in het Land van Waas (Oost-Vlaanderen), tussen Gent en Hulsterlo (een uitgestrekt bos tussen Hulst en Kieldrecht). Volgens Jan de Wilde moet het verhaal gelokaliseerd worden in en rond het oude stadje Destelbergen bij Gent, waar vroeger de Schelde een bocht maakte. Verder wordt het plaatsje Kriekeputte genoemd, een bron die in de buurt van Hulsterloo ligt. De ruimte wordt aangepast aan de personages, oftewel de dieren. Zo woont koning Nobel in een kasteel, wat natuurlijk bij een koning past. Reinaert woont in een burcht. Deze is echter aangepast aan de dieren. De beer Bruun en de ram Belijn kunnen niet in het hol komen, omdat zij te groot zijn. Cuwaert de haas kan echter wel binnen, omdat hij klein genoeg is. Ook de plaats waar Reinaert woont is in overeenstemming met zijn rol: de schurk. Hij woont in een donker bos in een wilde streek. Hij loopt over kromme paden, hij is dus van het rechte pad af. Het verhaal wordt Chronologisch verteld. Een paar keer komt er een flashback voor. Bijvoorbeeld wanneer Reinaert zijn zonden opbiecht aan Grimbeert. Hij vertelt dan wat hij in de tijd daarvoor allemaal voor zonden heeft begaan. Ook is er een flashback als Reinaert aan het hof verteld wat voor plannen zijn vader, Grimbeert, Bruun en Tibeert hadden om de koning af te zetten en om Bruun op de troon te zetten en ook hoe hij, Reinaert, dat had kunnen vereidelen. Ook zijn er af en toe kleine Flash-forwards. Bijvoorbeeld in vers 496: het moment is nabij gekomen waarop hij (Bruun) ernstig in de problemen zou komen. De schrijver zegt dus al dat het Bruun slecht zal vergaan en dat hij te grazen wordt genome, de vraag is alleen nog hoe. Het verhaal heeft een informatieve opening en het verhaal heeft een gesloten einde. De verteltijd is 3469 versregels en de vertelde tijd is ongeveer. De vertelde tijd is ongeveer een week. · Titelverklaring De titel Reinaart de vos spreekt voor zich: In dit boek is Reinaert de vos de hoofdpersoon. Thema
Het thema is: kritiek op de maatschappij, het tonen van een verkeerde wereld. In het verhaal wordt kritiek gegeven op de maatschappij, op de geestelijkheid, op het rechtssysteem en op het gezag van de koning. De maatschappij zit vol corruptie, schijnheiligheid en winstbejag. Zo doet koning Nobel alles om zijn naam en eer hoog te houden na een mislukte hofdag. Ook Belijn is alleen uit op extra lof van de koning als hij de zak met daarin Cuwaert aan de koning geeft en erbij verteld dat hij de inhoud zelf heeft helpen samenstellen. Bruun, een vijand van Reinaert, is bereid Reinaert te steunen en zijn bondgenoot te worden op de hofdag als Reinaert hem helpt de honing te bemachtigen. Hij pleegt de verraad ten opzichte van zijn vrienden. Ook Tibeert doet dit. Hij belooft dat als Reinaert hem al die muizen kan bezorgen dat hij dan voor altijd zijn trouwe vriend zal zijn. Zij worden als gevolg van hun Vraatzucht en hebzuchtigheid afgeranseld door mensen, waaraan alles krom blijkt te zijn. Het zijn dus vooral mensen van laag allooi, waar Willem een niet erg hoge dunk van heeft. Ook de geestelijkheid wordt met veel enthousiasme bespot. Zo gaat de menselijke pastoor uit het dorp diverse malen ver buiten zijn boekje, door een vrouw te hebben, wat tegen het celibaat is, zich alleen te bekommeren om zijn eigen vrouw, belooft degene die zijn vrouw redt een jaar lang zondigen en nog enkele vergrijpen die al eerder vermeld zijn. Met Belijn de ram wordt ook de geestelijkheid bespot. Belijn is hofkapelaan aan het hof van koning Nobel. Uit eigenbelang wil hij zo veel mogelijk lof en eer binnen halen. Willem spot dus ook met de manier waarop de geestelijkheid omgaat met de aflaat. Ook het rechtssysteem wordt bespot. Als Grimbeert er niet op aangedrongen had om Reinaert te dagen zou Reinaert zonder berechting gelijk vogelvrij verklaard worden, met als gevolg dat iedereen alles met Reinaert mag doen wat hij wil. Ze mogen hem dus ook gewoon doden. Iedereen aan het hof is dus gewoon uit op wraak. Koning Nobel wordt voor gek gezet. Hij blijkt dom, zwak en karakterloos. Het enige waar Nobel zich om bekommert is zijn goede naam, wat hem niet zo goed afgaat. Hij maakt de ene fout na de andere. Hij gelooft de list die Reinaert verteld als hij ter dood veroordeeld is. Dit komt ook omdat iedereen dacht dat niemand zou durven liegen op het moment dat iemand op het punt staat dood te gaan. Dan zou je in de hel komen en dat wilde niemand. Koning Nobel gelooft hem dus. Hij slaat hierdoor zijn eigen bondgenoten in de boeien en laat hen zelfs het vel afstropen om daar schoenen van te laten maken voor Reinaert. Als hij erachter komt dat hij fout was, laat hij zich overhalen om Belijn te straffen, maar die is eigenlijk ook gewoon het slachtoffer van Reinaert. De namen in de Reinaert hebben ook een aparte betekenis. Veel namen hebben een betekenis die dubbelzinnig uitgelegd kunnen worden. Zo heet de wolvin die door Reinaert heeft verkracht Hersint: ‘Ze heeft er wel zin in’. Zo zou Cuwaert ‘lafaard’ betekenen. Dit is ook wel toepasselijk. Cuwaert is een haas. In spreekwoorden is de haas dikwijls een lafaard. ‘Canticleer betekent ‘helder kraaien’. Dit is ook toepasselijk voor een haan. Naast dieren hebben sommige mensen ook een dubbelzinnige naam. Ludolf met de kromme vingers is een zoon van vrouwe Ogerne, wat ‘O, graag!’ betekent. Er is dan ook een grote kans dat Ludolf uit overspel geboren is, temeer omdat zijn vader Huigen (= Hugo) heet. Deze naam was in de Middeleeuwen symbool van de bedrogen echtgenoot. (Het kinderliedje ‘Jan Huigen in de ton’ is daar ook op gebaseerd). Woordspeling is iets wat Willem dikwijls gebruikt. De klacht die Isengrijn uit tegen Reinaert is onder andere dat zijn Reinaert zijn vrouw heeft verkracht. Hij formuleert dit echter nogal dubbelzinnig. In vers 73 zegt hij: ‘dat hij mijn wijf hevet verhoerd’ (= aan het feit dat hij mijn vrouw verkrachtte). Het Middelnederlandse ‘Verhoeren’ kan echter naast ‘verkrachten’ ook ‘inwilligen’ betekenen. Daardoor zou gemakkelijk de indruk kunnen ontstaan dat Reinaert zich niet aan verkrachting heeft schuldig gemaakt, maar juist op de toenadering van de wolvin ‘Hersint’ was ingegaan. Nog een voorbeeld is als Reinaert met Grimbeert op weg is naar het hof om berecht te worden. Reinaert wil dan biechten. Grimbeert neemt hem de biecht dan af. Reinaert verteld onder andere wat hij Hersint heeft aangedaan. Met de zin ‘Ik had het liever nog voor de boeg dan dat ik het achter de rug had’ bedoelt Reinaert op het eerste gezicht dat hij, als hij het mocht overdoen, ervoor zou kiezen om zijn leven te beteren. Als je echter even goed nadenkt begrijp je dat Reinaert het eigenlijk graag nog eens zou over doen en precies op dezelfde wijze! Het ‘credo leren’ (geloofsbelijdenis leren) en het ‘kapelaan maken’ (iemand kapelaan, een hulppastoor, maken). Het credo leren zou waarschijnlijk masturberen betekenen en bij het ‘credo leren’ kunnen we denken aan een homoseksuele relatie. Zou het toeval zijn dat hier naar geestelijke termen wordt verwezen? Op die manier gebruikt Willem diverse woordspelingen, die het verhaal nog wat leuker maken. Eigen oordeel Gebeurtenissen - De gebeurtenissen kwamen nogal slecht op me over. Dit kwam doordat ik me slecht kon inleven, omdat het verhaal zich afspeelt in een wereld waar dieren de hoofdrol spelen. Daarbij las het ook niet zo lekker, omdat het boek in de middeleeuwen geschreven is en er niet overal de vertaling van bij stond. Doordat dhr. Morsink de gebeurtenissen voor ons samenvatte en uitlegde wat er nu precies gebeurde en de bedoeling en betekenis daarvan was, heb ik het boek toch nog goed begrepen. - Er kwamen voor mij in eerste instantie totaal geen bekende gebeurtenissen in voor die ik in het dagelijks leven of in mijn vriendenkring zijn voorgekomen. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit gehoord dat iemand de kop van iemand anders in een gat van een boom geduwd heeft. Maar toen ik begreep dat door de streken die Reinaert uithaalde steeds de hebzucht van mensen naar voren kwam kon ik me wel bedenken wanneer dat nog meer gebeurt. Het komt namelijk dagelijks voor, want je ziet bijvoorbeeld bijna overal de hebzucht die mensen voor geld en macht hebben zoals de mensen die met de loterij mee doen en net zoals de koning in het verhaal op meer geld en dus meer macht uit zijn. - De gebeurtenis waarin Tibeert de kater de ballen van de priester afbijt vond ik wel een schokkende gebeurtenis. Ik wist wel dat er met dingen de spot in middeleeuwse boeken werd gedreven, zoals in dit voorbeeld met de kerk, maar dit leek me best wel een grove gebeurtenis voor in de middeleeuwen en ik had het dus niet verwacht. Personen - De personen vond ik niet echt personen van vlees en bloed, maar meer types, omdat je de meeste personen niet echt goed leert kennen. Je leert meer een paar kenmerken van de personen kennen zoals de personen waarmee Reinaert streken uithaalt hebben allemaal dezelfde eigenschap namelijk dat ze ergens hebzucht naar hebben. Het verschil alleen is naar wat ze hebzucht hebben, wat voor een soort dier ze zijn en in welke stand ze leven. Je maakt niet echt mee dat de personen een ontwikkeling meemaken. - Ik kon me nauwelijks inleven in wat de personen doormaakten, het raakte me niet erg diep. Bijvoorbeeld toen de priester zijn ballen afgebeten kreeg dacht ik wel dat zal pijn doen en ik vond het wel een beetje komisch, maar dat was het dan ook. Ik vind dat als je je ergens in kunt leven je er ook verder over gaat nadenken en dat had ik totaal niet.
Opbouw - Ik vond het verhaal lastig te lezen op de stukken waar geen vertaling bij stond en zelfs als de vertaling er bij stond was het niet altijd makkelijk, omdat het dan nog niet in goed Nederlands was en ik van bepaalde worden nog nooit gehoord had, omdat die nu bijna niet meer gebruikt wordt. Daarbij was het ook soms verwarrend dat de stencil waarop het verhaal stond niet in chronologische volgorde vooraan begon met het verhaal. - Ik vond het verhaal totaal niet spannend doordat de gebeurtenissen me niet raakte en het verhaal erg kort is. Ik houd er meer van als het verhaal vanuit de ik-persoon of vanuit het zicht van meerdere personen verteld wordt, want dat maakt het boek wat persoonlijker. Je maakt direct mee hoe een persoon zich voelt, namelijk doordat hij het zelf verteld. Zo kan ik me ook beter inleven. Taalgebruik - Ik vond het taalgebruik afschuwelijk, omdat het in de middeleeuwen geschreven is en daardoor snapte ik vaak niet wat er nu echt bedoeld werd en gebeurde. Zelfs als de betekenis erbij stond vond ik de woordkeuze nog moeilijk waardoor ik het moeilijk kon volgen. Ik vond het ook een beetje irritant dat de zinnen zo kort waren en elke regel met een hoofdletter begon, dat las niet lekker je kon niet lekker "doorlezen''. - Het taalgebruik was voor mij totaal niet beeldend genoeg, want ik kon me nauwelijks inleven in de gebeurtenissen.

REACTIES

A.

A.

Goeie (uitgebreide) samenvatting. Vooral met die verwijzingen naar de versregels. Handig om je geheugen weer even op te frissen. Bedankt. :-)

13 jaar geleden

:.

:.

Goede samenvatting howr!!!!!!!!!!

Super, vanmiddag toets, nog ffkes leren XD

13 jaar geleden

J.

J.

zowieso handig bij het voorbereiden op je mondelingen week.. top gedaan!!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Over de vos Reinaert door Onbekend"