Over de vos Reinaert door Onbekend

Beoordeling 6
Foto van een scholier
Boekcover Over de vos Reinaert
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 2213 woorden
  • 8 maart 2001
  • 37 keer beoordeeld
Cijfer 6
37 keer beoordeeld

Boek
Vertaald als
Van den vos Reynaerde
Auteur
Genre
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1300
Pagina's
320
Geschikt voor
bovenbouw vwo
Punten
3 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's

Boekcover Over de vos Reinaert
Shadow

Het Middelnederlandse Reinaert-verhaal werd naar alle waarschijnlijkheid rond 1180 geschreven. Uit deze tijd is echter geen handschrift bewaard gebleven; de oudste overgeleverde tekstgedeelten zijn te vinden in enkele handschriftfragmenten ui de 13e eeuw. De volledige versie van het verhaal is aan ons overgeleverd in twee handschriften van rond 1400.

Dierenverhalen…

Het Middelnederlandse Reinaert-verhaal werd naar alle waarschijnlijkheid rond 1180 geschreven. Uit deze tijd is echter geen handschrift bewaard gebleven; de oudste overgeleverde te…

Het Middelnederlandse Reinaert-verhaal werd naar alle waarschijnlijkheid rond 1180 geschreven. Uit deze tijd is echter geen handschrift bewaard gebleven; de oudste overgeleverde tekstgedeelten zijn te vinden in enkele handschriftfragmenten ui de 13e eeuw. De volledige versie van het verhaal is aan ons overgeleverd in twee handschriften van rond 1400.

Dierenverhalen en sprookjes met dieren in de hoofdrol waren al vroeg in de Middeleeuwen erg geliefd. De oudste op schrift gestelde dierenverhalen zijn in het Latijn geschreven, maar uit de twaalfde eeuw zijn ook een aantal Franse dierendichten bekend die later werden verzameld in de Roman de Renart. De inhoudt van deze Franse verhalen, Li Plaid, is in grote lijnen gelijk aan de eerste helft van onze Reinaert. Het tweede deel wijkt echter af van het Franse voorbeeld. De Middelnederlandse voortzetting heeft een - psychologisch beschouwd - sterkere voortzetting.

Over de vos Reinaert door  Onbekend
Shadow
Zakelijke Gegevens
Van den Vos Reynaerde, Taal & Teken, Leeuwarden, 1989 (4e druk) (eerste druk van het origineel en de vertaling zijn niet te achterhalen) 63 bladzijden
Eerste reactie
Wij hebben met de hele klas Van den Vos Reynaerde gelezen, nadat we ons eerst via de methode Eldorado in de periode hebben verdiept, waar dit boek mee geassocieerd wordt. Van den Vos Reynaerde is een van de weinige omvangrijke overgebleven Nederlandse geschriften in het Middelnederlands. Hierdoor lag het redelijk voor de hand om dit boek te lezen. In de klas hebben we de Nederlandse vertaling gelezen en voor dit boek niet apart het Middelnederlands behandeld. Het was ons vrij om een boekverslag te maken over een boek wat ons meer aansprak. Ik vond het een leuk boek en zag daar geen aanleiding toe. Het boek is via verschillende handschriften overgeleverd en is van grote literaire waarde. Dat, in combinatie met het feit dat het hele verhaal niet al te veel regels bevat, maakt dit boek tot een goede keus voor de boekenlijst. Ik vond het een grappig verhaal. Erg grof af en toe, maar dat werkte wel grappig eigenlijk. De sluwe vos die zich overal uitredt ken ik vooral als thema in boeken die geschreven zijn voor kinderen. Dit boek is echter gericht op volwassenen en daardoor is het met wat meer lef geschreven. Mijn eerste reactie over dit boekje is positief. De vertaling is erg leesbaar en met het Middel-Nederlands ernaast zijn de gemaakte keuze’s, zelfs voor een leek redelijk beredeneren. Verdieping
Samenvatting

Het gedicht begint met een klein voorwoord van de schrijver “Willem”. “Willem” betreurt het dat Aernout het verhaal over Reynaert nooit in de volkstaal (het Diets) heeft voltooid. Na Franse boeken te hebben geraadpleegd, is hij aan het werk gegaan om dit tekort goed te maken. Hij verzoekt onbeschaafde mensen hem niet te bekritiseren en niet voor onwaar te verklaren, waar ze zelf geen verstand van hebben. Op verzoek van een hoofse dame wil hij graag zijn verhaal aan beschaafde lieden vertellen. Het verhaal begint zoals ook bij Karelromans gebruikelijk is met een hofdag, een voor de dieren welteverstaan. Koning Nobel de leeuw ziet dat alle dieren inderdaad zijn gekomen, behalve Reynaert de vos. Alle dieren beklagen zich over Reynaert zijn gedrag. De enige die hem af en toe verdedigd is zijn neef Grimbaert de das. Uiteindelijk dringt Isengrijn de wolf erop aan dat hier een ter dood veroordeling op zijn plaats is. Toen Isengrijn erop aandrong Reynaert ter dood te veroordelen, sprong de das Grimbaert verontwaardigd op en hield een vurig pleidooi voor zijn oom. Isengrijn was ook niet zo'n brave en bovendien was Reynaert kluizenaar geworden, droeg hij een boetekleed en raakte geen vlees meer aan. Op dat moment naderde een droevige stoet die de dode kip Coppe met zich mee droeg. Coppe was de dochter van de haan Cantelaer. Reynaert had 11 van zijn 15 kinderen opgegeten. De koning was woedend, en besloot Reynaert voor het hof te dagen. Koning Nobel de leeuw besluit de vos te dagvaarden en stuurt Bruun de beer met deze boodschap naar Reynaert toe. Bruun meldt de vos wat er van hem wordt verwacht. Reynaert antwoordt dat hij graag mee zou gaan, ware het niet dat hij buikpijn heeft van het eten van te veel honing. Hij maakt de beer wijs dat er honing zit in een eik die door timmerman Lamfroit gespleten is. Zodra Bruun zijn kop ertussen steekt, trekt de vos de wiggen weg en verdwijnt lachend. De dorpelingen, met Lamfroit en de pastoor voorop, takelen Bruun verschrikkelijk toe. Toch weet hij te ontsnappen en kan verslag uitbrengen aan de koning. De volgende die wordt aangewezen om Reynaert te halen is Tibeert de kat. Hij was vanwege zijn intellect uitgekozen. Reynaert slaagt er toch in om Tibeert wijs te maken dat er vette muizen zitten in de schuur van de priester. Reynaert weet dat daar een strik is gezet, omdat hij er altijd kippen jatte. Tibeert gaat de schuur in en raakt ernstig gewond, maar ontkomt door de geestelijke flinke schade aan zijn mannelijkheid toe te brengen. Uiteindelijk wordt Grimbaert de das aangewezen om Reynaert te gaan halen. Grimbaert is een neef van Reynaert, dus de vos kon nu geen sluwe streken uithalen. Na een roerend afscheid van vrouw en kinderen gaat de vos mee. Onderweg veinst Reynaert berouw en biecht zijn misdaden op. Als ze langs een klooster komen kost het hem grote moeite niet even een kippetje te "scoren", maar Reynaert beheerst zich. Reynaert verzekert koning Nobel dat er geen trouwer onderdaan bestaat dan hijzelf, toch wordt hij tot de strop veroordeeld. Reynaert zijn bloedverwanten vertrekken, zijn doodsvijanden (Isengrijn, Bruun, Tibeert) gaan de galg vast opstellen. Reynaert probeert nu te profiteren van het wantrouwen en de hebzucht van de koning. Hij vertelt de koning dat Bruun, Isengrijn en Tibeert een staatsgreep willen plegen. Het plan moest bekostigd worden met de schat van koning Hermelike, die door Reynaert zijn vader (die ook tot de samenzweerders behoorde) was gevonden. Reynaert maakte Nobel wijs dat hij de schat gestolen had en ergens anders begraven had om het plan te verijdelen. De koning wilde meer weten over de schat, die zich volgens Reynaert in de bron Kriekeput bij Hulsterput bevond. Koning Nobel gelooft het hele verhaal en scheldt de vos zijn schulden vrij en sluit de vermeende staatsvijanden op. Reynaert maakt de koning wijs dat hij op boetetocht moet om van een pauselijke ban af te komen. Hij zegt dat hij hiervoor helemaal naar Rome en Palistina moet en krijgt de koning zelfs zover dat de huiden van enkele vooraanstaande dieren voor hem gestroopt worden en tot schoenen en reistas worden verwerkt. Reynaert wordt op zijn “lange tocht” vergezeld door de ram Belijn en de haas Cuwaert tot aan zijn eigen kasteel. Hij lokt de haas mee naar binnen, waar hij Cuwaert samen met de rest van zijn famillie op eet. Hij stopt Cuwaert zijn hoofd in de pelgrimstas en zegt tegen Belijn, die buiten staat te wachten, dat in deze tas een afscheidsbrief voor de koning zit. Belijn brengt de tas opgetogen naar de koning, hij denkt zelfs beloond te zullen worden voor deze daad. Als de koning merkt dat hij bedrogen is, schreeuwt hij het uit van woede. Hij laat zijn gevangenen weer los. Hij verklaart dat de nietsvermoedende Belijn en zijn familie toe behoren aan de wolven en de beren. Reynaert en zijn hele familie verklaart hij vogelvrij. Maar Reynaert is hem dan allang gevolgen. Onderzoek naar de verhaaltechniek
Dit grote gedicht behoort tot de epiek. Er wordt een dierenfabel verteld in dichtvorm. Het verhaal is licht didactisch in de zin dat het slecht afloopt met gierige dieren die zich laten afleiden door sluwe praatjes. Aan de andere kant bevat de ongekuiste versie weer zoveel onbeschaafde elementen dat het toch nauwelijks opvoedkundig bedoelt kan zijn. Dit gedicht is vooral satirisch, eigenlijk is het een grote parodie op een hoofse roman. Het verhaal begint met een inleiding over hoe en waarom het verhaal geschreven is en voor welk publiek het bedoelt is. De schrijver komt hierin duidelijk persoonlijk naar voren, wat vrij ongebruikelijk is in moderne literatuur. De verteller is alwetend en gebruikt dus een auctoriaal perspectief. Het verhaal is chronologisch verteld en hoewel de figuren het wel eens hebben over gebeurtenissen uit het verleden, bevat het verhaal eigenlijk geen flashbakcs. Het verhaal speelt in de middeleeuwen binnen het tijdsbestek van een paar weken. Reinaert is de hoofdpersoon en een sluwe, gemene vos. Hij is door en door slecht en maakt geen karakterontwikkeling door in het verhaal. Eigenlijk bevat het boek alleen maar flat characters. De dieren worden wel menselijk weergegeven, maar zijn allemaal stereotiep. Het verhaal speelt zich grotendeels af aan het hof, waar de aanklachten tegen de niet aanwezige Reynaert worden ingediend. De hofdag wordt meestal geplaatst in Gent, de hoofdplaats van de kanselarij. De gebeurtenissen spelen zich af in het Land van Waas (Oost-Vlaanderen), tussen Gent en Hulsterlo (een uitgestrekt bos tussen Hulst en Kieldrecht). Ook wordt er gesproken van Elmare, een Benedicter proostdij tussen Aardenburg en Biervliet. Malpertuus (het kasteel en het landgoed van Reynaert) staat waarschijnlijk symbool voor een burggraaf uit Destelbergen. Volgens sommige geleerden is het kasteel van Reynaert (Malpertuus) te plaatsen in de buurt van Sint-Jansteen in Vlaanderen. De ruimte zou symbolisch bedoeld zijn. Reynaert wandelt door de kromme paden, en voelt zich thuis in de "woestine" (de veilige wildernis). De hofwereld van Nobel is een morele woestijn, een wereld van huichelarij en schijn. De plaatsnamen Absdale, Belsele en Hijfte komen ook in het boek voor. Op zoek naar de thematiek
Dit boek is voornamelijk een parodie, maar het bevat toch wel enkele moralen en heeft een sterkte thematiek. Ook zijn er enkele “wijze lessen” uit te trekken, bijvoorbeeld: zorg dat je snuggerder bent dan je vijanden, wie niet sterk is moet slim zijn en hoogmoed komt voor de val. Het hele boek door is Reynaert door al zijn listen iedereen te slim af. Hij maakt gebruik van de zwakheden van de andere dieren in het bos. De gierigheid en schijnheiligheid van bijvoorbeeld de koning, geven dit verhaal ook een maatschappij-kritische lading. Er wordt toch een verkeerde wereld getoond. Zowel de feodale maatschappij (vol corruptie, schijnheiligheid en winstbejag) als het kerkelijk gezag en de burgerij worden bekritiseerd. Enkele motieven voor dit boek zijn: sluwheid, dieren, het bos, de adel, de kerk, de maatschappij, gierigheid, bekrompenheid, burgerlijkheid, schijnheiligheid, samenleving, schavuit en parodie. Plaats in de literatuurgeschiedenis
De oudste bekende tekstgedeelten van dit gedicht, de zogeheten “Darmstadse Fragmenten”, stammen uit de dertiende eeuw. De oorspronkelijke schrijver is niet met zekerheid vast te stellen. Het Franse voorbeeld van dit boek is de roman Renart. Deze werd geschreven in 1179, de Latijnse bewerking is gemaakt tussen 1272 en 1279. Dit boek is waarschijnlijk geschreven in de periode die ligt tussen de Franse en de Latijnse versie. In de 14e eeuw is er een bewerking gemaakt van dit verhaal met de titel “Reinaerts Historie”. Deze bewerking was veel moraliserender van karakter en ruim twee keer zo lang. Dit boek staat sterk onder invloed van andere werken uit de wereldliteratuur. Ook het Franse Li Plaid van “Perout” vertoont veel overeenkomsten met dit verhaal. Niemand weet precies aan wie dit werk toegeschreven moet worden, maar er zijn drie theorieën die algemeen het meest geaccepteerd worden. In de eerste plaats zijn er mensen die van mening zijn dat “Arnout” de schrijver is van het eerste deel tot aan de terdoodveroordeling en dat “Willem” de rest heeft toegevoegd. De tweede theorie zegt dat “Willem” gewoon alles geschreven heeft en dan er is nog de derde theorie. “Arnout” is een verschrijving voor “Perrout”, de auteur Li Plaid. “Willem” heeft het eerste deel gebaseerd op Li Plaid, en daarna zijn eigen slot toegevoegd. Over Willem is weinig bekend, we weten zelfs zijn achternaam niet. De schrijver wordt wel een hoge opleiding toebedacht. Hij kent immers zijn talen goed en af en toe bevat de stijl van dichten imitaties van klassieke retorische stijlmiddelen. Het is ook mogelijk dat dit boek geschreven is door verschillende schrijvers. Hoe dan ook de vertaling die ik gelezen heb, stamt uit 1985 en is geschreven door H. Adema. Beoordeling
Ik vond dit een leuk boekje om te lezen. Ik heb af en toe met een schuin oog het Middelnederlands proberen te volgen en ik vind het erg interessant om te zien hoe de tekst vertaald is. Ik kan moeilijk beoordelen of de rijmwoorden goed zijn gekozen of eigenlijk niet goed passen of vergezocht zijn. De vertaling is weinig poëtisch qua stijlfiguren en zinsbouw, maar levert een goed lopend verhaaltje op. Ik moest er wel om lachen alhoewel ik de scène waarin Timbeert de geslachtsdelen van de pastoor ernstige schade toedoet alleen maar heel vies vond. Misschien komt het omdat ik me niet helemaal in kan leven in de humor van de middeleeuwen, maar ik vond sommige scènes, die denk ik grappig bedoeld waren, alleen maar erg gruwelijk. Toen Reynaert de vellen van de dieren die hem aan proberen te klagen kreeg aangeleverd als reizigerspakket, vond ik het eigenlijk iets te gruwelijk. Aan de andere kant zou Reynaert zijn bosgenoten geen leed aan kunnen doen als ze niet allemaal een zwakke plek hadden in de vorm van gierigheid of een andere zonde. Het blijft geen vrolijk verhaal, alhoewel er toch wel degelijk allerlei grapjes inzitten. Het gedicht bevat wel erg veel symbolen, wat knap is van de schrijver (of schrijvers of wie dit werk dan ook gemaakt heeft) maar af en toe is het wel erg veel allemaal. Zoveel prachtige symbolen in een lang gedicht werken niet echt ontspannend. Niet alle boeken hoeven ontspannend te zijn natuurlijk en het is erg leuk om te zien hoe menselijk deze dieren zich gedragen. Het voorwoord van de schrijver vind ik eerlijk gezegd wel dapper. Ik heb helemaal niks tegen boeken of schrijvers die niet bang zijn voor een stevige moraal en zich niet laten kisten door wat sommige van hun tijdgenoten er wel niet van vinden. Al met al vond ik het leuk om dit boek te lezen en eigenlijk is dat ook niet zo verwonderlijk, want het is nou eenmaal een van de weinige boeken die geschreven zijn in het Middelnederlands en dat is taalkundig gezien toch een hele interessante periode in de Nederlandse literatuur.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Over de vos Reinaert door Onbekend"