Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Op slot door J. Bernlef

Beoordeling 7.9
Foto van Cees
Boekcover Op slot
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 3968 woorden
  • 2 februari 2007
  • 121 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
121 keer beoordeeld

Boekcover Op slot
Shadow

Ze waren vrienden voor het leven geweest, de schrijver IJsbrand Blok en de fotograaf Dick Noordeloos. Na de plotselinge dood van IJsbrand ontfermt de dochter van de schilder zich over de nalatenschap. Ze vindt dat Dick de aangewezen persoon is om de schilderijen van haar vader te fotograferen voor een catalogus bij een overzichtstentoonstelling. Terwijl Dick fotografe…

Ze waren vrienden voor het leven geweest, de schrijver IJsbrand Blok en de fotograaf Dick Noordeloos. Na de plotselinge dood van IJsbrand ontfermt de dochter van de schilder zich o…

Ze waren vrienden voor het leven geweest, de schrijver IJsbrand Blok en de fotograaf Dick Noordeloos. Na de plotselinge dood van IJsbrand ontfermt de dochter van de schilder zich over de nalatenschap. Ze vindt dat Dick de aangewezen persoon is om de schilderijen van haar vader te fotograferen voor een catalogus bij een overzichtstentoonstelling. Terwijl Dick fotografeert (en zo dagenlang geconfronteerd wordt met IJsbrands verdwenen muze, zijn vrouw Nadia) begint hij langzaam te beseffen welk drama zich voltrokken heeft - een drama dat zijn neerslag vond in olieverf op doek.

Op slot door J. Bernlef
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens Eerste druk: januari 2007
Gebruikte uitgave: 2e
Aantal bladzijden: 185
Uitgever: Querido, Amsterdam Genre « Op slot” is een psychologische roman over verval, vrijheid, liefde, eenzaamheid en gevangenschap. Het is mooie snel en goed leesbare roman (zie onder thematiek voor de motivatie van dit oordeel) Twee punten op de lijst van scholieren.com. Lezen voor je lijst! Flaptekst Ze waren vrienden voor het leven geweest, de schrijver IJsbrand Blok en de fotograaf Dick Noordeloos. Na de plotselinge dood van IJsbrand ontfermt de dochter van de schilder zich over de nalatenschap. Ze vindt dat Dick de aangewezen persoon is om de schilderijen van haar vader te fotograferen voor een catalogus bij een overzichtstentoonstelling. Terwijl Dick fotografeert (en zo dagenlang geconfronteerd wordt met IJsbrands verdwenen muze, zijn vrouw Nadia) begint hij langzaam te beseffen welk drama zich voltrokken heeft - een drama dat zijn neerslag vond in olieverf op doek. Voorkant De voorkant van het boek is een duinlandschap. De roman speelt zich namelijk af in een kustdorp E. Het huis van IJsbrand Blok is in de duinen gebouwd.
Structuur en perspectief De roman wordt in drie delen verdeeld. Deze worden met Romeinse cijfers aangegeven. Deel I wordt verdeeld in 17 hoofdstukken. Deel II in 8 en deel III in 3. De hoofdstukken hebben geen titel maar een cijfer. Het zijn vrijwel allemaal korte hoofdstukken, die heel goed en snel leesbaar zijn. De roman wordt overwegend chronologisch verteld. Er zijn twee vertelinstanties: de dochter van de schilder IJsbrand Blok en zijn beste vriend Dick Noordeloos. De laatste vertelt in de hijvorm (personaal) in de o.v.t en de dochter Karien vertelt in de o.v.t. maar in de ikvorm. Ze wisselen elkaar af in alle drie delen. Maar in feite is er nog een verteller: in deel II hoofdstuk 7 worden de fragmenten verteld uit de schriftjes van Nadia.Die gaan over het verleden: de relatie tot IJsbrand. Nadia is daarin de ik-verteller en zo’n “dagboekconstructie” is natuurlijk ook een bekende en vaak gehanteerde vertelwijze. Nadia vertelt als het ware in dagboekvorm (maar met heel korte fragmenten zonder data) in de o.t.t , voornamelijk over haar relatie met IJsbrand. Samenvatting van de inhoud Deel I blz. 7 –113 Dick Noordeloos is een 80-jarige fotograaf die in het kustdorp E. woont. Hij loopt vaak langs de kustlijn en brengt ook dagelijks een bezoekje aan zijn even oude kameraad IJsbrand Blok, die kunstschilder is. Op de dag dat de roman begint, gaat Dick met zijn eigen sleutel die hij van het huis heeft bij Blok naar binnen en ziet dat hij ernstig ziek is. Hij neemt nog wel een paar foto’s met een digitale camera (die helemaal nieuw voor Dick is en die hij bovendien te modern, vindt) waarschuwt nog wel de dokter maar die komt te laat, want schilder Blok is overleden aan een hartstilstand. Een zware klap voor zijn beste vriend. Het laatste woord dat hij uit de mond van IJsbrand hoort, is “Geluk “of “Gelukt.” Hij belt naar Bloks dochter Karien die haar vader al heel lang niet meer gezien heeft. Ze komt toch direct naar zijn huisje in de duinen. Op de lezer en op Dick komt ze niet direct sympathiek over. Dick laat haar snel alleen en bekijk thuis de digitale foto’s van de stervende en gestorven kunstschilder. De ik-vertelster Karien verhaalt dan dat ze haar vader dertig jaar niet heeft gezien, namelijk vanaf het moment dat haar vader zijn vrouw Nadia in een inrichting heeft doen opnemen. Dat was in 1970 en het is nu najaar 2000. (Op de rouwkaart staat later 6 oktober 2000.) Dick leest ook de necrologie in de plaatselijke krant. IJsbrand Blok was op lokaal niveau wel bekend, maar landelijk was hij de laatste jaren als schilder minder van belang geweest. Het is dan ook een stereotype necrologie, die al een tijdje klaar leek te liggen bij de redactie
Karien stelt de rouwadvertentie op en bezoekt daarna haar moeder die in een psychiatrische inrichting zit. Ze zegt helemaal niets meer en het lijkt er min of meer op dat ze dementeert. De begrafenis van haar vader is heel erg koel: ze heeft geen bloemen meegenomen; er zijn niet zoveel mensen en ze heeft geen toespraak voorbereid. Er wordt ook geen muziek gedraaid en binnen een half uurtje is alles bekeken. Er kijken wat mensen verwijtend in de richting van Karien. Na de begrafenis ontmoet Dick Noordeloos Frank Vogels in een café: hij is een kunsthandelaar die wel geïnteresseerd is in de verkoop van Bloks werk, maar daaraan vooraf zou eigenlijk een overzichtstentoonstelling moeten worden georganiseerd. Dick neemt Frank mee naar het huis van Blok en die vindt de schilderijen toch wel mooi. Hij vraagt Dick foto’s te maken voor de catalogus van de eventuele tentoonstelling. Karien heeft ook een kunstgalerie: ze heeft een gat in de markt ontdekt en maakt gebruik van het feit dat onbekend (maar ook slecht talent) drie keer moet hebben geposeerd om voor overheidsubsidie in aanmerking te komen. Van de verkoop van de schilderijen kan ze wel bestaan. Dick denkt na over de eerste ontmoeting tussen IJsbrand en Nadia. Het was wel liefde op het eerste gezicht geweest : Nadia was heel mooi en menig man was jaloers, maar het was ook een eenvoudige vrouw: ze was verkoopster in een parfumeriezaak. Het is 1950. Vanaf het begin heeft IJsbrand schilderijen van haar gemaakt om haar schoonheid vast te leggen. Hij vertelt ook van de smetvrees die Nadia in de jaren daarna heeft opgelopen, totdat Blok haar in een psychiatrische inrichting liet opnemen. Daarna liet hij ook altijd meisjes naakt poseren. Misschien deed hij met hen wel eens iets. Karien bezoekt opnieuw haar moeder, daarna bekijkt ze met Vogels de schilderijen van haar vader in het huisje in de duinen, maar die heeft ze natuurlijk al gezien, samen met Dick. Samen bekijken ze ook jeugdfoto’s. Het valt ook op dat Blok Nadia altijd zo jong mogelijk heeft willen schilderen op de portretten. En dat terwijl ze natuurlijk zelf wel ouder werd. Karien ontvangt later nog een keer Vogels en Hudde (een museumconservator) in het huisje en ze lijken wel wat te voelen voor een tentoonstelling. Het bijzondere in het huis is dat er één kamer is, die van Nadia vroeger, die op slot is. Geen enkele sleutel van Bloks sleutelbos past op de deur. Wat gaat er achter schuil? Later vraagt Karien aan Dick of die een foto wil maken van Nadia. Ze denkt weer na over de relatie tussen haar vader en moeder: haar moeder deed wel altijd vreemd. Vooral nadat ze een kind had gekregen, wilde ze nauwelijks accepteren dat daarmee het verval van de schoonheid van het lichaam werd ingezet. Wanneer Karien en Dick samen naar de inrichting gaan, zegt Nadia wel wat tegen Dick omdat ze hem herkent. De verdere conversatie over de dood van IJsbrand lijkt op die met een dementerende vrouw. Dick maakt ook foto’s van de vrouw. Karien stelt zich wat meer open voor Dick en daarmee wordt ze wel sympathieker. Ze herinnert zich dat haar moeder altijd maar in bad zat vanwege haar smetvrees. Op de foto’s die Dick later klaar heeft gemaakt, staat een vrouw die zo gesloten is “als een oester”. Dick denkt naar aanleiding van opmerkingen van een assistent van hem na over Nadia : in feite is het een onaanraakbare vrouw geweest. Na de geboorte van Karien had ze ook geen seks meer gewild. IJsbrand had haar toch steeds weer op schilderijen vastgelegd. Dick vindt het beeld van Nadia net een kind lijken dat langzaam in verf gevangen werd, ingesponnen, beeld na beeld (blz. 113) Deel II blz. 117-163 Karien vindt dat ze echt een eenzaam kind is geweest: een vader die nauwelijks belangstelling voor haar had en altijd schilderde en een moeder die heel vreemd was. Ze stort zich in de armen van ene Theo, maar dat huwelijk loopt natuurlijk stuk. Inmiddels is ze tegen de vijftig jaar. Vanwege de jaloezie die ze in haar leven kende, dreef ze haar man Theo in de armen van andere vrouwen. Ook de relatie met haar moeder gaat slecht, want die is eigenlijk jaloers op haar eigen dochter vanwege haar jeugd. Karien wordt ook door haar vader naar een internaat gestuurd. Het is in de derde week van november 2000 echt hondenweer. Er blijkt ineens licht te branden in het huisje van IJsbrand Blok. Dick ziet het en waarschuwt de politie: hij vreest inbrekers omdat de schilderijen er nog steeds hangen. Dan blijkt ook dat de kamer van Nadia open is gemaakt. Er is een ravage te zien, want in de kamer lagen de zelfportretten van IJsbrand: die zijn uit de lijsten gehaald en allemaal door midden gesneden. Wie zou dat hebben gedaan? Dick weet het niet. De politie zal een onderzoek instellen. Karien wordt gebeld dat haar moeder plotseling is overleden. Zo is ze binnen korte tijd haar beide ouders kwijtgeraakt en staat ze bij de kisten in hetzelfde sterfhuis. Met Dick bezoekt ze het huis van IJsbrand: de kamer van Nadia is open en ze treft er enkele schriftjes aan met het handschrift van Nadia. Tijdens de plechtigheid spreekt Karien over haar moeder.Ze is ruim zeventig jaar geworden. Ze was zijn vaders muze geweest. Na de begrafenis echter vertelt een Surinaamse verpleegster dat Nadia een paar dagen voor haar dood was weggelopen, maar dat de inrichting dit geheim wilde houden. Ze was onderweg door een automobilist opgepakt, maar ze had door de kou en de regen een fikse longontsteking opgelopen en was als gevolg daarvan overleden. Het wordt Karien duidelijk dat haar moeder de zelfportretten van haar vader heeft vernield. Ze belt de politie op met het verzoek het onderzoek naar de inbraak stop te zetten. Hoofdstuk 7 is de publicatie van een aantal losse fragmenten van Nadia over haar relatie met IJsbrand. Er blijken steeds enkele dingen in die anekdotes naar voren te komen: - de verslechterde relatie tussen Nadia en IJsbrand , zeker na de geboorte van Karien, waardoor haar schoonheid is aangetast. - de jaloezie van Nadia ten opzichte van haar dochter - de smetvrees waaraan Nadia lijdt, maar die ook veroorzaakt wordt door de viezige man IJsbrand, die niet schoon op zich zelf. Maar ook “blikken kunnen je besmetten.” - IJsbrand die Nadia maar blijft vastleggen op zijn doeken en haar als het ware gevangen houdt: ze kan de strijd tegen de ouderdom niet winnen en voelt zich een gevangene. Zo gruwelt ze van haar menstruatie - De verwaarlozing van haar zelf en van IJsbrand: ze kookt niet meer voor hem . Ze legt uit waarom ze altijd maar in bad zit. - Het begin van de opsluiting in haar kamer: voordat ze definitief op slot ging. - Ze suggereert heel subtiel een incestsituatie van vroeger
Karien is ondersteboven van de ontdekking. Ze beseft dat haar moeder een gevangene van haar vader is geweest. Wat begon uit liefde en bewondering, was een obsessie voor IJsbrand geworden. Hij had de consequenties niet kunnen overzien, maar in feite had hij haar moeder vermoord. Deze had in de dagen voor haar dood wraak genomen door de zelfportretten te vernietigen. En Karien doet de derde rituele moord: ze stopt de schriften in de kachel van IJsbrand en verbrandt ze. Het is de symbolische poging om zich van haar ouders te bevrijden: een rituele moord.
Deel III blz. 167-185 Het is 14 januari 200: de overzichtstentoonstelling van het werk van Blok wordt geopend. Dick krijgt de catalogus waarvoor hij foto’s heeft aangeleverd. Er zijn foto’s van de schilderijen en één van Nadia (uit de inrichting ) opgenomen. Karien wordt uitgenodigd bij de opening maar zij en Dick voelen zich niet op hun gemak. De zelfportretten zijn weer gerestaureerd. Zowel zij als Dick kunnen het allemaal niet meer aanzien en vluchten weg. Ze gaan samen naar IJsbrands huis. Ze vertellen elkaar dat het afbeelden van de schilderijen van Nadia en van IJsbrand zelf iets obsceens had. De schilderijen zullen het allemaal overleven: dat was IJsbrand toch maar gelukt: (Dat zijn ook z’n laatste woorden?) Ze praten over de obsessie van IJsbrand voor Nadia, die hij in zijn portretten wilde vangen. Karien vertelt van Nadia’s laatste handeling. Ze zegt tegen Dick dat ze nu eindelijk van haar ouders verlost is: ze voelt zich bevrijd. Dick vindt echter ook dat ze eenzaam is. Hij laat haar alleen en gaat naar zijn eigen huis. Daar pakt hij zijn digitale camera en wist de laatste foto’s van IJsbrand uit het geheugen van de camera. Titelverklaring “Op slot “is niet moeilijk te verklaren. In de eerste plaats is er de verwijzing naar de kamer van Nadia die op slot zit. In de kamer liggen de zelfportretten van de schilder en Karien vindt er later ook de schriften waarin haar moeder dingen vertelt over haar relatie. Talloos zijn de verwijzingen in de roman naar sleutels, sloten, opgesloten of gevangen zitten (bijvoorbeeld Nadia was gesloten als een oester, ze was bevroren in haar beeld) Die symbolisch verwijzingen slaan ook allemaal terug op de titel. In feite was Nadia zelf ook op “slot gegaan”voor de liefde van haar man. Ze sluit zich namelijk helemaal voor hem af, door heel vaak in de badkamer te gaan zitten (het afvoeren van vuiligheid) terwijl hij in zijn atelier bezig was. Tijd en decor De roman loopt van begin oktober 2000 tot januari 2001. Dat is af te leiden aan concrete gegevens van de rouwkaart en de necrologie bij de dood van IJsbrand en de datum van 14 januari wanneer de tentoonstelling over zijn werk wordt geopend. In november 2000 sterft Nadia. Het decor is natuurlijk in de eerste plaats topografisch. De handelingen spel zich af in het kustdorp E. (Egmond aan Zee?) De vrijheid van de zee staat dan symbolisch tegenover de gevangenschap van Nadia. De kamer die afgesloten is (en het geheim van Nadia bewaart) en de psychiatrische inrichting zijn symbolische ruimten voor de gevangenschap waarin Nadia tijdens haar huwelijk kwam te verkeren. Ze sloot zich in de ruimte af voor de wat viezige schilder, ze leed aan smetvrees en kwijnde tenslotte helemaal weg in de inrichting. Om zich definitief voor haar dood van haar man te bevrijden ontvlucht ze uit de inrichting, ontsluit de kamer en doodt IJsbrand symbolisch door zijn zelfportretten te vernietigen. Over de stijl van de roman. Bernlef schrijft helder proza, zonder tierelantijnen en met de adagia van Hermans en Elsschot in zijn pc: ”elk onnodig woord dient geweerd.” In een interview in Het Parool zegt hij over zijn stijl: "Het is een algemeen kenmerk dat veel te dikke boeken worden geschreven. Er is veel show off, kijk mij eens lekker literatuur bedrijven. Uit veel dikke boeken kunnen zonder probleem honderden pagina's worden gesneden." "Ik ben steeds spaarzamer gaan schrijven. Ik werk in scènes. Tussen die scènes laat ik lappen tijd weg. Die moet de lezer maar invullen. Alle rimram en poespas laat ik eruit. Ik ben voor de heldere, klare lijn. Elk bijvoeglijk naamwoord, elke metafoor wordt op een goudschaaltje gewogen. Ik herschrijf niet veel." Wat dat betreft is Bernlef een verademing vergeleken bij veel te uitvoerige woordrijke romans. “In der Beschränkung zeigt sich der Meister.”, is volop op hem van toepassing.
Thematiek in relatie met zijn gehele oeuvre De thematiek van deze roman is een heel duidelijke Bernlef-thematiek. In veel werk is er sprake van geïsoleerde personages die hun strijd tegen de eenzaamheid in allerlei varianten strijden. Jan Razelius in “Sneeuw”verliest zijn vrouw, maar kan zich door een auto-ongeluk niets meer herinneren, heeft incest met zijn op zijn vrouw lijkende dochter en rijdt zich daarna eveneens te pletter. In “Meeuwen” trekt de aan keelkanker lijdende hoofdfiguur zich terug op een Waddeneiland en laat na zijn raadselachtige dood aantekeningen over zijn ervaringen achter. Maarten Klein is dementerend in “Hersenschimmen” en zijn wereld raakt steeds meer gesloten. In “ Eclips” is de hoofdfiguur zijn geheugen kwijt. In “Onder IJsbergen” wordt een rituele moord op een onderzoeksrechter gepleegd door een vertegenwoordiger van een eskimostam. Zij willen niet dat een westerse rechter het isolement van hun leefgemeenschap doorbreekt en iemand neemt dan de rituele moord op zich. In “De Onzichtbare jongen “ wordt een vriendschap ontbonden door een opname in een psychiatrische inrichting. Bernlef varieert steeds op hetzelfde thema: de mens moet het altijd in zijn tragiek die bijna klassiek aandoet, opnemen tegen het verval van lichaam en geest, de eenzaamheid, het verlies van zijn geliefde en zijn vrienden. Daardoor wordt de mens bij Bernlef het prototype van de existentiële eenzaamheid. Al zijn hoofdfiguren laat hij die strijd ondergaan en in de strijd meestal ten onder gaan. In een interview in Het Parool van donderdag 1 februari 2007 stelt Bernlef: “ "Ja, daar zeg je wat. Ik ben geen boodschappenjongen, daar heb ik een hekel aan, maar Nadia, de vrouw van de schilder, wil niet oud worden, en de schilder wil steeds maar de jeugdige Nadia portretteren." "In deze tijd ligt een grote druk op de vrouw. Die moet er steeds maar zo jong en mooi mogelijk uitzien. Je kunt de televisie niet aanzetten of je wordt om je oren geslagen met potjes crème en tubes zalf. Deze maatschappij is niet ingesteld op dood en verval. Ik wil niet heel bewust iets veranderen, maar er moet wel over worden geschreven. Mensen kunnen de eindigheid van hun leven maar moeilijk accepteren. Dat hebben we vooral te danken aan the American way of life. Hysterie, ontkenning. Je móet vooral jong en vitaal blijven. Ouderdom is een afschrikwekkend perspectief. Tsja. Bij mij is geen sprake van een woedende opstand. De Roemeense filosoof Cioran schreef: 'De dood is een schande!' Je roept maar, dacht ik, want er is toch niets aan te doen. Je kunt beter een modus vinden in plaats van je te weer te stellen." In de nieuwe roman kan Nadia in de relatie met IJsbrand de strijd tegen het verval van de schoonheid van het lichaam niet winnen. Ze blijft steeds maar het onderwerp van zijn portretten, omdat ze zijn muze is. Maar ze kan haar schoonheid niet behouden (o.a. door de geboorte van haar dochter Karien) Hij blijft haar jong schilderen, maar ze ervaart aan den lijve dat het niet zo is. Daarom ook is ze jaloers op haar eigen dochter die wel weer de jeugd bezit. Dat is een tragische strijd. Ze sluit zich eerst op in haar kamer om daarna door haar man te worden opgesloten in een inrichting, waaruit ze zich alleen weet te bevrijden door wraak te nemen op haar man door zijn portretten vlak na zijn dood en vlak voor haar eigen dood door midden te snijden met een stanleymes. Karien bevrijdt zich weer van haar ouders door de schriften met aantekeningen van Nadia te verbranden. En Dick wist de digitale foto’s uit het geheugen van zijn camera. Vergeten, vergeten worden, en vergeten zijn, het lijkt de rode draad door het werk van Bernlef. De schrijver lijkt zich misschien te herhalen, maar net als bijvoorbeeld de zich altijd herhalende dichter Gerrit Achterberg doet hij het telkens weer in andere varianten. Mij verveelt hij daarom niet, bovendien schrijft Bernlef in heel helder proza, geen zweverig taalgebruik en blijf je zijn werk gemakkelijk lezen. Ook hem is het net als IJsbrand, zijn personage uit “Op slot”, gelukt voor het nageslacht bewaard te blijven. Het oeuvre van Bernlef wis je als lezer niet zo snel uit je geheugen: daarvoor zijn z’n romans als “Sneeuw”, “Meeuwen” (vooral) “Hersenschimmen” en “Onder IJsbergen” te waardevol gebleken. Ik denk niet dat “Op slot” wat dat aangaat, zijn laatste uit de rij zal blijken. Bernlef brengt zelden een vrolijke boodschap: de mens is een eenzame tobber die net als in de klassieke Griekse drama’s de strijd tegen de dood, het verval, de liefde verliest. Recensies In De Volkskrant van vrijdag 19 januari 2007 recenseert Daniëlle Serdijn de roman. Ze vindt “Op slot” een echte Bernlef-roman, maar ze ontdekt weinig nieuws. Romantechnisch mag het allemaal goed uitkomen. Maar werkelijk overtuigend is het niet. Eerder doet dit psychologische schetsje denken aan de zielige verhalen in damestijdschriften, waarvan je vermoedt dat ze goeddeels verzonnen zijn. Bernlefs onderbouwing voor het handelen van zijn vrouwelijke personage is een verklaring voor iets dat geen onderbouwing behoeft. Alsof het dramatisch gezien niet erg genoeg is muze zonder emplooi te zijn. Is “Op slot” dan een roman waar de trouwe Bernleflezer makkelijk zonder kan? Afgezien van de heerlijk lome cadans, die al Bernlefs boeken kenmerkt, ja, eerlijk gezegd wel. Daarnaast doen al die voor de hand liggende woordspelingen en motieven die met gesloten deuren, sleutels en sloten te maken hebben, de roman weinig goed. Coherent is het wel, maar als personages over elkaar ‘Hij is gesloten als een oester’ zeggen, is het tijd om op te stappen. Jaap Goedegebuure schrijft in “
Brabants Dagblad op 23 januari 2007 over de nieuwe roman van Bernlef: Afgezien van het spanningselement is ’Op slot’ vormgegeven volgens de vertrouwde procédés die Bernlefs verhalend werk karakteriseren. De stijl en het verteltempo zijn gelijkmatig, de personages worden in een paar trekken geschetst en maken geen spectaculaire ontwikkeling door. Over het toneel van handeling hangt een grijzig waas dat haast voelbaar uiting geeft aan de vergetelheid, Bernlefs grote thema. De indruk van matheid die uit dit alles voortvloeit, is soms een nadeel, maar in Bernlefs beste boeken (’Hersenschimmen’ als de grote uitschieter) blijkt het een kwaliteit. In dit oeuvre is ’Op slot’ niet groots of vernieuwend, maar het heeft een melancholieke en bij tijden zelfs tragische ondertoon die bij alle ingetogenheid ’prettig’ aandoet. En het snijdt kwesties aan die er voor kunstenaars en het kunstminnende publiek toe doen. Want de kunst is een grote en alles vernietigende parasiet, maar hoe prachtig zijn haar resultaten? Maarten Moll in Het Parool van 1 februari 2007 : “ Deze kleine, tragische roman die je op een bijna loom, maar prettig ritme meevoert, is een echte Bernlef. Verdwijnen, vergeten, de herinnering, het zit allemaal in Op slot, dat uiteindelijk vooral gaat over kijken en zien. Hoe we kunst moeten zien,en, belangrijker, hoe we naar de ander kijken, met alle verwachtingen en gevolgen van dien. En omdat we de ander nooit leren kennen, rest een ieder de eenzaamheid. Waarmee Op slot, dat geen uitschieter is, naadloos aansluit bij Bernlefs debuut, Stenen spoelen, en een zoveelste bouwsteen is in een verdicht, maar mooi oeuvre. Over de schrijver De Nederlandse schrijver J. Bernlef werd geboren in 1937 te Sint Pancras bij Alkmaar als Hendrik Jan Marsman. Het gezin woonde in Amsterdam en Haarlem. Bernlef studeerde na de HBS een half jaar aan de universiteit. J. Bernlef richtte in 1958 met G. Brands en K. Schippers het literaire tijdschrift Barbarber op. Aan het begin van de jaren zestig was hij werkzaam bij een boekenimporteur in Amsterdam. Bernlef debuteerde in 1960 als dichter met de bundel "Kokkels". Hij heeft een omvangrijk oeuvre geschreven, dat naast gedichten bestaat uit romans, verhalen, essays en toneelwerken. Zijn eerste roman was "Stukjes en beetjes" (1965) die in 1989 werd herschreven onder de titel "Achterhoedegevecht". "Sneeuw" en "Meeuwen" werden populaire romans op boekenlijsten van scholieren. "Hersenschimmen" (1984) was de meest succesvolle roman tot nu toe. Het verhaal over een dementerende man werd bewerkt voor toneel en in 1988 verfilmd. Van 1977 tot 1987 was Bernlef redacteur van Raster. Bernlef was ook als criticus van poëzie actief voor de Haagse Post. Hij bekleedde verschillende bestuursfuncties in de culturele wereld. Hij zette zich bijvoorbeeld in voor het PEN Emergency Fund. Dit fonds helpt onderdrukte schrijvers. De Constantijn Huygensprijs werd in 1984 aan hem toegekend. Ook werd zijn werk bekroond met de AKO- Literatuurprijs en de P.C. Hooftprijs. Andere belangrijke werken van J. Bernlef zijn: - Stenen spoelen (1960) - Stukjes en beetjes (1965) - Het verlof (1971) - Sneeuw (1973) - Meeuwen (1975) - Zwijgende man (1976) - Anekdotes uit een zijstraat (1978) - Onder ijsbergen (1981) - Alles teruggevonden / niets bewaard (1982) - Regen (1982) - Winterwegen (1983) - Eclips (1993) - Boy (2000) - Buiten is het maandag (2003) - Een jongensoorlog (2005) - Een onzichtbare jongen (2005)

REACTIES

J.

J.

jaa mooie samenvatting maar als iets korter kon was beter voor de rest perfect complimentt!! x jo

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Op slot door J. Bernlef"

Ook geschreven door Cees