Mijn boekverslag gaat over: Oorlogsgeheimen van Jacques Vriens

Waarom ik dit boek heb gekozen:
Ik vond het onderwerp interessant, want het gaat over de Tweede Wereldoorlog, en een paar klasgenoten hebben mij ook verteld dat het een spannend boek was en m'n juf raadde me ook aan om dit boek te lezen, ze zei dat het 'n mooi boek was, maar vooral heb ik dit boek gekozen omdat ik vaker boeken van Jacques Vriens heb gelezen zoals: Ha/Bah naar school, Achtste Groepers Huilen Niet en Meester Jaap.
 
Waar het boek over gaat:
Het boek speelt zich af in een dorpje in Zuid-Limburg, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het dorpje is bezet door de Duitsers. In het dorpje hebben veel mensen een geheim te verbergen, of ze zijn heel geheimzinnig, en oplettend, er zijn ook veel NSB'ers die de Duitsers helpen door mensen te verraden.
Het boek gaat over een 11-jarige Tuur, die helemaal niet weet wat er gebeurt tijdens de oorlog, hij weet helemaal van niets. Zijn ouders vinden dat maar goed ook. Tuur gaat vaak om met Maartje, Maartje is een aardig meisje, die soms wel een grote mond heeft tegen haar meester, Maartjes meester is een NSB'er. Tuur mag Maartje heel graag. Maar Maartje heeft een groot geheim. Maartje is Joods, op een dag ging Tuur naar Maartjes huis. Toen gingen Tuur en Maartje op Maartjes bed zitten, Maartje pakte een doos onder haar bed, ze haalde de elastiek er van af en maakte het open, er zat een gele ster in waar op stond JOOD, Tuur vroeg: ''Heb je die van een Jood gestolen of zo?'' Maartje antwoordde: ''Nee, ik ben zelf Joods'' ''En mijn echte naam is Tamar'' Maartje is niet de enigste met een geheim, Tuur heeft ook een geheim: Toen Tuur in bed lag, hoorde hij gerommel van de zolder, de kamer van zijn broer Leo, maar die is op school, hij loopt naar boven, maakt de deur open van de kamer, en dan ziet hij een Engelse piloot met een pistool in zijn hand, de piloot vertelt dat hij de piloot was van het neergestorte vliegtuig, ineens weet Tuur het weer, voordat hij naar school ging, zag Tuur een neergestort vliegtuig, er stonden Duitsers, hij ging stiekem kijken terwijl dat niet mocht, de Duitsers waren opzoek naar de piloot. Tuur belooft de piloot dat hij het aan niemand zal vertellen. Hij vertelt het wel tegen Maartje, zij belooft dat ze het aan niemand gaat vertellen. Tuur denkt dat zijn ouders niet op de hoogte zijn dat er een piloot op de zolder verschuilt.
Diezelfde nacht werd Tuur wakker van geluid buiten, het is een auto, Tuur schuift het gordijn open, en hij ziet dat de auto gestopt is voor het huis van Maartje, en stappen Duitsers uit en nemen Maartje mee. Tuur bedenkt ineens dat hij gauw de doos onder het bed van Maartje moet pakken! Stiekem gaat hij naar het huis, en pakt de doos, het is hem gelukt. Tuur vindt het moeilijk dat Maartje is meegenomen, Maartje kwam nooit meer terug.
10 jaar later belt er een jongen aan bij Tuur, hij vertelt dat hij het broertje is van Maartje, en dat Maartje is omgekomen in een strafkamp voor Joden. Tuur geeft de doos aan het broertje van Maartje. Tuur heeft een dochtertje die  ook Tamar heet.

Wat ik vond van het boek:
Ik vond het een heel mooi en spannend boek, vooral spannend, omdat je soms dingen leest die je eigenlijk helemaal niet verwacht.