Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Oorlog zonder vrienden door Evert Hartman

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Oorlog zonder vrienden
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas havo | 1165 woorden
  • 13 augustus 2006
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
20 keer beoordeeld

Boekcover Oorlog zonder vrienden
Shadow

Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtuigd dat hij volk en vaderland het beste dient door het nieuwe bewind te steunen. Hij is dus lid van de NSB en Arnold van de Jeugdstorm. Arnolds klasgenoten vinden dat niet zo vanzelfsprekend.…

Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtui…

Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtuigd dat hij volk en vaderland het beste dient door het nieuwe bewind te steunen. Hij is dus lid van de NSB en Arnold van de Jeugdstorm. Arnolds klasgenoten vinden dat niet zo vanzelfsprekend. Hij wordt voortdurend gepest en getreiterd, soms afgetuigd. Maar Arnold ziet niet in waarom hij fout zou zijn, want hij gelooft heilig in wat de partij propageert. Hij helpt Duitsers en geeft klasgenoten aan, ook al zit dat laatste hem niet lekker. Zo speelt hij de rol die zijn vader hem voorschrijft. Dan ontdekt Arnold dat het meisje op wie hij verliefd is ondergronds werk doet. En hij besluit tegen alle orders in te zwijgen. Nu komt hij helemaal alleen te staan: thuis kan hij geen open kaart spelen en zijn klasgenoten vertrouwen hem toch niet. Arnold beleeft een moeilijke en angstige tijd - zonder vrienden.

Oorlog zonder vrienden door Evert Hartman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting Oorlog zonder vrienden
De veertienjarige Arnold had vaak ruzie met drie jongens van school: Martin Jonkers, Johan Laning en Hans van Beek. Dat kwam, omdat zijn vader NSB-er was. Op 30 juni 1942 had hij ruzie met ze, omdat hij had gezegd: ‘Als jullie denken dat dat mens in Engeland nog iets voor jullie doet, zijn jullie stomme idioten.´ Toen hadden ze hem in elkaar geslagen. Meneer Westervoort gaf de jongens aan bij de Duitsers, nadat hij het verhaal van Arnold gehoord had. De volgende dag hielp Arnold een groepje Duitsers met het inladen van kisten, toen ze beschoten werden door Engelse vliegtuigen. De Duitsers schoten terug. De piloot van het vliegtuig dat geraakt was door de Duitsers sprong eruit met een parachute. Arnold had gezien waar hij terecht gekomen was en hielp de Duitsers hem te vinden. Op school hoorde Arnold dat de boekhandel Jonkers door de Duitsers in elkaar getrapt was. Hij ging er kijken en zag Martin Jonkers haastig lopen. Arnold werd nieuwsgierig en ging hem achterna. Hij raakte Martin kwijt bij een haventje met een paar woonarken. Hij wilde net weggaan toen hij een jongen uit een van de woonarken zag komen. Hij ging in de boot kijken en zag allemaal gestolen spullen. Hij ging meteen naar huis en schreef een briefje dat Martin en zijn vriend tien gulden onder de witte steen in het park moesten leggen, als ze wilden dat Arnold ze niet verraadde. Arnold kreeg het geld. Op school ging het gepest door. Meneer Westervoort vertelde dat hij op zijn verjaardag (20 juni 1942) naar een bijeenkomst in het stadion Utrecht moest waar Anton Mussert zelf kwam. Een paar Duitsers kwamen op school de tassen en kastjes controleren. Klasgenoten hadden bij Arnold een spotprent over Mussert in zijn kastje gestopt, waardoor hij werd opgeschreven. Arnold probeerde weer geld te krijgen door een briefje onder de deur van de woonark te schuiven, maar werd in de boot opgesloten door Martin en zijn vriend Karel Rot. Het lukte Arnold om weer vrij te komen. Toen hij een beetje verdraaid verteld had wat er was gebeurd ging Arnold met zijn vader naar het politiebureau. Nadat ze hun verhaal gedaan hadden, werd er gebeld dat de woonark in brand was gestoken. Maandag 11 mei 1942 was Mussert jarig. Arnold mocht niet mee naar Utrecht van zijn vader, omdat hij zijn uniform van de Jeugdstorm (club voor de NSB-jongeren) niet aan wilde. Het was 20 juni 1942. Arnold had allerlei klusjes gedaan voor zijn vader, waardoor hij wel meemocht naar Utrecht. Bij het stadion zag hij Karel Rot staan kijken. Drieduizend mannen legden de eed af en Mussert hield een toespraak. Thuisgekomen was er een dreigbrief voor Arnold van Martin en Karel Rot. Meneer Westervoort waarschuwde de politie dat de brief uit Utrecht kwam. De laastste weken van het schooljaar gebeurde er weinig. In de vakantie deed Arnold klusjes voor zijn ouders. De eerste schooldag kwam er nieuwe jongen in de klas: de NSB-er Piet Bergman. Deze Piet durfde zijn mond open te doen tegen de zittenblijvers en sloeg er een in twee klappen knock-out. Iedereen werd voorzichtiger in zijn uitspraken, behalve meneer Molenaar. Hij werd dan ook gearresteerd. Mevrouw Westervoort werd zo ziek dat haar man niet naar een belangrijke vergadering ging. Ze had koorts en moest erg hoesten. Toen de koorts gezakt was, haalde Rita groenten voor haar. De school werd gevordert door de Duitsers, zodat ze voortaan in een voormalig tabaksfabriek les kregen. Nadat de jongens uit de klas erachter gekomen waren dat meneer Westervoort hun vrienden verraden had, vond Arnold een briefje in zijn jaszak met de dreiging dat ze zijn vader zouden vermoordden. Arnold werd verliefd op Marloes ter Winkel. Hij vond een VRIJ NEDERLAND krantje (van het verzet) dat waarschijnlijk uit haar tas gevallen was. Hij las het en verstopte het. Zijn vader vond het en Arnold loog dat hij het van Johan Laning had. Arnold ging s’middags bij zijn vader op het distributiekantoor werken. Hij was er bij toen mensen van het verzet de kluis overvielen. Arnold ontmoette Marloes in het bos. Hij ontdekte dat ze de gestolen distributiebonnen in haar tas had. Een paar weken later vertelde meneer Westervoort dat de politie de overvallers op het spoor had. Arnold dacht meteen aan Marloes. Piet kwam op bezoek en vertelde dat hij bij de SS ging, zodra hij zestien was. Hij probeerde Arnold ook over te halen, maar Arnold was niet meer zo gek met de NSB en de Duitsers. Dat zei hij natuurlijk niet tegen Piet. Arnold ging naar Marloes huis om haar te waarschuwen, maar de Duitsers waren er al en arresteerden Marloes’ vader. Toen Arnold na school tegen Marloes probeerde te zeggen dat hij het erg vond van haar vader sloeg ze hem recht in zijn gezicht en noemde hem een smerige verrader. Nu had hij helemaal niemand meer met wie hij kon praten. Piet werd zestien en kwam niet meer op school. Meneer Westervoort kreeg een pistool van de ‘Grote Leider’. Omdat zijn moeder kolen nodig had ging hij even naar meneer Vissers winkel. Maar de beste man was weg en Arnold bleef in het gangetje wachten. Martin en Karel verschenen en begonnen met hem te vechten. Karel met een mes en Martin met een breekijzer. Arnold raakte bewusteloos. Toen hij wakker werd lag hij in het ziekenhuis. Hij praatte hij een beetje met zijn moeder, maar viel al gauw weer in slaap. De tweede keer dat hij wakker werd ontdekte hij dat hij van heup tot schouder in het verband zat. Ook zijn linkerarm zat in het gips. Hij had iets met zijn nieren, een paar gebroken ribben, een kapotte arm en een gebroken sleutelbeen. Na veertien dagen word Arnold overgeplaatst naar een zaal met andere zieken. Er kwam een nieuwe patiënt bij Arnold op de zaal: Jeroen. Hij zat bij het verzet en de Duitsers hadden hem in zijn kont geschoten. Elk uur kwam er een militair om hem te controleren. Zijn vader nam de Volk en Vaderland voor Arnold mee, waarin stond dat Piet was gesneuveld als SS-er. Arnold ontdekte dat Jeroen helemaal niet ziek meer was maar dat de dokters hem in het ziekenhuis wilden houden, zodat de Duitsers hem niet mee konden nemen. Arnold besloot hem te helpen ontsnappen. Hij stal het pistool van zijn vader en stopte het in een koekjestrommel onder de koekjes. Hij deed net of hij voor controle voor zijn arm moest en gaf de koekjestrommel aan Jeroen. Vierentwintig uur later ontsnapte Jeroen met medeneming van het machinegeweer van de Duitse militair. Op 5 september 1944 waren de geallieerden al in Rotterdam. Alle NSB-er’s waren rep en roer. Er stond een trein voor ze klaar om naar het oosten te vluchten. Arnold en zijn gezin pakten ook hun spullen. Toen de trein eraan kwam kreeg Arnold een idee. Hij riep dat hij naar de wc moest, rende om het stationsgebouw heen en dook in de struiken langs de rails. Het duurde een eeuwigheid tot hij de trein hoorde wegrijden.

REACTIES

R.

R.

Dit verslag vind ik onder de maat! Jammer, 3,4

8 jaar geleden

A.

A.

Redelijk... teveel uit het boek gedicteerd! maak meer een samenvatting en schrijf niet wat feitjes op met ertussen en toen...;) ik geef een 6

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Oorlog zonder vrienden door Evert Hartman"