Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Oorlog zonder vrienden door Evert Hartman

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Oorlog zonder vrienden
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vmbo | 4089 woorden
  • 13 augustus 2006
  • 79 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
79 keer beoordeeld

Boekcover Oorlog zonder vrienden
Shadow

Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtuigd dat hij volk en vaderland het beste dient door het nieuwe bewind te steunen. Hij is dus lid van de NSB en Arnold van de Jeugdstorm. Arnolds klasgenoten vinden dat niet zo vanzelfsprekend.…

Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtui…

Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtuigd dat hij volk en vaderland het beste dient door het nieuwe bewind te steunen. Hij is dus lid van de NSB en Arnold van de Jeugdstorm. Arnolds klasgenoten vinden dat niet zo vanzelfsprekend. Hij wordt voortdurend gepest en getreiterd, soms afgetuigd. Maar Arnold ziet niet in waarom hij fout zou zijn, want hij gelooft heilig in wat de partij propageert. Hij helpt Duitsers en geeft klasgenoten aan, ook al zit dat laatste hem niet lekker. Zo speelt hij de rol die zijn vader hem voorschrijft. Dan ontdekt Arnold dat het meisje op wie hij verliefd is ondergronds werk doet. En hij besluit tegen alle orders in te zwijgen. Nu komt hij helemaal alleen te staan: thuis kan hij geen open kaart spelen en zijn klasgenoten vertrouwen hem toch niet. Arnold beleeft een moeilijke en angstige tijd - zonder vrienden.

Oorlog zonder vrienden door Evert Hartman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Oorlog zonder vrienden
Schrijver: Evert Hartman
Uitgeverij: Lemniscaat Rotterdam
Samenvatting: Arnold, de zoon van een NSB-er, is er helemaal van overtuigd dat hij later ook zo wordt als zijn vader. Op school is hij de enige NSB-er en wordt daarom ook heel erg gepest. Op een dag werd Arnold op school opgewacht door 3 jongens en werd in elkaar geslagen. Gelukkig kwam de rector op tijd om de jongens uit elkaar te halen. Martin, Hans, Johan en Arnold moesten bij de rector komen, maar Arnold ging niet. Toen de vader van Arnold thuiskwam was hij boos op de 3 jongens en zei tegen Arnold dat hij hun terug zou pakken. Arnold wist niet waar hij het over had, ook niet toen hij ’s avonds een gesprek van zijn ouders opving, waar het weer over Martin ging, dat zijn vader het hem wel zou laten weten. De volgende ochtend liep Arnold over de dijk toen een melkman vroeg of hij mee wilde rijden. Arnold nam het aanbod aan zonder dat hij wist waar hij heen ging. Op een gegeven moment kwam hij bij een plek waar Duitsers aan het werk waren. Een Duitser riep hem en vroeg of hij mee wilde helpen. Natuurlijk wilde Arnold dat, de Duitsers waren er voor om ons land beter te maken en te beschermen tegen het kapitalitisme. Toen Arnold een poosje bezig was kwamen er 3 vliegtuigen in de verte aan vliegen. Iedereen moest meteen dekking zoeken, Arnold kon nog net op tijd achter een paar kratten gaan zitten want vanuit de vliegtuigen werd erop de Duitsers geschoten. Toen de vliegtuigen voor de derde keer langs kwamen vliegen probeerde iemand op de vliegtuigen te schieten maar kwam daarbij zelf om het leven. Uit woede werd er nog een keer op de vliegtuigen geschoten en daarbij werd een Engelsman geraakt. Zo snel als ze konden gingen ze naar de plek waar de Engelsman neer kwam. Na een paar minuten hadden ze hem gevonden. Dood. Een paar dagen later gaan Arnold een eindje wandelen, onderweg ziet hij Martin lopen en besluit hem te volgen tot hij bij de haven komt. Martin heeft met een vriend een woonark, als Arnold besluit binnen te gaan kijken kan hij zijn ogen niet geloven, er liggen allemaal gestolen spullen! Nu had Arnold eindelijk iets om Martin mee te saboteren en schreef een briefje met de tekst: ik weet wat jullie in de boot hebben. Ik weet ook waar dat vandaan komt. Als jullie willen dat ik niemand iets vertel moeten jullie dinsdagavond om zeven uur tien gulden leggen onder de witte steen bij de ingang van het park. Op school kwamen er af en toe een paar NSB-ers langs, wat de klasgenoten van Arnold heel vervelend vonden. Daarom kreeg Arnold er altijd de schuld van. Arnold wilde Martin en zijn vriend nog meer onder druk zetten en ging nog een briefje schrijven met een groter bedrag. Hij liep langs de haven tot hij bij de woonboot kwam. Daar wilde hij het briefje onder de deur doorschuiven maar het ging niet, na nog een paar keer proberen lukte het nog niet. Plots hoorde hij voetstappen op de loopplank… voor Arnold was geen uitweg meer. De jongens grepen Arnold vast en sleurde hem mee naar binnen. Hij werd vastgebonden op een stoel en Martin en Karel zouden met drie kwartier terug zijn. Arnold had dus drie kwartier om zich te bevrijden. Na 40 minuten had Arnold zich bevrijd, maar het was te laat, hij hoorde de voetstappen al op de loopplank. Na een kort gevecht ziet Arnold de mogelijkheid om los te komen en rent naar huis. Hij stormt naar binnen en vertelt het hele verhaal aan zijn vader. Zijn vader is woedend en besluit met Arnold naar het politiebureau te gaan. Bij het politiebureau wilde de politieagent eerst niet echt meewerken en halverwege werd hij gestoord door een telefoontje: twee jongens hadden een woonscheepje in brand gestoken, waarin ze gestolen goederen hadden opgeslagen. De waarde van de gestolen goederen was ongeveer drieduizend gulden. Op 11 mei was de grote leider jarig van de NSB-ers. De vader van Arnold had was er helemaal vanuit gegaan dat Arnold zijn uniform aan deed maar Arnold dacht daar anders over. Hij wilde niet voor schut lopen op school zodat ze nog meer aanleidingen hadden om hem te gaan pesten. Boos liep hij de deur uit. Op 20 juni had Arnold bereikt wat hij al 6 weken wilde bereiken, hij mocht mee naar Utrecht om de grote leider te ontmoetten. Toen hij bij het stadion aankwam kreeg hij een rilling over zich heen, hij dacht dat hij iemand zag, iemand die hij daar nooit had verwacht. Iemand, iemand die hem elke dag had gepest. Arnold dacht dat hij daar Karel zag staan, maar dat was onmogelijk, dat kon niet, Arnold liep verder maar het liet hem niet los. Het was een rare dag, de leider viel tegen, hij was veel kleiner dan dat Arnold had verwacht en hij kwam (dat dacht Arnold tenminste) Karel tegen. Toen Arnold thuis kwam lag er een enveloppe voor hem klaar. Met geweld scheurde Arnold hem open. De brief die in de enveloppe zat was kort, maar wat erop stond geschreven was heel duidelijk: ‘jij hebt ons verraden, vuile NSB-er. Dat vergeten wij nooit en wij zullen jou dat smerige verraderswerk betaald zetten.’ Met de schrik in zijn ogen loopt hij naar beneden en laat het briefje aan zijn ouders lezen. Zijn moeder is heel bezorgd en zijn vader kwaad. Wekenlang gebeurde er niets. Geen nieuwe brieven, geen dreigementen, maar ook geen bericht van de politie dat ze de twee hadden gearresteerd. Arnold wilde graag de stad uit omdat hij het niet langer volhield met alle pestkoppen dus zijn ouders besloten te vragen aan een oom en tante van Arnold of hij daar een paar nachten kon slapen en meehelpen op de boerderij. Helaas ging dat niet door omdat het heel druk was op de boerderij en dan geen aandacht hadden voor Arnold. Een paar dagen later ging de vader van Arnold naar de kerk, hij wilde naar het avondmaal. Na een uur kwam hij met bevende handen weer thuis. Hij mocht de kerk niet in. NSB-ers werden niet in de kerk geaccepteerd. NSB-ers tellen niet meer mee. De zomervakantie was voorbij en Arnold moest weer naar school. Er was een nieuwe jongen in de klas gekomen. Piet Bergman. Hij was net als Arnold een NSB-er. Meteen werd duidelijk dat Piet het niet eens was met de mening van de leraar en van zijn klasgenoten. Hij was een jongen die niet bang was voor anderen en liet ook duidelijk zijn mening horen. Volgens Piet was het zo, dat je de mensen niet over je heen moest laten lopen en dat je maar op moest komen voor je mening. Uit school fietste Arnold met Piet mee, ze werden opgehouden door twee jongens die minstens twee jaar ouder waren dan zij. Arnold wilde wegfietsen maar Piet dacht daar anders over. Na een korte woordenwisseling wonnen de twee jongens maar Piet liet het er niet bij zitten een gebruikte een paar trucjes en daar lag de jongen op de grond. Arnold was hevig onder de indruk en fietste weg. Piet vertelde tegen Arnold dat hij, wanneer hij 16 is, bij de SS wil. Hij vraagt of Arnold dat ook wil, maar hij weet het nog niet helemaal zeker. Een paar dagen later was Arnold op school, de Duitsers kwamen een bezoekje brengen. Meneer Moolenaar, iemand die tegen de Duitsers was, werd meegenomen. De hele klas wist niet wat ze met de situatie aan moesten, Arnold kreeg de schuld. Een paar weken later kwam meneer Moolenaar weer terug op school, hij had een mededeling: iedereen moest meehelpen aan de oogsthulp. De jongens moesten met een schop de aardappels gaan rooien en de meisjes moesten beukennootjes en eikels gaan zoeken in het bos. Het regende, de sfeer was niet echt vrolijk, dat kwam waarschijnlijk omdat sommige geen schop mee hadden genomen en dus niet konden beginnen. De man van wie de akkers waren was niet echt blij met hun komst. Ze zouden met de schoppen de aardappels kapot maken, maar de jeugd was verplicht om te helpen, het moest van de Duitsers, de haat tegen de Duitsers werd nóg groter. Na een poosje werden Arnold en Piet bekogeld door een klodder klei, ze waren niet de enige die het slachtoffer werden, van alle kanten kwam de modder aanzetten. Vanaf dat moment mocht de klas niet meer meedoen aan de oogsthulp. Het was december, het was een koude maand. Arnold kwam uit school. Zijn moeder zat bij de kachel. Ineengedoken. Als een kleumend vogeltje. Vader besluit een dokter erbij te halen en die zegt dat ze een zware longontsteking heeft opgelopen. Ze mogen haar vanaf dat moment niet meer alleen laten. De volgende drie dagen waren angstiger dan Arnold ooit had meegemaakt. Ze zagen hoe moeder een haast wanhopig gevecht leverde met de slopende koorts. Tot zondagmiddag, moeder’s koorts was gezakt: Moeder werd beter. Het had al een paar nachten gevroren, er lag een laagje ijs op de gracht. Arnold wilde gaan schaatsen. Hij zag al veel mensen op het ijs rijden maar hij ging eerst nog even kijken of het ijs wel dik genoeg was. Blijkbaar had hij niet goed genoeg gekeken want toen hij op het ijs was kwam hij in een wrak terecht. Freek, een jongen die hem elke dag pestte, kwam aan schaatsen en na een poosje te twijfelen ging hij op zijn buik op het ijs liggen en trok Arnold los. De school waar Arnold op zat mocht niet meer gebruikt worden, sinds die tijd werd er lesgegeven in een oude fabriek. Vrijdag 5 februari, de vader van Arnold kwam met een schokkende mededeling thuis van zijn werk: generaal Seyffardt is neergestoken. Dat bericht slaat in als een bom. Generaal Seyffardt is namelijk net als Arnold’s vader lid van de NSB. Arnold moest boodschappen gaan halen en in de winkel komt hij Marloes tegen. Het was hem de laatste tijd wel vaker opgevallen hoe mooi haar krullende haar was en hoe lieve lach ze had. Arnold samen met Marloes en probeerde een gesprek aan te knopen maar Marloes had nergens oog voor. De volgende dag kwam Arnold erachter waarom Marloes zich zo gedroeg: Marloes zat in het verzet tegen de NSB-ers. Het was een hele schok voor Arnold en hij wist niet wat hij met de situatie aanmoest. Hij besluit maar niks tegen zijn vader te zeggen want dan zou het niet goed aflopen met Marloes. De volgende dag kwam meneer Westervoort blij uit zijn werk, hij had goed nieuws: hij had een andere baan. Vader was directeur geworden van het distributiekantoor. Arnold had les in de oude sigarenfabriek toen er opeens heel veel lawaai van buiten kwam. Iedereen was benieuwd waar het vandaan kwam en ging voor de ramen staan. Er liepen allemaal mensen buiten, mensen die normaal gesproken aan het werk moesten zijn. Er was buiten een enorme chaos ontstaan en ik de klas was ook niet iedereen even rustig meer. Op de gang klonken voetstappen, de Duitsers waren in de school. De Duitsers namen allemaal mensen mee uit de vierde en vijfde klassen. De klas was té rumoerig om nog les te geven. De leraar had ze niet meer in de hand en de klas liep naar buiten toe, ze kwamen ook in een opstand. De school weet niet wat ze met de situatie aanmoeten en besluiten de school te sluiten. De staking werd na een paar weken verbroken. Arnold kreeg vakantie en besloot zijn vader te helpen op het distributiekantoor. Arnold moest bonnen knippen en andere kleine klusjes doen maar het werk beviel hem wel, het was tenslotte leuker dan thuis te zitten. Er gingen een paar weken voorbij tot donderdag 26 augustus. Die dag zou Arnold niet snel vergeten, het distributiekantoor werd overvallen. Vader werd eerst onder schot gehouden en toen moest vader bonboekjes halen en werd Arnold onder schot gehouden. Meneer Westervoort kwam terug met de bonboekjes en de man met de revolver ging weer weg. Arnold was een stukje aan het wandelen, totdat hij Marloes tegen kwam. Hij zette het op een lopen om haar in te halen. geschrokken fietste Marloes harder totdat ze met haar band leeg liep. Arnold dacht dat dit zijn kans moest zijn en bood aan te helpen maar Marloes zei met de spanning in haar stem dat ze dat zelf wel kon. Marloes wilde wegfietsen maar haar tas viel van haar bagagedrager. Hij viel open. Honderden bonboekjes vielen uit haar tas. Geschrokken raapte ze de bonboekjes op en wilde verder fietsen. Marloes wilde niet geloven dat Arnold haar niet ging verraden, maar Arnold hield het vol en Marloes fietste kwaad weg. Arnold begon steeds meer te twijfelen of hij wel een echte NSB-er was… Op een gegeven moment hoorde hij van zijn vader dat de Duitsers Marloes haar vader op wilde pakken, hij fietste naar haar huis maar Marloes was niet thuis. Een paar dagen later fietste Arnold weer naar het huis van Marloes. Halverwege stopte hij geschokt. Hij was te laat. De vader van Marloes was opgepakt. Vader kwam thuis met groot nieuws, hij had een cadeau gekregen van zijn leider, een echte revolver. Een paar dagen later vroeg de moeder van Arnold of Arnold even boodschappen wilde gaan doen. Hij moest naar de kolenman om kolen te halen. eenmaal bij het huis aangekomen merkt Arnold dat de man des huizes niet thuis is en hij besluit te wachten. Op een gegeven moment klinken er voetstappen en Arnold vliegt blij op, hij denkt dat de man thuis is. Het tegendeel is waar, het zijn een paar jongens die nog een appeltje met Arnold te schillen hebben. Arnold kan geen kant op, hij ziet geen uitweg meer. Het enige wat hij nog ziet is een blinkend scherp mes. Arnold wordt wakker in het ziekenhuis met flink wat verwondingen, hij heeft geluk gehad zeiden de dokters. Arnold moest nog wel een paar weken in het ziekenhuis blijven maar alles zou goed komen. Na een paar weken werd er een andere jongen bij Arnold op de kamer gelegd, het was een jongen van zijn leeftijd. Hij heette Jeroen. Het was een jongen die opgepakt was door de Duitsers en wanneer hij ontslagen werd uit het ziekenhuis meteen mee moest met hen. De dokters en zusters wilde niet dat Jeroen mee moest en besloten daarom Jeroen zieker te maken zodat hij wel in het ziekenhuis móést blijven. De tijd in het ziekenhuis kroop voorbij en Arnold en Jeroen raakte steeds meer aan de praat. Arnold kreeg verhalen te horen hoe het nou was om een Jood te zijn en vertelde op zijn beurt zijn verhalen over het NSB-er zijn. Steeds meer kwam de twijfel of hij wel NSB-er wilde zijn. Na een paar weken samen met Jeroen te hebben gepraat mocht Arnold naar huis. Hij besloot zijn beste vriend te helpen met ontsnappen. Hij had al een plan bedacht, hij zou nog wel een keer terug moeten komen voor controle en dan zou hij de revolver van zijn vader meenemen. Hij zou het aan Jeroen geven zodat Jeroen iets tegen de Duitsers kon doen. Arnold plan liep zoals het moest lopen, na een paar dagen kwam er bericht dat Jeroen het ziekenhuis veilig had kunnen verlaten. Een paar dagen later kwam er een bericht van de Leider dat de familie Westervoort snel met de trein moest naar het Oosten, ze moesten naar het station en daar zou een trein op hun staan te wachten. Op het station aangekomen waren er nog honderden mensen op de trein aan het wachten. Na drie kwartier kwam de trein. Arnold's zag de dampende locomotief het station binnenrijden. En opeens schoot hem een wilde, onweerstaanbare gedachte door het hoofd. ‘Ik moet nog even naar de wc!’ riep hij. ‘Wacht nou! Dat kan in de trein ook! ‘Ik zie jullie wel weer!’ Hij rende om het stationsgebouw heen, klom over een hek en dook weg tussen de struiken langs de rails. Het duurde een eeuwigheid tot hij de trein hoorde wegrijden. De vragenlijst: Datum van het verslag: De datum van het verslag is 26 januari 2006
Titel: De titel van het boek is: Oorlog zonder vrienden

Auteur/schrijver: De schrijver is Evert Hartman
Genre van het boek: Het is een oorlogsboek. Het verhaal speelt zich af in de oorlog maar ‘normaal’ wordt het altijd geschreven vanuit een Joodse hoofdpersoon maar deze keer is dat niet zo. Arnold’s vader is lid van de NSB. Zo krijg je een ander beeld dan dat je normaal over de oorlog krijgt. De gebeurtenissen uit het boek in 5 a 10 zinnen. Arnold, de zoon van een NSB-er wordt op school heel erg gepest. Hij ontdekt een woonboot met allemaal gestolen spullen. De eigenaars zijn de pesters. De pesters ontdekken dat Arnold het weet en slaan Arnold in elkaar. Arnold wordt verliefd op een meisje die bij het verzet zit. Het meisje wil niks met Arnold te maken hebben. Arnold wordt gestoken met een mes en komt in het ziekenhuis. Daar ontmoet hij een Joodse jongen en helpt hem te ontsnappen uit het ziekenhuis. Vader, moeder en de zus van Arnold gaan met de trein naar Duitsland maar Arnold mist de trein.. expres. Het is een realistisch verhaal. Arnold zou zo een jongen kunnen zijn die echt bestond. Arnold was een normale jongen, maar doordat zijn vader een NSB-er was, kreeg Arnold daar problemen mee. Wat is het thema van je boek en leg dit uit aan de hand van het boek: Het thema van het boek is oorlog. Arnold was een zoon van een NSB-er, daar werd hij veel mee gepest, maar doordat hij veel in contact kwam met Joden veranderde zijn mening. Beschrijf de hoofdpersoon en de bijpersonen. De hoofdpersoon uit het boek is Arnold. Hij is een wat verlegen jongen en wordt vaak gepest. Hij is echt het slachtoffer van de klas, totdat Piet uit Hilversum kwam. Samen zouden ze wel voor de Duitsers vechten en zou alles goed komen. Maar doordat Arnold steeds meer in contact kwam met Joden en verzetstrijders, veranderde zijn mening behoorlijk en op een gegeven moment heeft hij zelfs Jeroen uit het ziekenhuis helpen ontsnappen en wordt hij verliefd op een verzetsstrijder. Hij heeft weinig kleren omdat alles met bonnen gekocht moest worden. Arnold is vrij mager vergeleken bij zijn klasgenoten. Vader: De vader van Arnold is een fanatieke NSB-er. In het begin van het verhaal was hij nog wel vrolijk en optimistisch, maar hoe langer de oorlog duurt, hoe meer Arnold’s vader alleen nog maar met zijn werk bezig is en voor niks meer tijd heeft. Vader is ook een stil persoon, hij houd veel dingen voor zich die hij voor zijn werk geheim moet houden maar als hij echt boos is, is hij ook écht boos. Piet: Piet is een jongen die halverwege het schooljaar bij Arnold in de klas kwam. Net als Arnold was Piet de zoon van een NSB-er. Hij liet zich niet op zijn kop zitten en had een grote mond, sprak snel leraren tegen als het over de Leider ging en kon, als het moest, goed vechten. Marloes is een meisje dat in het Verzet zat. Ze had, volgens Arnold, hele mooie krullen. Arnold was verliefd op Marloes. Marloes had een vader die werd opgepakt omdat hij ook in het verzet zat. Marloes dacht dat Arnold daar wat mee te maken had en werd boos op hem. De vader van Marloes is nooit meer terug gekomen. Toen Arnold in het ziekenhuis lag, lag hij naast Jeroen. Jeroen had een hekel aan NSB-ers en Arnold en Jeroen hadden daardoor nog wel eens discussies. Jeroen werd steeds weer ziek gemaakt zodat hij in het ziekenhuis kon blijven. Wanneer hij uit het ziekenhuis zou worden ontslagen, zouden de Duitsers hem meenemen. De omgeving: Het verhaal speelt zich af in Nederland. De familie Westervoort woonde op het platteland maar Meneer Westervoort werkte in de stad en Arnold zat op een school in de stad. Arnold woonde in een burgerlijk huis maar wel op het platteland. Het interieur is voor die tijd nog wel redelijk mooi, alleen door de oorlog werden alle spullen schaars en werd het dus ook een wat armoeiig huisje. Arnold woonde dicht bij een riviertje met een haventje. Ook was er in de buurt een bos. In welke tijd speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereld Oorlog
Hoe lang is de periode waarover verteld wordt? De periode waarover verteld wordt is van 30 april 1942 tot 5 september 1944. Wordt alles chronologisch verteld? Ja, alles wordt chronologisch verteld. Alles in het boek is in dagboekvorm geschreven van uit de ik-persoon: Arnold. Citeer eens een voorbeeld van een flashback: Doordat het boek in dagboek vorm is geschreven zijn er geen flashbacks. Wel wordt er op een gegeven moment genoemd wat Arnold allemaal moest doen voordat hij met zijn vader mee mocht naar de Leider. ‘Arnold had het toch klaargespeeld. Het had hem de nodige energie en overredingskracht gekost, maar daar had hij dan ook bijna zes weken de tijd voor gehad. Eerst voorzichtig, later steeds gedurfder had hij zijn vader gevraagd of hij tóch mee mocht naar Utrecht. Hij had zicht uitgesloofd. Hij had karweitjes opgeknapt. Hij had boodschappen gedaan. Hij was zelfs een paar keer in het uniform van de Jeugdstorm naar school gegaan. En tenslotte had zijn vader toegegeven.’ Hoe begint het boek? Het boek begint bij de eigenlijke gebeurtenis, Arnold wordt voor de zoveelste keer gepest. ‘Arnold had het beter niet kunnen zeggen. Met de rug tegen de schoolmuur zag hij de drie fors gebouwde jongens op zich afkomen. Ze hadden een blik in de ogen die niets vriendelijks had.’ Wat is het belangrijkste probleem? Het belangrijkste probleem is dat de vader van Arnold een NSB-er is en daar wordt Arnold heel erg mee gepest. Zijn vader gaat er helemaal van uit dat Arnold later ook een NSB-er wordt, maar daar is Arnold nog niet helemaal zeker van. Heeft het boek een goede of slechte afloop? Het boek heeft een slechte afloop omdat de hele gezin in Westervoort uit elkaar viel. Arnold blijft achter op het station en de rest van het gezin vertrekt naar Duitsland. Heeft het boek een open of gesloten einde? Het boek heeft een open einde, er wordt niet beschreven wat er nou verder met Arnold gebeurde en hoe het was in Duitsland. Er werd niet verteld of de oorlog nog lang duurde of niet. Ook werd niet verteld of Arnold met zijn zestiende verjaardag bij de SS ging. Citeer een stukje uit je boek: Het boek is geschreven in een hij/zij perspectief. ‘Terug op de zaal pakte hij een stoel en ging vlak naast Jeroen zitten. Niemand lette op hen. Hij fluisterde: Ik kan je helpen hier weg te komen. Jeroen ging rechtop zitten. Wat? Ik wil helemaal niet weg. Het bevalt me hier best. Sttt! Niet zo hard! Ik meen het! Jeroen’s ogen kregen een ongelovige uitdrukking. Toen vroeg hij: Ben jij niet goed geworden of zo? Luister nou eens even. Jullie kunnen mij niks wijs maken: jij bent helemaal niet ziek meer. Jeroen keek hem onbewogen aan. En intussen probeer je iets te bedenken om te ontsnappen. Je hebt teveel fantasie. Je kunt me vertrouwen! Zei Arnold dringend. Anders had ik het toch al lang aan de Duitsers kunnen vertellen…’ Welke betekenis heeft de titel? De titel ‘Oorlog zonder vrienden’ is waarschijnlijk gekozen omdat Arnold er helemaal alleen voor stond. Hij had geen vrienden omdat zijn vader een NSB-er was. Halverwege het schooljaar kwam Piet wel bij hem in de klas maar toen hij zestien werd ging hij naar de SS en was Arnold weer alleen. De beoordeling: Ik vind het een heel mooi boek vooral omdat de gevoelens van Arnold heel duidelijk worden beschreven zodat je je makkelijk in kan leven in de hoofdpersoon. Ook is het mooi omdat je de oorlog eens van een andere kant kunt bekijken. Meestal gaat het over een Joods gezin maar deze keer kijk je door de ogen van een jongen die de zoon is van een NSB-er. Ook is het een spannend boek, er wordt soms op mensen geschoten of er wordt soms gevochten en daar is ook Arnold wel eens het slachtoffer van. Het is zeker de moeite waard om dit boek een keer te lezen. Het is een best dik boek, maar het verveeld niet. Het is heel boeiend geschreven en verveeld geen minuut.

REACTIES

..

..

goed boek verslag maar een iets te lange samenvatting,

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Oorlog zonder vrienden door Evert Hartman"