De titel van het boek is: Oorlog zonder vrienden.
De naam van de auteur is: Evert Hartman.
De naam van de uitgever en het jaar van ver schijnen zijn: Lemniscaat in 1979.
De naam van de uitgever en het jaar van verschijnen in de penta basics zijn: Wolters Noordhoff in 2000.
Ik heb het boek gekozen omdat het me een heel erg goed en mooi boek leek. Ik vond het ook wel leuk omdat je wel veel over de oorlog hoort maar je hoort niet echt veel over hoe het in die tijd was om naar school te gaan. Of hoe het was om een NSB’er te zijn.
Mijn eerst reactie op het boek was dat ik het wel spannend vond. Je komt midden in een verhaal terecht en ze zijn ruzie aan het maken. Dat vond ik wel spannend. Ik vond het boek ook heel erg werkelijk omdat de tweede wereld oorlog er echt is geweest. En het zal in die tijd wel net zo geweest zijn als in het boek verteld wordt. Ik vind het ook wel zielig omdat Arnold steeds heel erg gepest werd alleen omdat hij NSB’er is.
Arnold is een jongen van 14 jaar. Hij wordt op school veel gepest en de leraren doen er helemaal niets aan. Dit komt doordat zijn vader een fanatieke NSB’er is. Zelf zit hij bij de Nationale Jeugdstorm, de jongeren organisatie van de NSB. De vader van Arnold vindt dat hij wat meer van zich af moet bijten. Hij zegt tegen hem dat hij het aan hem door moest geven als er weer iets gebeurde op school. Arnold heeft het daar erg moeilijk mee maar doet toch wat zijn vader hem zegt. Als na een vechtpartij met Martin, Johan en Hans de winkel van Martins vader opeens vernield is vindt Arnold het niet zo erg dat zij vader daarvoor heeft gezorgd. Als hij later Martin met ene Karel ziet lopen achtervolgt hij ze omdat hij vindt dat ze wel heel geheimzinnig doen. Hij komt er achter dat ze samen gestolen spullen verkopen. Eerst chanteert hij ze en zegt dat als ze hem geen geld geven dat hij ze dan verraad. Later als hij weer om geld wil vragen betrappen ze hem en binden ze hem vast en sluiten ze hem op. Hij kon toen ontsnappen en heeft alles aan zijn vader verteld. Hij moest van zijn vader naar de politie om aangifte te doen. Martin en Karel ontsnappen en zijn spoorloos. Iets later komt er een nieuwe leerling op school: Piet Bergman, hij is ook een NSB’er. Piet verraad mensen die dan later door de Duitsers opgepakt worden Arnold heeft het er erg moeilijk mee. Maar hij weet dat zijn vader zich ook met zulke dingen bezig houdt. Als hij in de derde klas zit wordt hij verliefd op Marloes ter Winkel. Hij komt er achter dat ze in het verzet zit. Zijn vader is ondertussen directeur van het distributiekantoor geworden. Als op een dag de kluis met bonnen wordt leeg geroofd komt Arnold er achter dat Marloes’ vader het gedaan heeft. Hij belooft haar niets te vertellen. Als de vader van Marloes opgepakt wordt krijgt hij daar de schuld van. Iets later wordt Arnold door Martin en Karel in elkaar geslagen. Hij moet in het ziekenhuis opgenomen worden. Ietsjes later wordt ene Jeroen gewond binnen gebracht, ze komen naast elkaar te liggen. Jeroen moet naar de gevangenis en daarom wordt hij door Duitse soldaten bewaakt. Jeroen is de eerste persoon die Arnold accepteert. Als Arnold uit het ziekenhuis is helpt hij Jeroen te ontsnappen zodat die niet naar de gevangenis hoeft. Op dinsdag 5 september (dolle dinsdag) komen de Amerikanen, Engelsen en Canadezen er aan om Nederland te bevrijden. Alle NSB’ers willen met de trein vluchten naar Duitsland. Als de trein er aan komt zegt Arnold dat hij nog even naar de w.c moet en hij wacht tot hij de trein hoort wegrijden…
Fictie en werkelijkheid.
Dit boek is fictie omdat het veel lijkt op de werkelijkheid. De tweede wereldoorlog is er in het echt ook geweest. Volgens mij is Oorlog zonder vrienden geen autobiografisch verhaal, maar heeft hij gewoon heel veel over de tweede wereldoorlog gelezen en heeft hij zo zijn verhaal kunnen vertellen.
Spanning en open plekken.
Er staan niet zo heel erg veel open plekken in dit boek volgens mij alleen in het begin. Dan begint het zomaar midden in het verhaal. Je vraagt je dan wel even af wie Arnold is en waarom hij ruzie heeft maar daar krijg je een paar zinnen later al antwoord op. Dan zeggen ze al vuile NSB’er tegen hem. Dan weet je meteen dat hij een NSB’er is en dat hij daardoor wordt gepest.
Personages.
Er is een hoofdpersoon in het verhaal en dat is Arnold. Verder zijn er ook nog andere personen in het verhaal: Arnolds moeder, Arnolds vader, Arnolds zus Rita, Martin, Karel, Piet Bergman, Marloes ter Winkel en Jeroen. Er komen heel veel personen voor in dit boek dit waren alleen de belangrijkste.
Arnold is een jongen van 14 jaar. Hij wordt op school erg gepest maar doet er niet zo veel aan. Hij kan ook erg agressief worden. Hij vindt het helemaal niet prettig dat zijn vader alles verklikt aan de Duitsers. Hij en zijn moeder trekken op een gegeven ogenblik de NSB in twijfel. Dat komt door het doodvonnis van drie mannen.
Opbouw.
Het verhaal wordt in de logisch-chronologische volgorde verteld. Ze vertellen alles van begin tot eind. Het verhaal begint in media res. Het verhaal begint namelijk midden in de gebeurtenissen.
Tijd.
De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is de tweede wereld oorlog. De vertelde tijd is: van donderdag 30 april 1942 tot dinsdag 5 september 1944. De verteltijd is: 309 blz. Er is in dit verhaal veel gebruik gemaakt van tijdverdichting, omdat er natuurlijk een hele lange tijd verstrijkt in het boek en anders wordt het saai..
Thema en motieven.
Er komen volgens mij wel motieven in dit verhaal voor. Volgens mij is het een motief dat hij steeds maar weer gepest wordt omdat hij een NSB’er is. Hij wordt ook van dingen beschuldigd die hij soms wel en soms niet eens heeft gedaan. Het thema van dit verhaal is pesten en oorlog.
Vertelsituatie.
Het verhaal is geschreven in de personale vertelsituatie. Je ziet alles door de ogen van Arnold. Van de anderen kom je veel minder te weten.
Ruimte.
Er wordt niet zo heel erg veel verteld over de ruimte in het verhaal. Wel dat het meeste op het schoolplein of in de school gebeurt. Maar de plek wordt niet echt duidelijk beschreven.
Verwerkingsopdracht 2.
Arnold verandert in de loop van het verhaal heel erg. In het begin is hij zelf ook nog heel erg voor de NSB maar in de loop van het verhaal wordt dat steeds minder. In het begin geeft hij nog gewoon klasgenoten aan bij zijn vader. Hij heeft daar wel moeite mee maar hij doet het toch. Later als er een paar scholieren worden opgepakt waar ook een jongen bijzit die hem ooit uit het ijs gehaald had vindt hij dat nergens op slaan hij komt er ook achter dat zijn vader daarvoor gezorgd had. Als hij verliefd op Marloes wordt en hij vindt het verzetskrantje en hij leest dat dan ziet hij de dingen op een andere manier. Hij leest over de concentratie kompen en begint te twijfelen. Als er 3 mannen ter dood worden veroordeeld vindt hij dat ook niet goed en twijfelt hij weer heel erg over de NSB. Op het einde als hij samen met Jeroen op een kamer in het ziekenhuis ligt dan veranderd hij helemaal. Hij wordt eindelijk eens een keer door iemand geaccepteerd ondanks dat hij een NSB’er is. Als zijn ouders en zus willen vluchten dan gaat hij zelfs niet mee en blijft thuis omdat hij niks meer met de NSB te maken wil hebben.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
F.
F.
Hoi ester ik heb veel uit je boekverslag kunnen halen ik zit nu zelf in MAVO4.Ik heb dit boekverslag nodig om m'n examen te kunnen doen.
Heel erg Bedankt.
22 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Thnx voor je boekverslag esther
Gr, Mathijs
21 jaar geleden
Antwoorden