De verteller verteld vanuit de ik-figuur hoe het is geweest om vrienden te zijn met Oeroeg.
Thema
Het voornaamste thema is de vriendschap tussen Oeroeg en de ik-figuur. De vriendschap is gebaseerd op puurheid en kinderlijke eerlijkheid als ze nog klein zijn. Beiden beseffen in eerste instantie niet wat voor soort vriendschap ze hebben, dat het in de toekomst niet goed zou kunnen gaan. Ze horen bij elkaar, zo voelen ze dat. De vriendschap blijkt echter niet bestand tegen de veranderingen die de jongens doormaken tijdens hun pubertijd en studie.
Daarnaast is de vriendschap tussen Oeroeg en de ik-persoon ook van een symbolische aard. Oeroeg representeert ook Nederlands Indië en de ik-persoon Nederland. In hun kinderlijke onschuld staan ze naast elkaar maar naarmate de jaren vorderen gaan ze tegenover elkaar staan. Redenen zoals macht en geld en sociale omgangsnormen maken het onmogelijk de vriendschap op een goede manier voort te zetten.
Opbouw
Hella Haasse gebruikt vrij korte en duidelijke zinnen. Wel staan er, als vanzelfsprekend, veel Indische woorden in het boek die nergens worden uitgelegd of vertaald. het is dan soms gissen wat ze nu precies betekenen, maar vaak wordt het door de context toch wel duidelijk.
Motieven
Eenzaamheid
De ik-figuur voelt zich vaak alleen en Oeroeg is eigenlijk de enige die echt dichtbij hem staat. Zonder Oeroeg heeft hij niemand.
Kolonialisme: Nederlands-Indië
Het gaat ook over de discriminatie die speelt tussen de Nederlanders in Nederlands-Indië en de inlanders.
Recensie 1
Schrijver: Hella S. Haasse
Titel: Oeroeg
Jaar van uitgave: 1948
Bron: NRC Handelsblad
Publicatiedatum: 24-12-2009
Recensent: Elsbeth Etty
Recensietitel:'Oeroeg' is nog steeds een mysterie; Wat is de betekenis van Indië, zestig jaar na dato?
Het Nederlands verleden in Indonesië blijft schrijvers fascineren, maar het Indonesisch heden wordt steeds belangrijker.Zondag is het zestig jaar geleden dat koningin Juliana en alle ministers van het kabinet-Drees hun handtekening zetten onder de acte van soevereiniteitsoverdracht en erkenning van de Republiek Indonesië. Die erkenning kwam vier jaar te laat, want al op 17 augustus 1945 was door Soekarno en Hatta de Republiek uitgeroepen. In Indonesië is daarom 17 augustus de onafhankelijkheidsdag. De soevereiniteitsoverdracht die volgde op de 'politionele acties' wordt er, begrijpelijk, niet gevierd.Ook in Nederland is er weinig aandacht voor het verlies van de kolonie, behalve in de wereld van het boek. Zo stond de jaarlijkse campagne 'Nederland Leest' in het teken van Hella Haasses Oeroeg (1948). Daarin ziet een Hollandse planterszoon zijn inlandse jeugdvriend veranderen in een islamitische strijder voor de onafhankelijkheid.
Al sinds zijn verschijning maakt Oeroeg discussies los. Indo's zoals de in Nederland geboren schrijver Tjalie Robinson (1911- 1974) hebben Haasse verweten dat Oeroeg louter vanuit het perspectief van de blanke koloniaal, is geschreven, zonder begrip voor mensen van 'gemengd bloed', laat staan voor de geknechte inlandse bevolking. Het verwijt is niet terecht. Oeroeg, wat 'instorting' of 'verschuiving van grond' betekent, laat zien dat het einde van de koloniale heerschappij een aardverschuiving teweegbracht voor in Indië geboren Europeanen, die dat land als hun vaderland beschouwden. Dat gold net zo hard voor bijvoorbeeld militairen van het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger). Zij waren na het uitroepen van de Republiek evenzeer Oeroegs vijanden als de blanke planters of bestuursambtenaren. Tjalie Robinson had Haasse dus met hetzelfde gemak voor de voeten kunnen werpen dat zij zich niet had verplaatst in KNIL-militairen. Maar van romanschrijvers kun je niet vergen dat zij zich inleven in loyaliteitsconflicten die gepaard gingen met het dekolonisatieproces.
Wie zich wél in de Indo's en met name de KNIL-militairen verplaatst, is Marion Bloem in haar in dit herdenkingsjaar verschenen roman Vervlochten Grenzen. Zij beschrijft het leven van een Indo die toevallig bij het koloniale leger verzeild raakte en op zijn sterfbed in Nederland erkent dat hij zestig jaar geleden aan de verkeerde kant heeft gevochten.
Bloem, zelf dochter van een KNIL-militair, laat zien hoe complex de problematiek was waarmee Indische Nederlanders tijdens en na de Indonesische revolutie werden geconfronteerd. Hun positie beïnvloedde niet alleen hun eigen leven, maar ook dat van hun vrouwen en kinderen. Families desintegreerden en raakten (vaak ook geografisch) van elkaar gescheiden.
In Vervlochten grenzen komt de 18-jarige in Jakarta opgegroeide hoofdpersoon Senne Portier erachter dat de loyaliteitsconflicten waarmee haar opa zijn hele leven heeft geworsteld onoplosbaar zijn. Senne, opgeleid op internationale scholen en met een beurs voor Harvard op zak, heeft het uitgemaakt met haar vriend die sympathiseert met moslimterroristen. Senne kan kiezen. Ze kan behalve naar Harvard ook naar haar grootouders in Nederland of bij haar Nederlandse moeder in Jakarta blijven en haar land dienen. Haar opa heeft daarentegen nooit gekozen, noch voor Nederland, noch voor Indonesië.
Vervlochten grenzen is een gecompliceerd boek waarvan de structuur in de verte doet denken aan Max Havelaar. Multatuli's 'pak van Sjaalman' wordt bij Bloem gevormd door 'Opa's fictie', een stapel papieren waarin Sennes grootvader zijn tragische levensgeschiedenis, onder andere als Japanse krijgsgevangene, heeft opgetekend. Zijn kleindochter stuit ze op een document dat Oeroeg heet. Oeroeg blijkt haar opa als jongeman te hebben gered uit een conflict met moordlustige Indonesiërs. 'Ik noem hem maar Oeroeg', schrijft opa. 'Eigenlijk heet hij anders, maar zijn naam weet ik niet meer. Hij is ook een inlander, maar hij heeft aanzien zowel bij de Indische mensen als bij zijn eigen volk.' Later, tijdens de politionele acties, is opa gedwongen te schieten op mannen als Oeroeg en zijn leven lang worstelt hij met de vraag of hij daarbij dodelijke slachtoffers heeft gemaakt.
Kosmopolieten
En passant beschrijft Bloem de diverse posities die de rest van Sennes familie de afgelopen zestig jaar heeft ingenomen. Degenen die in Nederland terecht zijn gekomen, vormen een bekrompen Indische gemeenschap die nog in de jaren vijftig leeft, hun verwanten in Indonesië zijn bij hen vergeleken welgestelde kosmopolieten die niet malen om het verleden. Voor wie, zoals Senne en haar leeftijdgenoten, in dat verleden niet goed thuis is, valt Vervlochten grenzen moeilijk te begrijpen.
Meer inzicht in de historische en emotionele context van de Indonesische onafhankelijkheid geeft Terugzien en nakaarten van de tot Indonesiër genaturaliseerde Nederlander Jacob Vredenbregt (1926). In deze literair vormgegeven memoires beschrijft Vredenbregt - cultureel antropoloog en kunstverzamelaar - een zelfde type drama als dat van Sennes opa.
Ook Vredenbregt was tijdens de politionele acties gedwongen op 'Oeroegs' te schieten, ook hij werd geïnterneerd en raakte los van zijn wortels. Als Nederlandse jongen raakte hij tijdens WO II betrokken bij het verzet. Na de bevrijding meldde hij zich uit zucht naar avontuur als vrijwilliger om 'Indië van de Japanners te bevrijden'. 'In feite wist ik niets van wat zich politiek in de voormalige kolonie had afgespeeld', schrijft hij. Daar kwam hij pas achter na een gevecht met 'een bende van wel vijftig guerrilla's' waarbij drie van zijn kompanen sneuvelden en hij zelf krijgsgevangen werd gemaakt.
In de gevangenis krijgt de jonge Vredenbregt sympathie voor Indo-Europeanen die Indonesisch staatsburger zijn geworden. Als 'gevangene van de republiek' die openlijk sympathiseerde met de idealen van vrijheidstrijders, nam Vredenbregt een bijzondere positie in. De verhalen over zijn homoseksuele contacten, waartoe hem in gevangenschap alle faciliteiten werden verschaft, spreken boekdelen. 'Voor de oorlog waren er duizenden Nederlanders die er vriendjes op na hielden. Van hoog tot laag', krijgt hij van een Indonesische medegevangene te horen.
Vredenbregt, inmiddels over de tachtig, is altijd in Indonesië gebleven. In Nederland studeerde hij in de jaren vijftig rechten en culturele antropologie, maar steeds keerde hij terug naar het land waaraan hij in de jaren veertig zijn hart had verpand. Hij werd er hoogleraar en maakte naam als schrijver en verzamelaar van Aziatische kunst. Toen hij opteerde voor het Indonesische staatsburgerschap en een religie moest opgeven, koos hij voor de islam. Zijn pragmatische geloofsopvatting lijkt op die van Sennes familie in Vervlochten grenzen, net als Bloem keert hij zich expliciet tegen het moslimfundamentalisme in zijn land.
Guerillastrijder
Beide auteurs maken duidelijk dat voor hen Indonesië een land is met urgentere problemen dan een koloniaal verleden. Zowel bij Vervlochten grenzen als bij Terugzien en nakaarten speelde niettemin voortdurend Oeroeg door mijn hoofd, de nationalistische guerrillastrijder die door zijn blanke jeugdvriend niet begrepen wordt, zoals de planterszoon ook zijn eigen Indië niet meer begrijpt. Bij de afsluiting van 'Nederland leest' verklaarde Hella Haasse dat zij er na zestig jaar nog altijd niet achter is wat Oeroeg, Indië dus, voor Nederlanders is geweest. Bloem en Vredenbregt komen vanuit een andere opstelling tot dezelfde conclusie. Indië betekende voor iedere Nederlander, afhankelijk van zijn achtergrond en herinnering, iets anders.
Recensie 2
Schrijver: Hella S. Haasse
Titel: Oeroeg
Jaar van uitgave: 1948
Bron: Het Parool
Publicatiedatum: 23-10-2009
Recensent: Peter van Brummelen
Recensietitel: Oeroeg terug naar Indonesië
Vrijdag begint de vierde editie van Nederland Leest . Centraal staat Oeroeg van Hella S. Haasse, dat in een oplage van bijna een miljoen exemplaren gratis wordt verspreid. Eerder deze maand werd in Jakarta de Indonesische vertaling van het boek gepresenteerd.
De uitreiking van het eerste exemplaar van de Indonesische vertaling van Oeroeg heeft wat voeten in de aarde. Plaats van handeling is het Erasmushuis, het cultureel centrum van Nederland in Jakarta, dat is gevestigd op het zelfde terrein als de Nederlandse ambassade. Uit handen van de directeur van de Indonesische uitgeverij Gramedia ontvangt ambassadeur Nikalaos van Dam het boek. Probleem is dat het nogal stevig is ingepakt.
Zo te zien heeft een werknemer van Gramedia zich die ochtend flink uitgeleefd met het plakbandapparaat. En als de ambassadeur het boek na veel gepeuter heeft ontdaan van zijn verpakking, blijkt Oeroeg ook nog eens te zijn dichtgeseald in plastic. Nog meer gepeuter dus. Maar daar is hij: de Bahasa Indonesia-versie van Oeroeg. Na 61 jaar is het bekendste boek van Nederlands meest vertaalde schrijver eindelijk ook te lezen in de taal van het land waar het zich afspeelt.
Zit Indonesië er op te wachten? Even later aan de thee moet de Gramediameneer even diep denken als hem wordt gevraagd hoe groot de oplage van de Indonesische vertaling van Oeroeg is. Ergens tussen de 3000 en de 5000 exemplaren.
Dat zou voor het kleine Nederland al een bescheiden oplage zijn, maar voor een immens land als Indonesië (234,3 miljoen inwoners) is het niets. Waarbij wel meteen dient te worden opgemerkt dat lezen in Indonesië geen erg geliefde bezigheid is. Lezen doet men hier vooral om praktische redenen. Voor literatuur bestaat maar een heel klein publiek. En lezen in gezelschap wordt als onbeleefd beschouwd.
Boekhandels vind je in Indonesië alleen in de grote steden. Ze verkopen vooral studieboeken en stichtelijke werken op islamitische grondslag. De bellettrie past doorgaans op één plank, maar in de flagshipstore van Gramedia in Jakarta is het aanbod groter. We treffen er, in Engelse vertaling, zowaar twee boeken van Hella S. Haasse. Maar dat de Indonesische vertaling van Oeroeg hier binnenkort een stormloop zal veroorzaken lijkt sterk.
Al dan niet ingegeven door tempo doeloe-sentimenten is in Nederland de belangstelling voor Indonesië nog altijd enorm. Andersom is de interesse aanzienlijk minder groot. Zeker de koloniale tijd lijkt de gemiddelde Indonesiër totaal niet bezig te houden. Vraag er naar en het gesprek loopt al snel dood.
Oeroeg , het verhaal van een onmogelijke vriendschap tussen een Nederlandse en een inlandse jongen in Nederlands-Indië, verscheen in 1948 als boekenweekgeschenk. Op het omslag ontbrak de naam van de auteur. Zo ging dat toen nog. Lezers konden een prijs winnen door de schrijver van de novelle te raden. Slechts weinigen hadden het goed. Logisch, want Oeroeg was Haasses prozadebuut; ze had eerder alleen gedichten gepubliceerd.
Met Oeroeg , dat ze in twee weken schreef, brak de in Nederlands-Indië geboren en getogen Hella S. Haasse meteen door. Vele, vooral historische romans zouden volgen, maar Oeroeg zou altijd haar bekendste boek blijven. Met de Nederland Leest-uitgave beleeft het boek zijn 48ste druk. Het werd in 1993 verfilmd en is in vele talen vertaald. Zijn grote populariteit onder middelbare scholieren dankt het boek vooral aan zijn geringe lengte.
Die geringe lengte (onder de honderd pagina's) is ook een van de redenen dat de CPNB (Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) Oeroeg koos als het boek dat centraal staat tijdens de vierde editie van Nederland Leest. Om heel Nederland te laten discussiëren over één boek, zoals de campagne beoogt, moet dat boek in korte tijd te lezen zijn.
Hella S. Haasse vindt het een mooi idee dat de CPNB, die zo n belangrijke rol speelde aan het begin van haar carrière, nu aan het einde van die carrière haar werk nu weer zo massaal onder de aandacht van het publiek brengt. De 95-jarige schrijfster zegt het op Schiphol, waar ze een groep journalisten, schrijvers en literatuurkenners uitwuift, die op uitnodiging van de CPNB ter gelegenheid van Nederland Leest een bezoek aan Indonesië brengt.
Haasse zou graag meegaan, maar haar lichaam laat het niet toe. Nadat zij in 1938 naar Nederland was vertrokken om te studeren, heeft ze indonesië nog drie maal bezocht. De laatste keer, in 1992, nam ze bewust afscheid. Ik wist: ik kom hier nooit meer terug. Maar ze nemen het me nooit meer af. Wie ik ben en wat ik kan komt doordat ik daar mijn jeugd heb doorgebracht.
In het Jakarta van 1992 herkende ze nog maar weinig van het Batavia van haar jeugd. Ik was verbijsterd. In mijn tijd grensden de buitenwijken aan de sawa s. Je was zo op het platteland. Nu was Jakarta enorm uitgebreid en overal stonden wolkenkrabbers.
En na 1992 is de stad nog veel verder uitgebreid. Anno 2009 telt Jakarta volgens de officiële cijfers negen miljoen inwoners. En bijna iedereen lijkt een bromfiets onder zijn kont te hebben. Het woord hectisch is in dit verband een understatement.
Het Erasmushuis is in die chaos een oase van rust. Voorafgaand aan de uitreiking van het eerste Indonesische exemplaar draagt Willem Nijholt een lofrede aan Oeroeg voor, die ook is opgenomen in de Nederland Leest-uitgave van het boek. De net als Haasse in Nederlands-Indië geboren acteur moest aanvankelijk niets hebben van het boek. Indië was voorbij, nooit zou hij het lezen. Toen hij het uiteindelijk toch deed, viel hij er als een blok voor.
Zo ging en gaat dat met veel Nederlanders. Maar wat zouden Indonesiërs van het boek vinden? Tijdens een diskusi buku in het Erasmushuis komen we er niet achter. Het gesprek dat Hella S. Haassekenner Margot Dijkgraaf voert met de schrijvers Radhar Panca Dahana en Putu Oka Sukanta is zacht uitgedrukt nogal vaag. Geen vraag wordt echt beantwoord en dat Dahana Oeroeg daadwerkelijk heeft gelezen blijkt uit niets. Opvallend is wel dat Sukanta zich laat ontvallen dat hij het vreemd vindt dat Haasse in Oeroeg
met geen woord rept over de nationalistische jeugdbewegingen die in de tijd waarin het boek speelt de kop opstaken. Het is een opmerking die je in een land met een zo ontwikkelde beleefdheidscultuur mag opvatten als directe kritiek.
Die beleefdheidscultuur heeft zijn beste tijd gehad, zo lijkt het de volgende dag in Komunitas Salihari, een cultureel centrum waar een bijeenkomst is belegd met Indonesische studenten die op verzoek Oeroeg hebben gelezen. Aanvankelijk wat verlegen komen de langharige studenten filosofie en geschiedenis, aangemoedigd door de Marokkaans-Nederlandse gespreksleider Abdelkader Benali, steeds meer los. Ze maken er geen geheim van niet erg onder de indruk te zijn van Oeroeg . Het wordt zelfs omschreven als plat en simpel . Als Benali, die voor de luxe Nederland Leest-editie van Oeroeg een essay over vriendschap en cultuurverschillen schreef, vraagt of de studenten geloven dat het mogelijk is vrienden te zijn met iemand uit een andere cultuur, is het antwoord een volmondig ja. Maar over de vriendschap in Oeroeg hebben ze zo hun twijfels. Oeroeg was mijn vriend, luidt de beroemde eerste zin van het boek. Maar of Oeroeg de ik-figuur ook als zíjn vriend beschouwde, wordt volgens de studenten niet echt duidelijk. Ze vinden het sowieso raar dat Oeroeg in het boek nauwelijks aan het woord komt. Over die Nederlandse ik-figuur komen we alles te weten, de gevoelens van Oeroeg leren we niet kennen.
Haasses in Nederland zo geroemde natuurbeschrijvingen doen de studenten niets. Exotisme, oordelen ze, ansichtkaartenromantiek. En eigenlijk vinden ze al die uitwijdingen over de natuur nogal ongepast in een boek dat speelt in een tijd waarin het overgrote deel van de Indonesiërs in armoede leefde. Met die grote aandacht voor de natuur zou Haasse volgens de studenten het lijden van de bevolking camoufleren.
Van de natuur die op de jonge Hella S. Haasse zo n diepe indruk maakte is in Jakarta en directe omgeving weinig overgebleven. Bogor, het voormalige Buitenzorg, maakt tegenwoordig deel uit van de metropool, maar te midden van alle herrie en drukte ligt nog altijd de wereldberoemde botanische tuin. In de fotobiografie 'Ik besta in wat ik schrijf' staat een foto waarop een bediende baby Hella door de tuin rijdt. In zelfportret als legkaart (1954) schreef Haasse dat het groen van de plantentuin tot haar vroegste herinneringen hoort.
Buiten Bogor is de Indonesische natuur precies zo overweldigend als je als Nederlandse lezer verwacht. Op theeplantage Gunung Mas zie je met maar een heel klein beetje fantasie de ik-figuur uit het boek en Oeroeg zelf als kleine jongen tussen de struiken rennen.Iets verderop ligt Telaga-Warna, het gekleurde meer. In de jaren dertig maakte de familie Haasse graag uitstapjes naar het meertje, dat als Telaga-Hideung (het zwarte meer) een belangrijke rol speelde in Oeroeg. Op Schiphol waarschuwde Hella S. Haasse dat we ons er maar niet te veel van moesten voorstellen. Het meer uit haar jeugd was bij haar laatste bezoek aan Indonesië veranderd in een soort pretpark.Dat is overdreven, stellen we vast. Afgezien van wat speeltoestellen voor kinderen ziet het meertje er op deze rustige doordeweekse dag nog precies zo uit als beschreven in Oeroeg. . Aan de oever ligt zelfs net zo n vlot als waarop in het boek een gezelschap van dronken belanda s midden in de nacht een stukje wenst te varen. Deppoh, de vader van Oeroeg, komt bij die gelegenheid te verdrinken.Helemaal aan het einde keert de ik-figuur ten tijde van de politionele acties terug naar het meer. Daar treft hij zijn jeugdvriend Oeroeg, die vecht aan de zijde van de Indonesische onafhankelijkheidstrijders. Met zijn vinger aan de trekker van zijn pistool bijt die hem toe: Ga weg, anders schiet ik. Je hebt hier niets te maken.De gratis editie van Oeroeg wordt gedurende de campagne Nederland Leest verspreid via openbare bibliotheken. De luxe editie met essay van Abdel Kader Benali kost in de boekhandel 10 euro.
Buiten Bogor is de Indonesische natuur precies zo overweldigend als je als Nederlandse lezer verwacht. Op theeplantage Gunung Mas zie je met maar een heel klein beetje fantasie de ik-figuur uit het boek en Oeroeg zelf als kleine jongen tussen de struiken rennen.Iets verderop ligt Telaga-Warna, het gekleurde meer. In de jaren dertig maakte de familie Haasse graag uitstapjes naar het meertje, dat als Telaga-Hideung (het zwarte meer) een belangrijke rol speelde in Oeroeg. Op Schiphol waarschuwde Hella S. Haasse dat we ons er maar niet te veel van moesten voorstellen. Het meer uit haar jeugd was bij haar laatste bezoek aan Indonesië veranderd in een soort pretpark.Dat is overdreven, stellen we vast. Afgezien van wat speeltoestellen voor kinderen ziet het meertje er op deze rustige doordeweekse dag nog precies zo uit als beschreven in Oeroeg. . Aan de oever ligt zelfs net zo n vlot als waarop in het boek een gezelschap van dronken belanda s midden in de nacht een stukje wenst te varen. Deppoh, de vader van Oeroeg, komt bij die gelegenheid te verdrinken.Helemaal aan het einde keert de ik-figuur ten tijde van de politionele acties terug naar het meer. Daar treft hij zijn jeugdvriend Oeroeg, die vecht aan de zijde van de Indonesische onafhankelijkheidstrijders. Met zijn vinger aan de trekker van zijn pistool bijt die hem toe: Ga weg, anders schiet ik. Je hebt hier niets te maken.De gratis editie van Oeroeg wordt gedurende de campagne Nederland Leest verspreid via openbare bibliotheken. De luxe editie met essay van Abdel Kader Benali kost in de boekhandel 10 euro.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden