Oeroeg door Hella S. Haasse

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
Boekcover Oeroeg
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 4385 woorden
  • 24 januari 2011
  • 37 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
37 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Genre
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1948
Pagina's
128
Geschikt voor
bovenbouw vmbo/havo/vwo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Prijzen
Nederland Leest (2009 Winnaar)

Boekcover Oeroeg
Shadow

Oeroeg was mijn vriend. Zo begint het beroemde prozadebuut van Hella Haasse, dat in 1948 als Boekenweekgeschenk verscheen en inmiddels in elf talen is vertaald. Het is het aangrijpende verhaal van de vriendschap tussen een Indonesische jongen en de zoon van een Nederlandse administrateur in het Nederlands-Indië van voor de Tweede Wereldoorlog. Geleidelijk groeien…

Oeroeg was mijn vriend. Zo begint het beroemde prozadebuut van Hella Haasse, dat in 1948 als Boekenweekgeschenk verscheen en inmiddels in elf talen is vertaald. Het is het aangrijp…

Oeroeg was mijn vriend. Zo begint het beroemde prozadebuut van Hella Haasse, dat in 1948 als Boekenweekgeschenk verscheen en inmiddels in elf talen is vertaald. Het is het aangrijpende verhaal van de vriendschap tussen een Indonesische jongen en de zoon van een Nederlandse administrateur in het Nederlands-Indië van voor de Tweede Wereldoorlog. Geleidelijk groeien de twee jongens uit elkaar. Wanneer de ik-figuur, de Nederlandse jongen, na een studie uit Delft terugkeert in het Indië dat nog net geen Indonesië is geworden, blijkt hun verwijdering te zijn uitgegroeid tot een kloof. Oeroeg heeft gekozen: voor zijn volk en tegen de Nederlanders, dus ook tegen zijn vriend. Vertwijfeld vraagt de ik zich af of hij voorgoed een vreemde zal zijn in het land van zijn geboorte.

Oeroeg door Hella S. Haasse
Shadow
ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

D. Hopman
Nederlands
Havo 5

1. Geef alle zakelijke gegevens van jouw boek.
Auteur: Hellas S. Haasse, Baarn
Titel: Oeroeg
Uitgeverij: Querido’s Uitgeverij BV
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: Oktober 2009
Boekdruk: Negenenveertigste druk
Concept, Vormgeving en Typografie : Anthon Beeke
Lofrede © 2009 Willem Nijholt
De foto op de achterzijde van mijn boek is gemaakt door Ronald Hoeben.
ISBN: 978 90 5965 102 9
NUR: 301


2. Geef zo precies mogelijk aan in welk tijd de originele druk is uitgekomen.

De zakelijke gegevens in mijn boek tonen aan dat de eerste druk van ‘Oeroeg’ afkomstig is uit het jaar 1948. Eerdere drukken van dit boek die in de bibliotheek te vinden zijn geven in de zakelijke gegevens hetzelfde jaargetal aan. Voor het vinden van de precieze datum heb ik bronnen opgezocht via het internet. Een exacte datum werd in verschillende drukken niet gegeven, maar betrouwbare bronnen op het internet geven exacte gegevens uit het jaar 1948.

De eerste druk is uitgegeven in de Boekenweek van 1948, welke van 26 februari tot 6 maart werd gehouden. ‘Op 15 april werd in Amsterdam door de Commissie voor de Propagenda van het Nederlandse Boek onthuld dat Haasse de schrijver van het boek was. Op deze dag heeft ze haar eerste boek gesigneerd.‘
http:// dbnl.org/

‘(AMSTERDAM, VEREENIGING TER BEVORDERING VAN DE BELANGEN DES BOEKHANDELS & NETHERLANDS), Oeroeg. Geshenk ter gelegenheid van de Nederlandse bookenweek van 26 Februari tot 6 Maart 1948’
http://www.antiqbook.com/

‘'Een goede novelle en een prettig geschenk.' Zo typeerde de recensent van Vrij Nederland op 28 februari 1948 Oeroeg, de novelle die toen werd uitgebracht als Boekenweekgeschenk.’
http://nos.nl

Hoewel de nostalgie naar het blauwzwarte boekje uit 1948 met de simpele naam 'Oeroeg' en de prachtige omslagtekening van Eppo Doeve (ook zo'n typische Indische illustrator) mij nog steeds parten speelt, ben ik toch maar wat blij met het initiatief van de CPNB om 1992 tot het jaar van het Indische boek uit te roepen
http://trouw.nl

Uit deze bronnen heb ik kunnen vaststellen dat de eerste druk is uitgegeven in de Boekenweek van 1948, op 26 februari. Ook heb ik na zoeken de cover kunnen vinden van deze eerste druk, welke ik als afbeelding heb toegevoegd.


3. Je gaat op zoek naar de stroming waartoe jouw literaire werk behoort. Je legt aan de hand van citaten uit jouw verhaal uit waarom je te maken hebt met die stroming.

Je zoekt de stroming en secundaire literatuur op via de bronnen:
- http://literatuurgeschiedenis.nl/
- http://www.dbnl.org/
- http://wikipedia.nl/
- Boekje ‘Van Maerlant tot Mulisch’.

Als eerste heb ik de stroming opgezocht via de drie gegeven internetbronnen en het boekje ‘Van Maerlant tot Mulisch’. De eerste internetbron heeft niet de informatie die ik nodig heb voor het beantwoorden van deze vraag. Overigens, een groot minpunt van deze website is het ontbreken van een zoekfunctie. Bij het lezen van de tweede bron heb ik een bron uit opgave twee heropent. Deze is uit hetzelfde domein en heeft na verder navigeren door het domein geen antwoord kunnen geven over de stroming van het boek. Boeken over de achtergrond informatie en uittrekselboeken heb ik wel kunnen vinden, deze heb ik opgeslagen voor een latere vraag. Wikipedia geeft opvallend weinig informatie over het boek. Er wordt slechts de datum van eerste druk van deze roman gegeven samen met een samenvatting van twee zinnen.

Het boekje ‘Van Maerlant tot Mulisch’ geeft informatie over alle literaire stromingen die er op het moment te vinden zijn. Na het studeren kwam ik uit op de post-modernistische stroming. De eerste druk is uit de 20e eeuw, de sfeer in het verhaal voelt modern aan ook al is de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt alweer vrij ouderwets voor een nieuwe generatie lezer als ik. Voor het vinden van nuttige citaten heb ik willekeurig een bladzijde gekozen, welke ik zal toelichten na het overtypen.

Citaat bladzijde 45
‘Met mijn vader had ik, zo mogelijk, nog minder contact dan tevoren. Hij werkte lang op de fabriek en kwam pas laat in de middag thuis.’

Citaat bladzijde 46
‘Na het avondeten zat mijn vader meestal in de binnengalerij, die, ontdaan van alles wat niet noodzakelijk was of nuttig was, een even onpersoonlijke indruk maakte als een hotelkamer. Hij rookte of las een van de detective- of wildwestromans, in beduimelde en levendig gekleurde omslagen, die de vorige administrateur bij wijze van erfenis voor eenzame avonden in het huis achtergelaten had. Soms ook zette hij een grammofoonplaat op.’

Citaten bladzijde 47
‘‘Oeroeg en ik willen treinbestuurder worden, of vliegenier,’ zei ik haastig.’

Het eerste citaat laat zien dat het uit een stroming komt na de industrialisatie, ofwel na de 20e eeuw. In het tweede citaat wordt een beroep genoemd samen met een uitvinding die past in de huidige moderne tijd, namelijk een administrateur en een grammofoonplaat. Het laatste citaat toont beroepen aan die je pas vanaf de 20e eeuw kon worden.

Het boek behoort dus tot de stroming van het postmodernisme.

’Bij het zoeken van bevestiging via het internet en de eerder gegeven bron kwam ik uit op verschillende conclusies.

‘Je kunt haar in feite niet bij één stroming indelen, toch beschouwen we haar als een van de grootste Nederlandse auteurs van de tweede helft van de twintigste eeuw. Ze toont in haar onderwerpskeuze veel belangstelling voor de historie.’
http://collegenet.nl/ (ID 3D13058)

‘Literaire stroming:
Moderne Nederlandse literatuur.’
http://v erdec.com

‘Hella S. Haasse, ‘De moderne historische romanDoor Hella S. Haasse’ In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1982 (1982)’

'Postmoderne modernisten en modernistische postmodernen. Nederlandstalige schrijvers van de twintigste eeuw herlezen' (2001)’
http://dbnl.org/



4. Met jouw verworven kennis van de stroming laat je zien dat je het verhaal beter kunt begrijpen. Geef drie voorbeelden.

Eerst heb ik gedacht dat de schrijver objecten uit de huidige tijd had vermengd met een tijd waarin deze nog niet aanwezig waren. Zo worden er luxe goederen in het verhaal genoemd die in de huidige tijd nog steeds worden gebruikt of nog niet eens zo heel lang geleden heel luxe waren. Na het onderzoeken van moderne objecten bleek alles toch te kloppen. Zo bleek de grammofoon al voor een geringe betaalbaar voor burgers in de tijd waarin het verhaal geschreven is.

Er wordt continu het gevoel gegeven dat het verhaal zich afspeelt in de moderne tijd. Op bladzijde 41 wordt er gepraat over een pan en een margarineblik, op bladzijde 67 over het drukke verkeer waarmee auto’s worden bedoeld en op bladzijde 68 wordt er gepraat over wiskunde huiswerk. Het is een gebeurtenis die in deze tijd werkelijk zou kunnen plaatsvinden, wat het verhaal voor mij een realistische wending heeft gegeven. Het verhaal van ‘Oeroeg’ heb ik in één keer snel uitgelezen zonder een enkele pauze. Ik bleef niet te lang stil staan bij objecten of gewoontes omdat de genoemde objecten en personen grotendeels al bekend waren bij mij. Dat het verhaal geschreven is in de ik-perspectief heeft als gevolg gehad dat ik me het verhaal zelf voelde beleven.

In het begin kon ik niet goed het achterliggende moraal van het verhaal vinden, er vonden veel conflicten plaats later in het verhaal door de cultuurverschillen tussen ‘Oeroeg’ en de persoon die terugkijkt in het verhaal. Ik heb meerdere malen het boek herlezen om de naam van de ik-persoon te kunnen achterhalen, deze naam heb ik niet kunnen vinden. Na onderzoek blijkt dit juist het moraal te zijn, dat de cultuurverschillen voor de conflicten hebben gezorgd en de scheiding tussen de ik-persoon en Oeroeg.


5. Je zoekt secundaire literatuur over jouw verhaal. Laat aan de hand van een duidelijk voorbeeld zien dat je hierdoor het verhaal beter begrijpt.

Hiervoor heb ik een eerder gevonden bron gebruikt, namelijk de website van het DBNL. De schrijver van mijn boek heeft vele secundaire werken. In 2007 waren er al meer dan 30 secundaire werken over Hella S. Haasse geschreven. Om een paar van deze werken in te kunnen kijken moest ik naar ‘De nieuwe bibliotheek Almere’.

Secundaire literatuur die ik doorgenomen en opengeslagen zijn:
- ‘Ik besta in wat ik schrijf’ van Patricia de Groot
- ‘Toen ik schoolging’ van Hella S. Haasse
- ‘Lexicon van literaire werken’ door Ton Anbeek en Jaap Goedegebuure
- Een interview van de schrijver door Arjen Fortuin in het NRC Handelsblad
Datum: 8 januari 2009
- Oeroeg (recensie door Pieter Steinz in NRC Handelsblad)
- Oeroeg (recensie door Gustaaf Peek in De Groene Amsterdammer)
- Oeroeg (recensie door Laura Starreveld op Recensieweb)

De boeken in de bibliotheek gaven met name informatie over de achtergrond van de schrijver. Zo ben ik te weten gekomen dat Hella S. Haasse volgens het boek ‘Ik besta in wat ik schrijf’ de belangrijke aspecten van haar biografie verwerkt in haar verhalen. Zo is het verhaal van ‘Oeroeg’ gebaseerd op gebeurtenissen die ze zelf heeft meegemaakt in Indië en hier in Nederland. Ik heb hiervoor de biografie op de website van de schrijver zelf erbij gepakt, waarvan de informatie grotendeels is gebaseerd op controleerbare feiten in plaats van persoonlijke gebeurtenissen. Het is weliswaar een tijd terug maar feiten die in deze werken worden gegeven tonen aan dat je de gebeurtenissen in het boek grotendeels mag beschouwen als een persoonlijke ervaring van de schrijver.

Het interview in het NRC Handelsblad die op 8 januari 2009 is gepubliceerd bevestigd de eerder gecontroleerde bronnen:

‘Hella Haasse was verrast dat haar boek is uitgekozen. „Voor mij is het vooral een tekst uit mijn verleden.” Maar ze vindt het mooi dat haar boek voor veel mensen nog steeds betekenis heeft.’
http://vorige.nrc.nl/kunst

De recensies uit ‘De Groene Amsterdammer’ en ‘Recensieweb’ brengen zowel een positief beeld als een negatief beeld. Het gros van de recensies vertoont veel lof, maar degene die negatief zijn hebben gelijk een pittige tekst. Zo komen er met name slechte recensies vanuit Indonesië omdat het verhaal niet realistisch zou zijn. Hier ben ik het niet mee eens omdat het verhaal mij een realistische indruk heeft achtergelaten met de moderne objecten en gewoontes die in het verhaal werden gebruikt. Het kan zijn dat het verhaal een minder realistische sfeer over kan brengen op Indische lezer. Zelf heb ik echter weinig onrealistische aspecten opgemerkt.


6. Maak een korte samenvatting van die gegevens die verband houden met jouw verhaal. Leg uit wat je hierdoor te weten bent gekomen.
YouTube Onderdeel
Je zoekt op http://www.youtube.com/ én op de originele site van jouw schrijver de naam van jouw schrijver op, en je kijkt en luistert naar enkele fragmenten uit een interview, voordracht, enzovoort.

Na enkele videofragmenten bekeken te hebben ben ik verder gegaan met deze vraag. De videofragmenten die ik heb beluisterd en gekeken staan hieronder genoteerd:
- http://www.youtube.com/watch?v=bmtX8OrLnso&fmt=18
- http://www.youtube.com/watch?v=9aH4yAVWJOw&fmt=18
- http://www.youtube.com/watch?v=BOJn_WAvHMo&fmt=18
- http://www.youtube.com/watch?v=rmTiKIDBF0w&fmt=18
- http://www.youtube.com/watch?v=VPnVo9X4OIc
- http://www.youtube.com/watch?v=V_g99eYl_gs

De eerste twee fragmenten tonen een opening van de ‘Nederland leest’ manifestatie rondom het boek Oeroeg. In het eerste deel wordt er een kleine quiz gedaan waarin de volledige naam van Hella S. Haasse wordt gevraagd, welke Hélène Serafia Haasse is. Even later wordt er door Gerard Kockx in de openingsspeech op humorvolle wijze uitgelegd wat er in de ogen van leerlingen goed is aan dit kleine boekje en verteld hij verder over de achterliggende betekenissen van het verhaal. In het tweede deel wordt het verhaal theatraal opgevoerd, er komt een zangeres en een voorstelling in dit laatste deel voor.

De derde bron en de laatste bron zijn promotiefilmpjes voor alle bibliotheken in Nederland voor de jaarlijkse leescampagne ´Nederland leest´. Deze bronnen hebben mij duidelijk gemaakt wat de ´Nederland leest´ campagne voor ogen had met het uitgeven van het exemplaar dat ik hier voor me heb liggen.

De vierde bron is een luisterfragment die de eerste anderhalve bladzijde van het boek vertelt. Deze bron heeft mij geen nieuwe informatie gebracht omdat ik de tekst al meerdere malen in het boekje zelf heb gelezen. De woorden die werden gebruikt waren exact hetzelfde als de woorden die ik heb gelezen. Er wordt een cover gegeven van een eerdere druk, maar ik vermoed dat ze leest uit deze laatste druk van ´Oeroeg´. Het fragment is recent geupload door de gebruiker 29bibli.


7. Beschrijf het thema van jouw boek in termen van een conflict.

Ik kan twee thema’s noemen die bij mijn boek horen, cultuurverschillen en zuivere vriendschap. De vriendschap tussen de naamloze verteller en Oeroeg is zuiver en gemeend, maar wordt bemoeilijkt door de cultuur en standenverschillen tussen elkaar. Zo wordt Oeroeg door de ouders van de naamloze verteller en zijn omgeving als minderwaardig gezien. De naamloze verteller wordt als meer gezien en wordt geacht hogere vrienden te zoeken. De naamloze verteller, zo zuiver van geest, houdt zich niet aan dit geschetste beeld van de samenleving waardoor deze Oeroeg als een gelijke ziet. Later zorgen deze cultuurverschillen, tot verdriet van de naamloze verteller en Oeroeg, voor de


8. Leg uit waarom de schrijver dit conflict wil behandelen.

Dit conflict laat zien dat een pure vriendschap uit elkaar getrokken en bemoeilijkt kan worden door cultuurverschillen, autoriteit en afstand. Met autoriteit bedoel ik een figuur als de vader van de naamloze verteller die wilt dat zijn zoon zo min mogelijk met de inheemse bevolking omgaat in de omgeving, waaronder ook Oeroeg valt. De vader stuurt zijn zoon dan ook zoveel mogelijk in een richting die van de vriendschap tussen Oeroeg en zijn zoon afwijkt. Opvoeding, cultuur en omgeving maakt een kind voor de rest van zijn leven. Dit heeft tot het einde geleidt tussen Oeroeg en de naamloze verteller. Bij de laatste ontmoeting tussen de verteller en Oeroeg twijfelt deze of het Oeroeg echt was. Deze was door opvoeding en omgeving zo erg veranderd dat de verteller deze twijfelt te herkennen aan het eind. Als kind kijk je heel anders tegen de maatschappelijke standen in die tijd aan, deze krijg je pas mee met je opvoeding naarmate je volwassen wordt.


9. Ga op zoek naar drie verschillende natuurbeschrijvingen in jouw verhaal. Leg uit hoe zij samenhangen met de ontwikkeling van de gebeurtenissen, de hoofdpersonage, en het thema.

Er zijn een paar ruimtes die regelmatig gedetailleerd omschreven worden en zich herhalen in het verhaal. Dit zijn de thuisomgevingen van Oeroeg en de verteller, de trein waarmee ze naar school reisden en de omgeving rondom de onderneming van de verteller zijn vader. De thuisomgevingen worden nauwkeurig omschreven, met name de verschillen tussen de thuisomgevingen van de twee personen. Het gaat hier om een verschil die laat zien dat de twee personen op een verschillende manier leefden. In de trein wordt veel aandacht besteedt aan de natuur. Zo wordt er het gevoel gegeven dat het een veilige omgeving is voor de twee personen in het boek. Ze kunnen het er hebben over dingen die in hun hoofd rondspoken en alledaagse dingetjes. Hetzelfde geldt voor de omgeving rondom de onderneming. Deze wordt beschreven als een rustige en natuurvolle plek waar de twee zichzelf kunnen zijn. Daarmee wordt ook de natuur binnen de onderneming naar mijn gevoel als een onrustige plek beschreven die ze liever mijden.


Woordenweb Onderdeel
10. Maak zelf een woordenweb met het verhaalthema als middelpunt. Gebruik ten minste vijftien woorden.

Zie bijlage


11. Noteer van tien willekeurige pagina’s uit jouw boek overeenkomstige gegevens (zoals ‘bos’, ‘park’, ‘tuin’, of zoals ‘huis’, ‘straat’, ‘zerk’). Vermeld de paginanummers, en geef het gemeenschappelijke element (zoals ‘natuur’ respectievelijk ‘steen’).

Blz.6 ‘onderneming’, ‘de tuinen’, ‘kantoor’, ‘fabriek’, ‘achtergalerij’
Gemeenschappelijk element Omgeving

Blz.23 ‘nachtzwart’, ‘schemer’, ‘maneschijn’, ‘schimmen’, ‘maanlicht’
Gemeenschappelijk element Duisternis

Blz.33 ‘respect’, ‘bewondering’, ‘verlegen’
Gemeenschappelijk element Gevoel

Blz.47 ‘vrolijkheid’, ‘Droefgeestig’
Gemeenschappelijk element Sfeer

Blz.52 ‘schriften’, ‘schoolboeken’, uitknipsels’
Gemeenschappelijk element Papier

Blz.55 ‘onrechtvaardig’, ‘spijbelen’, ‘medeschuldige’, ‘verzet’, ‘baldadigheden’
Gemeenschappelijk element Tegenbeweging

Blz.60 ‘verstelgoed’, ‘naaiwerk’, ‘kousenbanden’, ‘pasar’, ‘bloemetjesgoed’
Gemeenschappelijk element Nijverheid

Blz.76 ‘malariamuggen’, ‘muskieten’
Gemeenschappelijk element Insect

Blz.77 ‘dokter’, ‘patiënten’, ‘arts’
Gemeenschappelijk element Gezondheidszorg

Blz.103 ‘wapen’, ‘neerschieten’, ‘revolver’
Gemeenschappelijk element Gevaar



12. Laat zien hoe deze gemeenschappelijke elementen als motief een belangrijke rol spelen in jouw verhaal.

De gemeenschappelijke elementen zijn omgeving, duisternis, gevoel, sfeer, papier, tegenbeweging, nijverheid, insect, gezondheidszorg en gevaar.

Het hoofdthema is cultuurverschillen, het subthema is zuivere vriendschap.

De tegenbeweging is een belangrijk motief die het hoofdthema ondersteund. Het brengt een bepaalde sfeer met zich mee die wordt versterkt door de omgeving in het verhaal. Het gevoel dat wordt gebracht door afwijzingen uit de omgeving geven Oeroeg een ongeaccepteerd gevoel. Dit gevoel zal later ongetwijfeld meegespeeld hebben bij de manier waarop Oeroeg is veranderd wanneer de naamloze verteller hem nog een laatste keer ziet, of beter gezegd twijfelt te herkennen. Papier, nijverheid en gezondheidszorg spelen een belangrijke rol in het verhaal. Zo volgen ze beide een opleiding en hebben ze beide een doel voor ogen. Zo volgt de naamloze verteller een studie op de HBS en wilt Oeroeg later arts worden, ofwel de gezondheidszorg in. Het insect heeft als motief dat het meerdere malen blijft steken en terugkomen in het verhaal, net zoals de duisternis. Gevaar is continu aanwezig in het verhaal. Zo dreigen ze uit elkaar te groeien, is er een conflict op landelijk niveau aanwezig door de uitgesproken onafhankelijkheid en wordt de verteller aan het eind van het verhaal bedreigd met een revolver door Oeroeg.


13. Geef een voorbeeld waarbij de schrijver een belangrijke verhaalgebeurtenis inleidt met een ander verhaalonderdeel.

• Noem de gebeurtenis.
• Leg uit waarom deze gebeurtenis belangrijk is in het verhaal.
• Leg ten slotte uit waarom de schrijver juist dat verhaalonderdeel eerst ter sprake brengt.

Deze heb ik helaas niet kunnen vinden in het boek, of ik begrijp de vraag verkeerd. Daarom kan ik deze vraag niet beantwoorden.


Nabeschouwing Onderdeel
14. Geef tien moeilijke woorden uit het boek en geef hun woordenboekbetekenis.

Ik heb de woorden die ik niet begreep op papier geschreven en later of op dat moment opgezocht in het woordenboek. Deze heb ik teruggezocht en netjes hieronder geplaatst.
- Blz.5 Plachten niet kunnen vinden in het woordenboek!
- Blz. 5 Entourage betekend omgeving.
- Blz.7 Een pitriet is een dun rietsoort.
- Blz.7 Tule is een doorzichtig weefsel met fijne mazen.
- Blz.7 Gebatikte, batik is een geverfd weefsel waarbij delen die niet met een bepaalde verf behandeld mogen worden met was worden bedekt.
- Blz.7 Slendang is een schouderdoek die om de borst of het hoofd geslagen wordt.
- Blz.14 Heesters zijn struiken.
- Blz.28 Had verstrekkende gevolgen, had ingrijpende gevolgen.
- Blz.64 Karbouwenklokjes, een karbouw is in het woordenboek een tamme buffel!
- Blz.64 Schakeringen zijn kleur en tint verscheidenheden.
- Blz.94 ’Een zweem van een glimlach’ - ‘tekortkomende of hele kleine glimlach’.
- Blz.98 Schrijnend betekend onmenselijk.

Het werkwoord plachten heb ik niet kunnen vinden in het woordenboek, of een andere bron. De internetbron http://www.onzetaal.nl/ geeft aan dat het de meervoudig verleden tijd is van het werkwoord ‘Plegen’.


15. Geef jouw uitgebreide mening over het verhaal in ten minste vijf zinnen.

Het verhaal van Oeroeg heeft mij erg aangesproken. Het verhaal was goed te lezen doordat er weinig moeilijke en voor mij onbekende woorden werden gebruikt, al waren sommige Indische woorden lastig te begrijpen. De beschrijvingen in het boek over de omgeving in Nederlands-Indië zijn prachtig en geven mij een beeld hoe ik de omgeving in dat gebied voor moet stellen. De verhaallijn is simpel te volgen zonder de draad kwijt te raken, maar is vrij neutraal. Daarmee bedoel ik bijvoorbeeld dat schokkende gebeurtenissen als het verlies in het meer of de bedreiging met de revolver aan het eind geen verdrietig gevoel afgaven. Deze zuivere vriendschap liet zich in zijn beginfase niet aantasten door verschil in waarde, dat vind ik een mooi kenmerk van het verhaal. Het is een boek wat zeker het lezen waard is.



16. Geef van elk van de soorten argumenten die jij geleerd hebt twee argumenten voor deze mening om medecursisten te overtuigen.
Voorbeeld/Generalisatie
- Op bladzijde 33 van mijn boek staat het volgende geschreven:
‘Het kwam nooit in mij op te twijfelen aan een volkomen gelijkheid in rechten, waar het Oeroeg en mijzelf betrof.’

De naamloze verteller heeft niet het verschil ervaren tussen hem en Oeroeg, dit heeft Oeroeg zelf dus niet anders ervaren.

- De vriendschap die continu intact bleef raakte mij positief, daarom vind ik het verhaal geweldig.

Oorzaak/Gevolg
- Het beschrijven van de omgeving vanuit de trein zoals op bladzijde 30 van mijn boek wordt gedaan heeft als gevolg gehad dat ik een prachtige omgeving van het toenmalige Nederlands-Indië heb kunnen schetsen.
- De verhaallijn heeft slechts één perspectief. Hierdoor viel het verhaal makkelijk te volgen.

Middel/Doel
- De bedreiging met de revolver aan het eind van het verhaal heeft ertoe geleidt dat ik geen verschil in spanning opmerkte.
- Met het onderstaande citaat uit bladzijde 51 van mijn boek toon ik aan dat de verteller in het begin van het verhaal nog geen onderscheid maakte in positie en de vriendschap puur en zuiver was:
‘Iedereen is anders dan een ander. Ik ben ook anders dan jij. Maar minder of meer zijn door de kleur van je gezicht of door wat je vader is – dat is nonsens. Oeroeg is immers je vriend? Als hij zo is dat hij je vriend kan zijn – hoe kan hij dan ooit minder zijn dan jij, of een ander? ’

Eigenschap/Oordeel
- Het boek is een heuse topper, het heeft me geen seconde verveeld.
- Het boek is het lezen waard omdat het een dun en krachtig boekje is,

Vergelijking/Analogie
- Oeroeg had een getinte huid, de verteller een blanke huid. Daarom was Oeroeg minderwaardig in het verhaal.
- Oeroeg werd op bladzijde 102 vergeleken met een inlander, ofwel het verschil in ras werd naarmate de tijd verstreek duidelijk bij de naamloze verteller.

Autoriteit
- Pieter Steinz heeft dit boek tevreden in zijn boekenkast teruggelegd, het verhaal is dus het lezen waard.
- Laura Starreveld heeft een positieve recensie gepubliceerd over ‘Oeroeg’, het moet dus een mooi boek zijn.



17. Beschrijf vijf personages uit jouw verhaal in termen van verhaalanalytische kenmerken, en geef hun (veranderende) relatie ten opzichte van het hoofdpersonage.
- Naamloze verteller
Blank, geaccepteerd, zuiver

Dit is de hoofdpersoon van het verhaal. De naamloze verteller krijgt het meest te maken met het personage ‘Oeroeg’, hiermee groeit hij op in het verhaal.

- Vader van de verteller
Nauwkeurig, ijverig, racistisch

De band met de hoofdpersoon blijft slecht, hij houdt zich op een afstand maar blijft zich wel bekommeren om zijn studie en zijn vrienden. Oeroeg blijft hij in het hele verhaal afkeuren.

- Moeder van de verteller
Verzorgend, goedaardig, gescheiden

De moeder van de verteller is niet zo racistisch als de vader van de verteller, waarmee een scheiding volgt. Ze vertrekt naar Europa en krijgt daar een nieuwe man. Na het beter leren kennen van deze nieuwe man door de verteller en Oeroeg volgt hiermee een goed contact.

- Lida
Verzorgend, respecterend, ontwikkelend

Lida is een vrouwelijk personage uit het verhaal die in het verloop van het verhaal steeds meer liefde krijgt voor Oeroeg. Uiteindelijk wilt ze voorgoed bij Oeroeg blijven, bijzonder contact met de hoofdpersoon krijgt ze niet in het verhaal.

- Oeroeg
Onschuldig, inheems, ontwikkelend

Oeroeg was de beste vriend van de naamloze verteller. Ze groeiden samen op en merkten steeds meer het verschil tussen elkaar dat door de omgeving werd geconcludeerd. Uiteindelijk groeien ze hierdoor uit elkaar aan het einde van het verhaal.


18. Beschrijf de geïllustreerde omslag, en leg uit hoe deze te maken heeft met jouw verhaal.

Ik heb mijn boek gekregen in de mediatheek van mijn school tijdens de ‘Nederland leest’ campagne. De omslag van mijn boek laat niet zozeer aspecten zien die te linken vallen met het verhaal. Deze omslag laat sneller zien waarvoor de negenenveertigste druk van ‘Oeroeg’ is bedoeld, namelijk een nationale leescampagne.



19. Noem drie open vragen over jouw verhaal, en noteer hierbij het volledige antwoord.

- Waarom twijfelt de naamloze verteller aan het eind van het verhaal of deze zich nog thuis zal voelen in de omgeving waar hij geboren en opgegroeid?
Bij zijn laatste aankomst merkte hij een totaal andere sfeer, mede door politionele acties in het land en de totaal veranderde Oeroeg die hem met een wapen bedreigde. Als blanke vraagt hij zich af of hij geaccepteerd zal worden door de nieuwe hervormingen.

- Waarom kon Oeroeg beter en zelfverzekerder met meisjes omgaan in het verhaal dan de naamloze verteller?
In de cultuur van Oeroeg was een relatie vanzelfsprekender en neutraler dan bij die van de naamloze verteller. Deze zal onder andere door opvoeding een relatie als een wat specialere binding zien waar hij zich nerveuzer om maakt en meer van verwacht.

- Waarom twijfelt de naamloze verteller erover dat de inlander die hem met een wapen bedreigde Oeroeg was?
Oeroeg heeft door opvoeding, omgeving, onwaardigheid en educatie een onderdrukt gevoel gekregen en keurt deze niet goed. Hij wil degene die zijn soort onderdrukt door zijn ras, huidskleur en afkomst aanpakken en respect afdwingen door te eisen behandeld te worden als een gelijke. Hierdoor is hij veranderd, zelf tegenover zijn beste vriend van vroeger, die blank is.


Exacte bronnen:

Vraag 2
http://www.dbnl.org/tekst/salv007ikma01_01/salv007ikma01_01_0002.php
http://www.antiqbook.com/books/speedsearch.php?title=oeroeg
http://nos.nl/artikel/82441-oeroeg-centraal-in-nederland-leest-2009.html
http://www.nrcboeken.nl/nieuws/nederland-leest-oeroeg

Vraag 3
http://www.collegenet.nl/index_mainframe.php?mainframe=http://www.collegenet.nl/studiemateriaal/verslagen.php%3Fverslag_id%3D13058
http://www.verdec.com/hulpje/boekvers/oeroeg.htm
http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=haas013

Vraag 5
http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=haas013 http://vorige.nrc.nl/kunst/article2115312.ece/Met_Nederlands-Indie_zijn_wij_nog_lang_niet_klaar_
http://www.literatuurplein.nl/persdetail.jsp?persId=182
http://www.hellahaasse.nl/boekboek/show/id=90699
http://www.recensieweb.nl/opinie/3067/Te+belachelijk+om+gedrukt+te+worden!+Oeroeg+en+het.html

Vraag 6
http://www.youtube.com/watch?v=bmtX8OrLnso&fmt=18
http://www.youtube.com/watch?v=9aH4yAVWJOw&fmt=18
http://www.youtube.com/watch?v=BOJn_WAvHMo&fmt=18
http://www.youtube.com/watch?v=rmTiKIDBF0w&fmt=18
http://www.youtube.com/watch?v=VPnVo9X4OIc
http://www.youtube.com/watch?v=V_g99eYl_gs

Vraag 14
http://www.onzetaal.nl/advies/plegen.php


Rauwe bronnen
Deze heb ik geopend maar niet verwerkt als een betrouwbare of nuttige bron:
http://www.studentsonly.nl/uittreksels/bv.asp?BvID=67
http://www.scholieren.com/boekverslagen/2818
http://nl.wikipedia.org/wiki/Postmoderne_literatuur#Kenmerken
http://www.scholieren.com/boekverslagen/23132
http://www.genemuidenactueel.nl/index.php?pagina=nieuws&a=6069



Tijdsbesteding

Opdracht 1 en 2: 1 uur
Opdracht 3: 30 minuten > pauze > 77 minuten.
Opdracht 6: Circa drie uur, minder naar gevoel.
Opdracht 14: Ongeveer een half uur.
Opdracht 7 tot en met 13: Ruim acht uur
Opdracht 15 tot en met 19: Drie uur
Opdracht 4 en 5: Anderhalf uur
Bonus: Achterwege gelaten door tijdsgebrek

Tijdsbesteding: ± 17 uur en 30 minuten

REACTIES

R.

R.

Een prima boekverslag, enorm uitgebreid in tegenstelling tot vele andere is deze heel erg nuttig.

Gaat diep in op het boek!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Oeroeg door Hella S. Haasse"