Nooit meer slapen door Willem Frederik Hermans

Beoordeling 6
Foto van een scholier
Boekcover Nooit meer slapen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1518 woorden
  • 2 maart 2001
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 6
14 keer beoordeeld

Boekcover Nooit meer slapen
Shadow

Nooit meer slapen is het meesterlijke verhaal van de jonge geoloog Alfred Issendorf, die in het moerassige noorden van Noorwegen onderzoek wil verrichten om de hypothese van zijn leermeester en promotor Sibbelee te staven. Issendorf is ambitieus: hij hoopt dat hem op deze reis iets groots te wachten staat, dat zijn naam aan een belangrijk wetenschappelijk feit zal wor…

Nooit meer slapen is het meesterlijke verhaal van de jonge geoloog Alfred Issendorf, die in het moerassige noorden van Noorwegen onderzoek wil verrichten om de hypothese van zijn l…

Nooit meer slapen is het meesterlijke verhaal van de jonge geoloog Alfred Issendorf, die in het moerassige noorden van Noorwegen onderzoek wil verrichten om de hypothese van zijn leermeester en promotor Sibbelee te staven. Issendorf is ambitieus: hij hoopt dat hem op deze reis iets groots te wachten staat, dat zijn naam aan een belangrijk wetenschappelijk feit zal worden verbonden. Deze ambitie hangt samen met het verlangen het werk van zijn vader, die door een ongeluk tijdens een onderzoekstocht om het leven kwam, te voltooien. Nooit meer slapen is een grootse roman over grote dromen.

Nooit meer slapen door Willem Frederik Hermans
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Jaar van eerste uitgave: 1966
Alfred Issendorf, een 25 jarige student in de geologie, moet een proefschrift schrijven. Hij wil daarvoor onderzoek doen en bewijzen vinden voor de theorie van de professor van Alfred, Sibbelee. In die theorie wordt beweerd dat de ronde meren in het noorden van Noorwegen niet een gevolg waren van het wegsmelten van achtergebleven brokken ijs, maar door meteorietinslagen. Gedreven door de drang om z’n vaders onvoltooide wetenschappelijke carriere te voltooien, vertrekt hij naar Oslo, waar hij luchtfoto’s zou ophalen bij professor Nummedal. De oude
blinde professor blijkt ze uiteindelijk niet te hebben, en stuurt Alfred naar de Geologische Dienst in Trondheim. Daar is het ook al een zooitje; het gebouw van de Geologische Dienst is nog maar half af, de foto’s liggen nog opgeborgen in dozen, zonder de catalogussen, en Hvalbiff de directeur, wat later walvissenvlees blijkt te betekenen, is niet aanwezig. Dan begint hij maar zonder de foto’s aan de expeditie. Hij gaat daarvoor eerst per vliegtuig naar het hogergelegen Alta, waar hij z’n vriend Arne zou ontmoeten. Hij zou met hem, en nog twee

andere mensen, nl. Mikkelsen en Qvigstad, zwaarbepakt en geteisterd door muggen door Finnmark trekken. Alfred is ongetraind, en is duidelijk de mindere van het gezelschap. Zelfs met de lichtste rugzak heeft hij moeite de groep bij te houden, maar hij houdt zich hard. Op een gegeven moment komt hij ten val, en raakt daarbij gewond. De val die hij maakte was voor hem een ‘repliek’ van de fatale val van zijn vader, ook tijdens een expeditie. Alfred valt een beetje buiten de groep, niet alleen omdat hij het slechtst voorberied is, maar ook omdat hij geen Noors spreekt, wat de andere drie wel eens doen, naast hun gebrekkige Engels. Achterdochtig wordt Alfred wanneer hij
ontdekt dat Mikkelsen luchtfoto’s bekijkt, die HIJ had moeten krijgen van Nummedal. Nummedal had ze geleend bij de Geologische Dienst in Trondheim, van Hvalbiff. Het idee komt bij hem op dat hij ‘ten prooi gevallen is van een samenzwering’. Het zou een wraakneming kunnen zijn van Nummedal op Sibbelee, omdat hij hem ooit eens op een congres tegensprak. Dan zijn Mikkelsen en
Qvigstad er opeens niet meer, verttrokken naar een ander gebied om onderzoek te doen. Arne en Alfred vervolgen hun weg. Onderweg ontstaat een probleem; Alfred beweert dat ze een route moeten volgen die loodrecht staat op de route die volgens Arne zou moeten worden genomen. De twee gaan uit elkaar, en raken
elkaar kwijt. Tot overmaat van ramp raakt Alfred z’n kompas kwijt, en gaat z’n horloge stilstaan. Dan ontdekt hij
dat híj fout zat met de routebepaling. Hij had nl. in het spiegeltje van z’n kompas gekeken. Hij gaat terug naar de
plaats waar ze voor het laatst samen waren, het Kloofdal, in de veronderstelling dat Arne daar op hem zou wachten. Hij vindt Arne, zonder de hulp van zijn kompas (!), maar... “Zijn achterhoofd ligt tegen een steen. Iets dat op gele pudding lijkt, besmeurt de steen. Het zit vol vliegen van een soort die ik nooit eerder heb gezien, grote, blauwe. (...) Verder is zijn gezicht precies zo als ik het gezien heb in zijn slaap: onbegrijpelijk oud en moe, gerimpeld als schors van een eik. Maar dit is geen slapen. Dit is nooit meer slapen.” Arne is dus doodgevallen. Met wat van Arnes persoonlijke bezittingen, gaat Alfred weg. Hij loopt enkele dagen, en komt uiteindelijk aan bij een huisje, waar een Lappenvrouw hem hartelijk ontvangt. Na 24 uur geslapen te hebben, besluit hij z’n weg naar huis te vervolgen. Maar dan ziet hij een gele weerschijn oplaaien in de grijze lucht en hoort een slag als dat van een straaljager die de geluidsmuur doorbreekt. Later staat er in de krant over te lezen dat er misschien wel een meteoriet is ingeslagen, en dat er geologen op af zijn gestuurd om het geval te onderzoeken. De terugreis, na een uitstapje met een vrouw, verloopt voorspoedig. Thuis in Schiphol aangekomen, wachten Eva, z’n zus, en z’n moeder hem op., en zijn trots op hem. Alfred krijgt een
cadeua van z’n moeder. Het zijn twee manchetknopen, gemaakt van een meteoriet, die zijn vader voor hem heel lang geleden had gekocht. Eigenlijk was het voor de promotie, maar hij krijgt het nu al. Alfred zegt tenslotte: “Hier zit ik, in elke hand een manchetknoop. Maar geen enkel bewijs voor de hypothese die ik bewijzen moest.” Structuur
Het verhaal bestaat uit 47 hoofdstukken die zijn verdeeld over 285 bladzijden. Het verhaal wordt chronologisch verteld, met veel flashbacks, o.a. wanneer Alfred terugdenkt aan bijvoorbeeld z’n vader. Voornaamste personages
Alfred Issendorf, 25 jaar, is een jonge, onzekere en bescheiden student in de geologie. Zijn leermeester is professor Sibbelee. Hij is erg ambitieus in het vinden van meteoorkraters. Zijn vader is overleden toen hij 7 was. Hij heeft gewone bergschoenen aan, en af en toe een hoed met een anti-muggennetje. In het loop van het verhaal wordt hij steeds onzekerder, helemaal na het voorval van Mikkelsen en de foto’s. Er heerst een zekere familiedruk op hem: hoewel hij aanvankelijk fluitist wilde worden, heeft hij toch gekozen voor de geoloie, omdat hij de
wetenschappelijke carriere van zijn vader, mede door zijn moeder, wilde afmaken. Verdwaalt snel. Eigenaardige eigenschap is dat hij voetstappen telt die hij maakt. Hij is netjes, laat bijvoorbeeld nooit iets slingeren, en is voorbereid als hij ergens aan begint. Alfred is de hoofdpersoon. Arne is gunt zichzelf niets, hij loopt rond in versleten kleren, slaapt in een versleten tent, en heeft de krakkemikkigste en meest primitieve dingen bij zich. Arne, wat arend betekent in het Noors, is een goede geoloog (maakt mooie tekeningen, en maakte aantekeningen waar iedereen wat aan had). Hij is sterk en praktischer dan Alfred. Alfred kijkt tegen hem op. Arne is een bijfiguur, evenals Mikkelsen en Qvigstad., twee andere

tochtgenoten. Thematiek
Motieven in het verhaal zijn de luchtfoto’s. Herhaaldelijk wordt door Alfred over de foto’s gedacht. Ook z’n vader is een belangrijk motief. Titelverklaring: aan de ene kant het feit dat in Noorwegen ‘s zomers de zon niet ondergaat, waardoor Alfred niet
of nauwelijks kan slapen, en aan de andere kant de dood van Arne, wat men ook wel omschrijft als eeuwige rust (maar Alfred zegt: nooit meer slapen). Thema in dit verhaal is typisch Hermans: niets is wat het lijkt/ niets gaat zoals het hoort te gaan (DE waarheid en DE werkelijkheid bestaan niet). Dit komt talloze keren tot uiting. Het sterkst wanneer de superdure en luxe kompas, Alfred de verkeerde kant op laat gaan, terwijl het kompas van Arne uiteindelijk veel praktischer blijkt te zijn. Ook wel komt dit tot uiting wanneer de sterke ‘onverwoestbare’ Arne overlijdt na een val, terwijl de mindere Alfred het er toch best goed vanaf brengt. Motto (op blz. 5): I do not know what I may appear to the world, but to myself I seem to have been only like a boy playing on the sea-shore, and diverting myself in now and then fiding a smoother pebble
or a prettier shell than ordinary, whilst the great ocean of truth lay all undiscovered before
me. S I R I S A A C N E W T O N
Dit zijn denk ik de gevoelens die Alfred na afloop heeft. Hij wilde beroemd worden door een wetenschappelijke
vondst, maar uiteindelijk is er niks van terecht gekomen. Hij heeft iets geprobeerd, maar het was niet meer dan ‘niets-doen’(kind dat mooie steentjes zoekt), omdat hij een slechte voorbereiding had, en omdat hij maar een jonge en onervaren onderzoeker is. ‘Weinig professionele aanpak’, als een kind. Tijdverloop & ruimtelijke aspecten
Het verhaal is chronologisch verteld, en belevend (t.t.) met af en toe flashbacks, en ‘real-time’ gesprekken. Het lezen van het boek kost zo’n 10 tot 15 uur, en gaat over een periode van vrijdag 15 juni tot september 1962. Vier maanden dus (in de zomer). Het landschap in Finnmark is heuvelachtig, lage begroeiing, veel meertjes, kale keien. Het verhaal speelt zich grotendeels in Finnmark rond de berg Vuorje, Noorwegen af, maar op het eind ook op Schiphol. Verder Oslo, waar Alfred Nummedal opzoekl, Trondheim, waar de Geologische dienst is, Alta, de plek waar hij Arne ontmoet. Stijl
Het is een spannend boek. Vrij serieus, weinig humor, geen ironie en winig distantie, omdat het in de eerste

persoon geschreven is, en vaak persoonlijke gevoelens uit. Perspectief
Het verhaal is belevend geschreven, en men kijkt door de ogen van Alfred. Het is dan ook een onbetrouwbaar perspectief. Men weet niet wat er gebeurt als voor Alfred ‘de wereld om hem heen flitst’. Achteraf blijkt dat ie is gevallen. Genre
Dit boek kunnen we een psychologische roman noemen. Het heeft misschien ook iets weg van een dagboekroman, omdat dit verhaal een reisverslag is. Stroming
Dit boek behoort tot het ‘nihilisme’, een stroming waarin wordt beweerd dat de wereld een chaos is. In het boek is het ook al vanaf de eerste bladzijde een chaos, Nummedal heeft niet de foto’s zoals de afspraak was, Alfred wordt van het kastje naar de muur gestuurd. Hele expeditie loopt heel anders dan verwacht.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Nooit meer slapen door Willem Frederik Hermans"