1. Technische gegevens
Auteursnaam: Marga Minco
Titel: Nagelaten dagen
Ondertitel: - Eerste druk: oktober 1997
Gebruikt: Zesde druk, september 1999
Uitgever: Uitgeverij Prometheus 2. Motto en opdracht Het motto is geschreven in het engels. Het is niet geschreven door Marga Minco maar door Lillian Hellman. Old paint on canvas, as it ages, sometimes becomes transparent. When that happens it is, in some pictures, to see the original lines: A tree will show through a woman’s dress, a child makes way for a dog, A large boat is no longer on an open sea. That is called Pentimento because the painter ‘repented’, changed his mind. Perhaps it would be as well to say that the old conception, Replaced by a later choice, is a way of seeing and then seeing again. That is all I mean about the people in this book. The paint has aged now and I wanted to see what was there for me once,What is there for me now. Het verhaal gaat over oude schilderijen, waarvan de bovenste laag verf transparant is geworden. Het schilderij is dan niet meer hetzelfde. Je kunt er dus iets van maken, maar je weet niet of de schilder dat ook zo bedoeld heeft. Ik denk dat dit heel goed bij het verhaal past. De herinneringen van de ikpersoon zijn in het begin heel vaag. Ze denkt bijvoorbeeld dat ze een fotoalbum heeft gemaakt, maar ze weet niet meer precies wanneer. Op het einde van het verhaal worden er steeds meer herinneringen duidelijk. Er staat ook nog een opdracht in het boek voordat het motto gegeven wordt. De opdracht is: Voor Bettie en Jessica. Ik denk dat Marga Minco dit boek voor hun heeft geschreven. 3. Titelverklaring De titel Nagelaten Dagen heeft iets te maken met de overblijfselen van de Tweede Wereldoorlog. Het gaat over herinneringen van de hoofdpersoon van vroeger. Het gaat ook over de bewariers. Sommige mensen die in de oorlog wilde vluchten of onderduiken, gaven hun kostbare of dierbare spullen af aan mensen die beloofden dat ze die spullen zouden bewaren. De spullen werden dus nagelaten aan mensen van de familie of aan vrienden. Nadat de oorlog was afgelopen wilde de mensen hun spullen ophalen, maar de bewariers, zoals je ze noemt, deden dan net of de spullen van zichzelf waren en hielden de, vaak kostbare, spullen. Ook in dit verhaal komt dat voor. De hoofdpersoon gaat langs bij familie Stelarius om te kijken of ze spullen kan vinden. Maar de kinderen van de familie doen net alsof het allemaal van hun is. Het gaat ook over Marga Minco zelf. Ze moest vroeger alles vergeten, zodat ze met een nieuwe identiteit verder zou kunnen leven. Ze heeft die dagen van vroeger dus achter zich gelaten. En je zou dus kunnen denken dat de hoofdpersoon van het verhaal Marga Minco zelf is.
4. Soort literatuur(genre)
Het boek is een psychologische roman. Je weet niet wie de hoofdpersoon is, maar je komt wel veel te weten over de gevoelens van haar. De herinneringen van haar van vroeger komen steeds meer naar boven.
Je zou het boek ook een oorlogsroman kunnen noemen, want het heeft veel te maken over de joden tijdens en na de Tweede Wereldoorlog en wat er allemaal omheen zit. Een voorbeeld is de bewariër.
5. Structuur
Het boek bevat dus een motto en een opdracht. Het is verder ingedeeld in 17 hoofdstukken die ongeveer allemaal even lang zijn. Elk hoofdstuk heeft ongeveer 6 bladzijden. Maar de hoofdstukken hebben geen titel. Er staat alleen een nummer van welk hoofdstuk het is.
Het boek heeft wel een open einde. Eva ligt in het ziekenhuis en ze weet niet meer wie de hoofdpersoon is. Ze zal dus waarschijnlijk verder herstellen in het ziekenhuis. En de hoofdpersoon keert waarschijnlijk terug naar Nederland na haar bezoek bij Eva. Het verhaal eindigt als de Japanse kom gevallen is. Eva legt de deksel op het nachtkastje en het lijkt alsof de vogel nu eindelijk weg kan vliegen.
6. Samenvatting
De hoofdpersoon in het boek is de ikpersoon, die het verhaal min of meer ook vertelt. De ikpersoon gaat in het begin van het boek brieven lezen, waartussen die van Miriam Weissbach zit. Daar gaat het ineens over hoe zij haar zus had bezocht in de oorlog. Na dit tussenonderwerp gaat het verhaal weer terug naar de originele lijn (zo gaat het heel het boek door). Miriam en de hoofdpersoon ontmoeten elkaar in een café. Miriam heeft toevallig in een tijdschrift een artikel gelezen over de ikpersoon. Door een stamboom na te lopen was ze bij haar aangekomen, en zij wilde de stamboom afmaken, om te beginnen bij Eva. Waarschijnlijk is de ikpersoon toen brieven gaan schrijven naar Eva. Dan gaat het verder bij het bezoek van de ikpersoon aan het huis van de familie Stelerius, de familie waar de ouders van Eva Ruppin hun spullen hebben achtergelaten. De ikpersoon beleeft daar geen fijne tijd. Zo kijkt ze daar eens rond in de huiskamer waar net een vrouw bezig is met het inpakken van de spullen. En wanneer ze een volgende keer terug wil komen, mag dat niet van de kinderen van die vrouw (die vrouw is de zus van de bewoonster).
Hierna gaat de ikpersoon vier dagen op bezoek bij Eva, in Amerika. Dé gebeurtenis in het boek. Het doel van de reis is, wat later zou blijken, het album over de trouwdag van de zus van Eva te zien krijgen. Op de eerste dag ging de ikpersoon vanaf het vliegveld met een busje naar een restaurant. Daar praten ze met elkaar over hoe Eva uit Duitsland is gevlucht. Haar familie ging naar Nederland, en zij ging naar Parijs. Onderduiken, tijdens de oorlog, en dat heeft ze bij boeren gedaan. Eva had de vier dagen van het bezoek van tevoren ingepland. In de eerste drie dagen wilde ze nog niet over het album beginnen, dat moest tenslotte bewaard worden tot de vierde dag. Voor die tijd praatten ze over de oorlog, en over wat waarschijnlijk nog in het huis van de familie Stelerius moest zijn. Op de derde dag laat Eva de foto’s zien, waar de ikpersoon ook een paar keer op staat. Op de vierde dag werd het album op tafel gelegd. Daarin werd de hele trouwdag van de zus van de hoofdpersoon en de schoonzus van Eva beschreven, door de hoofdpersoon. Alleen is dat stuk helemaal uit haar geheugen verdwenen. De ikpersoon vraagt aan Eva of ze het album mee mag nemen naar huis, eerst niet maar later mag het toch wel.
Na dit bezoek aan Amerika schreef de ikpersoon nog een paar keer naar Eva, maar er kwam geen antwoord. Daarom belt ze naar Eva, maar als ze niet opneemt schrijft ze een brief aan Eva’s buurvrouw van. Die vertelt haar dat Eva in het ziekenhuis ligt en door een val, en haar toch al slechte heup gebroken heeft. De ikpersoon heeft intussen het familiestuk waar Eva naar op zoek was weten te bemachtigen. Dan gaat ze op bezoek bij Eva. Eva ligt in het ziekenhuis en herkent haar niet meer. Ze geeft haar de kom, maar die blijkt ze zich ook niet meer te herinneren. Ze laat hem vallen en alleen het deksel blijft heel. Die legt Eva op haar nachtkastje en de blauwe vogel die erop staat, wijst met zijn snavel in de richting van het raam, of hij eindelijk weg kon vliegen.
7. Tijd
De verteltijd: 119 bladzijdes.
De vertelde tijd: ongeveer een half jaar. Maar er zijn vele flitsen naar het verleden.
· Het verhaal speelt zich af in de jaren negentig, maar het verhaal gaat meer over de situatie van de joden tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Er zijn flitsen naar vroeger bijvoorbeeld over de moeder van de hoofdpersoon en het bezoek van de hoofdpersoon in Amerika. Er zijn ook geschreven brieven die verwijzen naar iets wat eerder is gebeurt. Eva Ruppin verteld in een brief over een oude vriend die haar regelmatig bezoekt.
· Het verhaal is dus niet-chronologisch geschreven. Het verhaal speelt zich eigenlijk af tussen 1933 en ongeveer 1990. Ik vond het soms wel erg verwarrend met de flitsen terug naar het verleden en de brieven.
8. Ruimte
Het verhaal speelt zich af op verschillende plaatsen. In Nederland, maar ook in Amerika.
Plaatsen:
- Het huis van Attie Stelarius
- Los Angeles, het huis van eva en het ziekenhuis in LA
- Amsterdam, woonplaats van Marga
- De flashbacks in het verhaal spelen zich af in en na de Tweede wereldoorlog.
- Een café waar de hoofdpersoon en Miriam Wiessbach bij elkaar komen.
De twee belangrijkste plaatsen zijn LA en het huis van Attie Stelarius.
9. Figuren
Round characters
De hoofdpersoon(Marga Minco): Je zou dus kunnen zeggen dat de hoofdpersoon Marga Minco zelf is. Ze is schrijver van joodse afkomst. Ze is samen met haar broer de enige overlevende van de familie. Ze heeft een fotoalbum gemaakt over de bruiloft van haar zus. Omdat ze nu bijna geen familie meer heeft, wil ze meer over haar familie weten. Eva Ruppin: Eva is dus familie van Marga. Ze woont in Los Angeles in een roze huis. Ze houd alles precies bij en heeft een strak schema. Ze heeft ook een schema gemaakt als Marga op bezoek komt. Ze heeft een kapotte heup waardoor ze moeilijk loop en ze geeft lessen Frans aan jonge mensen. Aan het eind van het verhaal raakt ze in de war en ze weet niet meer wie Marga is. Miriam Weissbach: Miriam is een stamboomzoekster uit Jeruzalem. Ze had lichtbruine ogen en grijze sterpen door het haar. Doordat ze toevallig een artikel had gelezen van Marga, brengt ze Marga in contact met Eva. Eva heeft een broer die getrouwd is met de zus van Marga. Flat characters
Attie Stelarius: Ze is een oude vrouw. Vroeger woonde de familie Ruppin naast familie Stelarius. De familie Ruppin liet daar allerlei spullen achter. Marga wil daar nu een kijkje nemen. Attie is erg gastvrij en laat haar door het huis lopen. Bettie: De zus van Marga. Ze is getrouwd met Hans, de broer van Eva. Samen met Hans en zijn moeder woonde ze in Amsterdam op het Wedemerplein. Jetta: Ze is een dochter van Attie. Samen met haar broer Dirk willen ze eigenlijk niet dat er vreemde mensen hun huis rondlopen. Dat deed de hoofdpersoon, maar dat mocht van Attie. Jettie en Dirk waren dus een beetje boos op Attie. Dirk: Hij is de broer van Jetta. Mrs Bennet: Zij is een vriendin van Eva. Ze kent de hoofdpersoon ook en ze schrijven ook brieven naar elkaar. Zij vertelt ook aan de hoofdpersoon dat het niet goed gaat met Eva. Mr Lewis: De neef van Eva. 10. Vertelsituatie Het verhaal is vanuit een ik-perspectief. Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van de hoofdpersoon en daardoor kom je veel van haar te weten. Op het begin is nog niet alles duidelijk, maar later in het verhaal kom je veel over de hoofdpersoon te weten en dan wordt het dus veel duidelijker. 11. Stijl Ik vond het boek soms wel een beetje moeilijk te volgen. Dat komt omdat ik niet altijd begreep wat er op welk moment gebeurde. Er kwamen tussendoor stukjes uit brieven en daarna ging het verhaal weer verder. Het taalgebruik in het boek vond ik niet zo moeilijk, er vrijwel geen moeilijk woorden in. Ik wist wel wat bewariërs waren, want dat hadden we al een keer in de les besproken. 12. Thema De thema van het boek is vooral de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Marga Minco is samen met haar Broer de enige overlevende van de familie. Ze wil meer te weten komen over haar familie en wat er is gebeurd met haar zus Bettie. Een thema is dus ook de zoektocht naar familieleden. Andere thema’s: - Een queeste naar dierbare bezittingen. - Verdriet - Eenzaamheid. 13. Symboliek Ik denk dat in dit verhaal de Japanse kom een symboliek is. Eva denkt dat de kom van haar is, maar het is bewaard gebleven in een ander huis. De hoofdpersoon gaat de vaas ophalen en brengt het mee naar Amerika. Daar laat eva de vaas vallen, maar ze zet hem neer zodat het lijkt alsof de vogel op de vaas nu echt weg kan vliegen. Ook de Blue Devil is een symboliek. De Blue Devil is een naam van een vliegtuig. Toen Eva naar Amerika ging, had haar vliegtuig vertraging. Maar gelukkig was er in een ander vliegtuig, de Blue Devil, een plaatje vrij. Dus ze vloog eerder dan verwacht naar Amerika. Toen ze in Amerika was hoorde ze dat het vliegtuig waar ze eerst in zat, neergestort was. Dus ze heeft dus heel veel gelukt gehad. Sindsdien denkt ze vaak aan de Blue Devil, omdat dat vliegtuig haar leven had gered.
14. Biografische en Bibliografische gegevens:
Biografie:
Marga Minco werd als Sara Menco geboren op 31 maart 1920 in Ginneken; zij groeide op in het nabijgelegen Breda, waarheen de familie was verhuisd.
Haar vader, Salomon Menco, kwam uit een streng joods orthodox gezin. Hij werd vertegenwoordiger; in de joodse kring genoot hij aanzien als parnas (kerkvoogd). De vader was een vroom man, die eraan hechtte dat ook in het gezinsleven de joodse wetten en rituele gebruiken werden gehandhaafd.
De moeder, Grietje van Hoorn uit 't Zand, was opgeleid tot onderwijzeres; zij respecteerde de principes van haar echtgenoot maar had voor zichzelf en in de opvoeding van de kinderen liberaler opvattingen.
Uit het huwelijk worden drie kinderen geboren: David (Dave), Bettie en Sara. Sara wordt door haar moeder Selma genoemd.
Na de lagere school en de Nutsschool voor Meisjes wordt Minco in 1938 aangenomen als leerling journaliste bij de Bredasche Courant. Ze verzorgt daar onder andere de film- en toneelrubriek en publiceert van tijd tot tijd korte schetsjes. Door haar werk maakt ze kennis met Bert Voeten, toen journalist bij het Dagblad van Noord-Brabant.
Onder druk van de NSB leider in Breda wordt Minco de dag na de capitulatie in 1940 ontslagen. Vanwege een lichte vorm van tbc wordt zij kort daarop in een ziekenhuis in Utrecht opgenomen. Later kuurt zij verder in een sanatorium in Amersfoort, waarheen haar ouders verhuisd zijn. De bezetters dwingen de ouders echter zich in Amsterdam in een `jodenwijk' te vestigen. Minco voegt zich daar bij hen. Haar zuster Bettie wordt in mei 1942, kort na haar huwelijk, met haar man opgepakt en gedeporteerd. In april 1943 worden haar ouders gearresteerd. Minco weet te ontkomen. Nadat ook Dave en zijn vrouw Lotte zijn opgepakt, duikt zij onder. Zij leeft onder verschillende namen, o.a. Marga Faes van Hoorn. Aan deze voornaam raakt zij zo gehecht, dat zij die later als schrijfster blijft dragen.
In 1944 komt Marga Minco terecht in een huis aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam. Daar vindt de hereniging met Bert Voeten plaats. In december 1944 wordt hun eerste kind, Bettie geboren. In Amsterdam beleeft Minco de bevrijding. Zij en een broer van haar vader blijken de enige overlevenden van de familie te zijn. In augustus 1945 trouwt zij met Bert Voeten. In 1956 wordt hun tweede dochter, Jessica geboren.
Tussen 1950 en 1954 publiceert Minco korte verhalen en schetsen in het maandblad Mandril, het Haarlems Dagblad en Het Parool. Algemene erkenning vindt Minco met haar eerste boek Het bittere kruid in 1957. In datzelfde jaar krijgt zij de Mutatorprijs voor haar verhaal `Het adres'. In 1958 wordt Het bittere kruid bekroond met de Vijverbergprijs van de Jan Campert Stichting. In 1961 zag de verhalenbundel De andere kant het licht, in 1966 de roman Een leeg huis, en in 1974 Meneer Frits en andere verhalen uit de jaren vijftig. Daarna verscheen van haar de novelle De val (1983) en in 1986 het boekenweekgeschenk De glazen brug. In 1990 verscheen De zon is maar een zeepbel en in 1998 haar meest recente boek door het land.
Bibliografie
1955 De verdwenen ambtsketen televisiespel voor kinderen
1957 Het bittere kruid. Een kleine kroniek roman
1959 De andere kant. Verhalen
1963 Kijk 'ns in de la kinderboek
1965 Het huis hiernaast novelle; in 1966 ingepast in Een leeg huis
1965 Terugkeer novelle
1966 Een leeg huis roman
1968 De trapeze kinderverhalen, met gedichten van Mies Bouhuys
1970 De dag, dat mijn zuster trouwde novelle
1970 De hutkoffer televisiespel
1974 Meneer Frits en andere verhalen uit de vijftiger jaren
1975 Daniël de Barrios televisiespel
1975 Je mag van geluk spreken verhalen
1982 Verzamelde verhalen 1951-1981
1983 De val roman
1986 De glazen brug Boekenweekgeschenk
1991 De zon is maar een zeepbel droomverslagen
1994 De verdwenen bladzij verhalenbundel voor kinderen
1997 Nagelaten dagen roman
1998 Door het land roman
Titel: Nagelaten dagen
Ondertitel: - Eerste druk: oktober 1997
Gebruikt: Zesde druk, september 1999
Uitgever: Uitgeverij Prometheus 2. Motto en opdracht Het motto is geschreven in het engels. Het is niet geschreven door Marga Minco maar door Lillian Hellman. Old paint on canvas, as it ages, sometimes becomes transparent. When that happens it is, in some pictures, to see the original lines: A tree will show through a woman’s dress, a child makes way for a dog, A large boat is no longer on an open sea. That is called Pentimento because the painter ‘repented’, changed his mind. Perhaps it would be as well to say that the old conception, Replaced by a later choice, is a way of seeing and then seeing again. That is all I mean about the people in this book. The paint has aged now and I wanted to see what was there for me once,What is there for me now. Het verhaal gaat over oude schilderijen, waarvan de bovenste laag verf transparant is geworden. Het schilderij is dan niet meer hetzelfde. Je kunt er dus iets van maken, maar je weet niet of de schilder dat ook zo bedoeld heeft. Ik denk dat dit heel goed bij het verhaal past. De herinneringen van de ikpersoon zijn in het begin heel vaag. Ze denkt bijvoorbeeld dat ze een fotoalbum heeft gemaakt, maar ze weet niet meer precies wanneer. Op het einde van het verhaal worden er steeds meer herinneringen duidelijk. Er staat ook nog een opdracht in het boek voordat het motto gegeven wordt. De opdracht is: Voor Bettie en Jessica. Ik denk dat Marga Minco dit boek voor hun heeft geschreven. 3. Titelverklaring De titel Nagelaten Dagen heeft iets te maken met de overblijfselen van de Tweede Wereldoorlog. Het gaat over herinneringen van de hoofdpersoon van vroeger. Het gaat ook over de bewariers. Sommige mensen die in de oorlog wilde vluchten of onderduiken, gaven hun kostbare of dierbare spullen af aan mensen die beloofden dat ze die spullen zouden bewaren. De spullen werden dus nagelaten aan mensen van de familie of aan vrienden. Nadat de oorlog was afgelopen wilde de mensen hun spullen ophalen, maar de bewariers, zoals je ze noemt, deden dan net of de spullen van zichzelf waren en hielden de, vaak kostbare, spullen. Ook in dit verhaal komt dat voor. De hoofdpersoon gaat langs bij familie Stelarius om te kijken of ze spullen kan vinden. Maar de kinderen van de familie doen net alsof het allemaal van hun is. Het gaat ook over Marga Minco zelf. Ze moest vroeger alles vergeten, zodat ze met een nieuwe identiteit verder zou kunnen leven. Ze heeft die dagen van vroeger dus achter zich gelaten. En je zou dus kunnen denken dat de hoofdpersoon van het verhaal Marga Minco zelf is.
De hoofdpersoon(Marga Minco): Je zou dus kunnen zeggen dat de hoofdpersoon Marga Minco zelf is. Ze is schrijver van joodse afkomst. Ze is samen met haar broer de enige overlevende van de familie. Ze heeft een fotoalbum gemaakt over de bruiloft van haar zus. Omdat ze nu bijna geen familie meer heeft, wil ze meer over haar familie weten. Eva Ruppin: Eva is dus familie van Marga. Ze woont in Los Angeles in een roze huis. Ze houd alles precies bij en heeft een strak schema. Ze heeft ook een schema gemaakt als Marga op bezoek komt. Ze heeft een kapotte heup waardoor ze moeilijk loop en ze geeft lessen Frans aan jonge mensen. Aan het eind van het verhaal raakt ze in de war en ze weet niet meer wie Marga is. Miriam Weissbach: Miriam is een stamboomzoekster uit Jeruzalem. Ze had lichtbruine ogen en grijze sterpen door het haar. Doordat ze toevallig een artikel had gelezen van Marga, brengt ze Marga in contact met Eva. Eva heeft een broer die getrouwd is met de zus van Marga. Flat characters
Attie Stelarius: Ze is een oude vrouw. Vroeger woonde de familie Ruppin naast familie Stelarius. De familie Ruppin liet daar allerlei spullen achter. Marga wil daar nu een kijkje nemen. Attie is erg gastvrij en laat haar door het huis lopen. Bettie: De zus van Marga. Ze is getrouwd met Hans, de broer van Eva. Samen met Hans en zijn moeder woonde ze in Amsterdam op het Wedemerplein. Jetta: Ze is een dochter van Attie. Samen met haar broer Dirk willen ze eigenlijk niet dat er vreemde mensen hun huis rondlopen. Dat deed de hoofdpersoon, maar dat mocht van Attie. Jettie en Dirk waren dus een beetje boos op Attie. Dirk: Hij is de broer van Jetta. Mrs Bennet: Zij is een vriendin van Eva. Ze kent de hoofdpersoon ook en ze schrijven ook brieven naar elkaar. Zij vertelt ook aan de hoofdpersoon dat het niet goed gaat met Eva. Mr Lewis: De neef van Eva. 10. Vertelsituatie Het verhaal is vanuit een ik-perspectief. Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van de hoofdpersoon en daardoor kom je veel van haar te weten. Op het begin is nog niet alles duidelijk, maar later in het verhaal kom je veel over de hoofdpersoon te weten en dan wordt het dus veel duidelijker. 11. Stijl Ik vond het boek soms wel een beetje moeilijk te volgen. Dat komt omdat ik niet altijd begreep wat er op welk moment gebeurde. Er kwamen tussendoor stukjes uit brieven en daarna ging het verhaal weer verder. Het taalgebruik in het boek vond ik niet zo moeilijk, er vrijwel geen moeilijk woorden in. Ik wist wel wat bewariërs waren, want dat hadden we al een keer in de les besproken. 12. Thema De thema van het boek is vooral de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Marga Minco is samen met haar Broer de enige overlevende van de familie. Ze wil meer te weten komen over haar familie en wat er is gebeurd met haar zus Bettie. Een thema is dus ook de zoektocht naar familieleden. Andere thema’s: - Een queeste naar dierbare bezittingen. - Verdriet - Eenzaamheid. 13. Symboliek Ik denk dat in dit verhaal de Japanse kom een symboliek is. Eva denkt dat de kom van haar is, maar het is bewaard gebleven in een ander huis. De hoofdpersoon gaat de vaas ophalen en brengt het mee naar Amerika. Daar laat eva de vaas vallen, maar ze zet hem neer zodat het lijkt alsof de vogel op de vaas nu echt weg kan vliegen. Ook de Blue Devil is een symboliek. De Blue Devil is een naam van een vliegtuig. Toen Eva naar Amerika ging, had haar vliegtuig vertraging. Maar gelukkig was er in een ander vliegtuig, de Blue Devil, een plaatje vrij. Dus ze vloog eerder dan verwacht naar Amerika. Toen ze in Amerika was hoorde ze dat het vliegtuig waar ze eerst in zat, neergestort was. Dus ze heeft dus heel veel gelukt gehad. Sindsdien denkt ze vaak aan de Blue Devil, omdat dat vliegtuig haar leven had gered.
1957 Het bittere kruid. Een kleine kroniek roman
1959 De andere kant. Verhalen
1963 Kijk 'ns in de la kinderboek
1965 Het huis hiernaast novelle; in 1966 ingepast in Een leeg huis
1965 Terugkeer novelle
1966 Een leeg huis roman
1968 De trapeze kinderverhalen, met gedichten van Mies Bouhuys
1970 De dag, dat mijn zuster trouwde novelle
1970 De hutkoffer televisiespel
1974 Meneer Frits en andere verhalen uit de vijftiger jaren
1975 Daniël de Barrios televisiespel
1975 Je mag van geluk spreken verhalen
1982 Verzamelde verhalen 1951-1981
1986 De glazen brug Boekenweekgeschenk
1991 De zon is maar een zeepbel droomverslagen
1994 De verdwenen bladzij verhalenbundel voor kinderen
1997 Nagelaten dagen roman
1998 Door het land roman
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
R.
R.
bedankt hé goei werkstuk percies wak nodig had:D
19 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Je hebt me schoolcarriere gered. :D
13 jaar geleden
Antwoorden