hoofdgedachte
Alles wat je meemaakt in je leven blijft hangen en kan nooit meer vergeten worden.
Motieven
De dood
In het levensverhaal van Montyn overlijden erg veel mensen, eerst zijn vriend piet, later hein ook.
Dit is een vaak terugkerend fenomeen waar jan het erg zwaar mee heeft:
“alleen gelaten bekijk ik het kiekje. Piet, lachen. Blond haar in een kuif. Korte broek, afgezwakte kousen, klompen. En opeens, zonder dat ik weet waarom, moet ik denk aan de haartjes op zijn arm. En dan komen er ook tranen, onstuitbaar.
Wanneer ik een week later weer af en toe naar buiten mag, sterk vermagerd, met zwabberende benen, ga ik naar Piets huis. Daar zit ik een uur lang stil in zijn kamertje, waar allen onaangeroerd is gelaten.” (29)
Afsluiting
Jan sluit elke periode in zijn leven resoluut af en kijkt hier dan ook niet meer echt op terug.
“ Ten slotte, na het avondeten, kreeg je een uurtje voor jezelf: sommigen legden een kaartje, anderen schreven een brief naar huis. Ik niet. Weg is weg.” (65)
Oorlog
Dit is denk ik toch het meest terugkerende element in het boek, hetzij niet gewoon het onderwerp van het boek. Het hele verhaal is grotendeels gebaseerd rond de oorlog, mede doordat deze erg veel bepaald heeft in het leven van Jan. Dit citaat van de achterkant van het boek laat dit ook goed zien.
“Hij groeit op in een gereformeerd milieu, vecht in de oorlog aan Duitse kant, ontsnapt een aantal keren aan de dood, sluit zich aan bij het vreemdelingenlegioen, vecht in Korea en belandt in een psychiatrische inrichting. Daarna vestigt hij zich als kunstenaar, maar in Cambodja en Vietnam wordt hij toch weer geconfronteerd met oorlog.” (achterkant)
Ik heb specifiek voor dit citaat gekozen omdat nergens in het boek echt een overzicht wordt gegeven van als deze gebeurtenissen. Dit geeft een beter overzicht van het boek.
Oordeel over de Roman
De Roman Montyn vertelt een prachtig verhaal van Jan Montyn. Het is echter niet een levensverhaal om jaloers op te zijn. Jan verliest veel mensen en heeft het mentaal zelf ook erg zwaar. Wel krijgt hij de hele wereld te zien. Hij komt overal, hij kan alleen maar weinig van de wereld genieten. Veel oorlogen en tegenslagen markeren het grootste deel van zijn leven.
De Roman vind ik toegankelijk geschreven. Het verhaal is voor iedereen te begrijpen. En ook erg interessant. Het is een beetje alsof je een reis maakt tussen alle belangrijke en grote gebeurtenissen in de wereld. De tweede wereldoorlog, de oorlogen in Cambodja en Vietnam. En dan ook nog de oorlog in Korea. Het is een waar geschiedkundig feest.
Ook de liefde komt aan bod in het verhaal. Dit is het grootste lichtpuntje in zijn leven. Eerst in Duitsland in de trainingskampen, later in de psychiatrische inrichting en dan ook nog als kunstenaar. Echter is deze liefde ook een variatie. Eerste een vrouw, dan nog één. Welke stuk voor stuk ook een grote invloed in zijn levensloop hebben. Bij de eerste wordt hij verkracht, later deserteert hij vanwege een andere.
Het boek vind ik erg mooi, het is een van de weinige boeken waarin ik echt meegesleept werd. Het verhaal was erg interessant en mooi geschreven. Doordat het vanuit de ik-persoon geschreven is ontstaat daar nog een extra perspectief waarbij je echt meedenkt en doet met Jan. Soms kan je ook overdenken of jij dezelfde beslissingen zou nemen. Dit maakt het erg goed.
Recensie
De schilder en vooral etser Jan Montyn heeft het soort leven achter de rug waarvan men pleegt te zeggen: je zou er een boek over moeten schrijven. Dirk Ayelt Kooiman heeft dat gedaan, naar aanleiding van 100 uur geluidsband. Het heet "Montyn". Het is hetzelfde verhaal dat uiteraard veel korter, de raadselachtige vreemdeling aan Merkuur vertelt in Kooimans roman "De vertellingen van een verloren dag", en dat een Vrij Nederland-bijlage heeft gevuld. Jan Montyn is grootgebracht in Oudewater, in een steil Calvinistisch milieu. In 1944 neemt hij op 19-jarige leeftijd dienst bij de Duitse Kriegsmarine. Een aantal redenen verklaart deze stap (waarmee Montyn natuurlijk niet is geëxcuseerd maar dat zoekt hij, geloof ik, ook niet).
Allereerst is er de verstikkende kleinburgerlijke sfeer thuis waarin hij het niet meer uithoudt. Zeker niet nadat hij drie maanden in een Weersportkamp in de Oostenrijkse Alpen heeft gezeten. Hij verkeerde toen al enige tijd in kringen van de nazistische jongerenorganisatie Jeugdstorm, door zijn latent homoseksuele geaardheid aangetrokken tot de omgang met jongens. Belangrijk is natuurlijk ook een karaktertrek van Montyn dat hij er niet tegen kan opgesloten te zitten, bijvoorbeeld als te werk gestelde in een fabriek. Door dienst te nemen, omzeilt hij dus ook de gevreesde Arbeidsdienst. Later zal hij, als het even kan, weigeren in schuilkelders te kruipen en tegen het licht van deze claustrofobie neemt zijn langdurig verblijf in loopgraven en scheepsruimten nog grimmiger vormen aan.
Terecht laat Kooiman het boek beginnen met een situatie waarin Montyn opgesloten zit, want zijn vrijheidsdrang is, zij het paradoxaal, de motor van zijn leven. Een andere factor die zijn dienstneming minder verdacht maakt, is de orthodox Calvinistische overtuiging dat je door God over je gestelde overheid moet dienen en gehoorzamen, bezetter of niet. Daar komt nog bij dat vechten tegen de goddeloze Bolsjewieken op zichzelf al gerechtvaardigd was. Ten slotte wijst de aanmelding bij juist de marine op die een jeugdig-romantische hang naar avontuur en wijkende einders. Natuurgebeuren Het effect van dit alles (nog versterkt door de natuurlijke identificatie van lezer met personage), is dat Montyns dienstneming door de lezer als vanzelfsprekend wordt ervaren. Dat hij naar letter en geest een landverrader is, komt nauwelijks bij je op. Goed of fout als politieke categorien, zijn in dit verhaal niet aan de orde. Het is knap en belangwekkend dat Kooiman dit effect heeft weten te bereiken. Het volle licht wordt nu immers geworpen op Montyn als voorbeeld van een mens die verzeild raakt in een "natuurgebeuren" oorlog genaamd. Dat ervaringsniveau is, vermoed ik het enige niveau dat een soldaat, van hoog tot laag, kent: de oorlog als natuurgebeuren waaraan je je niet kunt onttrekken en waarvan je mag hopen dat het ophoudt voordat het jou treft. "Gib mir noch eine kleine Weile Zeit", zoals een maat van Monty Rilke citeert. Vrijwel niemand krijgt die tijd, behalve Montyn. Van de 220 man sterke compagnie die bij de Oder de Russen moet tegenhouden, keren er vijf terug.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden