- hoofdpersoon
Carryis een jong rustig meisje wat een moeilijke jeugd heeft. Ze is absoluut niet gelukkig met haar leven maar gaat wel zo goed als ze kan ermee om. Haar moeder is psychisch erg ziek en Carry wordt door haar daardoor erg beschermd opgevoed. Haar moeder verbiedt haar dan ook om spullen en eten te gebruiken van anderen (smetvrees) en wanneer Carry het toch doet, gaat haar moeder alles onmiddellijk ontsmetten.
Ze zit op een basisschool en wordt vooral door haar vader behandelt als een jongen en wordt zelfs verliefd op een meisje. Daardoor doet ze ook vaak een jongen na en vanwege het jongensachtige gedrag houdt haar vader meer van haar.
Carry is ook erg onzeker en neemt alles aan wat haar moeder zegt; dus ook (kleine) beschuldigingen die ze dagelijks hoort van haar moeder. Ze wil haar moeder het beste geven en probeert niet overbelast te zijn. Toch is ze soms bang voor haar moeder vanwege haar uitbarstingen. Ook door de verboden omgang met mensen (door haar moeder) kan ze moeilijk vrienden maken en de vriendinnen die ze heeft, worden door haar moeder ook afgekeurd, omdat ze niet 'hetzelfde' zijn als hen.
“ Er werd aangebeld. Ik wilde naar de deur rennen , het was vast Ada die met me wilde spelen, maar mama greep me bij mijn arm. ‘ Denk erom dat je geen kinderen binnenlaat’. Ik had gelijk, het was Ada. ‘ Kom je spelen?’ vroeg ze. Ik knikte. Ik had alleen een probleem. Als ik mijn jas pakte, liep Ada vast achter me aan. En ik mocht ook niet zonder jas naar buiten .
- Elsje
Elsje is een rustig, verlegen en een pienter meisje. Ze is de twee jaar oudere zus van Carry en houdt heel erg van muziek. Ze heeft het talent om de blokfluit en de piano mooi te spelen. In tegenstelling tot Carry, wordt Elsje seksueel misbruikt door haar vader, waardoor ze zich niet vaak op haar gemak voelt. Carry vermoedt dit al, maar spreekt er nooit over. De band tussen de twee zusjes is als vriendinnen en ze maken nooit ruzie. Elsje is ook een gesloten meisje; ze sluit zich heel erg af voor de buitenwereld en problemen.
- Moeder
De moeder van Carry is heel erg netjes en precies en heeft smetvrees. Ze vindt dat ze een oneerlijke leven leidt en vindt het vermoeiend om steeds voor haar kinderen en man te verzorgen, maar wilt wel haar kinderen een beter leefomstandigheid geven. Ze is ook egoïstisch, verbitterd en eenzaam, wat haar sneller boos en chagrijnig maakt. Ze geeft andere snel de schuld van haar daden. Ze is heel voorzichtig om met andere mensen om te gaan en legt nauwelijks geen banden met mensen. Daardoor voedt ze ook haar dochters streng op. Het is lastig te zeggen wat ze is tegenover de rest van de familie: soms een tegenstander dan een moeder.
- Vader
De vader van Carry is niet veel thuis, want hij werkt bijna altijd hard dag en nacht in zijn atelier voor kleren maken. Hij noemt de hoofdpersoon een jongen, omdat hij veel liever een zoon had gehad. Hij is ontrouw voor zijn vrouw en dat is ook nog een reden dat hij vaak in zijn atelier zit. Verder is hij onbetrouwbaar en ingewikkeld, gaat continue vreemd en heeft een van zijn dochters een aantal keren seksueel geïntimideerd. Hij en de moeder van Carry houden niet meer van elkaar al sinds een tijd en beiden leven daardoor ongelukkig.
Titelverklaring
Moederkruid is origineel een samengestelde plant met gele bloemen. Het kleur geel is het symbool die hoort bij wijsheid, levenswarmte en bescherming. Verder is het ook een veilige en koesterende kleur.
Boodschap
Ten eerste (staat overigens ook achter op het boek) laat Carry Slee ons zien door de ogen van een kind wat er gebeurt als angst te groot wordt om te dragen in de pijn en de tragiek van opgroeien in veiligheid.
Ten tweede kan het verhaal je laten zien dat je ruzies moet uitpraten en je eigen problemen wel vertellen aan anderen (familie) zodat je ze er niet later, wanneer ze er toch achter komen, ervan schrikken.
Figuren
De relatie tussen kind en ouder is niet te omschrijven! Doordat de moeder depressief, smetvrees heeft en een obsessieve perfectionist is, verbied zij haar kinderen van allerlei dingen. Daarbij is de band met de vader eveneens ook niet geweldig; een vader dat liever een zoon had gehad en zijn dochter als een jongen behandelt: dus ergens in hem accepteert hij zijn dochter niet.
Het boek is aan de andere kant ook heel shockerend en onverwacht, bijv. met de negatieve karakter en houding van de moeder en de ingewikkelde vader dat ontrouw is en zijn kinderen misbruikt.
Tijd, ruimte, taal
In het verhaal komen er een aantal flashbacks in voor. Die maken het verhaal naar mijn mening begrijpelijker en ontroerender. Alles wat de hoofdpersoon en haar zusje meemaken is duidelijk geen pretje. Het verhaal wordt sowieso vertelt op een manier dat ernaar teruggekeken wordt. Het enige wat je niet weet is in welke tijd het verhaal precies afspeelt: het verhaal speelt tenminste wel ergens af in de 20e eeuw.
Het grootste deel speelt zich af in en rondom het huis waar het gezin woont. Doordat de moeder het nergens 'goed' genoeg vindt en smetvrees heeft komt de hoofdpersoon niet veel naar buiten, maar gaat nog wel naar school en de zondagsschool.
Thema
Het thema in dit verhaal is de wereld door de ogen van een kind. Verder ook het gezin, met name de (slechte) relatie tussen de ouders en kinderen. Het boek is door zijn tragische gebeurtenissen heel mooi, ontroerend en boeiend, grotendeels omdat het overtuigend is geschreven. Verder was het ook leerzaam, Dit boek laat ons duidelijk zien wat Carry Slee ons wilt brengen, namelijk wat er gebeurt met een kind en hoe hij de wereld ziet als hij in een omgeving van onzekerheid en angst leeft.
Inhoud
Het verhaal is erg realistisch, je leest ook duidelijk de gebeurtenissen door Carry's ogen. Carry Slee schrijft heel mooi gedetailleerd over elke gebeurtenis en besteedt veel aandacht aan de ruimte, waardoor je altijd een volledig beeld van die gebeurtenissen krijgt.
De samenvatting
Het boek is geschreven in drie delen. Het eerste deel is een inleiding op het verhaal, het vertelt hoe de ouders van het meisje en haar zusje bij elkaar kwamen. Hun moeder is nog maar 17 als ze in het naai-atelier van de vader van de meisjes komt te werken. Haar baas wordt verliefd op haar en verlaat zijn vrouw. Ze trouwen en krijgen een dochter; Elsje. Twee jaar later krijgen ze alweer een dochter, Carry.
In het tweede deel hebben de hoofdpersoon en haar zusje het moeilijk. Dit komt vooral door hun ouders. De vader van het meisje ziet het meisje als zijn zoon, omdat hij (overigens ook de moeder) liever een zoon had gehad. Daarom behandelt hij Carry ook als een jongen; hij leert haar voetballen en gaat zelfs samen met haar onder douche.
Ze zijn net met het hele gezin verhuisd naar een achterbuurt, omdat de zaak van hun vader (een kleermakersatelier) failliet is gegaan. Volgens hun moeder horen ze niet in deze buurt thuis en daarom mogen ze niet buiten spelen. De school van 5 minuten lopen is niet goed genoeg, volgens haar en de meisjes moeten dan ook naar een school die ver uit de buurt ligt, het is een halfuur lopen en hun moeder brengt ze, want ze mogen niet alleen. Ook zijn de meeste winkels in de buurt niet goed genoeg.
Na een tijdje blijkt dat ze voorlopig niet weg zullen komen uit de buurt, en mogen de twee zusjes wel buiten en bij hun vriendinnetjes gaan spelen. Er wordt door hun moeder alleen verboden om iets te eten als ze bij iemand thuis zijn of zelfs maar op de wc-bril te gaan zitten. Carry gaat voor het eerst bij haar vriendinnetje om de wc-bril zitten. Als haar moeder er achter komt, begint ze direct van alles ontsmetten.
De relatie tussen de beide ouders wordt nog erger. Als na een tijdje ook nog eens de deurwaarder voor de deur staat omdat de zaak van de vader failliet is gegaan, wordt hun moeder woedend, vooral omdat zij zelf van niets wist. De vader besluit opnieuw te beginnen, en wel in de slaapkamer van het huis. Binnen een maand zit het atelier vol met naaisters, waaronder de vader opnieuw vreemd gaat, wat natuurlijk weer leidt tot allerlei ruzies. Die komen op een hoogtepunt als de Carry, Elsje en hun moeder na het kopen van schoenen hem aantreffen met de betreffende vrouw, Beppie, in de huiskamer, waar het bed dus staat.
Een tijdje later vertelt de vader aan Carry dat hij bij hen weggaat, omdat het zo echt niet langer door kan gaan. Als ze dit aan haar vriendinnetjes vertelt, vinden die het natuurlijk allemaal vervelend voor haar, maar in die buurt gebeurt het veel vaker dat ouders gaan scheiden. Als de vader niet dezelfde dag al weggaat en er zelfs een paar dagen later nog steeds is, krijgt ze ruzie met haar vriendinnen, omdat ze denken dat ze alles verzonnen heeft.
Hier begint deel drie. Een paar jaar later. De zusjes worden midden in de nacht wakker gemaakt door hun vader die hen vertelt dat er iets mis is met hun moeder en dat de dokter niet wil komen. De moeder krijgt steeds een heel eng gevoel in haar hoofd, maar de dokter vindt het overdreven en ze moet maar een aspirientje nemen.
Als de meisjes de volgende dag hun moeder gaan wekken om hen naar school te brengen, vertelt ze hen dat ze maar alleen moet gaan, omdat ze zeer ernstig ziek is. Na een paar dagen is het nog niet over en uiteindelijk krijgt de moeder een verwijsbrief voor de psychiater. De moeder krijgt een drankje van de psychiater die haar rustig houdt.
Als de zusjes thuis komen, wordt het meisje opgewacht door Kitty, een meisje uit de straat dat op een fietsenstalling past en waar ze wat spulletjes verkoopt. Dat deed ze eerst met een vriendin, maar nu die verhuisd is, moet iemand anders haar helpen. Daar heeft ze Carry voor uitgekozen. Maar eigenlijk heeft zij niet zoveel tijd, want ze moet elke woensdagmiddag een nummertje bij de psychiater halen voor haar moeder, toch doet ze het voor zichzelf. Na een paar weken mag ze Kitty ook niet meer helpen, omdat ze verliefd op haar is. Met haar moeder gaat het steeds slechter; ze moet steeds zwaardere medicijnen hebben.
Ondertussen wordt de vader verliefd op het nieuwe benedenbuurmeisje, waardoor moeder haar (niet zo'n aangename) mening geeft over het buurmeisje. Daardoor wordt haar vader zo boos dat hij de moeder van de zusjes begint te bedreigen. Daarom gaat de deur op allerlei manieren van binnenuit op slot en moeten de zusjes zich aan een belcode houden. Als hun moeder op een dag niet opendoet rennen ze naar het atelier van hun vader, dat inmiddels verplaatst is naar de andere kant van de straat. Hij gaat naar binnen een ontdekt dat de moeder een zelfmoordpoging heeft gedaan, ze heeft geprobeerd haar polsen door te snijden. Als ze weer terugkomt heeft ze van de psychiater een urgentieverklaring gekregen om in een andere buurt te gaan wonen, omdat deze buurt haar gek gemaakt heeft, uiteindelijk was haar doel om in haar polsen te snijden een manier om weg te gaan van deze buurt en haar man.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden