Tibbe schrijft stukjes voor de Killendoornse Courant.
Maar in zijn stukjes staat geen nieuws. Meestal gaan ze over katten, omdat Tibbe erg van katten houdt. Tibbe is heel erg verlegen. Hij durft niet naar mensen toe te gaan en iets te vragen. Zijn baas zegt, dat hij stukjes met nieuws moet schrijven, anders is hij zijn baan kwijt. Als hij op de markt op een bankje onder een boom zit, rent er opeens iets voorbij en vliegt de boom in. Mars, een grote hond rent er achter aan. Als de hond weg is, komt een juffrouw, Minoes, uit de boom.
Juffrouw Minoes was eerst een kat. Nu is ze veranderd in een juffrouw. Ze kan met katten praten omdat ze kat is geweest. Ze komt tante Moortje tegen en vraagt of zij een tehuis weet voor haar. Tante Moortje zegt, dat ze maar eens met de Jakkepoes, een zwerfkat, moet gaan praten.

Tibbe woont op een zolderkamer samen met zijn kat Fluf. Als hij de keuken inloopt, omdat hij daar wat hoort, staat juffrouw Minoes in de keuken. Ze is door het dakraam gekropen en rook de resten vis in de vuilniszak. Ze krijgt melk van Tibbe. Ze zegt, dat ze een betrekking zoekt. Ze spint en geeft kopjes, net als een kat. Ze blijft bij Tibbe op zolder slapen in een grote doos.
Ze vertelt Tibbe een nieuwtje dat ze gehoord heeft van Schele Simon, de Siamese kat van meneer Smit. Meneer Smit is over een week 25 jaar hoofdonderwijzer aan de school. Hij hoopte op een jubileumsfeest maar niemand heeft eraan gedacht. Tibbe schrijft een stukje over men. Smit. Nu krijgt Tibbe steeds meer nieuwtjes te horen van Minoes. Minoes praat met allerlei katten uit de buurt zoals de Redactiekat, de Gemeentepoes en de Kerkpoes Eukemeentje. Zo ontstaat de katten - pers - dienst.
Bibi is een meisje uit de buurt en komt vaker bij Tibbe. Ze houdt ook van katten. Hij stelt Minoes voor aan Bibi als zijn secretaresse. Ook mevr. v. Dam, de beneden buurvrouw van Tibbe, maakt kenis met Minoes maar Minoes reageert heel kats op de bont jas van Mevrouw v.Dam.
Als Minoes boodschappen gaat doen, komt de Deodorantkat naar haar toe. Ze vertelt, dat Willem, de kantine jongen van de Deodorant fabriek, ontslagen is, omdat hij altijd te laat kwam. En er zijn plannen om de fabriek uit te breiden. Bij de bakker praat Minoes met Bakkerspoes Leentje. Die vertelt dat het zoontje van de bakker de benzinefles gepakt heeft in de badkamer. Minoes waarschuwt de bakkersvrouw en die is haar dankbaar.
Minoes gaat naar de Jakkepoes die 6 kleintjes heeft gekregen in een oude caravan en die vertelt haar dat haar zuster bij tante Moortje is geweest. Tante Moortje vertelt haar dat de zuster van Minoes nu weet hoe Minoes zo geworden is. Ze heeft gegeten uit een vuilnisbak van het instituut naast hun huis. Haar zuster was ook bijna mens geworden maar dat ging vlug over omdat ze minder had gegeten dan Minoes.
Meneer Smit wil een Vereniging van Dierenvrienden oprichten en vraagt aan meneer Ellemeet of hij voorzitter wil worden. Meneer Ellemeet is de directeur van de deodorantfabriek.
Hij geeft veel aan goede doelen.
De Jakkepoes is kreupel geslagen. Ze was een grote villa binnengeslopen en op tafel over het eten gaan lopen. De man van het huis had de Jakkepoes geslagen met een fles. Ze hadden ook een hond: Mars. Dus het was Meneer Ellemeet. De voorzitter van de Vereniging van Dierenvrienden.
Fluf vertelt Minoes dat de haringman van de markt in het ziekenhuis ligt. Omvergereden met stalletje en al door een auto. Maar niemand weet welke auto. Hij is doorgereden. Minoes vertelt Tibbe dat het Meneer Ellemeet was. De katten hebben het gezien. Dat kan hij niet in de krant zetten, want hij kan het niet bewijzen.
De Deodorantkat heeft gehoord dat Willem weer in de fabriek mag werken. Hij heeft gezien dat meneer Ellemeet de haringman omver reed. Willem mag daarover niets zeggen en daarom mag hij weer komen werken.

De Pompkat (van het pompstation) vertelt Minoes dat Ellemeet bij de garage was met een grote deuk in z’n auto. De baas van de garage kreeg een bankbiljet en mocht er niets over zeggen.
De Monopoolkat hoort hoe meneer en mevrouw Ellemeet ruzie maken. Meneer Ellemeet wil zich niet aangeven omdat hij aardig gevonden wil worden en belangrijk wil zijn . Als het in de krant komt is z’n goede naam kapot.
Mevrouw van Dam gaat naar de oude caravan en vindt daar de 6 jonge katten. Ze neemt ze mee en komt meneer Ellemeet tegen. Ze legt de zak met jonge katjes in z’n auto en vraagt of hij wil zorgen voor onderdak voor de katjes. Want hij is immers de voorzitter van de Vereniging van Dierenvrienden. Minoes en de katten zoeken ondertussen naar de katjes. Later vinden ze de katjes net op tijd in een vuilniszak bij het postkantoor. Ze werden bijna opgehaald door de gemeentereiniging. Minoes neemt ze mee naar de zolder en ze haalt ook de Jakkepoes op.
Tibbe wordt boos als hij alles hoort. Hij besluit om alles in de krant te schrijven. Maar niemand gelooft hem. Meneer Ellemeet is heel boos als hij het leest en eist, dat Tibbe iets aardigs over hem schrijft maar dat doet Tibbe niet. Hij wordt ontslagen. En mevrouw van Dam wil hem de kamer niet langer verhuren.
Dan hebben de katten van Killendoorn een plan. Met z’n allen volgen ze meneer Ellemeet. Overal waar hij loopt, lopen de katten om hem heen. Hij durft ze niet weg te jagen of te schoppen, want de mensen denken dat hij een dierenvriend is.
Als hij denkt, dat niemand het ziet, slaat hij naar de katten met een hondenzweep. ‘s Avonds komen alle katten in zijn tuin en dan schiet Ellemeet met zijn jachtgeweer op de katten. Ze zijn gelukkig net op tijd weg. Dan ziet hij een klein meisje in de tuin. Ze lacht hem uit. Meneer Ellemeet slaat haar.
Meneer Smit houdt een lezing over: de Kat door de Eeuwen heen, en hij vraagt of iedereen komt. Ook Meneer Ellemeet. Minoes en Tibbe gaan ook. Er worden ook dia’s vertoond bij de lezing. Opeens zien ze een dia van de kat van de bakker die een flinke trap krijgt van meneer Ellemeet. De volgende dia is van de kerkpoes die door Ellemeet wordt geslagen met de hondenzweep. Weer een volgende dia is van Ellemeet met een geweer in de hand die schiet op de katten. Tibbe begrijpt dat Bibi die foto’s heeft gemaakt. Dan zien ze de dia waarop Bibi wordt geslagen door Ellemeet. Die foto heeft Minoes gemaakt. Willem uit de kantine heeft het dia-apparaat bediend en meneer Ellemeet is kwaad en ontslaat hem weer. Iedereen is boos op meneer Ellemeet en nu beginnen ze te geloven dat het waar is wat Tibbe over Ellemeet geschreven heeft. Willem durft nu te vertellen dat hij gezien heeft hoe Ellemeet de haringkar omver reed en de monteur van de garage durft te vertellen dat de auto van meneer Ellemeet veel schade had.
Meneer van Dam komt zeggen, dat Tibbe mag blijven wonen en de hoofdredacteur van de krant zegt dat Tibbe weer aan het werk kan.
Minoes is weg en Tibbe en Bibi gaan haar zoeken. Ze gaan zoeken in de Emmalaan waar Minoes woonde toen ze kat was. Daar zien ze een Instituut voor Biochemisch onderzoek. Misschien heeft Minoes hier uit de vuilnisbak gegeten, denkt Tibbe, waardoor ze veranderd is in een juffrouw. Dan zien ze een poes die precies op Minoes lijkt maar dat is haar zuster. Dat weten Tibbe en Bibi niet en zo denken ze dat Minoes weer kat is.
Ondertussen wil de zuster van Minoes dat Minoes een lijster opeet, want dan kan ze genezen en weer kat worden. Maar Minoes wil de vogel geen pijn doen en dan stuurt de zuster haar weg. Minoes vindt, dat ze on–kats deed om die vogel te redden en dat ze daarom geen kat meer is.

Tibbe en Bibi missen Minoes. Ze staan op de markt en kijken naar een grote hond bij een boom. In de boom zit Minoes die bang is voor de hond. Ze zijn blij, dat Minoes er weer is: en dat die kat die ze gezien hadden haar zuster was. Minoes gaat met Tibbe mee naar de zolder en ze vertelt hem, dat ze liever mens is. Misschien gaan Tibbe en Minoes wel trouwen!