Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Minkes tegenbeeld door Caja Cazemier

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
Boekcover Minkes tegenbeeld
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vmbo | 4047 woorden
  • 17 maart 2002
  • 40 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
40 keer beoordeeld

Boekcover Minkes tegenbeeld
Shadow
Minkes tegenbeeld door Caja Cazemier
Shadow
Caja Cazemier Minke’s tegenbeeld
Aantal blz’s: 143

Inhoud van het boek:


Minke heeft vroeger altijd in een stad gewoond en omdat ze vaak last kreeg van astma aanvallen, hebben haar ouders besloten, dat ze naar een eiland zouden gaan verhuizen. Als haar ouders na een paar jaar zeggen, dat Minke een hogere studie moet doen, besluit ze naar de stad terug te keren en bij haar oude buren in te trekken.
De eerste dag op school is Minke heel verlegen en vindt het moeilijk vrienden te maken. Na een paar dagen raakt ze bevriend met een paar mensen, waaronder Evelien, Sjors en Akky. Evelien kende ze niet alleen van school, maar ze was ook nog eens het buurmeisje van waar ze nu verbleef.

Als Minke na een paar dagen, Jeroen tegenkomt, een jongen die haar beste vriend was toen ze nog met haar ouders in de stad woonde, is ze erg verbaasd en rijdt tegen een stilstaande auto op. Ze wil hem niet meer zien, maar ze komt hem weer tegen, als ze met haar vriendenclubje op een terras zit. Als ze hem na een paar weken later tegen komt in de fietsenstalling, probeert hij haar aan te randen. Gelukkig ziet Evelien dit en kan er nog net tussenspringen, terwijl ze ruzie heeft met Minke, omdat ze met Sjors, de jongen waarop Evelien verliefd is, had afgesproken op het eiland.
Als Minke haar vrienden uitnodigt om in de herfstvakantie langs te komen, willen ze dit graag, maar Evelien twijfelt omdat ze ruzie heeft met haar. Gelukkig wordt dit bijgelegd en Minke is trots op haar vriendin, dat ze haar heeft kunnen beschermen.
Als ze tijdens de wandeling op het eiland een vrijend stelletje zien,vlucht Evelien weg. Een paar uur later vindt Minke haar terug en Evelien vertelt wat ze had meegemaakt, toen ze met haar moeder op vakantie was. Ze had een vrijend stelletje gezien, waarbij een meisje zonder dat ze het wilde, betast werd. Het blijkt dat dit Minke was, toen ze vroeger nog met Jeroen omging en dat Jeroen toen meer van haar wilde. Daarom was Minke ook helemaal niet enthousiast, toen ze Jeroen weer zag in de stad. Evelien vindt dat Minke aangifte moet doen, maar ze willen er eerst een feestelijke week van maken.

Opdracht 2:

Dit boek heeft eigenlijk twee hoofdpersonen; Minke en Evelien. Maar ik heb Minke gekozen, omdat daar het meest over vertelt is en dus eigenlijk bekender voor mij is.
Minke is een meisje van vijftien jaar en heeft donkerblonde korte haren. Ze woont doordeweeks bij haar oude buren en in het weekend bij haar ouders op het eiland. Ze heeft geen broertjes of zusjes, dat maakt haar ook niet uit, want ze heeft Jeroen om mee te spelen. Ze interesseert zich voor kunst en knutselen, maar doet niet aan sport. Je leert haar in het boek kennen, als ze twaalf jaar is. Ze zit op een havo school, maar de naam is niet genoemd. Ze is geboren in een stad en daar is geconstateerd dat ze astma heeft. Daarom zijn ze naar het eiland verhuist, omdat ze daar minder last van astma zou hebben. Bij haar in de buurt woonde toen Jeroen, haar beste vriend. Ze speelde altijd met elkaar en hij kwam ook vaak, toen ze verhuisd waren. Maar toen hij veertien werd, veranderde hij erg. Hij wilde opeens meer van Minke en heeft haar daarna op een duin aangerand. Vanaf die tijd heeft Minke hem nooit meer gezien.

Toen Minke klaar was met de mavo, wilden haar ouders graag dat ze naar de stad ging, om daar de havo te doen. Dat heeft haar veel moeite gekost, omdat ze het dan erg zou missen; de duinen, het strand, de stilte, maar ook haar kamer thuis en haar ouders. Ze vond het een raar idee om weer in de stad te wonen. Ze had op het eiland geleerd, de natuur lief te hebben. Ze hield van landschappen en ze gaf zichzelf helemaal voor het milieu. Toch heeft ze het gedaan en is bij haar oude buren in getrokken.
Ze kwam die dag heel verlegen op school en maakte al snel kennis met Akky, die naast haar kwam te zitten. In de pauzes voelde ze zich vaak alleen en ze durfde niet naar Akky en haar vriendenclubje te gaan. Bij het vriendenclubje zat ook Evelien, een erg opgemaakte meid, die Minke herkende. Ze wist, dat zij nu het buurmeisje van haar was en daarom wilde ze graag contact met haar, zodat ze ook thuis wat met haar kon doen. Evelien herkende haar ook, maar waarvan wist ze niet precies. Toen Akky vroeg of ze in de pauze bij haar kwam zitten, deed ze dat en zo kwam ze in contact met Evelien. Ze voelde dat ze erbij hoorde en ze werd steeds opener tegen Evelien. Ze vond, dat de mensen hier in de stad heel anders deden dan op het eiland. Daar waren de kinderen niet zo open en gezellig. Evelien vond dat ze heel stil was, vergeleken bij de anderen op school, want de verteller zei over Minke: “ Hoewel ze Minke aardig vond, kon ze geen hoogte van haar krijgen. Ze was een beetje stil en Evelien bleef met het idee zitten, dat ze haar eerder had gezien en een onrustig gevoel nestelde zich in haar, alsof ze niet echt op haar gemak was bij Minke. Dat begreep ze niet goed, want Minke gaf daar helemaal geen aanleiding toe. Ze maakte eerder de indruk beschermd te willen worden, iemand nodig te hebben die haar bij de hand kon nemen. Minke moest wennen natuurlijk en dat kon ze zich best voorstellen. Als je op zo’n eiland woonde, moest je wel het gevoel hebben dat je je hier in een wereldstad bevond.”( blz 28/29) Dit is het eerste gedachte van Evelien over Minke. Ze vond haar dus aardig, maar voelde zich niet op haar gemak bij haar. Verder vertelde de verteller ook over Minke: “ Gisteren waren ze elkaar in het fietsenhok tegengekomen en waren ze samen naar huis gefietst. Minke reed erg paniekerig, ze remde al kilometers voor een kruispunt en wilde dan nog eerst afstappen voor ze overstak. Ook wilde Minke eerst niet geloven dat hier zes bioscopen waren, wat toch helemaal niet zo veel was. En ze kende niet eens alle namen van de bekende kledingzaken! Sjonge, die meid was echt wat wereldvreemd. In de klas ook, wist ze van Akky, daar stelde ze de ene vraag na de andere en ze deed wat niemand deed: discussiëren met een leraar. Ze was zonder blikken of blozen tegen Tiekstra van geschiedenis ingegaan, omdat ze het niet met hem eens was. Niemand van hen zou zin hebben om met een leraar in discussie te gaan, dat deed je niet als je niet voor fanatiekeling versleten wilde worden.” ( blz 29) Hier merk je, dat Evelien haar heel anders vindt en dat ze merkt dat ze er moet wennen. De kleren die Minke draagt, waren anders dan de meeste kinderen dragen. Dit was een dialoog in het boek met Akky, Evelien, Minke en de verteller; “Minke luisterde, een beetje verbaasd van de een naar de ander kijkend. ‘En jij dan, Minke?’ had Akky gevraagd. ‘Krijg jij kleedgeld?’ ‘Nee,’ antwoordde Minke, ‘mijn moeder betaalt alles wat ik nodig heb. Als ik een nieuwe broek moet kopen, vraag ik haar om geld en dat krijg ik dan ook wel.’ ‘Nooit ruzie daarom?’ vroeg Evelien. ‘Krijg je zo veel?’ Minke bloosde. ‘Ik geloof niet dat het zo veel is. Ik koop nooit zo veel kleren.’ Evelien bekeek kritisch de kleren van Minke. Spijkerbroek en T-shirt, beide merkloos, de hele week had ze in dezelfde soort kleren gelopen. Bovendien maakte ze zich niet op. Dat kostte inderdaad niet zo veel.”( blz 30) en een dialoog met Evelien en Minke “Minke dronk van haar cola en Evelien schoof het schaaltje chips dichter naar haar toe. Toen zei ze: ‘Nee, dat zal wel. Is het niet erg stil, zeg, zo’n eiland? Ik bedoel, je hebt er toch niet zoveel winkels bijvoorbeeld?’ ‘Nee, maar daar geef ik niet zo veel om.’ ‘O. En uitgaan dan, kan dat wel op het eiland?’ ‘We hebben een paar kroegen en een discotheek, maar daar kom ik niet vaak.’ ‘Echt niet?’ Er viel een stilte.”(blz 42) Uit deze stukjes, weet ik wat voor soort kleding Minke draagt. Ze maakt zich ook niet op, want daar geeft ze niet zoveel om en ze gaat ook niet uit. Je merkt ook dat er wat verschillen zijn tussen Minke en Evelien, waaronder de aandacht aan het uiterlijk en het uitgaan.
De verteller schrijft wat Minke denkt, in deze stukjes laat ik zien wat een karaktereigenschap van haar is; dat ze graag vrienden heeft en dat belangrijk vindt: “ Ze vond Evelien aardig, ook al zag ze er truttig uit. Ze wilde Evelien graag aardig vinden, ze wilde graag een vriendin in de buurt hebben.” ( blz 34) en “ De gezichten die naar elkaar en de ruggen die naar Minke gekeerd waren, riepen akelige herinneringen op aan de tijd dat ze nieuw op de basisschool van het eiland kwam. Toen duurde het lang voordat zij, vreemde eend, door de andere kinderen werd geaccepteerd. De hooghartige afwijzing van haar klasgenootjes had veel pijn gedaan. Daarom was ze zenuwachtig geweest voor deze nieuwe school, maar dat zag ernaar uit dat ze hier – nu al! – een plaatsje had veroverd.” ( blz 34) Hieruit blijkt, dat ze het belangrijk vindt, dat ze nu al vrienden heeft. Ze hoeft niet bang te zijn dat haar klasgenootjes haar weer laten vallen.

In het boek merk je ook, dat Minke erg serieus met school bezig is. Daarvan heb ik een stukje uitgekozen: “Akky maakte een hangebaar naar Bouwen waarmee ze de discussie wegveegde en vroeg aan Minke: ‘Zeg, Minke, heb jij Frans gemaakt? Mag ik het van je overschrijvem?’ Minke haalde haar Franse schrift uit haar tas. Akky beon ijverig te pennen, terwijl ze Bouwens rug als tafel gebruikte.”( blz 48) De meeste kinderen bij haar uit de klas zijn niet gewend om al hun huiswerk te maken, maar Minke maakt alles netjes en werkt hard. Ook is mij opgevallen, dat ze tegen haar zin in, zonder het te laten blijken, naar de Cirkel is gegaan, het stamcafé van het vriendenclubje, terwijl ze liever terug naar school wilde. “Wat moest ze nou? Ze had nog nooit gespijbeld. Niet uit braafheid, nee, op zo’n kleine school gebeurde dat gewoon niet, omdat het onmiddellijk opviel als je er niet was. En nu? Ze wilde doen wat de anderen deden, maar opeens bekropen twijfels haar. Haar vrienden hadden zulke andere opvattingen dan zij. Ze vond hen aardig, dat wel, maar de manier waarop ze over school of, zoals nu, over de actie praatten, vond ze oppervlakkig. En dan nog al dat geklets over geld en kleren. Maar verdorie, ze wilde dat niet denken, het maakte haar onzeker.”(blz 51) Hieruit merk je dat ze zich een beetje achtergesteld voelt, omdat zij niet zo over kleren en geld denkt.
Als Minke, Jeroen tegen komt in de Cirkel, is ze niet blij dat hij er is. Ze durft hem niet weg te sturen, omdat ze verlegen is. “En dit zijn jouw vrienden?’ ‘Ja,’ kwam Evelien ertussen, ‘en wij waren met elkaar in gesprek, dus je kunt nu ophoepelen.’ Jeroen keek haar aan. ‘He, niet zo wild, daar hou ik niet van. Maar goed, ik ga al, omdat je het zo lief vraagt.’ Daarna zei hij tegen Minke: ‘Toch fijn dat ik je weer gezien heb.’ Hij draaide zich om en liep terug naar zijn vrienden. ‘Wie was dat?’ vroeg Akky. ‘Ach, een jongen die ik ken… van het eiland. Ik mag hem niet.’ ‘Dat was duidelijk,’ zei Evelien. ‘Dus je bent niet boos dat ik hem heb weggejaagd?’ ‘Nee, juist niet, ik ben daar niet zo goed in.’
( blz 53) Ze durfde dus niet tegen hem te zeggen dat ze hem weg wilde hebben en vertelde ook niet precies, waar ze hem van kende. Ze hield het probleem voor zich.
Minke houdt van knutselen en met haar handen werken. Dit heb ik uit het gesprek als Evelien bij Minke is. “Ja, ik ben graag met mijn handen bezig. Of ik iets nieuws maak of iets ouds herstel, maakt me verder niet uit. In beide gevallen heb ik het idee iets moois te maken en dat vind ik leuk.”(blz 55) Dit zei Minke toen Evelien vroeg of ze vaker iets deed met hout.

Evelien denkt, nadat ze een goed gesprek over “mooie dingen” heeft gehad met Minke, anders over haar, dan dat ze dat deed toen ze haar voor het eerst zag in de kantine. “Evelien dacht terug aan die middag van de staking en ze moest ook denken aan wat al een paar keer op school was gebeurd: als zij de kantine binnenkwam of het schoolplein opliep en ze ging naar haar vrienden toe, dan had ze het gevoel dat Minke zo’n beetje haar plaats had ingenomen. Hetzelfde groepje vrienden, allemaal in klas vier, min Evelien, plus Minke. Minke zat nu naast Akky en alles wat gebeurde, de proefwerken, de lessen, stomme opmerkingen van een leraar, het huiswerk, zij maakte dat nie mee en Minke wel en Akky wel en Bouwen en Sjors en Madelon… En toch kon ze gewoon naast Minke gaan zitten, naar haar lachen en met haar praten. Minke kon er uiteindelijk niets aan doen, ze vond haar wel aardig, ook al deed ze soms zo serieus- en nu helemaal, nu ze wist dat Minke ook van mooie dingen hield. Hé wat ingewikkeld, zo’n vriendin! Maar dat rare gevoel dat Minke in het begin bij haar opriep, was ze gelukkig helemaal kwijt.”
(blz 57) Evelien vindt haar dus erg serieus, maar toch aardig en vindt het heel leuk dat zij ook van mooie dingen houdt. Uit dit stukje krijg ik een beetje het gevoel dat Evelien jaloers op Minke is.
Minke vroeg aan Evelien, wat ze later wilde worden en Evelien vroeg hierna hetzelfde aan haar, waarvan hier de dialoog: “Weet jij het al wel?’ vroeg Evelien. ‘Nee niet precies. Ik zou graag iets creatiefs willen doen, maar wat weet ik niet. Of een technische opleiding, dat lijkt me ook leuk.’ ‘Echt?’ ‘Ja, waarom niet? Ik vind wiskunde en natuurkunde leuke vakken.’ ‘Brr, niks voor mij… Maar…”( blz 66) Hieruit merk je ook, dat er weer een verschil is tussen Minke en Evelien en dat Minke wiskunde en natuurkunde leuke vakken vindt.
Als Minke en Evelien, na een voorstelling nog iets gaan drinken in de kroeg, komen ze Jeroen tegen. Minke vindt hem erg veranderd en als ze weggaan, denkt ze nog even over hem na. “Hij was veranderd. Hij leek in de verste verte niet meer op haar vriendje van toen. Diep van binnen voelde ze de pijn.”(blz 68) Ze vindt het toch erg, dat haar vriendje, waarmee ze vroeger altijd omging, erg veranderd is.
Dit stuk vond ik erg belangrijk en het geeft ook nog iets over Minke weer. “Omdat Minke zo mat reageerde, vroeg ze: ‘He, Minke, wat is er?’ ‘Ik zat nog over Jeroen na te denken, ik ben ervan geschrokken.’ ‘Dat begrijp ik niet, wat kan jou die Jeroen nou schelen? ‘Je zei toch zelf dat je hem niet ziet zitten?’ ‘Vroeger was hij mijn beste vriendje.’ ‘Vroeger?’ ‘Toen ik nog hier woonde.’ ‘En je zei dat je hem van het eiland kende?’ ‘Heb ik dat gezegd?’ ‘Ja.’ ‘O, nou, dat is niet waar, dat wil zeggen, hij woonde naast ons, maar hij kwam wel altijd logeren toen we op het eiland woonden. In ieder geval, we zijn samen opgegroeid. Omdat ik enig kind was, speelde ik altijd met hem. Totdat… Jeroen ineens veranderde. Hij wilde niet meer met me spelen, hij zei… rare dingen over het eiland en daar werd ik boos over. Bovendien… nou ja, we kregen ruzie en daarna heb ik hem niet meer gezien.’ ‘Hij werd verliefd op je.’ ‘Ja, maar dat weet je al en… Jee, Evelien.” ( blz 75) Dit was een stuk met Evelien en Minke. Minke voelde, dat dit gesprek met Evelien haar goed had gedaan. Je merkt ook dat Minke steeds opener tegen Evelien wordt en dat ze steeds meer over Jeroen praat en vertelt.

Toen Minke erachter kwam, dat Jeroen aan de drugs was, werd ze een beetje bang van hem. Dit is een dialoog met Minke en Jeroen, als ze elkaar tegen komen op straat. “Ik ga er nu echt vandoor, Jeroen. Succes op school!’ Zonder zijn reactie af te wachten liep ze door, een beetje bang, haar fiets in de ene, de fruitschaal in de andere hand. Nu net doen of ze hier niet woonde. Minke liep haar huis voorbij.”( blz 79) Je merkt, dat ze een beetje bang van Jeroen is geworden.

Nadat Minke weg was gegaan dacht ze nog over Jeroen na. “Ondanks alles deed het haar pijn dat hij er zo beroerd uitzag. Dit was Jeroen niet meer. Waarom gebruikte hij drugs? Dat was het stomste wat je kon doen! Hij vergooide zijn leven en hij was zo’n… zo’n… eerst was hij zo’n vrolijke jongen, lief, energiek, altijd vol fantastische ideeën.
( blz 80) Ze kon Jeroen dus niet vergeten en vindt het heel erg, dat ze haar oude vriendje nu zo kwijt moet raken.
Op een gegeven moment, denkt Minke dat ze anders is en begint daarover te peinzen. Hiervoor heb ik dit stukje uitgekozen. “Plotseling geërgerd deed Minke de deur weer dicht. Dat je uiterlijk zo belangrijk kon zijn, dat je steeds maar in de spiegel moest kijken en je geverfde gezicht moest bijwerken, zelfs op school, iedere pauze weer. Ze ging wel ergens anders naar de wc. Onderweg naar de winkel overviel haar een gevoeld van onzekerheid. Op een moment als net voelde Minke zich zo duidelijk een buitenstaander en dat rotgevoel wilde ze niet. Moest zij misschien meer aandacht aan haar uiterlijk besteden? Zou ze dan minder het gevoel hebben anders te zijn? Moest ze net als Evelien en Akky gemakkelijker worden, zich aanpassen aan hun plezierige manier van leven? Ineens voelde ze een steek van jaloezie dat Evelien en Akky dat konden: geen gepieker over het milieu, over kernproeven of over burgeroorlogen, geen getob over de toekomst of over wat je allemaal in de krant las. Nee, alleen maar bedenken: wat moet ik aan en welke schoenen passen daarbij en wie dan leeft, wie dan zorgt. (blz 86/87) Hieruit komen nog karaktereigenschappen van Minke naar voren; jaloezie en onzekerheid.
Toen Sjors in het weekend bij Minke langskwam, zonder het te hebben afgesproken, zijn ze naar de duinen geweest en ze hebben veel gepraat. Sjors zei, dat hij Minke lief en mooi vond en probeerde haar te zoenen, maar Minke wilde dit niet. De volgende dag op school, is Evelien boos op haar. Evelien is namelijk verliefd op Sjors en wil dat Minke met haar poten van hem afblijft. Dit is een heel lang stuk ( 6 blz), dus heb ik één ding uitgekozen, wat Minke zei, toen Evelien zo boos op haar was. “Je kunt vertrekken, betekent dit,’ zei Minke bij de geopende deur. ( blz 97)
Deze ruzie werd opgelost, toen Minke bijna aangerand werd door Jeroen in de fietsenstalling, maar gelukkig kon Evelien er nog net tussenspringen. Evelien was nog wel boos, maar ze vond dat ze Minke moest helpen, want ze wilde niet weer het schuldgevoel krijgen, dat ze Minke weer niet hielp. Ze had het namelijk ook op het eiland gezien, 3 jaar geleden, maar toen was ze weggerend. Daar herkende ze Minke van. Ze had haar toen niet geholpen, maar nu wel.
Minke had het vriendenclubje uitgenodigd, om bij haar op bezoek te komen in de herfstvakantie. Toen het zover was, gingen ze wandelen in de duinen en zagen ze een vrijend paartje. Evelien rende weg toen ze dat zag en ze was nergens meer te bekennen. Minke was van plan haar te gaan zoeken en vond haar bij een terras. Ze hebben een hele tijd gepraat en Evelien heeft uitgelegd, waarom ze zo geschrokken was en wegliep. Ze vertelde aan Minke, dat ze drie jaar geleden hier ook op vakantie was en dat ze ook een vrijend paartje zag. Ze zag dat een meisje, zonder dat ze het wilde, vast gepakt en gezoend werd. Ze vertelde, dat ze toen zo was geschrokken en daarom het meisje niet geholpen heeft. Ze moest hier nu weer erg aan denken. Minke en Evelien hebben er de hele tijd over gepraat. Ze kwamen erachter dat Minke dit meisje was, die niet geholpen werd door Evelien. Dit wilde Evelien in de fietsenstalling, toen Minke weer bijna werd aangerand, goed maken. Minke vertelde alles over Jeroen en waarom ze zo bang van hem was.

“Huil maar, alsjeblieft, Minke, huil maar,’ zei Evelien. ‘En toen… hij sloeg me op mijn wang en ging er ineens vandoor… Hij was weg en ik was alleen.’ Ze veegde met de mouw van haar jas langs haar natte gezicht. Ze kreeg het benauwd. Ik heb het nog nooit iemand verteld…’zei ze zacht. ‘Meen je dat? Ik denk dat het goed is, Minke, dat je het vertelt,’ antwoordde Evelien. (blz 134) Dit stuk gaat over Minke, nadat ze alles verteld heeft over Jeroen. Minke vertelt ook dat ze al die tijd met haar probleem heeft rondgelopen.
“Aangifte? Hoe bedoel je?’ ‘Bij de politie. Om wat Jeroen heeft gedaan, toen of vorige week.’ ‘Nee, daar heb ik nooit aan gedacht… Ik weet ook niet of ik dat wel wil.’ ‘Waarom niet?’ ‘Hij was toch ook mijn vriend.’ ‘Maar nu toch niet meer?’ ‘Nee, nu niet meer, maar…’ Ik vind dat je het echt moet doen… van vorige week.’ ‘Vind je dat echt?’ vroeg Minke geschrokken. ‘Ja,’ zei Evelien beslist, ‘het is een misstap, een misdaad. Hij heeft iets gedaan wat niet mag, wat niet kan, hoe moet ik het zeggen? Hij heeft je pijn gedaan, iets kapotgemaakt, je zei het zelf.’ ‘Ik heb een brief van hem gehad, waarin hij zijn excuses maakt.’ Minke trok het papier uit haar spijkerbroek. ‘Hier, lees zelf maar.’ Nadat Evelien het gelezen had, zei ze peinzend: ‘Ik ben blij voor je dat hij spijt heeft, maar ik vind het niet genoeg. Minke, hij heeft het twéé keer gedaan. En over die eerste keer schrijft hij niets.’ ‘Het zal niet weer gebeuren.’ ‘Nee, misschien niet, maar jeetje, Minke, je zit hem te verdedigen!’ ‘Je zult het misschien wel raar vinden,’ zei Minke voorzichtig, ‘maar ik maak me ook zorgen om Jeroen. Hij was mijn beste vriend en als je kijkt naar wat er van hem geworden is…’ ( blz 136/137) Je merkt, dat Minke zelfs nu nog om haar oude vriend geeft. Ze wil hem graag helpen, zelfs na wat hij heeft gedaan. Dit waardeer ik erg van een persoon, omdat ik het belangrijk vind, dat er iemand voor je is als je in de problemen zit. Minke zou dus aangifte doen en alles tegen haar ouders vertellen, maar eerst gaan ze naar de disco!!

In dit boek is Minke erg veranderd; ze is een stille, verlegen, hardwerkende en serieuze meid. Omdat ik zoveel over Minke verteld heb en omdat bijna alles met Evelien te maken heeft, weet je nu ook veel over Evelien. Minke kwam dus van een eiland af, waar ze door veel kinderen niet gewaardeerd werd. Daarom was ze bang, dat het in de stad ook zo zou gaan. Ze was onzeker en heel stil de eerste dagen. Toen ze bij het vriendenclubje hoorde, ging het steeds beter met haar en ze vertelde meer. Minke en Evelien werden hele goede vriendinnen, ook al hadden ze niet veel met elkaar gemeen. Ze vertelden veel tegen elkaar en hadden ook ruzie, maar die werd gelukkig weer opgelost. Ik denk, dat Minke zoveel veranderd is, omdat Evelien haar zoveel verteld heeft en zij haar problemen ook tegen Evelien heeft verteld. Evelien heeft haar bijvoorbeeld duidelijk gemaakt, dat je je helemaal niet hoeft te schamen voor astma.

Opdracht 3:

Stil,
In mijn hoofd
Van hier,
Naar daar

Ik durf niet,
Verlegen,
Ik ken het niet,
Niemand

De schrik,
Oude gedachtes,
Kom ik weer,
Tegen

Het lukt,
De vrienden,
Zo anders,
Onzeker

Het is veranderd,
Hij is veranderd,
Ik durf niet,
Ik wil niet

Verwarring,
Ruzie,
Probleem,
In mezelf

De duinen,
Het fietsenhok,
De schok,
Angst

De verhalen,
Evelien,
En ik,
De vriendschap,
Voor altijd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Minkes tegenbeeld door Caja Cazemier"