Mijn zoute zoen door Gerda van Erkel

Beoordeling 7
Foto van Cees
Boekcover Mijn zoute zoen
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 3355 woorden
  • 13 december 2007
  • 164 keer beoordeeld
Cijfer 7
164 keer beoordeeld

Boekcover Mijn zoute zoen
Shadow
Mijn zoute zoen door Gerda van Erkel
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Gebruikte editie voor het boekverslag
Gebruikte druk: 1e
Verschijningsdatum eerste druk: 2005
Aantal bladzijden: 222
Uitgegeven bij: Davidsfonds/Infodok te Brussel

Beschrijving van de voorkant
Op de overwegend blauwe voorkant staat alleen een ijzeren bed met witte lakens. Daarboven een soort hemels licht. Een mooie hardcover kaft. Op blz. 90 lijkt Nienke de voorplaat te verklaren als ze zegt hoe ze opgebaard wil liggen na haar dood op de rand tussen zon en zee. Die wens komt nog enkele keren terug in het boek.

Aan wie is het boek opgedragen?
In een vrij lange opdracht draagt de schrijfster het boek op aan de patiëntjes die ze een aantal maanden heeft gadegeslagen en voor wie ze grote bewondering heeft gekregen.


Was is de aanleiding voor het schrijven van het boek
Gerda van Erkel geeft als antwoord op die vraag : Aanvankelijk wilde ik een boek schrijven over jongeren die deze keer op een gezonde manier de strijd met hun overgewicht aanbinden. Ik wilde over jongeren schrijven in het Zeepreventorium, een jongen en een meisje die leren om aan zichzelf te werken, ze krijgen zelfvertrouwen, ze vinden voor het eerst vrienden, ze gaan van iemand houden en iemand houdt van hen… Ze worden verliefd. Als je van de liefde leert leven, hoef je de leegte in je lijf niet vol te stoppen met eten… Dat was het opzet. Toen ik vernam dat in het Zeepreventorium ook kinderen verblijven met astma en mucoviscidose… veranderde mijn opzet. Ik liet Kobe, met zijn overgewicht, verliefd worden om Nienke, een mucopatiëntje. Zij is de uitzondering die toch nog jong zal sterven. Niettemin schrikt haar dood hen beiden niet af om voor hun verliefdheid te gaan. Zolang als het kan willen ze alles uit het leven halen, genieten, gelukkig zijn, herinneringen sprokkelen voor later.

Wat voor soort boek is het ?
“Mijn zoute zoen”is een psychologische jeugdroman voor jongens en meisjes van 13 jaar en ouder.

De aangeleverde flaptekst
Kobe en Nienke verblijven allebei in het Zeepreventorium in Den Haan. Maar om heel andere redenen. Kobe vecht tegen overtollige kilo's. Hij is vastbesloten om af te vallen, ook al moet hij daarvoor keihard sporten, doorbijten en afzien. Nienke vecht tegen een heel agressieve vorm van mucoviscidose. Zij wil voluit van iedere dag genieten, ondanks de intensieve en vermoeiende behandelingen. Het verhaal van Kobe en Nienke begint als een wondermooi sprookje. Maar is er tijd genoeg om samen lang en gelukkig te leven?

Titelverklaring
Op haar website vertelt de schrijfster over de titel het volgende: Het zweet van mucopatiënten bevat veel zout. Dat proef je als je hen een zoentje geeft of er een van hen krijgt. Daarom is de koosnaam van jonge patiëntjes ‘Zoute zoentjes’. Maar ‘zout’ verwijst ook naar tranen, naar verdriet. Dat heeft iedereen in het Preventorium wel eens. En er is het zout van je zweet, als je keihard sport. En van de zee, natuurlijk.
En de kus van graag zien, die kennen ze daar ook allemaal. In de eerste plaats Nienke en Kobe, maar ook de anderen, in liefde of in vriendschap.
In ‘Mijn zoute zoen’ gaat het om de combinatie van graag zien en gelukkig zijn – de zoen – eb de keerzijde ervan, het gemis en het verdriet, de dood aan het eind. Maar ondanks het verdriet toch liefhebben. Zolang als het kan.

Op blz. 72 van het boek zegt Nienke zelf tegen Kobe. “Mijn zoute zoen.”


Het boek begint met een motto
Het boek begint met een aantal Franse zinnen uit het boekje “Le petit prince”van Antoine de Saint Exupery. De betekenis van die Franse zinnen verklaart de schrijfster als volgt: “ Het is een sprookje, zoals mijn boek begint als een sprookje. Het heeft ergens ook dezelfde thema's. Zoals de kleine prins alles over heeft voor de roos op zijn planeet, die uniek is omdat hij van haar houdt en voor wie hij zich dan ook verantwoordelijk voelt, zo zijn Nienke en Kobe roos en prins(es) voor elkaar. Maar er is meer. De vos en de kleine prins sluiten vriendschap. Apprivoiser in het Frans: tam maken, zodat je je aan elkaar gaat hechten, zodat je elkaar gaat vertrouwen. Als dat gebeurt, loop je het risico dat je op een dag zult huilen, als er afscheid moet genomen worden. Maar laat dat toekomstig verdriet je niet beletten om vrienden te zijn. Vriendschap is zoals de bron in de woestijn. Vriendschap heeft de kleur van koren. Daarom is het het waard. Dat is ook de filosofie van Nienke en Kobe om er samen voor te gaan, in lief en leed.
De kleine prins weet, zoals Nienke dat beseft, dat hij zal moeten sterven. De kleine prins zal gebeten worden door de gifslang. Nienke heeft haar ziekte Cisse genoemd, naar de slang die haar wurgt met zijn giftige slijmen. Maar dank zij de kleine prins die zonder angst durft te sterven kan ook zij naar dat ultieme moment toegroeien, in het besef dat haar lichaam maar die huid is die ze achterlaat. Haar hart en haar ziel zullen blijven. De herinneringen zullen blijven leven


Hoe is het verhaal opgebouwd?
Het verhaal is opgebouwd uit een aantal hoofdstukken die soms de naam van een dag hebben of een aanduiding “Na de krokusvakantie”. Ook andere titels als “Ups en downs” worden vermeld..
Daarna komen er in elk hoofdstuk steeds drie ik-vertellers aan het woord. Kobe, Nienke en Steffi. De volgorde van die vertellers wijzigt steeds. Alle drie vertellers vertellen in d e o.t.t.
Het verhaal wordt voor het grootste deel verteld in de volgorde van de tijd. (chronologisch)
In het laatste hoofdstuk “Tot de dood ons scheidt” is Opa de ik-verteller. Hij geeft aan dat het de volgende dag zomer wordt (dus 21 juni) Hij beschrijft de laatste momenten van zijn kleindochter.
Gerda van Erkel geeft na het verhaal ook een nawoord en een dankbetuiging. Die laatste is bestemd voor alle mensen die haar geholpen hebben tijdens haar verblijf in het Zeepreventorium.

Wie vertelt het verhaal aan de lezer
Er zijn in elk hoofdstuk steeds drie vertellers in de ikvorm: Kobe, Nienke en Steffi. Kobe is een tienerjongen die aan obesitas lijdt. Nienke heeft de taaislijmziekte die in België anders wordt genoemd. Zij onderhouden vanaf het begin van het boek een liefdesrelatie en Steffie is de derde figuur die hun relatie van een afstandje bekijkt, maar ook een patiënt in het Zeepreventium is. Ook zij lijdt aan obesitas.

Zoals hierboven vermeld: de opa van Nienke vertelt het laatste hoofdstuk.

Tijd van het verhaal
Het begin van het boek speelt op zondag 29 februari. Daarnaast is er sprake van de munteenheid €. Dan moet het verhaal dus na 2002 spelen. Het eerste schrikkeljaar is dan 2004. Het boek is uitgegeven in 2005. Als je naar de kalender kijkt klopt het dat 29 februari in 2004 op een zondag viel.
Het einde van het boek valt op 20 juni 2004 want opa vertelt dat het de volgende dag zomer zal worden. Om zeven uur ’s avonds sterft Nienke.

Plaats van handeling
Het Zeepreventorium in De Haan (België) is de plaats waar het gehele verhaal zich afspeelt.
Daar liggen Kobe en Nienke die beide aan een moeilijke ziekte lijden.

Samenvatting van de inhoud
In het eerste hoofdstuk maken we direct kennis met de drie vertellers in de ikvorm. Kobe, een jongen die aan overgewicht lijdt, ruziet met zijn moeder die niet graag ziet dat hij met een zeer ziek meisje Nienke (lijdend aan taaislijmziekte) verkering heeft. Zijn moeder is jaren geleden door zijn vader verlaten, maar sinds ze een nieuwe vriend (Eddy) heeft, ziet ze er weer beter uit. Eddy is best een aardige kerel.
De 17-jarige Nienke heeft haar ouders in het Zeepreventorium op bezoek:het is zondag 29 februari (2004) Ze heeft nieuwe hoop omdat ze verliefd is op Kobe. Een jongen die ze eerst veel te dik vond maar die later heel aardig tegen haar was. Ook is er Steffi, een meisje dat ook al tegen overgewicht strijdt. Ze is in het begin nors en kamergenoot van Nienke. We zien meteen welke moeilijke behandelingen Nienke moet ondergaan: ze moet het taaie slijm ophoesten om lucht te krijgen. Kobe is erg met haar begaan. Tegelijkertijd denkt hij erover hoe hij zijn kilo’s moet kwijt raken. Wanneer hij bij zijn eigen vader logeert (in het weekend) maakt hij kennis met diens slechte eetgewoonten en komt hij kilo’s aan. Ook Steffi (een mopperkont) worstelt met haar eetprobleem. Ze worden in het Zeepreventorium best streng aangepakt. Opvallend is ook dat de leiders en leidsters pappie en mammie worden genoemd.


Hoewel Nienke zich die dag niet erg lekker voelt gaat ze onder begeleiding samen met Kobe in Oostende winkelen. Ze nemen foto’s in een hokje bij het station. Ze hebben het erg naar hun zin, omdat ze verliefd op elkaar zijn. Nienke is in het tehuis achtergebleven en ergert zich dat ze aan een dansspel moet meedoen. In het weekend gaat Kobe naar zijn moeder en hij mag met Eddy mee naar het voetballen. Eddy is best cool. Hij vraagt aan Kobe wat hij ervan vindt als hij met zijn moeder gaat trouwen. Kobe vindt het best. Nienkes moeder is jarig, maar omdat Nienke flink ziek is geworden, komen ze zelf op bezoek. Ze gaan met zijn drieën naar zee. Regelmatig moeten zowel Nienke als Kobe met één der mammies praten om hun psychische moeilijkheden met hen te bespreken. Eten is een obsessie voor Kobe en Steffi, terwijl juist Nienke maar blijft afvallen. Kobe die nu heel verliefd is op Nienke besluit in het weekend niet naar zijn vader te gaan, omdat hij perse wil afvallen. Hij heeft toch een redelijk sterk karakter door zijn liefde voor Nienke. Hij ziet dat zij veel meer lijdt dan hij. Steffi is door een bezoek aan thuis weer een paar kilo aangekomen:ze komt uit een armer sociaal milieu dan bijvoorbeeld Nienke (haar ouders zijn architect en hebben vrij veel geld) Haar moeder kookt vet eten en haar vader is ook een slappeling.

Nienke is steeds zieker geworden: ze krijgt ook diabetes. Later knapt ze gelukkig weer op en wordt tot haar oplichting ook voor het eerst ongesteld. Omdat ze zo mager is (37 kilo) is dat steeds maar uitgesteld: wat te vergelijken is met anorexiepatiënten. Daarna praat ze met Kobe over de dood en wat er met haar lichaam gedaan moet worden: opgebaard op de grenslijn tussen zee en zon (voorkant boek) en gecremeerd. Ook Kobes vader laat hem nadenken over de dood. Nienke zal het niet lang maken en hij zal keuzes moeten maken. Kobe houdt van Nienke en het maakt hem niet uit wat zijn ouders vinden. Steffi is intussen ook verliefd geworden op leider Tim en ze haalt zich allerlei fantasieën in haar hoofd. Tegen andere meisjes vertelt ze dat een vriendje Wim heeft. Ze scheldt steeds op haar vader die geen kracht kan vinden om af te vallen. Ze probeert ook haar moeder om te vormen: “ga gezonder koken.”. Wanneer ze later in de paasvakantie op een middagje aan zee ziet, dat pappie Tim een vrouw en een kind heeft, wordt ze boos op zichzelf.

Nienke heeft een Duitse kennis Helge uit het Zeepreventorium. Die wordt op een dag binnengebracht en z eis er heel slecht aan toe. Nienke vindt dat Kobe moet kijken om te zien hoe het later met Nienke zal gaan. Opnieuw praat ze met Kobe over de dood. Helge wordt door snel medisch ingrijpen toch voorlopig van de dood gered. Steffi is na haar eenzijdige verliefdheid op Tim de weeg een beetje kwijt. Ze haal zich rare dingen in het hoofd, denkt na over zelfmoord. Ze heeft Nienke ingelicht en het zijn langzamerhand wel vriendinnen geworden. Nienke heeft haar ouders steeds meer verteld over Kobe en hij mag een weekend komen logeren. Eerst zijn er sportwedstrijden in De Haan en Kobe merkt da hij veel meer conditie heeft met wielrennen en zwemmen dan vroeger, juist omdat hij zoveel afgevallen is.
Op het moment dat hij goud wint, wordt Nienkes longinhoud gemeten en die is schrikbarend teruggelopen. De artsen beginnen over een longtransplantatie na te denken. Nienke schrikt en vraagt zich af of ze er slechter aan toe is dan bijvoorbeeld Helge. Dat weekend gaan ze samen naar haar ouders’ huis en ze brengen de nacht door: ze hebben voor de eerste keer seks met elkaar. Dat wordt echter niet beschreven, maar later vertelt Nienke het aan één van de begeleidsters.
Ze is nu vrouw geworden en dat heeft ze altijd gewild. Ze beseft dat ze vrijwel niet aan een transplantatie kan ontkomen maar het risico is aanwezig dat de long ook zal kunnen afstoten en dan heeft ze niet lang meer te leven.
Steffi heeft een nieuw vriendje op het oog: het is een patiënt Warre. Voor hem koopt ze een mooi topje, maar haar lichaam (hoewel ze kilo’s is kwijtgeraakt) is nog niet aan zo’n spectaculair kledingstuk toe. Ze wordt uitgelachen en krijgt een nieuwe dreun. Toch lijkt ze later weer met hem om te gaan, om dan weer opnieuw ruzie te krijgen omdat ze tijdens een weekend thuis weer drie kilo is aangekomen. Maar ze legt de ruzie uit zichzelf bij.

Nienke heeft een besmetting met de MRSA-bacterie opgelopen. Dat is een ernstige zaak en ze moet in het ziekenhuis van Gent worden opgenomen. Ze mag nauwelijks bezoek en het gaat steeds slechter met haar. Ze heeft ookeen gaatje in haar longen. Ze mag nauwelijks bezoek hebben maar Kobe laat zich niet weerhouden. Hij schrikt ervan hoe zwak ze is. Nienke zegt dat hij met Steffi naar de trouwerij van zijn moeder moet gaan. Ook vraagt ze hem te realiseren dat ze thuis mag sterven.

In het laatste hoofdstuk vertelt de opa van Nienke hoe ze thuis in haar bed de laatste momenten meemaakt. Het zal de volgende dag zomer worden, maar Nienke zal het niet meer meemaken net zo min als haar verjaardag op 15 juli. Ze zou achttien jaar worden. Hij houdt haar hand vast tot ze overlijdt. De laatste regels zijn een gedicht. ……
Blijf nog even bij me
En kijk nog even naar mij
Hou me vast, hou me stevig vast
Ik laat je nooit meer los
Blijf nog even bij mij


Waar gaat het boek over ?
Het boek gaat over een liefdesrelatie tussen een jongen die aan obesitas (overgewicht) lijdt en een meisje dat aan de taaislijmziekte lijdt. (mucoviscidose)

Dat is een erfelijke ziekte, die je alleen kunt krijgen als je ouders drager zijn van het zieke gen dat de ziekte veroorzaakt. De symptomen zijn onder andere dat je lichaam erg taaie slijmen aanmaakt. Deze slijmen verstoppen de bronchiën in je longen, zodat je slecht kunt ademen. Je moet je longen poetsen door sporten en ademhalingsoefeningen doen en medicatie. Poetsen betekent: de slijmen losmaken en ophoesten. Deze slijmen verstoppen ook je darmen, zodat je je voedsel maar erg moeilijk verteert. Je haalt er niet voldoende voedingswaarde uit, zodat je niet zo goed groeit en klein en tenger blijft. Om je lichaam te helpen om beter te verteren moet je medicatie bijnemen, bv. Creon. Een andere naam voor mucoviscidose is taaislijmziekte of cystic fibrosis.

De schrijfster heeft zich heel goed voorbereid op het schrijven van het boek: op haar website schrijft ze : “Moeilijk was het niet, maar natuurlijk heb ik me eerst grondig voorbereid: dingen opgezocht op internet, heel wat medische informatie gelezen maar ook getuigenissen van patiënten... Ik heb vooral in het Zeepreventorium zelf veel uitleg gekregen van de arts en de kinesisten. Ik ben ook met mucopatiënten mee naar kine geweest, ik heb met ontroering en ontzag gevolgd hoe zo'n drainage en aërosolbeurt verliep, ik ben mee geweest toen een meisje met muco in de 'cabine' ging om haar longvolume te laten meten. Ik heb lang met haar gepraat... Ik heb ook heel wat opgestoken van de psychologe van het mucoteam, o.a. hoe zo'n ziekteproces verloopt, de ups en downs, het gevecht, ten slotte het (moeten) accepteren. Van haar leerde ik ook veel over de manier waarop gesprekken verlopen tussen patiënten en hun ouders, hoe ze elkaar soms proberen te sparen, maar ook hoe op andere momenten een patiënt, die dagelijks met de ziekte en de dood leeft, ook erg confronterend uit de hoek kan komen. Aan het eind van mijn verblijf daar was het voor mij geen 'onbekende' ziekte meer, en dan is het niet meer zo moeilijk om er over te schrijven. Het moeilijkste is misschien om het in eenvoudige, menselijke woorden te doen.

Kortom, het jeugdboek gaat over:
- de verliefdheid tussen twee jonge mensen (Kobe en Steffi)
- jonge mensen die lijden aan een ernstige ziekte als de taaislijmziekte
- jonge mensen die lijden aan eetstoornissen
- de mentale terugslag die daardoor steeds in hun leven terugkeert
- de erfelijke eigenschappen die ze soms van hun ouders hebben gekregen
- vriendschappen die in moeilijke tijden kunnen ontstaan
- jaloezie tussen de meisjes onderling
- de eerste keer seks hebben (inwijdingsritueel)
- de naderende dood van een jong meisje en de gesprekken daarover


Over de schrijfster
Gerda van Erkel werd op 13 april 1954 geboren in Wilrijk bij Antwerpen. Ze volgde een opleiding secretariaat-moderne talen en werkte als secretaresse. Nu werkt ze als psychotherapeute. Ze schrijft verhalen voor de jeugd en romans voor volwassenen. Voor ze kon schrijven, verzon ze als kind al verhaaltjes voor de poppenkast. Op haar zestiende schreef ze haar eerste jeugdboek. Daarover vertelt ze: "Het was zo stroperig sentimenteel dat hele bladzijden gevlekt waren (mijn tranen op de inkt)"Ik heb het verscheurd."Gerda van Erkel publiceerde sprookjes en verhalen in diverse jeugdbladen. In 1984 kreeg ze de John Flandersprijs voor haar verhaal De grote honger, dat in de serie Vlaamse Filmpjes verscheen.
In 1986 werd Tussen twee oevers bekroond met de prijs voor letterkunde van de provincie Antwerpen. Het is een goed uitgewerkte historische roman over de Tachtigjarige Oorlog in de zestiende eeuw. Hoofdfiguur is de zeventienjarige Johan, die verliefd wordt op Soetkin en door haar betrokken raakt bij de opstand van Willem van Oranje tegen de Spaanse bezetters. Hij werkt als spion en verliest Soetkin uit het oog in het heetst van de strijd. p het einde van het verhaal ziet hij Soetkin weer, maar ze sterft in zijn armen. Het boek klaagt de waanzin en wreedheid van de oorlog aan.


Help, wij verzuipen speelt in onze tijd. Het is een tienerverhaal over een jongen en een meisje die het allebei thuis moeilijk hebben. Samen verzinnen zij een verhaal over omzwervingen op zee in een colafles. Ze gaan helemaal op in hun fantasie en door hun vriendschap en verbeelding wordt het leven draaglijker. Het happy end is wel wat te mooi om waar te zijn.
In Zes maal één is zeven maken zes jongeren als alternatieve straf een avontuurlijke trektocht door de Ardennen. Het boek werd bekroond met de Knokke-Heistprijs.

Leven op de rand stelt jongeren voor die in de marge leven en in een dagcentrum steun en begeleiding zoeken Rimpels en geruis is een verhaal over schuld en boete, praten en zwijgen, onrust en evenwicht. De hoofdfiguren uit de jeugdverhalen Van Gerda van Erkel gaan op zoek naar zichzelf. Door de confrontatie met zichzelf en de anderen leren ze verdraagzaam te zijn en hun verantwoordelijkheid op te nemen."Thema's kies ik niet echt. Ze dringen zich aan me op. Een boek dient zich aan met gerommel in mijn buik: ik schrijf vanuit iets dat me hier en nu emotioneel bezighoudt. Ik vertrek altijd vanuit mijn zintuigen. Ik kan me goed inleven - en nog levendig herinneren - wat er in pubers omgaat. Ik heb enorm veel bewondering voor de moed waarmee ze hun weg zoeken in het leven, met vallen en opstaan. Hoe ze hun evenwicht zoeken tussen 'iemand zijn 'en' erbij horen', hoe ze worstelen met thema's als vrijheid en eigen verantwoordelijkheid, keuzes maken, eenzaamheid en relaties aangaan. Ik denk dat ik daar zinnige dingen over te vertellen heb vanuit mijn levenservaring en vanuit mijn werk als psychotherapeute."

Wat schreef zij nog meer voor de jeugd ?
Tussen twee oevers
Help, wij verzuipen
Nachtvlinders
Zes maal een is zeven
Leven op de rand
Rimpel en geruis
Ik kom je halen
Een dubbel vuurteken
Engel in rood (2003)
Huilen naar de maan
Mijn zoute zoen (2005)
Een rugzak vol (2006)
Winnen (2007)

REACTIES

F.

F.

Iemand die ik ken heeft ook muco, hij eet ook heel weinig en is heel erg mager. Drie keer per week gaat hij naar de kinesist om slijm los te kloppen. Voor ik 'mijn zoute zoen' las wist ik niet dat het zo erg was die ziekte. Ik vond het een prachtig boek en raad het zeker aan.

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Mijn zoute zoen door Gerda van Erkel"

Ook geschreven door Cees