Feitelijke gegevens over het boek
Verschijningsdatum 1e druk: 25 februari 2010
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 230
Uitgeverij: De Bezige Bij
Beschrijving van de cover
Op de voorkant staat de afbeelding van een detail van het schilderij “Destiny” van John Wiliam Waterhouse. Het is een vrouw die uit een schaaltje drinkt.
Genreaanduiding van het boek
Het is een psychologische roman over het zoeken naar liefde en geluk.
De flaptekst Het is het jaar 1987. Het weekend dat de Herald of Free Enterprise zinkt voor de kust van Zeebrugge raken in een welgesteld dorp in de buurt van Gent de levens van twee gezinnen op drift. In een verhaal beheerst door geheimen wisselen vaders en moeders van partner en ontdekken de kinderen elkaar. Meer dan een minnaar is een bitterzoet familieportret en een dramatische zoektocht naar de geheime code van het geluk.
Samenvatting van de inhoud
Deel 1 (blz. 7-91)
Het is 5 maart 1987. Een dag later zal de Harald of Free Interprise in Zeebrugge omslaan. Maar daarvan weten de personages in het eerste hoofdstuk nog niets. Noël Valerius Poppe is een simpele ziel die op de golfbaan van het dorp Sint-Martins Latem (SML) als greenkeeper werkt. Hij woont daar in een eenvoudig huisje dat hij van zijn grootmoeder Mémé Poppe heeft geërfd. Later zijn er puissant rijke mensen komen wonen die het liefst zouden zien dat Poppe zijn huisje zou verkopen. Naast hem woont bijvoorbeeld de therapeut-seksuoloog Ronald met zijn tweede vrouw Elsie. Zijn eigen vrouw Regina is sinds een jaar avondonderwijs gaan volgen. De ware reden is nog niet bekend. Noël is bezeten van dieren en planten. Dat heeft verreweg zijn eerste voorkeur. Regina en Noël hebben een knappe, maar ietwat vreemde zoon August.
2.
Lilly is de zestienjarige dochter van de seksuoloog Rudolf. Ze woont normaal gesproken bij Adèle (haar biologische moeder) die opnieuw getrouwd is met een jonge man Ben, bij wie ze een kind heeft. Lilly kan niet goed met haar opschieten. In het weekend woont ze bij Rudolf en Elsie, maar ook met de laatste kan ze niet overweg. Ze heeft een keer gedaan alsof ze baby liet vallen, terwijl het een steelpan was. Daarna besloot ze een jaar naar Amerika te gaan, maar ook daar kan ze het in het gastgezin niet vinden. Ze besluit dan maar er op los te neuken. Na een tijdje kan ze ook daar niet aarden en wanneer haar vader haar ene keer komt opzoeken, gaat ze met hem en Elsie terug: die heeft net verteld dat ze op haar 44e zwanger geworden is. Lilly rekent uit als ze elke week een man neukte en dat twintig jaar lang door, dat ze dan met de 1040e zal trouwen.
3.
Elsie is acht maanden zwanger, ze heeft een kunstenaarsopleiding en is tegen Rudolf aangelopen. Ze had nooit kunnen denken dat ze zwanger zou raken. Ze is ook wel een beetje jaloers, omdat er allerlei vrouwen hun problemen tegen de seksuoloog komen vertellen en die vertelt nooit wat er tegen hem verteld wordt. Wel vertoont hij duidelijk minder interesse in seks nu ze hoogzwanger is en daar baalt ze behoorlijk van.
4.
August is een bijzondere jongen. Hij is een einzelgänger, zegt zijn moeder. Hij is altijd bezig met meteorieten, Tsjernobyl (net uitgebroken) en zelf raketjes afschieten. Hij heeft Lilly wel eens gezien en hij vindt haar leuk. August praat sinds enige tijd met de vader van Lilly. Die helpt hem als het ware op zijn zoektocht naar zijn bestaan in de wereld. August heeft een geheim dat hij voor zijn moeder moet verbergen, vindt zijn vader. Er was enige tijd geleden een man (junk) voor hun oprijlaan gevonden die de letters Regina in zijn lichaam had getatoeëerd. Dat mag hij niet aan zijn moeder vertellen. Hij heeft het wel gedaan tegen Rudolf.
Deel 2 (blz.95-175)
Op vrijdagmiddag brengt Noël zijn vrouw Regina naar het station. Ze gaat een weekend naar parijs. Hij wil het weekend een kamertje gaan schilderen, haalt verf en bezoekt daarna het graf van zijn vader en zijn verongelukte broer. Vervolgens bezoekt hij zijn moeder en hij gaat ook nog naar een Congolees hoertje. Als hij thuiskomt, is er ook nog buurvrouw Elsie. Ze omhelzen elkaar. Dat is blijkbaar eerder gebeurd, blijkt uit een losse opmerking. Zoon August komt net thuis op dat moment en hij ziet de omhelzing. Ze drinken daarna verder wijn.
2.
De 15-jarige August betrapt Noël en Elsie in een omhelzing. Hij is verbijsterd. Zou Elsies baby soms van zijn vader zijn? Hij gaat daarna bij diverse mensen op bezoek. Maar Lilly slaapt en zijn oma slaapt. De moeder van een vriendje Sam probeert hem te verleiden tot seks. Hij weet daaraan echter te ontkomen en gaat naar huis,waar hij zijn haar afknipt.
3.
Elsie hoort van twee politieagenten dat haar man Rudolf bij de ramp met de veerboot omgekomen is. Ze moet met een dronken Noël naar hem te identificeren. Onderweg spelen herinneringen door haar hoofd. Ze heeft al een jaar eerder iets gehad met Noël, die mentaal misschien wat minder sterk is, maar op het gebied van de lichamelijke liefde zijn mannetje staat. In Zeebrugge is er natuurlijk grote chaos. Ze vlucht weg naar een plek bij de zeedijk en brengt daar plotseling het kind ter wereld. Noël assisteert bij de bevalling. Ze is in een keer weduwe en moeder.
4.
Lilly is alleen thuis. Ze nodigt een vriendje uit om in de sauna van haar ouders te komen ontspannen. Maar die nodigt ook weer een aantal vriendjes uit en de zaak loopt aardig uit de klauw. Lilly vraagt dan hulp aan August en die geeft die hulp. Daarna benaderen ze elkaar ook seksueel. Dan gaat de telefoon. August vertelt haar dat ze een halfbroertje er bij heeft en dat haar vader omgekomen is.
Deel 3 (blz. 179-230)
Regina keert terug van haar uitstapje naar “Parijs.” Maar daarvóór is er het een en ander gebeurd. Ze heeft allerlei bespiegelingen over noodlot en de dood. Ze denkt o.a. aan het gedicht “ De tuinman en de dood” Wanneer ze thuisgekomen is, neemt ze een bad. Noël komt haar vertellen dat Rudolf omgekomen is bij de ramp. Ze doet net alsof ze van geen ramp weet. Noël vindt dat ze naar Elsie moet, maar als ze in het ziekenhuis komt, vertrekt ze weer zonder Elsie te zien. Daarna komt ze weer thuis en ontmoet Lilly. Die wil graag bij hen blijven slapen en dat gebeurt ook. Regina ziet hen ’s avonds tegen de afspraak in bij elkaar in bed liggen.
2.
Regina denkt in dit hoofdstuk terug aan Pasen van het jaar ervoor. (flash back)
Het was slecht weer en een golftoernooi was niet doorgegaan. Rudolf was naar hen toegekomen en ze was geil op hem geworden. Toen hij haar kuste, had Lilly dat gezien. Ook Elsie komt kijken en ze bekent dat ze Noël kent van vroeger. Ze heeft al in het dorp gewoond.
Rudolf valt tijdens het bezoek dronken van de trap en hij heeft een wond aan zijn hoofd. Ze brengt hem naar het ziekenhuis. Daarna komen ze thuis en zien dat ook Noël en Elsie elkaar hebben “gevonden.”In de maanden daarna zien Regina en Rudolf elkaar vaker. Noël verdwijnt meer en meer op de achtergrond. Op een dag vraagt Rudolf haar mee naar een congres in Londen. Regina doet het en verzint een reis naar parijs. Rudolf haalt haar van de trein. Maar het noodlot slaat toe: Rudolf verdrinkt bij de ramp en Regina wordt gered. Ze besluit eerst naar Parijs te gaan en te doen alsof er niets gebeurd is.
Ze gaat naar het mortuarium waar hij ligt opgebaard en knoopt hem de sjaal om die ze voor Nöel in gedachten had en in Parijs gekocht had. Daarna gaat ze weer naar huis en vraagt zich af hoe een vrouw wordt genoemd die een minnaar verliest. Eigenlijk vindt ze dat hij “meer dan een minnaar was.”(blz. 218)
3.
Regina gaat op woensdag naar de begrafenis. Ook Elsie is er, die het kindje bij zich heeft
Regina praat met haar. In de dienst begint de baby te huilen en Noël loopt er mee naar buiten. Regina denkt dat hij ooit zal geloven dat de baby van hem is, net zoals hij ooit heeft geloofd dat August van hem was. Er zijn enkele toespraken en de moeder van Noël komt naast haar lopen. Ze vindt dat ze de waarheid eens moet zeggen tegen Noël. Opnieuw beleeft Regina de ramp waaraan ze ontsnapt is. Ze was altijd op de vader van August blijven wachten, maar hij was nooit naar haar teruggekeerd. Ze wil ontsnappen aan de benauwde sfeer van het dorp. Ze gaat een eindje rijden en Lilly en August willen met haar mee. Regina sombert, maar August en Lilly beuren haar op.
Ze willen een nieuw leven beginnen.
Titelverklaring
Op blz. 218 vraagt Regina zich af hoe ene vrouw wordt genoemd die een minnaar verliest. Tinkel(Rudolf) was haar minnaar . Tinkel was veel meer dan dat. “ Hij is niet allen een seksuele minnaar: hij stimuleert haar ook tot zelfontplooiing. Ze gaat immers na zijn
belangstelling voor haar weer naar school.
Structuur
Er zijn drie ongetitelde delen.
Elk deel is onderverdeeld in een aantal genummerde hoofdstukken. Deel 1 in 4, deel 2 in 4 en deel 3 in 3 hoofdstukken. In totaal zijn er dus 11 hoofdstukken met wisselend perspectief.
In het eerste deel wisselen Noël, Lizzy, Elsie en August elkaar af. Dat gebeurt in chronologische volgorde.
In deel 2 vertellen achtereenvolgens Nöel, August, Elsie en Lilly.
In deel 3 is het voornamelijk Regina die vertelt wat er gebeurd is met Rudolf.
Perspectief
Het perspectief wisselt in deze roman per hoofdstuk. Er wordt verteld in de hij-vorm. Dat lijkt in principe van binnenuit het personage te gebeuren, waardoor er een personale vertelwijze zou ontstaan. Maar je voelt toch ook een impliciet alwetende verteller boven het verhaal zweven, die in zijn woordkeus laat zien dat hij de boel overziet. Dat perspectief is hier functioneel, omdat de personages stukje bij beetje informatie over elkaar loslaten en dat wordt dus een spel van spannende vooruitwijzingen voor de lezer.
Maar helemaal aan het einde wordt het perspectief op zijn kop gezet, doordat August in de ik-vorm vertelt dat ze met zijn drieën (Regina, Lilly en hij) op het punt staan om een nieuw leven te beginnen. Dat is op zich een vreemde verteltruc in deze roman, omdat in het gehele verhaal geen enkele keer een ik-figuur aan de orde komt. Maar dan blijkt toch dat August de werkelijke verteller is. Dat is een heel goede verteltruc, wanneer je d etechniek van het schrijven goed beheerst. dat doet Oscar van den Boogaard zeker.
De tijdlagen van het verhaal
Het verhaal begint op vrijdag 5 maart 1987 en eindigt op de woensdag erna wanneer Rudolf als slachtoffer van de ramp wordt begraven. Het verhaal kent wel enige flashbacks:
- De kennismaking tussen Rudolf en Elsie
- Het jaartje Amerika van Lilly
- De paasgeschiedenis waarbij de buurparen nieuwe relaties opdoen (1986)
- In het laatste deel vertelt Regina achteraf over de ramp met de veerboot: ze doet dat tijdens de begrafenis
Het decor van de handeling
Het decor is het kleine Belgische plaatste SML Sint-Martens-Latem. Daar wonen alle hoofdpersonages, bovendien naast elkaar in de buurt van een groot golfterrein, waar Noël de greenkeeper is. Er is ook sprake van een sociaal decor: de rijke seksuoloog tegenover de arme golfkeeper. Het aardige is dat de twee families op drie manieren met elkaar worden verbonden. Rudolf en Regina, Noël en Elsie en ook de jonge generatie Lilly en August ziet het met elkaar wel zitten. Verder is er natuurlijk het benauwende dorp Sint-Martens-Latem, waarvan de bewoners religieus zijn, maar toch af en toe hun zondoge gedachten en daden hebben (hoerenbezoek bijvoorbeeld)
Uitgewerkte thematiek
Oscar van den Boogaard keert met zijn nieuwe roman terug naar de thema’s van eerder werk als in “Liefdesdood.” Het noodlot slaat opnieuw toe in een klein Vlaams dorp. Een van de beroemde inwoners Rudolf de seksuoloog die het stiekem buiten de spreekuren ook met de door hem begeleide vrouwen doet (niet expliciet maar impliciet vermeld) komt om bij een scheepsramp van de Herald of Free Enterprise. Hij wilde zo’n leuke tocht met zijn minnares (of misschien meer dan een minnares) maken. Maar hij komt daarbij om het leven, terwijl zijn minnares gered wordt. Tegelijkertijd brengt zijn tweede vrouw de kleine Rudolf ter wereld, waarvan de lezer zich toch ook zal afvragen of niet de simpele maar viriele Noël zich niet na de paasdagen van het jaar ervoor zijn zaad ter beschikking heeft gesteld. Hij helpt in ieder geval bij de bevalling van de kleine. Er wordt wat vreemd gegaan in het kleine Vlaamse dorp.
De kinderen zijn er bovendien getuige van dat hun ouders zich niet helemaal volgens de normale wetten gedragen. Lilly ziet de omhelzing tussen Rudolf en Regina en August is getuige van de kussen tussen Noël en Elsie. Daartegenover staat dat Regina weer deelgenoot is van de hereniging tussen Lilly en August. Lilly is voor haar leeftijd een op seks beluste feeks die zich heeft voorgenomen minstens elke week een jongen/man te neuken en dan over twintig jaar met de 1040e te trouwen. Maar eigenlijk zijn ze allemaal op zoek naar het levensgeluk. Noël kan zijn bevrediging vinden in de natuur met planten en dieren (hij begint met een merel op te rapen en hij is greenkeeper op de golfbaan) Wanneer Regina naar Parijs gaat, zoekt hij zijn geluk bij een zwart hoertje. Regina heeft weer zin in studeren gekregen , nadat ze een jaar voor de fatale gebeurtenis kennis heeft gemaakt met de belangstelling van Rudolf. Elsie is op haar 44e zwanger ( van Noël of van Rudolf?) en ziet die levenswens in vervulling gaan. Waar Rudolf met de vrouw van de gynaecoloog fratsen kan uithalen, kijkt de gynaecoloog elke week weer tussen haar benen. Spiegelingen alom in het boek, misschien zelfs wel wat te veel.
Aan het einde van de roman (wanneer dood en geboorte elkaar als overduidelijke einden van een symbolisch verhaal hebben gevonden) gloort er hoop voor een nieuwe start in het leven. Regina, Lilly en August lijken elkaar gevonden te hebben, evenals Noël, Elsie en de Kleine Rudolf. Kerstmis en Pasen worden in een fragment aan elkaar verbonden.
Want in het verhaal zit ook de paassymboliek: het feest van de wederopstanding. Juist op dat moment, een jaar voor de ramp, komt er nieuw leven in het verhaal: de ontluikende liefdes van Elsie en Regina. Op blz. 200. Pasen vorig jaar. De verrijzenis van een doodgewaand verlangen.”
De symboliek van Pasen wordt enkele keren doorgetrokken met afbeeldingen van de calvarie (kruisweg) zoals Regina die ziet.
Maar bovenal blijft Van den Boogaard hoop geven aan zijn personages. Alles wat er in het leven gebeurt, is immers al een keer geweest. Dat is zowel een Bijbelse wijsheid uit Prediker ( “Er is niets nieuws onder de zon als de favoriete zin van Elsie die van Samule Beckett hield. (blz. 56) The sun shone, having no alternative, on the nothing new”
Maar wanneer mensen elkaar vinden, blijft er hoop volgens de slotzin van August. Klaar om uit het ei te breken en eindelijk een eigen leven te beginnen.” In die zin heeft “meer dan een minnaar” ook nog eens een coming of agemotief.
Beoordeling scholieren.com
“Meer dan een minnaar” is een roman die het verdient om meer dan één keer gelezen te worden. Want pas bij herlezing kun je constateren hoe Oscar van den Boogaard ook in deze roman weer heel zorgvuldig met informatie strooit. Stukjes bij beetjes doseert hij de voorgeschiedenis en suggereert daarbij ook nog eens een aantal zaken (een vermoeden van incest ligt op de loer) waarvan de lezer moet bepalen wat de waarheid is. (bijv. van wie is de baby van Elsie?)
Ook is er meer dan voldoende (soms erg overduidelijk) symboliek in het verhaal aanwezig.
“Meer dan een minnaar” is daardoor een volwaardig nummer voor je literatuurlijst. Het boek lijkt me geschikt voor eindexamenkandidaten van havo en vwo. De amusementswaarde is hoog, het boek is door de opbouw en de lekkere bladspiegel snel te lezen. De literaire waarde voor de lijst is m.i. twee punten.
Relevante recensies
Zo had Meer dan een minnaar voor hetzelfde geld een doodzwaar boek over de nasleep van de ramp in Zeebrugge kunnen zijn. Daar zonk op 6 maart 1987 een veerboot en enkele personages van Meer dan een minnaar raken erbij betrokken. Van den Boogaard gebruikt Zeebrugge vooral om zijn ingenieuze plot extra vaart te geven.
[….] Van den Boogaard bespeelt zijn lezers meesterlijk door ze mondjesmaat informatie te voeren over de onderlinge relaties. Door het vertelperspectief steeds te wisselen zet hij zijn publiek voortdurend op het verkeerde been.
Aanvankelijk denk je de zoveelste zedenschets over het verschil tussen een puissant rijke psychiater en een simpele hovenier te lezen, maar Van den Boogaards werkelijkheid zit ingewikkelder in elkaar. Iedereen kent elkaar uit het verleden en de suggestie van incest hangt zwaar in de lucht. Als Rudolf bij de ramp in Zeebrugge verdrinkt, krijgt Van den Boogaards geraffineerde roman een surprise finale.", aldus Dirk Koppes in De Pers van 20 februari 2010.
In Humo van 16 februari 2010 staat een recensie van JM:
Het grote probleem van deze roman zit 'm evenwel in de taal. Er stáán prachtige observaties in, brokken levenswijsheid en stukjes taal waar het heerlijk aan kluiven is, maar helaas laat de schrijver het geheel overwoekeren door sentimenteel gedaas.[…..]
En dan is er nog de afwikkeling. Van den Boogaard is in wezen een braverik. Hij laat zijn personages graag met een gekwelde frons op het voorhoofd zuchten dat ze niet, anders of lichter willen bestaan, maar aan het end laat hij altijd weer hoop gloren. Niets op tegen, maar deze keer neigt het wel erg nadrukkelijk naar een poezelige weekendfilm.
Tijdens het lezen hoorde ik mezelf heftig verlangen naar 'Een bed vol schuim', een boek dat me leerde dat het afscheid van een liefde de lastigste klus is, lastiger dan de liefde zelf. Dat leerde het leven me later zelf ook wel, maar Oscar was eerst. 'Meer dan een minnaar' zal, gok ik, niemand een levenskunstje doceren.
In
De roman heeft zelf ook een paar kleine zonden. Zo wordt de symboliek bij momenten te dik in de verf gezet. Niet enkel in de Bijbelse verwijzingen. In het begin van het verhaal kan je details ontdekken die de personages typeren als eilandbewoners. Ze verschuilen zich in hun eigen wereld, die voor de een draait rond de lokale winkelstraat ('Op de Kortrijkse Steenweg vond een mens alles wat hij nodig had') en voor de ander om zijn navel. Van den Boogaard geeft de minder opmerkzame lezer een duw in de rug door steeds uitdrukkelijker te verwijzen naar zulke beelden.[……]
Meer dan een minnaar start met een positieve boodschap: 'Laat ik beginnen met goed nieuws voor alle mensen die aan hun familie ten onder gaan. Ik heb ergens gelezen dat voor een astronaut de aarde eruitziet als een gelukzalige bol die vreedzaam in de kosmos zweeft. [...] Van buiten de dampkring gezien geen glimp van ongelukkige vaders, moeders en kinderen.' Als je er dus in slaagt jezelf te lanceren in een baan rond de aarde zorgt de afstand ervoor dat je familie draaglijk wordt.
Van den Boogaard heeft met Meer dan een minnaar een meeslepende roman geschreven die dankzij een mooi gedoseerde spanningsboog en de grootsheid van kleinschalige drama's je je eigen dampkring en zwarte gaten doet vergeten.
in Het Parool van donderdag 11 maart 2010 is Arie Storm heel positief: hij vindt de structuur van het boek vernunftig. Langzaam wordt ook toegewerkt naar de oplossing van de titel, want wie is hier nu eigenlijk precies meer dan een minnaar? Het is het personage dat het einde van de roman niet levend zal halen, kan worden verklapt. Zo'n beetje alles blijkt om hem te hebben gedraaid, maar het noodlot heeft hij geen halt weten toe te roepen. Alles in deze roman voert naar een, zoals achteraf kan worden begrepen, onafwendbaar einde. En daar springt de vernuftigheid van de constructie weer in het oog.
Eveneens wordt aan het slot duidelijk wie die 'ik' eigenlijk is uit de eerste zin van de roman; wie dus de 'ik' is die het verhaal vertelt. Hij doet dat op een tegelijkertijd afstandelijke en intieme wijze. Kortom: hij doet dat op een toon die alleen de echte romanschrijver beheerst.
Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk
Bron: website schrijver
Oscar van den Boogaard (1964) groeide op in Suriname en Nederland. Hij studeerde rechten en Franse taal- en letterkunde in Montpellier, Amsterdam en Brussel. Na korte tijd op een advocatenkantoor gewerkt te hebben koos hij voor het full time schrijverschap. Hij schreef zijn eerste roman in drie maanden tijd. Dentz verscheen in 1990 bij Athenaeum, Polak & van Gennep. Hij was de enige levende schrijver van de uitgeverij. Hij vestigde zich in Brussel, begon een kunstgalerie. Hij verbleef lange tijd in Rio de Janeiro, Los Angeles, Wenen en Parijs. In 1997 kocht hij van de jonge Schotse kunstenaar Douglas Gordon de tatouage GUILTY (in spiegelbeeld) dat hij op zijn linkerschouder liet aanbrengen.
In 1993 begon Oscar van den Boogaard samen met Jan Mot in Brussel de kunstgalerie Mot & Van den Boogaard. Ze maakten tentoonstellingen met internationale jonge kunstenaars o.a. Douglas Gordon, Tracey en Rineke Dijkstra. Sinds 2000 heeft Jan Mot de galerie alleen voortget (zie
Oscar van den Boogaard woont in Berlijn, Antwerpen en Brussel.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden