Titel: Max Havelaar
Auteur: Multatuli
Jaar van uitgave: 1860
1. Ontstaansgeschiedenis
Situatie Nederlands-Indië:
Er is één Gouverneur-Generaal, deze heeft vier residenten onder zich, waaronder resident Slijmering. Deze residenten hebben ook weer allemaal drie assistent-residenten onder zich. Slijmering heeft o.a. Max Havelaar als assistent-resident. Havelaar en de andere assistent-residenten hebben ongeveer drie inlandse regenten onder zich. De inlandse regent deugt niet, hij komt in conflict met de assistent-resident (Max Havelaar). Havelaar waarschuwt de inlandse regent, want dit kan zo niet verder. Havelaar waarschuwt de resident, maar die werkt niet mee omdat hij er toch wel geld mee verdient. Havelaar ligt dan de Gouverneur-generaal in maar die reageert net als de resident (dat Havelaar had moeten sjoemelen) en de Gouverneur-generaal vindt dat Havelaar zijn werk niet goed doet. Havelaar is de enige die opkomt voor de inlandse bevolking, maar hij wordt overgeplaatst. Havelaar neemt ontslag, want hij wil niet overgeplaatst worden. Dan gaat hij terug naar Holland.
2. Auteursmystificatie
- Eduard Douwes Dekker: historisch figuur. Het is de naam van de officiële schrijver.
- Multatuli: de schrijversnaam van Eduard Douwes Dekker.
- Max Havelaar: hij is de romanfiguur, maar in feite is hij Eduard Douwes Dekker. Hij maakt alles mee wat Eduard ongeveer heeft meegemaakt.
- Sjaalman: romanfiguur, hij is Eduard Douwes Dekker wanneer Eduard zeer teleurgesteld is, terug naar Holland komt en een boek gaat uitgeven.
Maar eigenlijk zijn al deze personen dezelfde persoon, alleen elke keer met een andere naam en diegene staat steeds voor een andere periode uit het leven van die ene persoon.
3. Compositie
Het boek bestaat uit 3 delen:
1. Het onuitgegeven toneelstukje. De functie is het motto of het thema van het hele boek aangeven. Het motto is de rechteloosheid van de inlander. De titel zou zijn: Barbertje moet hangen, maar ze moet niet hangen. Dat was namelijk Lothario. Het is een spreekwoord geworden.
2. Het tweede deel kun je onderverdelen in twee romans. Roman A: speelt zich af in Holland, de hoofdpersoon is Batavus Droogstoppel. Roman B: speelt zich af in Nederlands-Indië. De hoofdpersoon is hier Max Havelaar.
3. Het derde en laatste deel is het pamflet dat geschreven werd door Multatuli zelf. Dat is de kern van het boek.
4. Vertellers
Er zijn 3 vertellers in het boek, namelijk:
1. Batavus Droogstoppel: de lezer moet eigenlijk een hekel aan hem krijgen, het is een hele saaie man.
2. Stern: hij is het tegenovergestelde van Droogstoppel. Het is een jonge Duitser die op het kantoor bij Droogstoppel werkt. Hij is jong, enthousiast, een leuk persoon.
3. Multatuli: hij vertelt de laatste paar bladzijdes van het boek, namelijk het pamflet waarin de kern van het boek wordt samengevat.
5. Bedoeling van het boek
De auteur had met het schrijven van dit boek twee bedoelingen. De eerste was dat hij de situatie van de inlander wou verbeteren. Hij denkt: als mensen dit gaan lezen zal er vast wel iets veranderen. De tweede bedoeling was dat hij eerherstel wou voor zichzelf. Hij was degene die opkwam voor de inlanders, en juist Max Havelaar werd overgeplaatst.
De eventuele verdere stappen na uitgave van dit boek waren het laten vertalen in alle talen, zodat wereldwijd bekend werd wat voor wandaden er speelden. Ook werd men opgeroepen tot verzet tegen geweld. Dat was de laatste mogelijkheid.
6. De bontheid van Max Havelaar
In Max Havelaar komen zeer veel verschillende en uiteenlopende genres voor:
- Toneelstuk (begin)
- Pamflet (einde)
- Parabel (het verhaal van de japanse steenhouder)
- Romans A&B
- Een vertelling (het verhaal van Saïdja en Adinda)
- Brieven
- Gedicht
De bedoeling van deze bontheid is het boek te laten opvallen. Het boek moest opvallen om een zo groot mogelijk publiek te trekken. Men moest het lezen zodat de wantoestanden aan het licht kwamen.
7. Max Havelaar als werk uit de Romantiek
Het boek past in de stroom van de Romantiek omdat:
- Er is verzet tegen de maatschappij. Max Havelaar is zeer ontevreden over de situatie in Nederlands-Indië. Hij is totaal niet gelukkig met de manier waarop de inlandse bevolking daar wordt behandeld. Er zijn een hoop wantoestanden. Hij verzet zich dan ook tegen de situatie (o.a. door het schrijven van dit boek).
- Er zit veel humor in dit boek. Het grappige is namelijk dat hijzelf compleet belachelijk maakt zonder het in de gaten te hebben. (bv. bij het voorlezen van het gedicht)
- Max Havelaar is een typisch romantisch figuur, hij is een vat vol tegenstrijdigheden
- Er wordt auteursmystificatie toegepast. Het is typisch voor Romantiek om een beetje geheimzinnig te doen (over wie de schrijver van het boek is)
- Het boek is bont/grillig
- Het genre past in de Romantiek. Het is een Tendensroman. Dat is een roman waarin men protesteert tegen wantoestanden.
8. Enkele belangrijke fragmenten
Het toneelspel
Het toneelspel is het motto van het boek. Het verwijst naar het thema van het boek, namelijk de rechteloosheid van de inlander. Men kan deze overal de schuld van geven. De titel van het toneelstuk is: ‘Barbertje moet hangen’. Eigenlijk klopt deze titel niet, want in het spel moet Lothario juist hangen.
Hoofdstuk 1
Droogstoppel: saai, eigenwijs, eigendunk. Hij heeft een hekel aan literatuur omdat dat leugens verspreidt. Hij heeft er geen verstand van en hij neemt gedichten ook veel te letterlijk. De bedoeling van Droogstoppel z’n gezeur is dat iedereen een hekel aan hem krijgt.
Het pak van Sjaalman
Er zitten allemaal teksten, rekeningen en rapporten in dat pak. Sjaalman wil een boek uitgeven op basis van dat materiaal, maar heeft zelf geen geld. In eerste instantie wou Droogstoppel niet mee doen aan die ‘onzin’, maar daarna wel omdat er verhalen over koffieproductie in staan. De taakverdeling was: het grootste gedeelte van het boek zou worden geschreven door Stern, maar van tijd tot tijd zal Droogstoppel er wel een ‘echt redelijk hoofdstuk’ aan toevoegen. Droogstoppel heeft een andere man in dienst, maar die is erg oud en dus duur. Hij overweegt de oude man in te ruilen voor Sjaalman, want die is veel goedkoper. Droogstoppel zegt alleen dat hij dat overweegt omdat Sjaalman geen baan heeft en om zogenaamd aardig te doen. Heel schijnheilig dus.
Kennismaking met Max Havelaar en de toespraak
Max Havelaar maakt kennis met een inlander en geeft een toespraak aan de hoofden van Lebac. De tactiek van de toespraak van Max Havelaar is het stellen van vragen aan zijn publiek. Max Havelaar vraagt zich af hoe het toch mogelijk is dat er mensen zijn die arm zijn en wegvluchten in deze streek (in Lebac). Om deze vraag te beantwoorden stelt hij nog 3 vragen, namelijk:
1. Komt de armoede door het klimaat? Nee.
2. Komt het door de onvruchtbare grond? Nee.
3. Kan het misschien liggen aan het bestuur? Nee! Zeker niet!
De preek van dominee Wawelaar
(de dominee die de grootste onzin uitbrengt)
De dominee houdt een preek waarin hij beweert dat de Nederlands ‘het uitverkoren volk’ is. Die moeten dus volgens hem de inlanders bekeren. De methode moest zijn om die mensen keihard te laten werken. Deze preek bewijst de schijnheiligheid van de dominee. Het gaat de Hollanders zogenaamd om het bekeren van de heidenen, maar in werkelijkheid gaat het er natuurlijk om dat ze veel geld kunnen verdienen aan hardwerkende mensen.
Droogstoppel en de gedichten
Droogstoppel vindt dat Stern leugens vertelt want hij gelooft in gedichten. Droogstoppel neemt ze te letterlijk en dan klopt er inderdaad niks van. Hij zegt dat tegen Stern en ook dat hij zijn vader een brief moet schrijven over hoeveel goeds hij wel niet is bijgebracht door Droogstoppel. Droogstoppel maakt zichzelf onbewust volkomen belachelijk omdat hij een gedicht letterlijk interpreteert.
Parabel van de Japanse steenhouwer
Een parabel is een kort, verzonnen verhaal dat je kunt toepassen op de werkelijkheid. Het bevat een moraal. Deze parabel heeft betrekking op de tevredenheid van de mens. Het wil duidelijk maken dat je tevreden moet zijn met wie je bent.
Het verhaal gaat over een Japanse steenhouwer die ontevreden is met zijn beroep. Als hij mag kiezen wat hij dat wel wil worden kiest hij voor vele andere dingen zoals de zon, de wolken en zelfs koning maar hij is nog steeds niet tevreden. Pas als hij opnieuw steenhouwer is, is hij tevreden met zijn beroep.
Deze parabel is slechts een toevoeging.
Mevrouw Slotering
Meneer Slotering was de voorganger van Max Havelaar. Hij is gestorven (waarschijnlijk is hij vergiftigd door de inlandse regent)
Wanneer mevrouw Slotering in contact komt met Max Helaar gedraagt zij zich achterdochtig, schuw en bescheiden.
Het verhaal van Saïdjah & Adinda
Dit verhaal is een hoogtepunt van boek. Het is een exemplarische vertelling. Het verhaal is namelijk een voorbeeld van de talloze gebeurtenissen van andere mensen. Je kunt het beschouwen als een dramatisch hoogtepunt omdat hierin de onderdrukking van de inlander erg scherp wordt aangehaald.
Saïdjah is de zoon van een arme inlander, die een buffel heeft om het werk op het land gedaan te krijgen. Deze wordt echter, zonder reden, in beslag genomen door de inlandse regent. Zijn vader ruilt uiteindelijk zijn laatste bezit tegen een nieuwe buffel, die Saïdjahs leven redt. Als ook deze buffel is afgenomen door de regent, gaat zijn vader proberen ergens anders werk te vinden. Hij wordt echter opgepakt en gevangengenomen. Saïdjahs moeder sterft van verdriet. Saïdjah besluit zelf te gaan werken en vertrekt. Hij belooft zijn geliefde Adinda dat hij na drie keer twaalf volle manen terug zal keren. Als Saïdjah na drie jaar terugkeert, na veel geld te hebben verdiend bij bazen, die zeer tevreden over hem waren, wacht hij onder de afgesproken boom op Adinda. Maar zij komt niet opdagen. Hij besluit het dorp in te lopen, maar waar hij ook zoekt, hij vindt Adinda niet. Een oude bekende vertelt dat Adinda’s vader zich na een buffelroof heeft aangesloten bij strijdende troepen. Saïdjah gaat haar zoeken en vindt de familie bruut uitgemoord en Adinda verkracht en vermoord.
Stern zegt dat Saïdjah en Adinda niet bestaan hebben, maar dat er wel vele Saïdjah’s en Adinda’s in werkelijkheid zijn.
Havelaar klaagt de inlandse regent aan
Max Havelaar schrijft een brief aan de resident (zijn baas) waarin hij de inlandse regent aanklaagt. Deze resident is hier niet blij meer omdat Havelaar op deze manier zijn klacht officieel maakt. Op deze manier werd de resident gedwongen om te reageren. De resident zou het liever mondeling oplossen omdat hij dan op de een of andere manier nog kan sjoemelen.
De afkeurende reactie van de gouverneur-generaal:
Ook de grote baas is niet blij. Hij vindt de reactie van Havelaar erg lomp. Verder gaat Havelaar tegen zijn directe baas in, terwijl dit ‘niet hoort’. Om deze redenen vind de gouverneur-generaal dat Havelaar niet geschikt is voor zijn werk als bestuursambtenaar.
Zijn reactie hierop is dat hij een overplaatsing van Max Havelaar naar een ander gebied aanvraagd.
De reactie hierop van Max Havelaar:
Max Havelaar wil niet weg uit het gebied en hij is het niet eens met de gang van zaken
Hij neemt zelf ontslag. (Havelaar wil zijn baas nog spreken maar deze wil zich er liever niet meer mee bemoeien)
Het pamflet
Het pamflet is een breuk in het verhaal. De twee vertellers waren steeds Droogstoppel en Stern, die worden uit het verhaal geplaatst (de een hardhandig, de ander niet).
Multatuli wordt de nieuwe verteller. De tweede verandering is het genre. Het gaat van een roman naar een pamflet. Het hele boek draait om dit pamflet, alles staat hier kernachtig achter elkaar. Het hele verhaal voor het pamflet wordt gebruikt als lokmiddel voor het pamflet. Ander had niemand het pamflet gelezen.
De derde verandering is de overgang van fictie naar werkelijkheid.
De inhoud van het pamflet:
- Het doel van het boek: de situatie van de inlander verbeteren (door de aanklacht bekend te maken hoopt de auteur op een verandering) en een eerherstel voor de auteur.
- Het thema van het boek: de wantoestanden in Nederlands-Indië en de mishandeling van de inlander
- Een aanleiding voor eventueel andere stappen: het boek te laten vertalen zodat het overal bekend gemaakt zou kunnen worden en de mensen aanzetten tot opstand.
Het einde van het boek
Max Havelaar droeg dit boek op aan koning Willem III. Normaal zou het een eer zijn als een boek aan je wordt opgedragen, maar de koning vindt dit helemaal niet leuk. Hij beschouwd het meer als een aanval en dat hij wordt aangewezen als de uiteindelijke schuldige voor de wantoestanden in Nederlands-Indië.
Auteur: Multatuli
Jaar van uitgave: 1860
1. Ontstaansgeschiedenis
Situatie Nederlands-Indië:
Er is één Gouverneur-Generaal, deze heeft vier residenten onder zich, waaronder resident Slijmering. Deze residenten hebben ook weer allemaal drie assistent-residenten onder zich. Slijmering heeft o.a. Max Havelaar als assistent-resident. Havelaar en de andere assistent-residenten hebben ongeveer drie inlandse regenten onder zich. De inlandse regent deugt niet, hij komt in conflict met de assistent-resident (Max Havelaar). Havelaar waarschuwt de inlandse regent, want dit kan zo niet verder. Havelaar waarschuwt de resident, maar die werkt niet mee omdat hij er toch wel geld mee verdient. Havelaar ligt dan de Gouverneur-generaal in maar die reageert net als de resident (dat Havelaar had moeten sjoemelen) en de Gouverneur-generaal vindt dat Havelaar zijn werk niet goed doet. Havelaar is de enige die opkomt voor de inlandse bevolking, maar hij wordt overgeplaatst. Havelaar neemt ontslag, want hij wil niet overgeplaatst worden. Dan gaat hij terug naar Holland.
2. Auteursmystificatie
- Eduard Douwes Dekker: historisch figuur. Het is de naam van de officiële schrijver.
- Max Havelaar: hij is de romanfiguur, maar in feite is hij Eduard Douwes Dekker. Hij maakt alles mee wat Eduard ongeveer heeft meegemaakt.
- Sjaalman: romanfiguur, hij is Eduard Douwes Dekker wanneer Eduard zeer teleurgesteld is, terug naar Holland komt en een boek gaat uitgeven.
Maar eigenlijk zijn al deze personen dezelfde persoon, alleen elke keer met een andere naam en diegene staat steeds voor een andere periode uit het leven van die ene persoon.
3. Compositie
Het boek bestaat uit 3 delen:
1. Het onuitgegeven toneelstukje. De functie is het motto of het thema van het hele boek aangeven. Het motto is de rechteloosheid van de inlander. De titel zou zijn: Barbertje moet hangen, maar ze moet niet hangen. Dat was namelijk Lothario. Het is een spreekwoord geworden.
2. Het tweede deel kun je onderverdelen in twee romans. Roman A: speelt zich af in Holland, de hoofdpersoon is Batavus Droogstoppel. Roman B: speelt zich af in Nederlands-Indië. De hoofdpersoon is hier Max Havelaar.
3. Het derde en laatste deel is het pamflet dat geschreven werd door Multatuli zelf. Dat is de kern van het boek.
4. Vertellers
Er zijn 3 vertellers in het boek, namelijk:
1. Batavus Droogstoppel: de lezer moet eigenlijk een hekel aan hem krijgen, het is een hele saaie man.
2. Stern: hij is het tegenovergestelde van Droogstoppel. Het is een jonge Duitser die op het kantoor bij Droogstoppel werkt. Hij is jong, enthousiast, een leuk persoon.
5. Bedoeling van het boek
De auteur had met het schrijven van dit boek twee bedoelingen. De eerste was dat hij de situatie van de inlander wou verbeteren. Hij denkt: als mensen dit gaan lezen zal er vast wel iets veranderen. De tweede bedoeling was dat hij eerherstel wou voor zichzelf. Hij was degene die opkwam voor de inlanders, en juist Max Havelaar werd overgeplaatst.
De eventuele verdere stappen na uitgave van dit boek waren het laten vertalen in alle talen, zodat wereldwijd bekend werd wat voor wandaden er speelden. Ook werd men opgeroepen tot verzet tegen geweld. Dat was de laatste mogelijkheid.
6. De bontheid van Max Havelaar
In Max Havelaar komen zeer veel verschillende en uiteenlopende genres voor:
- Toneelstuk (begin)
- Pamflet (einde)
- Parabel (het verhaal van de japanse steenhouder)
- Romans A&B
- Een vertelling (het verhaal van Saïdja en Adinda)
- Brieven
- Gedicht
De bedoeling van deze bontheid is het boek te laten opvallen. Het boek moest opvallen om een zo groot mogelijk publiek te trekken. Men moest het lezen zodat de wantoestanden aan het licht kwamen.
7. Max Havelaar als werk uit de Romantiek
Het boek past in de stroom van de Romantiek omdat:
- Er is verzet tegen de maatschappij. Max Havelaar is zeer ontevreden over de situatie in Nederlands-Indië. Hij is totaal niet gelukkig met de manier waarop de inlandse bevolking daar wordt behandeld. Er zijn een hoop wantoestanden. Hij verzet zich dan ook tegen de situatie (o.a. door het schrijven van dit boek).
- Max Havelaar is een typisch romantisch figuur, hij is een vat vol tegenstrijdigheden
- Er wordt auteursmystificatie toegepast. Het is typisch voor Romantiek om een beetje geheimzinnig te doen (over wie de schrijver van het boek is)
- Het boek is bont/grillig
- Het genre past in de Romantiek. Het is een Tendensroman. Dat is een roman waarin men protesteert tegen wantoestanden.
8. Enkele belangrijke fragmenten
Het toneelspel
Het toneelspel is het motto van het boek. Het verwijst naar het thema van het boek, namelijk de rechteloosheid van de inlander. Men kan deze overal de schuld van geven. De titel van het toneelstuk is: ‘Barbertje moet hangen’. Eigenlijk klopt deze titel niet, want in het spel moet Lothario juist hangen.
Hoofdstuk 1
Droogstoppel: saai, eigenwijs, eigendunk. Hij heeft een hekel aan literatuur omdat dat leugens verspreidt. Hij heeft er geen verstand van en hij neemt gedichten ook veel te letterlijk. De bedoeling van Droogstoppel z’n gezeur is dat iedereen een hekel aan hem krijgt.
Het pak van Sjaalman
Er zitten allemaal teksten, rekeningen en rapporten in dat pak. Sjaalman wil een boek uitgeven op basis van dat materiaal, maar heeft zelf geen geld. In eerste instantie wou Droogstoppel niet mee doen aan die ‘onzin’, maar daarna wel omdat er verhalen over koffieproductie in staan. De taakverdeling was: het grootste gedeelte van het boek zou worden geschreven door Stern, maar van tijd tot tijd zal Droogstoppel er wel een ‘echt redelijk hoofdstuk’ aan toevoegen. Droogstoppel heeft een andere man in dienst, maar die is erg oud en dus duur. Hij overweegt de oude man in te ruilen voor Sjaalman, want die is veel goedkoper. Droogstoppel zegt alleen dat hij dat overweegt omdat Sjaalman geen baan heeft en om zogenaamd aardig te doen. Heel schijnheilig dus.
Max Havelaar maakt kennis met een inlander en geeft een toespraak aan de hoofden van Lebac. De tactiek van de toespraak van Max Havelaar is het stellen van vragen aan zijn publiek. Max Havelaar vraagt zich af hoe het toch mogelijk is dat er mensen zijn die arm zijn en wegvluchten in deze streek (in Lebac). Om deze vraag te beantwoorden stelt hij nog 3 vragen, namelijk:
1. Komt de armoede door het klimaat? Nee.
2. Komt het door de onvruchtbare grond? Nee.
3. Kan het misschien liggen aan het bestuur? Nee! Zeker niet!
De preek van dominee Wawelaar
(de dominee die de grootste onzin uitbrengt)
De dominee houdt een preek waarin hij beweert dat de Nederlands ‘het uitverkoren volk’ is. Die moeten dus volgens hem de inlanders bekeren. De methode moest zijn om die mensen keihard te laten werken. Deze preek bewijst de schijnheiligheid van de dominee. Het gaat de Hollanders zogenaamd om het bekeren van de heidenen, maar in werkelijkheid gaat het er natuurlijk om dat ze veel geld kunnen verdienen aan hardwerkende mensen.
Droogstoppel en de gedichten
Droogstoppel vindt dat Stern leugens vertelt want hij gelooft in gedichten. Droogstoppel neemt ze te letterlijk en dan klopt er inderdaad niks van. Hij zegt dat tegen Stern en ook dat hij zijn vader een brief moet schrijven over hoeveel goeds hij wel niet is bijgebracht door Droogstoppel. Droogstoppel maakt zichzelf onbewust volkomen belachelijk omdat hij een gedicht letterlijk interpreteert.
Een parabel is een kort, verzonnen verhaal dat je kunt toepassen op de werkelijkheid. Het bevat een moraal. Deze parabel heeft betrekking op de tevredenheid van de mens. Het wil duidelijk maken dat je tevreden moet zijn met wie je bent.
Het verhaal gaat over een Japanse steenhouwer die ontevreden is met zijn beroep. Als hij mag kiezen wat hij dat wel wil worden kiest hij voor vele andere dingen zoals de zon, de wolken en zelfs koning maar hij is nog steeds niet tevreden. Pas als hij opnieuw steenhouwer is, is hij tevreden met zijn beroep.
Deze parabel is slechts een toevoeging.
Mevrouw Slotering
Meneer Slotering was de voorganger van Max Havelaar. Hij is gestorven (waarschijnlijk is hij vergiftigd door de inlandse regent)
Wanneer mevrouw Slotering in contact komt met Max Helaar gedraagt zij zich achterdochtig, schuw en bescheiden.
Het verhaal van Saïdjah & Adinda
Dit verhaal is een hoogtepunt van boek. Het is een exemplarische vertelling. Het verhaal is namelijk een voorbeeld van de talloze gebeurtenissen van andere mensen. Je kunt het beschouwen als een dramatisch hoogtepunt omdat hierin de onderdrukking van de inlander erg scherp wordt aangehaald.
Saïdjah is de zoon van een arme inlander, die een buffel heeft om het werk op het land gedaan te krijgen. Deze wordt echter, zonder reden, in beslag genomen door de inlandse regent. Zijn vader ruilt uiteindelijk zijn laatste bezit tegen een nieuwe buffel, die Saïdjahs leven redt. Als ook deze buffel is afgenomen door de regent, gaat zijn vader proberen ergens anders werk te vinden. Hij wordt echter opgepakt en gevangengenomen. Saïdjahs moeder sterft van verdriet. Saïdjah besluit zelf te gaan werken en vertrekt. Hij belooft zijn geliefde Adinda dat hij na drie keer twaalf volle manen terug zal keren. Als Saïdjah na drie jaar terugkeert, na veel geld te hebben verdiend bij bazen, die zeer tevreden over hem waren, wacht hij onder de afgesproken boom op Adinda. Maar zij komt niet opdagen. Hij besluit het dorp in te lopen, maar waar hij ook zoekt, hij vindt Adinda niet. Een oude bekende vertelt dat Adinda’s vader zich na een buffelroof heeft aangesloten bij strijdende troepen. Saïdjah gaat haar zoeken en vindt de familie bruut uitgemoord en Adinda verkracht en vermoord.
Stern zegt dat Saïdjah en Adinda niet bestaan hebben, maar dat er wel vele Saïdjah’s en Adinda’s in werkelijkheid zijn.
Max Havelaar schrijft een brief aan de resident (zijn baas) waarin hij de inlandse regent aanklaagt. Deze resident is hier niet blij meer omdat Havelaar op deze manier zijn klacht officieel maakt. Op deze manier werd de resident gedwongen om te reageren. De resident zou het liever mondeling oplossen omdat hij dan op de een of andere manier nog kan sjoemelen.
De afkeurende reactie van de gouverneur-generaal:
Ook de grote baas is niet blij. Hij vindt de reactie van Havelaar erg lomp. Verder gaat Havelaar tegen zijn directe baas in, terwijl dit ‘niet hoort’. Om deze redenen vind de gouverneur-generaal dat Havelaar niet geschikt is voor zijn werk als bestuursambtenaar.
Zijn reactie hierop is dat hij een overplaatsing van Max Havelaar naar een ander gebied aanvraagd.
De reactie hierop van Max Havelaar:
Max Havelaar wil niet weg uit het gebied en hij is het niet eens met de gang van zaken
Hij neemt zelf ontslag. (Havelaar wil zijn baas nog spreken maar deze wil zich er liever niet meer mee bemoeien)
Het pamflet
Het pamflet is een breuk in het verhaal. De twee vertellers waren steeds Droogstoppel en Stern, die worden uit het verhaal geplaatst (de een hardhandig, de ander niet).
Multatuli wordt de nieuwe verteller. De tweede verandering is het genre. Het gaat van een roman naar een pamflet. Het hele boek draait om dit pamflet, alles staat hier kernachtig achter elkaar. Het hele verhaal voor het pamflet wordt gebruikt als lokmiddel voor het pamflet. Ander had niemand het pamflet gelezen.
De derde verandering is de overgang van fictie naar werkelijkheid.
- Het doel van het boek: de situatie van de inlander verbeteren (door de aanklacht bekend te maken hoopt de auteur op een verandering) en een eerherstel voor de auteur.
- Het thema van het boek: de wantoestanden in Nederlands-Indië en de mishandeling van de inlander
- Een aanleiding voor eventueel andere stappen: het boek te laten vertalen zodat het overal bekend gemaakt zou kunnen worden en de mensen aanzetten tot opstand.
Het einde van het boek
Max Havelaar droeg dit boek op aan koning Willem III. Normaal zou het een eer zijn als een boek aan je wordt opgedragen, maar de koning vindt dit helemaal niet leuk. Hij beschouwd het meer als een aanval en dat hij wordt aangewezen als de uiteindelijke schuldige voor de wantoestanden in Nederlands-Indië.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden