Marte Jacobs door Tim Krabbé

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Marte Jacobs
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2875 woorden
  • 11 mei 2014
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
13 keer beoordeeld

Boekcover Marte Jacobs
Shadow
Er was een moment waarop ze allebei alleen aan de kant zaten en elkaars blik opvingen. Ze knikten en lachten even. Maar Emile ging niet naar haar toe. Haar rol in het toneelstuk was te klein geweest om haar ermee te kunnen complimenteren, en hij kon ook niet met haar gaan dansen. Een zesdeklasser met een eersteklasser - zoiets bestond niet. De hele school zou gonzen v…
Er was een moment waarop ze allebei alleen aan de kant zaten en elkaars blik opvingen. Ze knikten en lachten even. Maar Emile ging niet naar haar toe. Haar rol in het toneelstuk wa…
Er was een moment waarop ze allebei alleen aan de kant zaten en elkaars blik opvingen. Ze knikten en lachten even. Maar Emile ging niet naar haar toe. Haar rol in het toneelstuk was te klein geweest om haar ermee te kunnen complimenteren, en hij kon ook niet met haar gaan dansen. Een zesdeklasser met een eersteklasser - zoiets bestond niet. De hele school zou gonzen van de vraag wat dat te betekenen had.
Marte Jacobs door Tim Krabbé
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Marte Jacobs (Tim Krabbé) Samenvatting Het verhaal gaat over Emile Binenbaum, die toen hij 16 was een bijzonder meisje genaamd Marte leerde kennen. Dat was op een voetbalveldje, waar hij en Marte, toen 9 jaar oud, een geweldig team vormden. Emile vond haar zeer bijzonder, en ze deed hem denken aan een pasgeboren girafje, omdat ze steeds over haar eigen voeten struikelde. Tevens vertelt Emile haar dat ze linksbenig is, en Marte kijkt daar verbaasd van op. 2 jaar later komt Marte, als brugklasser, bij hem op school. Daar groeten zij elkaar altijd op woensdagmorgen, op de gang Grieks-Duits. Emile begint speciale gevoelens te krijgen, maar hij snapt dat een brugklasser met een zesdeklasser niet kon. Daarom schrijft hij, als ex-eindredacteur van de schoolkrant, een gedicht over haar voor in die schoolkrant. Pasgeboren Girafje wordt de titel, en niemand, zelfs Marte zelf misschien niet, zal het begrijpen. 3 jaar later, 21 dan, ontmoet hij haar weer, in de foyer van een bioscoop. Zij is samen met twee vriendinnen, maar Emile gaat mee naar de film. Na de film spreken ze, met z’n tweeën, af dat ze elkaar morgen weer treffen bij hetzelfde punt. Hoewel Emile dan een vriendin heeft, Thérèse Wenneker, heeft hij een afspraakje met Marte. Ze gaan de volgende dag naar de Westertoren. Daar vertelt Marte over haar dromen, waarvan ze vindt dat die een symbolische betekenis hebben. Emile besluit vanaf dan, net als Marte, zijn dromen op te schrijven. Op de Westertoren spreken ze weer af dat ze de volgende dag vanaf dat punt vertrekken. Marte heeft het al over “iedere keer”. De volgende keren maken ze kronkeltochten door Amsterdam. Uiteindelijk zitten ze samen op een bankje. Daar voelt Emile de drang om Marte te kussen. Hij doet het niet, maar vertelt dat hij is uitgenodigd om zijn gedichten voor te dragen in het Walhalla. Daar leest hij uiteraard ook zijn inmiddels beroemde gedicht “Pasgeboren Girafje”. Marte blijkt ook gekomen, maar vertrekt aan het einde van het zojuist genoemde gedicht. Daarna gaat Emile met Thérèse op vakantie naar Noorwegen. Daar is ze even bang dat ze zwanger is, maar dat blijkt ze uiteindelijk niet te zijn. Als ze terugkomen maakt ze het uit. Tevens zegt Marte de laatste afspraak met Emile af, omdat ze verhuisd was naar Arnhem, waar haar moeder een nieuwe vriend had gevonden. Als Emile 25 is viert zijn oude school haar 100 jarige bestaan. Hij besluit daar heen te gaan, omdat hij vermoedt dat hij daar Marte zal treffen, die hij nu alweer 4 jaar niet gezien heeft. Dat gebeurt ook, en nadat Marte klaar was met haar verplichtingen, ze deed dingen voor de feestcommissie, dansen ze. Aan het einde van het feest willen ze samen naar huis vertrekken, maar Marte gaat mee met Willem Reiff, Emile’s vriend. Dat was de laatste keer dat Emile Marte zag. Hij was verbaasd en verdrietig dat hij Marte was verloren. Hij besluit daarop een nieuw gedicht voor haar te schrijven, en hij noemt het “Het tweede gedicht”. Hij verstuurt het naar de krant, maar de redacteur wil het niet plaatsen, mede vanwege de titel. Daarop besluit hij de titel naar “Wapperende Benen” te veranderen, verwijzend naar haar benen op de motorfiets van Reiff. Die avond gaat de telefoon bij Emile, maar in zijn haast om op te nemen besluit hij maar weer gelijk op te hangen. Als de telefoon nu weer gaat neemt hij na de derde rinkel op. Maar de telefoon gaat niet meer. Hij dacht dat het Marte geweest kon zijn, en belde een andere vriendin. Later, wanneer Emile op vakantie in Joegoslavië was hoorde hij over Marte’s zelfmoord. Jaren later komt het boek van Reiff genaamd “Een Meisje uit Mijn Jeugd” uit. Emile koopt het en leest het snel uit. Daaruit blijkt dat M*, Marte dus, inderdaad met Reiff mee is gegaan, en met hem naar bed ging. Reiff vond haar altijd een raar en vooral vaag meisje, omdat ze alleen voor seks naar hem kwam. Verder deden ze eigenlijk nooit leuke dingen. Maar op een dag verbreekt M* de relatie met Reiff, en op diezelfde dag pleegt ze zelfmoord. Emile rekent terug en komt erachter dat dat was op de dag dat “Wapperende Benen” in de krant verscheen. Mijn eerste verwachting Ik verwachte dat het een leuk en grappig geschreven boek zou zijn. Ik had hiervoor De Renner, ook van Tim Krabbé gelezen en vond dat een leuk boek. Toen ik begon te lezen vond ik het ook erg leuk, en ik las het snel uit. Afgaand op de titel wist ik niet wat ik precies moest verwachten. Het kon immers nog heel veel kanten op. Mijn Eerste reactie Ik vond dit een heel erg leuk boek. Het was niet langdradig, en ook niet te spannend. Het was leuk geschreven en het verhaal werd grappig verteld. Het enige minpunt was dat het misschien wel iets te kort was. Tekstanalyse Genre Marte Jacobs kan gerekend worden tot het genre de psychologische roman. Verschillende karakters, motieven en verdere omstandigheden worden gedurende het hele boek goed beschreven en er wordt diep op ingegaan. Ook wordt er veel aandacht besteed aan de gedachtegang van de hoofdpersoon. Opbouw In het begin van het boek is Emile ongeveer 60 jaar en heeft hij afgesproken met een van zijn oude jeugdvrienden. Vanuit daar komt het verhaal over Marte Jacobs. Het verhaal is dus post rem. Anderzijds gaat het laatste deel over Emile na de afspraak. Dus je zou ook kunnen zeggen dat het in medias res is. Daarnaast is het boek opgedeeld in 7 delen of hoofdstukken: 1. Twee woorden – Dat slaat terug op de afspraak met zijn oude schoolvrienden Henk en Willem Reiff. Daar wist hij zeker dat 1 woord (knakworsten) wel en 1 woord (Marte) niet zouden vallen. 2. De tovervoorhoede – Krabbé verwijst met deze titel naar de voetbalwedstrijd waar Emile Marte leerde kennen. Zij vormden samen een doelpuntenmachine in de voorhoede. 3. Pasgeboren Girafje – Omdat Emile niet weet hoe hij aan Marte duidelijk kan maken dat hij haar bijzonder vindt, schrijft hij een gedicht over een pasgeboren girafje. Dat slaat terug op de voetbalwedstrijd, waarin Emile Marte steeds zag struikelen over haar voeten, zoals een pasgeboren girafje. 4. Iedere keer – Bij hun eerste afspraakje spreekt Marte over “iedere keer”, waarmee ze bedoelt dat er nog veel afspraakjes zullen volgen. 5. Het honderdjarig bestaan – 4 jaar na de kronkeltocht door Amsterdam zien Marte en Emile elkaar weer, vanwege het honderdjarig bestaan van hun oude school. 6. Het Tweede Gedicht – Als Marte op de avond van het honderdjarig bestaan meegaat met Reiff, is Emile radeloos. Hij besluit een tweede gedicht – in navolging op pasgeboren Girafje – voor haar te schrijven 7. Een meisje uit iemands jeugd – het laatste deel gaat over het boek van Willem Reiff, waarin hij schrijft over Marte vlak voor haar zelfmoord. Ook kan dit terugslaan op Marte zoals Emile haar zag, want het is ook een meisje uit zijn jeugd. Het boek heeft een gesloten einde, Marte is immers dood. Daarnaast heeft het verhaal een verhaallijn, namelijk die van Emile. Verder heeft het geen motto, en is het niet aan iemand opgedragen. Personages De hoofdpersoon van dit verhaal, Emile Binenbaum, een round character, is in het begin van het verhaal rond de 60 jaar. In het tweede deel is hij 16 jaar, het derde deel 18, het vierde deel 21, het vijfde en het zesde is hij 25, en aan het einde is hij weer 60. Hij is dichter van beroep, en is behoorlijk bekend geworden met Pasgeboren Girafje. Tim Krabbé heeft hem geen duidelijk uiterlijk gegeven. Daarentegen is het wel duidelijk dat Emile een beetje verlegen is, maar ook een aardig karakter. Zijn probleem is dat hij niet weet hoe hij om moet gaan met zijn gevoelens voor Marte, die 7 jaar jonger is. Later wordt echter duidelijk dat hij graag een relatie met haar wil, maar dat dat steeds niet lukt wegens omstandigheden. In het boek heeft hij drie keer een relatie met Thérèse Wenneker, en hij heeft op de avond van het 100 jarig bestaan van zijn oude school naar het lijkt een beginnende relatie met Marte. Marte Jacobs, ook een round character, is 7 jaar jonger dan Emile, en heeft in het verhaal nog geen beroep. Haar moeder was nog heel jong toen ze geboren werd, net zoals haar oma toen haar moeder geboren werd. Ze wordt beschreven als een bijzonder meisje, omdat ze een vage, maar strenge blik heeft. Ze is niet bijzonder knap en ziet er rond haar veertiende nog een beetje kinderlijk uit. Haar probleem is dat ze vaak met haar moeder mee moet, omdat die constant relaties aangaat met mannen die elders in het land wonen. Bij haar oma blijven is ook een optie, maar die is niet aardig voor haar, en daarom doet ze dat liever niet. Aan het einde van het verhaal heeft ze een soort van relatie met Willem Reiff, maar nadat ze het Tweede Gedicht gelezen heeft verbreekt ze die, en kort daarna verbreekt ze ook haar leven. Willem Reiff speelt een belangrijke rol in het boek en is een flat character. Hij wordt kort voorgesteld als een beetje arrogante man, die geen goede boeken schrijft maar toch veel verkoopt. Hij is een vriend van Emile, maar nadat Reiff Marte meenam, probeert Emile Reiff te ontwijken. Hij is schrijver van beroep en zijn laatstgenoemde boek, Een Meisje Uit Mijn Jeugd, blijkt wel een goed boek te zijn, volgens Emile. Perspectief Tim Krabbé koos in dit boek voor een personale vertelsituatie. Hij heeft het in de derde persoon geschreven, maar je volgt duidelijk de verhaallijn van Emile. Zo kom je er pas achter hoe het allemaal met Marte zat, nadat Emile het boek van Willem Reiff had gekocht en gelezen. Dit perspectief heeft een prettig effect op het verhaal. Ik persoonlijk vind een verhaal geschreven in de derde persoon leuker en spannender dan een verhaal in de eerste persoon. Het zorgt er tevens voor dat je net als Emile zelf pas op het einde echt weet wat er is gebeurd. Daardoor kreeg ik meer zin om door te lezen. Ruimte Het verhaal speelt zich grotendeels in Amsterdam af. In het eerste deel gaat Emile bij zijn oude vriend op bezoek, en vaart hij ook nog een stukje. Het tweede deel beschrijft de voetbalwedstrijd, en eerste kennismaking met Marte. Dat gebeurt in Schoorl. Het is een zonnige dag, en dat is in overeenkomst met de gebeurtenissen. Het is een vrolijke dag en Emile voelt iets speciaal voor Marte. Het derde deel speelt zich af op het Amstel Lyceum in Amsterdam. Dat is passend, want Emile krijgt daar de mogelijkheid zijn gedicht Pasgeboren Girafje te publiceren in de schoolkrant. Hij ontmoet Marte elke woensdagmorgen in de gang Duits-Grieks met een knikje. Het vierde deel gaat over de kronkeltochten door Amsterdam. Deze begint op de Westertoren, en dat komt overeen met een droom van Marte. Ze droomde dat ze opgesloten was in de Westertoren. Hier is sprake van ruimtewerking door overeenkomst. De kronkeltochten gaan overal en nergens heen, ook nog naar een verlaten treinwagon, en symboliseren de verwarrende gevoelens van Emile voor Marte. Het vijfde deel gaat over het honderdjarig bestaan van de school, en speelt zich af in de school. Het zesde deel beschrijft het maken van het Tweede Gedicht, en speelt zich af in de kamer van Emile. Hier is geen sprake van ruimtewerking. In het laatste deel zijn we weer in het huis van de 60 jarige Emile, en gaan we naar een boekenwinkel om het boek van Reiff te kopen. Ook voert dit deel ons langs een speeltuin, waarvoor Emile is gevraagd een gedicht te schrijven. Dit is wel overeenkomstig, omdat er een grappige wip olifant in de speeltuin staat, na een pasgeboren girafje. Tijd Het verhaal vindt plaats in een termijn van ongeveer 50 jaar. Ik denk dat het heden rond 2007 was, dus zal de rest van het verhaal zich afspelen in de jaren 60. Dit is wel essentieel, want de school toen verschilt nogal van de school 100 jaar geleden. De vertelde tijd is dus ongeveer 50 jaar. De verteltijd is 166 pagina’s. Daarin blikt Tim Krabbé ongeveer 120 pagina’s terug, verdeeld in 5 stukken; 5 grote flashbacks. Deze flashbacks bevatten dan ook weer expliciete en impliciete vooruitwijzingen. Er wordt namelijk vertelt dat Marte dood is, en dat ze zelfmoord had gepleegd. Tevens zegt Krabbé dat Emile Marte voor het laatst ziet als ze de school uit lopen na het honderdjarig bestaan. Daarnaast zijn er ook impliciete vooruitwijzingen. Zo is het telefoontje toch van Marte, en zou je kunnen weten dat ze die dag het bericht van Emile toch had gelezen en snapte. Stijl / taalgebruik Het boek is heel vlot, makkelijk en leuk geschreven. Het is niet echt grappig, en er zit ook niet veel ironie of sarcasme in. Daarnaast gebruikt Krabbé weinig of geen neologismen of archaïsmen. Hij beschrijft veel van de omgeving, en er wordt niet bijzonder veel gepraat in het boek. Ik vind deze manier wel leuk om te lezen, want het leest makkelijk, en op een of andere manier is het daarom toch wel grappig geschreven. Dit komt omdat het heel simpel, maar toch heel leuk en mooi geschreven is. Deze stijl past perfect bij het boek, omdat je zo toch wilt weten hoe het afloopt. Daarnaast is de eenvoud van schrijven wel toepasselijk bij het karakter van Emile. Titelverklaring De titel is vernoemd naar de belangrijkste persoon van het boek. Marte Jacobs. De hoofdpersoon Emile ziet iets bijzonders in haar en blijft aan haar denken, zijn gehele leven. Daarnaast speelt ze een rol in de gebeurtenissen, omdat ze er zelf aan deelneemt. Tevens zijn de fictieve gedichten Pasgeboren Girafje, Het Tweede Gedicht en het fictieve boek Een meisje uit mijn Jeugd aan, of over haar geschreven. Motieven Het boek bevat meerdere motieven, zoals Pasgeboren Girafje, dat steeds terugkeert, en later in het verhaal een steeds grotere rol krijgt. Het is een dynamisch motief, omdat het in het begin van het boek een bijnaam is die Emile voor de negenjarige Marte verzint. Tijdens een potje voetbal struikelt ze vaak over haar eigen benen, en ze doet Emile denken aan een pasgeboren girafje. Later in het verhaal schrijft Emile een gedicht genaamd Pasgeboren Girafje aan en over haar. Hij wordt vooral door dit gedicht beroemd, en het wordt gebruikt in lessen Nederlands en op de basisschool. Hij wordt op straat herkend en mensen vragen hem vaak voor lezingen en dergelijke. Een tweede dynamische motief is een onmogelijke liefde. Wanneer Emile Marte voor het eerst ontmoet is hij 16 en zij 9. Hij voelt gelijk dat ze speciaal meisje is. 2 jaar later ontmoeten ze elkaar weer op school. Zij is 11, hij is 18. Hij snapt best dat dit niet kan, maar desondanks groeien zijn gevoelens voor haar. Weer 3 jaar later is zij 14 en hij 21. Hij begint te denken over een mogelijke relatie, en hij kan zichzelf er maar net van weerhouden haar te kussen. Als hij 25 is, is zij 18. Hij vindt dat het moment daar is om een relatie te beginnen, maar op het moment dat ze naar huis willen gaan, wordt Marte meegenomen door Reiff. Dat was de laatste keer dat hij haar zag. Daarnaast heeft het boek ook statische motieven. Een van deze is het knikje als ze elkaar treffen in de gang Grieks – Duits. Deze ontmoeting wordt vaak genoemd, en hij symboliseert wel een beetje de afstand – van een gang – maar toch weer de verstandhouding – het knikje. Het geeft weer dat zijn liefde voor haar (nog) niet van toepassing kan zijn. Een ander statisch motief zijn de kronkeltochten door Amsterdam. Die leiden overal en nergens heen, en hebben onbekende bestemmingen, net zoals Emile’s gevoelens voor Marte. Het derde statische motief zijn de tekeningen van Marte die vaak terugkeren. Zij tekende in de brugklas ooit een hondje, en Emile kan zich dat herinneren als hij Marte voor het eerst in 3 jaar ziet in de bioscoop. Een vierde statisch motief is verlaten worden. Allereerst wordt Emile verlaten door Thérèse, hoewel hij dit niet erg vindt. Hij is nu immers vrij om met Marte af te spreken. Later wordt hij echter verlaten door Marte, die met Willem Reiff meegaat. Deze wordt op zijn beurt ook na een 85 dagen durende relatie verlaten door Marte. Op diezelfde dag verlaat zij ook het leven. Tevens is haar moeder ooit verlaten door haar vader, een onbekende figuur. Haar moeder heeft vaak een nieuwe vriend, maar deze verlaat haar dan weer, of zij verlaat hem. Daardoor verhuizen Marte en haar moeder, en soms haar oma, vaak naar andere steden. Ook spelen dromen nog een kleine rol van betekenis. Zo vertelt Marte dat ze droomde dat iedereen op de dood stond te wachten, in alfabetische volgorde. Dus, om voor te dringen, zei ze dat ze niet Jacobs heette, maar Acobs. Haar dromen bleken het vaak enigszins goed te hebben. Zo ook bij dit voorbeeld. Ze stapte eerder uit het leven dan bedoeld was. Thema Het thema van dit verhaal is een onmogelijke liefde. Ook gedichten of zelfdoding zouden van toepassing kunnen zijn.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Marte Jacobs (Tim Krabbé) Samenvatting Het verhaal gaat over Emile Binenbaum, die toen hij 16 was een bijzonder meisje genaamd Marte leerde kennen. Dat was op een voetbalveldje, waar hij en Marte, toen 9 jaar oud, een geweldig team vormden. Emile vond haar zeer bijzonder, en ze deed hem denken aan een pasgeboren girafje, omdat ze steeds over haar eigen voeten struikelde. Tevens vertelt Emile haar dat ze linksbenig is, en Marte kijkt daar verbaasd van op. 2 jaar later komt Marte, als brugklasser, bij hem op school. Daar groeten zij elkaar altijd op woensdagmorgen, op de gang Grieks-Duits. Emile begint speciale gevoelens te krijgen, maar hij snapt dat een brugklasser met een zesdeklasser niet kon. Daarom schrijft hij, als ex-eindredacteur van de schoolkrant, een gedicht over haar voor in die schoolkrant. Pasgeboren Girafje wordt de titel, en niemand, zelfs Marte zelf misschien niet, zal het begrijpen. 3 jaar later, 21 dan, ontmoet hij haar weer, in de foyer van een bioscoop. Zij is samen met twee vriendinnen, maar Emile gaat mee naar de film. Na de film spreken ze, met z’n tweeën, af dat ze elkaar morgen weer treffen bij hetzelfde punt. Hoewel Emile dan een vriendin heeft, Thérèse Wenneker, heeft hij een afspraakje met Marte. Ze gaan de volgende dag naar de Westertoren. Daar vertelt Marte over haar dromen, waarvan ze vindt dat die een symbolische betekenis hebben. Emile besluit vanaf dan, net als Marte, zijn dromen op te schrijven. Op de Westertoren spreken ze weer af dat ze de volgende dag vanaf dat punt vertrekken. Marte heeft het al over “iedere keer”. De volgende keren maken ze kronkeltochten door Amsterdam. Uiteindelijk zitten ze samen op een bankje. Daar voelt Emile de drang om Marte te kussen. Hij doet het niet, maar vertelt dat hij is uitgenodigd om zijn gedichten voor te dragen in het Walhalla. Daar leest hij uiteraard ook zijn inmiddels beroemde gedicht “Pasgeboren Girafje”. Marte blijkt ook gekomen, maar vertrekt aan het einde van het zojuist genoemde gedicht. Daarna gaat Emile met Thérèse op vakantie naar Noorwegen. Daar is ze even bang dat ze zwanger is, maar dat blijkt ze uiteindelijk niet te zijn. Als ze terugkomen maakt ze het uit. Tevens zegt Marte de laatste afspraak met Emile af, omdat ze verhuisd was naar Arnhem, waar haar moeder een nieuwe vriend had gevonden. Als Emile 25 is viert zijn oude school haar 100 jarige bestaan. Hij besluit daar heen te gaan, omdat hij vermoedt dat hij daar Marte zal treffen, die hij nu alweer 4 jaar niet gezien heeft. Dat gebeurt ook, en nadat Marte klaar was met haar verplichtingen, ze deed dingen voor de feestcommissie, dansen ze. Aan het einde van het feest willen ze samen naar huis vertrekken, maar Marte gaat mee met Willem Reiff, Emile’s vriend. Dat was de laatste keer dat Emile Marte zag. Hij was verbaasd en verdrietig dat hij Marte was verloren. Hij besluit daarop een nieuw gedicht voor haar te schrijven, en hij noemt het “Het tweede gedicht”. Hij verstuurt het naar de krant, maar de redacteur wil het niet plaatsen, mede vanwege de titel. Daarop besluit hij de titel naar “Wapperende Benen” te veranderen, verwijzend naar haar benen op de motorfiets van Reiff. Die avond gaat de telefoon bij Emile, maar in zijn haast om op te nemen besluit hij maar weer gelijk op te hangen. Als de telefoon nu weer gaat neemt hij na de derde rinkel op. Maar de telefoon gaat niet meer. Hij dacht dat het Marte geweest kon zijn, en belde een andere vriendin. Later, wanneer Emile op vakantie in Joegoslavië was hoorde hij over Marte’s zelfmoord. Jaren later komt het boek van Reiff genaamd “Een Meisje uit Mijn Jeugd” uit. Emile koopt het en leest het snel uit. Daaruit blijkt dat M*, Marte dus, inderdaad met Reiff mee is gegaan, en met hem naar bed ging. Reiff vond haar altijd een raar en vooral vaag meisje, omdat ze alleen voor seks naar hem kwam. Verder deden ze eigenlijk nooit leuke dingen. Maar op een dag verbreekt M* de relatie met Reiff, en op diezelfde dag pleegt ze zelfmoord. Emile rekent terug en komt erachter dat dat was op de dag dat “Wapperende Benen” in de krant verscheen. Mijn eerste verwachting Ik verwachte dat het een leuk en grappig geschreven boek zou zijn. Ik had hiervoor De Renner, ook van Tim Krabbé gelezen en vond dat een leuk boek. Toen ik begon te lezen vond ik het ook erg leuk, en ik las het snel uit. Afgaand op de titel wist ik niet wat ik precies moest verwachten. Het kon immers nog heel veel kanten op. Mijn Eerste reactie Ik vond dit een heel erg leuk boek. Het was niet langdradig, en ook niet te spannend. Het was leuk geschreven en het verhaal werd grappig verteld. Het enige minpunt was dat het misschien wel iets te kort was. Tekstanalyse Genre Marte Jacobs kan gerekend worden tot het genre de psychologische roman. Verschillende karakters, motieven en verdere omstandigheden worden gedurende het hele boek goed beschreven en er wordt diep op ingegaan. Ook wordt er veel aandacht besteed aan de gedachtegang van de hoofdpersoon. Opbouw In het begin van het boek is Emile ongeveer 60 jaar en heeft hij afgesproken met een van zijn oude jeugdvrienden. Vanuit daar komt het verhaal over Marte Jacobs. Het verhaal is dus post rem. Anderzijds gaat het laatste deel over Emile na de afspraak. Dus je zou ook kunnen zeggen dat het in medias res is. Daarnaast is het boek opgedeeld in 7 delen of hoofdstukken: 1. Twee woorden – Dat slaat terug op de afspraak met zijn oude schoolvrienden Henk en Willem Reiff. Daar wist hij zeker dat 1 woord (knakworsten) wel en 1 woord (Marte) niet zouden vallen. 2. De tovervoorhoede – Krabbé verwijst met deze titel naar de voetbalwedstrijd waar Emile Marte leerde kennen. Zij vormden samen een doelpuntenmachine in de voorhoede. 3. Pasgeboren Girafje – Omdat Emile niet weet hoe hij aan Marte duidelijk kan maken dat hij haar bijzonder vindt, schrijft hij een gedicht over een pasgeboren girafje. Dat slaat terug op de voetbalwedstrijd, waarin Emile Marte steeds zag struikelen over haar voeten, zoals een pasgeboren girafje. 4. Iedere keer – Bij hun eerste afspraakje spreekt Marte over “iedere keer”, waarmee ze bedoelt dat er nog veel afspraakjes zullen volgen. 5. Het honderdjarig bestaan – 4 jaar na de kronkeltocht door Amsterdam zien Marte en Emile elkaar weer, vanwege het honderdjarig bestaan van hun oude school. 6. Het Tweede Gedicht – Als Marte op de avond van het honderdjarig bestaan meegaat met Reiff, is Emile radeloos. Hij besluit een tweede gedicht – in navolging op pasgeboren Girafje – voor haar te schrijven 7. Een meisje uit iemands jeugd – het laatste deel gaat over het boek van Willem Reiff, waarin hij schrijft over Marte vlak voor haar zelfmoord. Ook kan dit terugslaan op Marte zoals Emile haar zag, want het is ook een meisje uit zijn jeugd. Het boek heeft een gesloten einde, Marte is immers dood. Daarnaast heeft het verhaal een verhaallijn, namelijk die van Emile. Verder heeft het geen motto, en is het niet aan iemand opgedragen. Personages De hoofdpersoon van dit verhaal, Emile Binenbaum, een round character, is in het begin van het verhaal rond de 60 jaar. In het tweede deel is hij 16 jaar, het derde deel 18, het vierde deel 21, het vijfde en het zesde is hij 25, en aan het einde is hij weer 60. Hij is dichter van beroep, en is behoorlijk bekend geworden met Pasgeboren Girafje. Tim Krabbé heeft hem geen duidelijk uiterlijk gegeven. Daarentegen is het wel duidelijk dat Emile een beetje verlegen is, maar ook een aardig karakter. Zijn probleem is dat hij niet weet hoe hij om moet gaan met zijn gevoelens voor Marte, die 7 jaar jonger is. Later wordt echter duidelijk dat hij graag een relatie met haar wil, maar dat dat steeds niet lukt wegens omstandigheden. In het boek heeft hij drie keer een relatie met Thérèse Wenneker, en hij heeft op de avond van het 100 jarig bestaan van zijn oude school naar het lijkt een beginnende relatie met Marte. Marte Jacobs, ook een round character, is 7 jaar jonger dan Emile, en heeft in het verhaal nog geen beroep. Haar moeder was nog heel jong toen ze geboren werd, net zoals haar oma toen haar moeder geboren werd. Ze wordt beschreven als een bijzonder meisje, omdat ze een vage, maar strenge blik heeft. Ze is niet bijzonder knap en ziet er rond haar veertiende nog een beetje kinderlijk uit. Haar probleem is dat ze vaak met haar moeder mee moet, omdat die constant relaties aangaat met mannen die elders in het land wonen. Bij haar oma blijven is ook een optie, maar die is niet aardig voor haar, en daarom doet ze dat liever niet. Aan het einde van het verhaal heeft ze een soort van relatie met Willem Reiff, maar nadat ze het Tweede Gedicht gelezen heeft verbreekt ze die, en kort daarna verbreekt ze ook haar leven. Willem Reiff speelt een belangrijke rol in het boek en is een flat character. Hij wordt kort voorgesteld als een beetje arrogante man, die geen goede boeken schrijft maar toch veel verkoopt. Hij is een vriend van Emile, maar nadat Reiff Marte meenam, probeert Emile Reiff te ontwijken. Hij is schrijver van beroep en zijn laatstgenoemde boek, Een Meisje Uit Mijn Jeugd, blijkt wel een goed boek te zijn, volgens Emile. Perspectief Tim Krabbé koos in dit boek voor een personale vertelsituatie. Hij heeft het in de derde persoon geschreven, maar je volgt duidelijk de verhaallijn van Emile. Zo kom je er pas achter hoe het allemaal met Marte zat, nadat Emile het boek van Willem Reiff had gekocht en gelezen. Dit perspectief heeft een prettig effect op het verhaal. Ik persoonlijk vind een verhaal geschreven in de derde persoon leuker en spannender dan een verhaal in de eerste persoon. Het zorgt er tevens voor dat je net als Emile zelf pas op het einde echt weet wat er is gebeurd. Daardoor kreeg ik meer zin om door te lezen. Ruimte Het verhaal speelt zich grotendeels in Amsterdam af. In het eerste deel gaat Emile bij zijn oude vriend op bezoek, en vaart hij ook nog een stukje. Het tweede deel beschrijft de voetbalwedstrijd, en eerste kennismaking met Marte. Dat gebeurt in Schoorl. Het is een zonnige dag, en dat is in overeenkomst met de gebeurtenissen. Het is een vrolijke dag en Emile voelt iets speciaal voor Marte. Het derde deel speelt zich af op het Amstel Lyceum in Amsterdam. Dat is passend, want Emile krijgt daar de mogelijkheid zijn gedicht Pasgeboren Girafje te publiceren in de schoolkrant. Hij ontmoet Marte elke woensdagmorgen in de gang Duits-Grieks met een knikje. Het vierde deel gaat over de kronkeltochten door Amsterdam. Deze begint op de Westertoren, en dat komt overeen met een droom van Marte. Ze droomde dat ze opgesloten was in de Westertoren. Hier is sprake van ruimtewerking door overeenkomst. De kronkeltochten gaan overal en nergens heen, ook nog naar een verlaten treinwagon, en symboliseren de verwarrende gevoelens van Emile voor Marte. Het vijfde deel gaat over het honderdjarig bestaan van de school, en speelt zich af in de school. Het zesde deel beschrijft het maken van het Tweede Gedicht, en speelt zich af in de kamer van Emile. Hier is geen sprake van ruimtewerking. In het laatste deel zijn we weer in het huis van de 60 jarige Emile, en gaan we naar een boekenwinkel om het boek van Reiff te kopen. Ook voert dit deel ons langs een speeltuin, waarvoor Emile is gevraagd een gedicht te schrijven. Dit is wel overeenkomstig, omdat er een grappige wip olifant in de speeltuin staat, na een pasgeboren girafje. Tijd Het verhaal vindt plaats in een termijn van ongeveer 50 jaar. Ik denk dat het heden rond 2007 was, dus zal de rest van het verhaal zich afspelen in de jaren 60. Dit is wel essentieel, want de school toen verschilt nogal van de school 100 jaar geleden. De vertelde tijd is dus ongeveer 50 jaar. De verteltijd is 166 pagina’s. Daarin blikt Tim Krabbé ongeveer 120 pagina’s terug, verdeeld in 5 stukken; 5 grote flashbacks. Deze flashbacks bevatten dan ook weer expliciete en impliciete vooruitwijzingen. Er wordt namelijk vertelt dat Marte dood is, en dat ze zelfmoord had gepleegd. Tevens zegt Krabbé dat Emile Marte voor het laatst ziet als ze de school uit lopen na het honderdjarig bestaan. Daarnaast zijn er ook impliciete vooruitwijzingen. Zo is het telefoontje toch van Marte, en zou je kunnen weten dat ze die dag het bericht van Emile toch had gelezen en snapte. Stijl / taalgebruik Het boek is heel vlot, makkelijk en leuk geschreven. Het is niet echt grappig, en er zit ook niet veel ironie of sarcasme in. Daarnaast gebruikt Krabbé weinig of geen neologismen of archaïsmen. Hij beschrijft veel van de omgeving, en er wordt niet bijzonder veel gepraat in het boek. Ik vind deze manier wel leuk om te lezen, want het leest makkelijk, en op een of andere manier is het daarom toch wel grappig geschreven. Dit komt omdat het heel simpel, maar toch heel leuk en mooi geschreven is. Deze stijl past perfect bij het boek, omdat je zo toch wilt weten hoe het afloopt. Daarnaast is de eenvoud van schrijven wel toepasselijk bij het karakter van Emile. Titelverklaring De titel is vernoemd naar de belangrijkste persoon van het boek. Marte Jacobs. De hoofdpersoon Emile ziet iets bijzonders in haar en blijft aan haar denken, zijn gehele leven. Daarnaast speelt ze een rol in de gebeurtenissen, omdat ze er zelf aan deelneemt. Tevens zijn de fictieve gedichten Pasgeboren Girafje, Het Tweede Gedicht en het fictieve boek Een meisje uit mijn Jeugd aan, of over haar geschreven. Motieven Het boek bevat meerdere motieven, zoals Pasgeboren Girafje, dat steeds terugkeert, en later in het verhaal een steeds grotere rol krijgt. Het is een dynamisch motief, omdat het in het begin van het boek een bijnaam is die Emile voor de negenjarige Marte verzint. Tijdens een potje voetbal struikelt ze vaak over haar eigen benen, en ze doet Emile denken aan een pasgeboren girafje. Later in het verhaal schrijft Emile een gedicht genaamd Pasgeboren Girafje aan en over haar. Hij wordt vooral door dit gedicht beroemd, en het wordt gebruikt in lessen Nederlands en op de basisschool. Hij wordt op straat herkend en mensen vragen hem vaak voor lezingen en dergelijke. Een tweede dynamische motief is een onmogelijke liefde. Wanneer Emile Marte voor het eerst ontmoet is hij 16 en zij 9. Hij voelt gelijk dat ze speciaal meisje is. 2 jaar later ontmoeten ze elkaar weer op school. Zij is 11, hij is 18. Hij snapt best dat dit niet kan, maar desondanks groeien zijn gevoelens voor haar. Weer 3 jaar later is zij 14 en hij 21. Hij begint te denken over een mogelijke relatie, en hij kan zichzelf er maar net van weerhouden haar te kussen. Als hij 25 is, is zij 18. Hij vindt dat het moment daar is om een relatie te beginnen, maar op het moment dat ze naar huis willen gaan, wordt Marte meegenomen door Reiff. Dat was de laatste keer dat hij haar zag. Daarnaast heeft het boek ook statische motieven. Een van deze is het knikje als ze elkaar treffen in de gang Grieks – Duits. Deze ontmoeting wordt vaak genoemd, en hij symboliseert wel een beetje de afstand – van een gang – maar toch weer de verstandhouding – het knikje. Het geeft weer dat zijn liefde voor haar (nog) niet van toepassing kan zijn. Een ander statisch motief zijn de kronkeltochten door Amsterdam. Die leiden overal en nergens heen, en hebben onbekende bestemmingen, net zoals Emile’s gevoelens voor Marte. Het derde statische motief zijn de tekeningen van Marte die vaak terugkeren. Zij tekende in de brugklas ooit een hondje, en Emile kan zich dat herinneren als hij Marte voor het eerst in 3 jaar ziet in de bioscoop. Een vierde statisch motief is verlaten worden. Allereerst wordt Emile verlaten door Thérèse, hoewel hij dit niet erg vindt. Hij is nu immers vrij om met Marte af te spreken. Later wordt hij echter verlaten door Marte, die met Willem Reiff meegaat. Deze wordt op zijn beurt ook na een 85 dagen durende relatie verlaten door Marte. Op diezelfde dag verlaat zij ook het leven. Tevens is haar moeder ooit verlaten door haar vader, een onbekende figuur. Haar moeder heeft vaak een nieuwe vriend, maar deze verlaat haar dan weer, of zij verlaat hem. Daardoor verhuizen Marte en haar moeder, en soms haar oma, vaak naar andere steden. Ook spelen dromen nog een kleine rol van betekenis. Zo vertelt Marte dat ze droomde dat iedereen op de dood stond te wachten, in alfabetische volgorde. Dus, om voor te dringen, zei ze dat ze niet Jacobs heette, maar Acobs. Haar dromen bleken het vaak enigszins goed te hebben. Zo ook bij dit voorbeeld. Ze stapte eerder uit het leven dan bedoeld was. Thema Het thema van dit verhaal is een onmogelijke liefde. Ook gedichten of zelfdoding zouden van toepassing kunnen zijn.

 

REACTIES

A.

A.

goed verslag! Alleen in vervolg spaties gebruiken, kopjes en alinea's. Dan is het overzichtelijker! ipv grote lap tekst.

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Marte Jacobs door Tim Krabbé"