Marijn bij de Lorredraaiers door Miep Diekmann

Miep Diekmann, Marijn bij de Lorredraaiers, Leopold, 1978
3. Avonturenroman

4. Het verhaal gaat over Marijn die samen met zijn zusje Oeba naar Knikkertje, de slaaf, en hun ouders zoeken nadat een ingevallen orkaan bijna alles heeft verwoest in Willemstad. Hun ouders zijn overleden en Oeba en Knikkertje gaan daarom mee met de oudste zus Aletta en haar man naar een plantage. Marijn gaat mee op een schip als chirurgijn. Als het schip even stopt bij een eiland en Marijn aan het strand loopt wordt hij ontvoerd en naar een plantage van Don Philipe gebracht. Als een ander schipper, Jacob Pietersz, Marijn ziet werken biedt hij Don Philipe zoveel geld aan zodat hij Marijn voor hem laat werken. Pietersz brengt hem naar Willemstad en daar aangekomen hoort hij dat Knikkertje is verdwenen. Van een oude klasgenoot hoort hij dat ze op het eiland Berbice zit. Onmiddellijk gaat hij naar die boerderij toe waar Knikkertje zit en zegt dat hij de slaven moet controleren op hun gezondheid omdat dat zijn werk is. Met het geld wat hij van Jacob Pietersz heeft gehad koopt hij Knikkertje vrij en brengt haar terug naar Willemstad en koopt voor haar een eigen huis met een baan.

5. Marijn is de hoofdpersoon die veel meemaakt. Eerst leven zijn ouders nog en dan plotseling overlijden die en krijgt zijn zusje Oeba later verkering met een oude klasgenoot van hem. Hij leert verantwoording op zich nemen en krijgt meer vrienden. Oeba en Knikkertje zijn de belangrijkste bijpersonen. Oeba is zijn zusje waar hij goed op moet passen. Knikkertje is hun slaaf waar Marijn en Oeba ook heel goed mee kunnen opschieten. Ze speelt een belangrijke rol in dit verhaal omdat Marijn helemaal naar het eiland Bebice vertrekt om haar te kunnen bevrijden. Knikkertje is een zwarte slaaf met grote ronde ogen waaraan ze haar naam te danken heeft.

6. Het verhaal speelt zich af in in de 17e eeuw op De Nederlandse Antillen.

7. Het verhaal speelt zich af in de 17e eeuw toen het nog gebruikelijk was dat iedereen wel één slaaf of meedere had om het leven van de eigenaar te vergemakkelen.
Verteltijd: 324 bladzijden
Vertelde tijd: In totaal gingen er een paar jaren voorbij (hoeveel weet ik niet, dat wordt ook niet in het boek aangegeven)
Er is geen sprake van opvallende tijdversnelling of tijdvertraging en alles wordt in een chronologische volgorde verteld dus ook zonder flashbacks.

8. Het verhaal begint met een inleiding

9. Het probleem was dat Knikkertje kwijt was geraakt en op gruwelijk wijze werd behandeld op een boerderij. Dat probleem wordt opgelost als Marijn haar vrijkoopt. Het boek heeft een gesloten einde, Knikkertje en Marijn keren terug naar Willemstad en gaan daar een nieuw leven leiden. Het verhaal speelt zich af in de 17e eeuw waarin de handelingen die in dit boek beschreven worden heel normaal waren. Voor nu zou het een onrealistisch verhaal zijn.

10. Het verhaal is uit een vertellers perspectief geschreven en dat blijft in het hele boek hetzelfde.

11. Marijn krijgt te maken met lorredraaiers; smokkelaars

12. Het thema is wreedheid. Deze wreedheid slaat op de manier waarop slaven werden behandeld

13. Ik vond het wel een leuk boek, maar het ging over gebieden waar Nederlanders vroeger leefden en dat vond ik niet zo’n boeiend onderwerp.
–Ik vond het wel zielig, de manier waarop slaven behandeld werden. Ik leefde wel mee met die slaven, vooral met Knikkertje.
-Het verhaal was voor toen wel realistisch. Nu niet meer, nu zijn er geen slaven meer.
-De opbouw van het verhaal was erg duidelijk en in chronologische volgorde verteld.
-Dit was een heel ander boek dan dat ik meestal lees, dus waren de onderwerpen in dit boek heel verrassend voor mij.
-De stijl van het boek was wel wennen, omdat het verhaal een aantal jaren geleden is geschreven. Er werden ouderwetse woorden gebruikt, maar achterin het boek stond een lijst met verklarende woorden.