Thema Leven van Martijn
Waar curaçao
Auteur Miep Diekmann
Hoofdpersoon Marijn
Genre Levensverhaal
Periode ±2jaar
Samenvatting:
Marijn en Oeba zitten op het Bataljon te kijken naar de ketting die iedere dag voor de ingang van de baai word gespannen. Daarna gaan ze terug naar de stad en halen Knikkertje op bij Goliath. Na de plots ingevallen orkaan gaan ze naar het verzamelpunt.
Daar horen ze dat hun huis met ouders erin is verwoest. Oeba en knikkertje gaan daarom mee met de oudste zus Alleta en haar man naar een plantage, Marijn gaat in de leer bij een chirurgijn. Nadat Marijn op bezoek is geweest bij de plantage monstert hij aan bij Kapitein Reyen. Als ze onderweg langs een eiland komen moeten ze wat vers water inslaan en Marijn moet zich wassen in het water bij de kust, waar hij wordt ontvoert en naar de plantage van don Filipe gebracht. Don Filipe wil dat hij met zijn dochter trouwt omdat hij wit is maar Marijn mag d.m.v. chantage toch mee met de boot van Pieterz.
Samen met Pieterz gaat Marijn naar Afrika en daarna zet Pieterz hem af in Willemstad. Omdat de mensen te horen hebben gekregen dat marijn is overleden moet Marijn naar iemand die hem nog herkent. Van zijn leermeester krijgt dan ook een paard om naar de plantage af te reizen. Als hij daar hoort dat Knikkertje is verdwenen komt hij er samen met een oud klasgenoot achter dat ze (met valse papieren) op een boot is gezet naar Berbice. Samen met Pieterz gaat Marijn naar Berbice om´de ziektes daar te bestuderen`. Onderweg nemen ze een paar schipbreukelingen mee. Eenmaal daar aangekomen gaat Marijn naar de plantage waar Knikkertje waarschijnlijk zit. Als hij haar heeft gevonden eist hij namens zijn dode vader de slaaf terug. Op de weg terug gaan de schipbreukeling- gen muiten. Marijn en een paar maten worden op een boot in de buurt van eiland gedropt. Knikkertje was een slaaf en moest blijven maar sprong liever met boeien over boort. Een boot aan de andere kant van het eiland neemt ze mee naar Curaçao.
Schrijvers informatie
Op haar 12e besloot Miep Diekmann dat ze schrijver zou worden. Miep Diekmann woonde een groot deel van haar jeugd op Curaçao, waar veel van haar boeken spelen. Zij kreeg voor haar gehele in 1970 de Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur, in 1957 de CPNB-prijs Kinderboek van het Jaar voor De boten van Brakkeput, in 1960 een Andersenmedaille voor Padu is gek, in 1964 de Deutscher Jugendbuchpreis voor En de groeten van Elio, in 1978 de Gouden Griffel voor Wiele wiele stap en in 1981 de Boekensleutel voor Ik heb geen naam, een oorlogsdagboek dat zij samen met de Tsjechische schrijfster Dagmar Hilarová maakte.
ANDERE WERKEN: (o.a.): Marijn bij de lorredraaiers (1965); De dagen van Olim (1971); Total loss, weetjewel (1973); Stappe stappe step (1979); Hannes en Kaatje (1984, v.v.); Hoe schilder hoe wilder (3 dln., 1986–1988; kunstgeschiedenis).
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
er mag wel iets meer duidelijkheid in de samenvattting en niet dat hij zomaar ergens begint, maar verder heb ik er veel aan gehad bedankt.
23 jaar geleden
Antwoorden