De belangrijkste personages van het boek zijn Francis Mordaunt en Leopold van Zonshoven. Francis is zesentwintig jaar, maar heeft zeer veel levenservaring. Ze is oprecht, openhartig en ze houdt niet van geroddel, huichelarij en verwaandheid. Haar bijnaam is Majoor Frans omdat ze zich niet vrouwelijk gedraagt; ze kleed zich niet mooi en neemt geen blad voor de mond. Ze wil graag onafhankelijk zijn. Ze is moedig en ook geestig. Leo leert Francis veel andere dingen en probeert haar eerbied voor de samenleving bij te brengen. Leopold van Zonshoven: Hij is 28 jaar oud. Hij is erg gesteld op mooie geklede vrouwen die zich netjes gedragen en dit is bij Francis niet het geval. Maar als hij hier eenmaal aan gaat wennen dan kan hij het toch wel accepteren. 3. Tijd en ruimte
De vertelde tijd is ongeveer een half jaar, en alles wordt in volgorde van gebeurtenissen verteld. De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is zo 1860. Dat is te merken aan de kledingstijl van die tijd, en hoe vrouwen zich nog behoorden te gedragen (het geëmancipeerde gedrag van Francis is uiterst vreemd in die tijd). Ook staat er bij vele ‘brieven’ 186… rechtsboven. Het verhaal speelt zich eigenlijk de hele tijd op hetzelfde gebied af, op kasteel de Werve en omgeving, waar Francis woont. Kasteel de Werve ligt in Gelderland. Het begin speelt zich heel kort bij Leopold thuis, in Den Haag af. Bijna aan het einde speelt er nog een stukje bij hem thuis af, als hij ziek is. 4. Vertelsituatie
Het verhaal is vanuit de ik-persoon geschreven, en deze ik persoon is Leopold die brieven schrijft aan zijn vriend Willem. In het begin is er één stukje dat niet door Leo is geschreven, maar door Willem. 5. Achtergrondinformatie (Anna Louise) Geertruida Bosboom-Toussaint (Alkmaar 1812 – 's-Gravenhage1886), Nederlands romanschrijfster, vond aanmoediging voor haar werk in de kring rond dominee Hasebroek en vooral in de kring van De Gids, waar haar romans Almagro (1837) en De graaf van Devonshire (1838) grote verwachtingen wekten. Deze romans vertonen nog duidelijk invloed van de Engelse romantiek. Met de roman Het huis Lauernesse (1840) vestigde zij voorgoed haar naam. Van haar tijdgenoten Jacob van Lennep en J.F. Oltmans onderscheidde zij zich door de diepergaande karakterontleding en haar innig protestants geloof. In 1851 huwde zij, na verloofd te zijn geweest met De Gids-redacteur Bakhuizen van den Brink, de schilder Johannes Bosboom. Mede gedreven door moeilijke financiële omstandigheden schreef zij vele romans van betrekkelijke waarde, waarop De Delftsche wonderdokter (3 dln., 1870–1871) een gunstige uitzondering vormt. Majoor Frans (1874), een van haar bekendste boeken, is een eigentijds verhaal. Ondanks bezwaren (overlading van historische gegevens, wijdlopigheid en een archaïserende stijl, ook in haar ‘moderne’ romans) kan zij gerekend worden tot de beste auteurs van de 19de eeuw in Nederland. C. Eigen mening Ik vond het een heel mooi boek, omdat ik het leuk vond om te zien hoe de emancipatie in die tijd opkwam. Het is heel duidelijk in die tijdsgeest geschreven. Ook vond ik het taalgebruik heel mooi, omdat het heel archaïsch is. Het Frans dat in het boek gebruikt wordt, is niet erg hinderlijk, omdat het vaak alleen maar verfraaiingen zijn. Het geeft dus niet veel informatie, waardoor je geen wezenlijke informatie mist, als je het niet helemaal begrijpt. Het verhaal is heel simpel en voorspelbaar, maar dit doet geen afbreuk aan het geheel, omdat de personages wel heel erg zijn uitgediept. Ik zou het anderen, die ook iets moeten lezen uit de 19e eeuw, zeker aanraden, omdat het niet heel moeilijk Nederlands is en het verhaal ook niet erg ingewikkeld is.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden