Titel: Loverboy & Girl
Auteur: Joost Heyink
Uitgever: Van Holkema & Warendorf
Plaats van uitgave: Houten
Jaar van uitgave: 2004 Samenvatting: Fanny laat zich inpalmen door Jeff, een loverboy. Alles begint heel onschuldig maar Fanny heeft het door. Ze wil immers alles te weten komen over de werkwijze van loverboys om zo de politie, de pers en alle meisjes te waarschuwen. Ze is haar beste vriendin, Toos, verloren aan een loverboy en begrijpt niet hoe het zo ver kon komen. Jeff merkt dat zijn contact met Fanny moeizaam verloopt maar hij heeft er alle vertrouwen in. Fanny merkt dat ze het soms erg moeilijk krijgt om aan Jeffs tederheid te ontsnappen, ze moet voortdurend haar doel voor ogen houden. Ze praat erover met Martin, een jongen die ze leuk vindt op haar vakantiewerk bij Mc Bill, een klein fastfoodrestaurant.Hij vindt dat ze een gevaarlijk spel speelt en wil haar laten stoppen. Maar Fanny wil nog een laatste afspraak met Jeff. En die krijgt ze ook, alleen wil Jeff dat ze met hem mee naar zijn huis gaat. Wanneer ze stiekem foto’s probeert te maken van een briefje die op de tafel ligt, komt Jeff binnen en wordt hij heel kwaad. Hij trapt Fanny’s piepkleine fotocameraatje kapot en raakt verstrikt in een soort gevecht met Fanny. Als Jeff de kans krijgt pakt hij Fanny vast en bind haar vast aan de verwarming. Dan gaat hij zijn collega’s halen en zit Fanny alleen in Jeffs huis. Martin, met wie Fanny een afspraak had, zit al een tijdje op haar te wachten. Hij wist dat ze eerst naar Jeff toeging. Daarom gaat hij ook naar haar toe, want hij vond het al zo verdacht lang duren. Bij de deur van Jeffs huis hoort hij Fanny op de achtergrond, hij pakt een dikke, ijzeren staaf en ramt de deur in. Hij ziet Fanny en maakt haar onmiddellijk los, maar op dat moment komen ook Jeff en zijn collega’s binnenstormen. Martin en Fanny kunnen net op tijd wegkomen door van het balkon af te springen. Als de grote baas, Gϋntha, hun achterna komt, valt hij van een ladder. Dan krijgt Martin de kans om hem twee gigantische trappen te geven, zodat Gϋntha zijn nek breekt en overlijdt. Daardoor komt niemand hun meer achterna en kunnen Martin en Fanny er snel vandoor. Opdracht A: (stukje tekst uit het boek) ‘Fanny keek haar ogen uit. Dit was geen zoldertje van een jongen die in een garage werkte, dit was het appartement van een rijke voetballer, van een soapster, van een patser met veel geld. Dat bad alleen al. En dan dat bed met die spiegels. Het zachte tapijt en die televisies overal, ingebouwd in de wand, tot in de wc. Ik wil hier foto’s van maken, schoot het door haar heen. ‘Mag ik een paar foto’s maken?’ vroeg Fanny. ‘Het is zo mooi.’ Jeff keek om. ‘Foto’s?’ Zijn stem klonk anders, niet zacht en hees. ‘Ja, van de slaapkamer en het bad. Ik maak elke dag foto’s van mooie dingen.’ ‘Wat moet je daarmee? Wat wil je met foto’s van mijn zolder?’ Het vriendelijke en trieste was uit zijn ogen verdwenen. Fanny zag het en schrok. ‘Ik ben bezig met een album met foto’s van mooie en bijzondere dingen.’ ‘Ik heb het liever niet,’ zei Jeff. ‘Dit is privé, begrijp je?’ ‘Ik snap het,’ zei Fanny. Het wordt niks, dacht ze. Jeff pakte haar hand en trok haar voorzichtig mee naar de woonkamer en vandaar naar het terras. ‘Kijk, mooi uitzicht.’ Fanny zag kerktorens en watertorens en torenflats verderop en een fantastische sterrenhemel. En links een plat dak, een meter of drie lager. Rechts een puntdak met een dakgoot, van een huis dat het niet lang meer zou maken. En recht achter het terras, aan de overkant van een steeg van een meter of twee breed, een donker staketsel van golfplaten en balken van wat misschien ooit een fabriekje was geweest. ‘Mooi,’ zei Fanny. ‘Ik zou wel een kop koffie lusten.’ ‘Daar! De Kleine Beer!’ Fanny voelde Jeffs hand op haar rechterheup. Het voelde niet verkeerd, niet agressief, hij deed het zachtjes, het paste bijna bij de sfeer. Maar niet helemaal. ‘Ik moet weg,’ zei ze. ‘Ik vond het leuk, maar ik moet naar huis.’ ‘Koffie! Ik had je koffie beloofd! Stom van me. Ga even zitten, twee minuten, dan ben ik terug.’ Jeff verdween naar de keuken. Fanny liep de woonkamer in en keek rond. Rechts een reproductie van een Picasso aan de muur, ervoor een tafeltje. Op het tafeltje een fles wodka en een pak jus d’orange. Een stripboek, een asbak. Een vaasje met een kunstroos. En een briefje naast een envelop. Onwillekeurig las Fanny de eerste zinnen. Daarna kon ze niet anders dan verder lezen. Ik heb nou toch iets prachtigs aan de haak. Het schiet lekker op, ze is bijna zo ver. Je weet dat we alleen geld investeren als er resultaat in zicht is. Dit was een brief van de organisatie! Van Jeffs bazen! En het ging over haar! Ze las door en schrok zich kapot. Güntha zal haar dan van je overnemen. Güntha krijgt iedereen binnen de kortste keren aan het werk. Fanny was verbijsterd. Ze zat er veel dieper in dan ze ooit had gedacht. Niet alleen Jeff was met haar aan de slag, de organisatie ook. En die was bezig met stap drie of vier van het loverboytraject, terwijl zij dacht dat er nog nauwelijks iets aan de hand was, dat ze hooguit in de aftastende beginfase zat. Alles wist ze van dat traject, alles wist ze van de trucs en verleidingen. Maar toch was ze halfblind geweest. Ze had de helft gemist! Fanny las de laatste zin nog eens. Güntha krijgt iedereen binnen de kortste keren aan het werk. Güntha. Het vreemde mailtje. Güntha, de vriend van Jeff. Güntha was helemaal geen vriend van Jeff, besefte Fanny. Güntha was iemand in de organisatie die macht had, iemand die alles voor elkaar kreeg als hij dat wilde. Een mand ei werd ingezet als het fout dreigde te lopen. Ze had ergens gelezen dat de man met die functie een speciale titel heeft. De slager. Fanny voelde het bonzen in haar borst, in haar keel, in haar hoofd. Ze wist dat ze moest stoppen, dat ze weg moest. Nu. Weg van deze zolder, de trap af, de deur en deze verrotte straat uit, zo snel mogelijk. En rennen naar Martin. Dan zou alles voorbij zijn. En toen schoot er iets door haar kop dat alles even verdrong. Zelfs de paniek vervloog een moment. Het drong zicht onontkoombaar op. Voor ze vluchtte, moest ze nog één ding doen. Het mόést, omdat ze hier een tastbaar bewijs had van alles wat ze tot nu toe had beschreven. Een paar seconden had ze nodig, meer niet. En dan: wegwezen. Fanny griste de camera uit haar zak, drukte de startknop in, richtte op de brief en drukte af. Ze schrok van het flitslicht en keer achterom. De deur naar de keuken was gelukkig dicht. Haar handen trilden en ze was bang dat ze bewogen had. Ze richtte opnieuw en nam nog een foto. Fanny zuchtte diep en stak de camera in haar zak. Ze hoorde iets kraken, voelde een vleugje wind en versteende. ‘Wat was je aan het flitsen, lieve Fanny?’
Mijn keuze:
Ik heb dit fragment gekozen, omdat het een heel spannend stukje is en dan vooral om wat er na nog komt. Daarna komt Fanny in een soort gevecht met Jeff en dat is heel spannend.
De tekst, geschreven vanuit Jeff:
‘Ze kijkt wel verdacht veel in het rond. Het lijkt wel alsof ze ergens naar op zoek is. Die doordringende ogen, ze is iets van plan.
‘Mag ik hier foto’s van maken?’ vroeg Fanny. ‘Het is zo mooi.’
Ik kijk om. ‘Foto’s?’
‘Ja, van de slaapkamer en het bad. Ik maak elke dag foto’s van mooie dingen.’
Ze is iets van plan, maar WAT? ‘Wat moet je daarmee? Wat wil je met foto’s van mijn zolder?’
Fanny schrikt, ze schrikt van mijn boze reactie. Lief doen, Jeff. Lief doen, dat is het enige wat helpt.
‘Ik ben bezig met een album met foto’s van mooie en bijzondere dingen.’ vertelde Fanny.
‘Ik heb het liever niet. Dit is privé, begrijp je?’
‘Ik snap het.’
Ik pak haar hand en neem haar mee, via de woonkamer naar het terras. ‘Kijk, mooi uitzicht.’
We kijken naar de fantastische sterrenhemel, de daken en de steegjes.
‘Mooi,’ zei Fanny. ‘Ik zou wel een kop koffie lusten.’
Shit dat ook nog, ze wil er vandoor natuurlijk. Haar moeder wacht. Eerst nog even sterren kijken, daarna nog een koffie en dan mijn verhaal.
‘Daar! De Kleine Beer!’ En ik leg daarbij mijn hand op haar rechterheup. Ze gedraagt zich een beetje ongemakkelijk en zegt: ‘Ik moet weg. Ik vond het leuk, maar ik moet naar huis.’
‘Koffie! Ik had je koffie beloofd! Stom van me. Ga even zitten, twee minuten, dan ben ik terug.’
Ik moet nu echt heel snel op gaan schieten, voordat ze dingen gaat doen en/of zien wat niet voor haar bestemd is. Snel schenk ik de koffie in en doe er nog een scheutje cognac bij.
Als ik de deur open wil doen zie ik een lichtflits onder de deur vandaan komen. En nog een flits. Het wordt me nu echt teveel en doe de deur open.
Daar staat Fanny, met het briefje, heel verschrikt mijn richting op te kijken.
‘Wat was je aan het flitsen, lieve Fanny?’
Auteur: Joost Heyink
Uitgever: Van Holkema & Warendorf
Plaats van uitgave: Houten
Jaar van uitgave: 2004 Samenvatting: Fanny laat zich inpalmen door Jeff, een loverboy. Alles begint heel onschuldig maar Fanny heeft het door. Ze wil immers alles te weten komen over de werkwijze van loverboys om zo de politie, de pers en alle meisjes te waarschuwen. Ze is haar beste vriendin, Toos, verloren aan een loverboy en begrijpt niet hoe het zo ver kon komen. Jeff merkt dat zijn contact met Fanny moeizaam verloopt maar hij heeft er alle vertrouwen in. Fanny merkt dat ze het soms erg moeilijk krijgt om aan Jeffs tederheid te ontsnappen, ze moet voortdurend haar doel voor ogen houden. Ze praat erover met Martin, een jongen die ze leuk vindt op haar vakantiewerk bij Mc Bill, een klein fastfoodrestaurant.Hij vindt dat ze een gevaarlijk spel speelt en wil haar laten stoppen. Maar Fanny wil nog een laatste afspraak met Jeff. En die krijgt ze ook, alleen wil Jeff dat ze met hem mee naar zijn huis gaat. Wanneer ze stiekem foto’s probeert te maken van een briefje die op de tafel ligt, komt Jeff binnen en wordt hij heel kwaad. Hij trapt Fanny’s piepkleine fotocameraatje kapot en raakt verstrikt in een soort gevecht met Fanny. Als Jeff de kans krijgt pakt hij Fanny vast en bind haar vast aan de verwarming. Dan gaat hij zijn collega’s halen en zit Fanny alleen in Jeffs huis. Martin, met wie Fanny een afspraak had, zit al een tijdje op haar te wachten. Hij wist dat ze eerst naar Jeff toeging. Daarom gaat hij ook naar haar toe, want hij vond het al zo verdacht lang duren. Bij de deur van Jeffs huis hoort hij Fanny op de achtergrond, hij pakt een dikke, ijzeren staaf en ramt de deur in. Hij ziet Fanny en maakt haar onmiddellijk los, maar op dat moment komen ook Jeff en zijn collega’s binnenstormen. Martin en Fanny kunnen net op tijd wegkomen door van het balkon af te springen. Als de grote baas, Gϋntha, hun achterna komt, valt hij van een ladder. Dan krijgt Martin de kans om hem twee gigantische trappen te geven, zodat Gϋntha zijn nek breekt en overlijdt. Daardoor komt niemand hun meer achterna en kunnen Martin en Fanny er snel vandoor. Opdracht A: (stukje tekst uit het boek) ‘Fanny keek haar ogen uit. Dit was geen zoldertje van een jongen die in een garage werkte, dit was het appartement van een rijke voetballer, van een soapster, van een patser met veel geld. Dat bad alleen al. En dan dat bed met die spiegels. Het zachte tapijt en die televisies overal, ingebouwd in de wand, tot in de wc. Ik wil hier foto’s van maken, schoot het door haar heen. ‘Mag ik een paar foto’s maken?’ vroeg Fanny. ‘Het is zo mooi.’ Jeff keek om. ‘Foto’s?’ Zijn stem klonk anders, niet zacht en hees. ‘Ja, van de slaapkamer en het bad. Ik maak elke dag foto’s van mooie dingen.’ ‘Wat moet je daarmee? Wat wil je met foto’s van mijn zolder?’ Het vriendelijke en trieste was uit zijn ogen verdwenen. Fanny zag het en schrok. ‘Ik ben bezig met een album met foto’s van mooie en bijzondere dingen.’ ‘Ik heb het liever niet,’ zei Jeff. ‘Dit is privé, begrijp je?’ ‘Ik snap het,’ zei Fanny. Het wordt niks, dacht ze. Jeff pakte haar hand en trok haar voorzichtig mee naar de woonkamer en vandaar naar het terras. ‘Kijk, mooi uitzicht.’ Fanny zag kerktorens en watertorens en torenflats verderop en een fantastische sterrenhemel. En links een plat dak, een meter of drie lager. Rechts een puntdak met een dakgoot, van een huis dat het niet lang meer zou maken. En recht achter het terras, aan de overkant van een steeg van een meter of twee breed, een donker staketsel van golfplaten en balken van wat misschien ooit een fabriekje was geweest. ‘Mooi,’ zei Fanny. ‘Ik zou wel een kop koffie lusten.’ ‘Daar! De Kleine Beer!’ Fanny voelde Jeffs hand op haar rechterheup. Het voelde niet verkeerd, niet agressief, hij deed het zachtjes, het paste bijna bij de sfeer. Maar niet helemaal. ‘Ik moet weg,’ zei ze. ‘Ik vond het leuk, maar ik moet naar huis.’ ‘Koffie! Ik had je koffie beloofd! Stom van me. Ga even zitten, twee minuten, dan ben ik terug.’ Jeff verdween naar de keuken. Fanny liep de woonkamer in en keek rond. Rechts een reproductie van een Picasso aan de muur, ervoor een tafeltje. Op het tafeltje een fles wodka en een pak jus d’orange. Een stripboek, een asbak. Een vaasje met een kunstroos. En een briefje naast een envelop. Onwillekeurig las Fanny de eerste zinnen. Daarna kon ze niet anders dan verder lezen. Ik heb nou toch iets prachtigs aan de haak. Het schiet lekker op, ze is bijna zo ver. Je weet dat we alleen geld investeren als er resultaat in zicht is. Dit was een brief van de organisatie! Van Jeffs bazen! En het ging over haar! Ze las door en schrok zich kapot. Güntha zal haar dan van je overnemen. Güntha krijgt iedereen binnen de kortste keren aan het werk. Fanny was verbijsterd. Ze zat er veel dieper in dan ze ooit had gedacht. Niet alleen Jeff was met haar aan de slag, de organisatie ook. En die was bezig met stap drie of vier van het loverboytraject, terwijl zij dacht dat er nog nauwelijks iets aan de hand was, dat ze hooguit in de aftastende beginfase zat. Alles wist ze van dat traject, alles wist ze van de trucs en verleidingen. Maar toch was ze halfblind geweest. Ze had de helft gemist! Fanny las de laatste zin nog eens. Güntha krijgt iedereen binnen de kortste keren aan het werk. Güntha. Het vreemde mailtje. Güntha, de vriend van Jeff. Güntha was helemaal geen vriend van Jeff, besefte Fanny. Güntha was iemand in de organisatie die macht had, iemand die alles voor elkaar kreeg als hij dat wilde. Een mand ei werd ingezet als het fout dreigde te lopen. Ze had ergens gelezen dat de man met die functie een speciale titel heeft. De slager. Fanny voelde het bonzen in haar borst, in haar keel, in haar hoofd. Ze wist dat ze moest stoppen, dat ze weg moest. Nu. Weg van deze zolder, de trap af, de deur en deze verrotte straat uit, zo snel mogelijk. En rennen naar Martin. Dan zou alles voorbij zijn. En toen schoot er iets door haar kop dat alles even verdrong. Zelfs de paniek vervloog een moment. Het drong zicht onontkoombaar op. Voor ze vluchtte, moest ze nog één ding doen. Het mόést, omdat ze hier een tastbaar bewijs had van alles wat ze tot nu toe had beschreven. Een paar seconden had ze nodig, meer niet. En dan: wegwezen. Fanny griste de camera uit haar zak, drukte de startknop in, richtte op de brief en drukte af. Ze schrok van het flitslicht en keer achterom. De deur naar de keuken was gelukkig dicht. Haar handen trilden en ze was bang dat ze bewogen had. Ze richtte opnieuw en nam nog een foto. Fanny zuchtte diep en stak de camera in haar zak. Ze hoorde iets kraken, voelde een vleugje wind en versteende. ‘Wat was je aan het flitsen, lieve Fanny?’
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
ik kan geen plaatjes van het boek loverboy&girl vinden help me
19 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
hey britt,
ik vind het een heel goed boek omdat je er veel van leert en ook leuk dat je er een boekverslag over doet.
dat wil ik namelijk ook maar ik heb het boek ook gelzen en weet het einde niet zo goed meer kan je me informeren over het einde en ook andere info over het boek.
ik wil graag meer info over het boek.
alvast bedankt
groetjes britt.
19 jaar geleden
Antwoorden