BOUWSTEEN 1: DE PERSONAGES
1. Personages:
-Protagonist: Noor
-Antagonist: Rosie
-Nevenfiguren: Mattia, Linda en Toni
-Figuranten: haar ouders, de mannen in de marathon en haar vrienden in de club
2. Innerlijke en uiterlijke eigenschappen van personages:
-Ze heeft een sportief uiterlijk en lang haar.
3. Karakters
-Noor is een in zichzelf gekeerd en stil meisje
-Ze heeft een rond karakter want ze evolueert door het verhaal heen.
BOUWSTEEN 2: TIJD EN RUIMTE
1.Verloop van het verhaal
- Het verhaal is niet chronologisch opgebouwd. Ze denkt terug aan haar jeugd. De flashbacks zijn ook niet chronologisch opgesteld.
- Het verhaal is het grootste deel flashbacks. Bijvoorbeeld toen ze terug dacht aan haar verjaardag wanneer ze een boomhut gekregen had van haar vader in haar lievelingsboom.
2. Vertelde tijd – verteltijd
- De verteltijd is 183 bladzijden de vertelde tijd is de tijd die ze de marathon loopt en de tijd van de flashbacks
-De vertelde tijd is korter of bijna gelijk aan de vertelde tijd want dit boek lees je uit in ongeveer 4-5 uur en een marathon loop je denk ik ongeveer in 4 uur uit (?).
3. Licht de ruimte toe van dit boek
- In een dorpje in België
- Een beetje een sombere sfeer omdat het tijdens de marathon aan het regenen is.
- Het zijn gewone mensen zoals jij en ik.
BOUWSTEEN 3: VERTELPERSPECTIEF
Het verhaal word verteld in de ik persoon. Het is een alwetende ik-verteller.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden